• No results found

5. Effecten per variant voor de Caribische landen

5.1 Variant 1 – Sédula+, ID-nummer, PIVA (CL)

Waarin de sédula wordt vervangen door een nieuw document. Dit document behoudt alle functiona-liteiten van de huidige sédula, maar krijgt hetzelfde beveiligingsniveau als de Nederlandse

Identiteitskaart (NIK). Het ID-nummer en PIVA blijven in gebruik.

5.1.1 Aspecten met betrekking tot de transitie 1. Activiteiten die nodig zijn in de transitie

Zouden de Caribische landen besluiten om samen met Caribisch Nederland een nieuwe identiteitskaart – de sédula+ - te introduceren met dezelfde bestendigheid tegen fraude als de NIK, maar verder met dezelfde persoonsgegevens en functionaliteiten als de huidige sédula, dan zullen Curaçao en Sint Maarten dezelfde transitie moeten doormaken als beschreven in paragraaf 4.1 voor Caribisch Nederland (pagina 66). Het betreft vooral de processen voor aanvraag, productie en verstrekking van de sédula+, alsook voor de het documentbeheer.

Voor Aruba is dit een kleine verandering. Aruba laat de cedula namelijk al in Europees

Nederland produceren. Bovendien is er op Aruba (in tegenstelling tot Curaçao en Sint Maarten) geen algemene identificatieplicht65 en evenmin een verplichting een cedula te hebben

De wijzigingen in de systemen (een kleine aanpassing in PIVA en het RAAS-station) zijn in dan al doorgevoerd ten behoeve van Caribisch Nederland, en kunnen worden overgenomen door de Caribische landen.

Aanbeveling

In deze situatie kunnen de Caribische landen en Nederland verder overwegen om lokaal in het Caribisch gebied een gezamenlijke leverancier te zoeken, – wat gevolgen heeft voor onder andere de snelheid van levering en de kosten van de sédula+. Indien twee of meer landen besluiten tot samenwerking bij de ontwikkeling van een sédula+, is het overigens aan te bevelen dat zij afspraken neerleggen in een onderlinge regeling.

117 Variant 1 – Sédula+, ID-nummer, PIVA (CL)

2. De aanpak en volgtijdelijkheid van de transitie

Wanneer de Caribische landen samen met Caribisch Nederland overgaan op hetzelfde beter beveiligde identiteitsdocument, is het logisch dat ook de landen betrokken worden bij het ontwerp, en bij de inrichting van het aanvraag-, productie - en verstrekkingsproces.

De vervanging van de bestaande sédula door de nieuwe sédula+ kan in de Caribische landen, net als in Caribisch Nederland, worden ingezet door vanaf een bepaalde datum alleen nog de nieuwe sédula+ te gaan verstrekken.

Zodra de nieuwe kaart beschikbaar is kunnen de landen elk een (eigen) invoeringsdatum bepalen. Sint Maarten heeft eind 2011 een nieuw model sédula ingevoerd. Er is in dit traject geïnvesteerd en het ligt daarom niet voor de hand dat deze kaart op korte termijn weer wordt vervangen. Curaçao werkt ook aan vervanging van de oude sédula. Wij hebben geen informatie ontvangen over het stadium waarin dit project zich momenteel bevindt. Mogelijk kan Curaçao nog aanhaken bij een breder initiatief. Voor wat betreft Aruba kan rekening worden gehouden met de afloop van het huidige contract voor de productie van cedula’s.

3. Globale eenmalige kosten van de transitie

De eenmalige kosten van de transitie zijn afhankelijk van de keuzen die worden gemaakt.

Wanneer de Caribische landen besluiten dezelfde sédula+ in te voeren als in Caribisch Nederland kunnen zij zich de kosten voor het ontwikkelen van een nieuw model sédula besparen.

Als de nieuwe kaarten pas worden ingevoerd als de oude hun geldigheid verliezen gaat het naast de kosten voor ontwikkeling vooral om voorlichtingskosten en zijn de eenmalige kosten beperkt. Maar besluit men om de oude sédula’s op een bepaalde datum ongeldig te verklaren dan moeten de houders van oude sédula’s door de landen gecompenseerd worden voor het gedeelte van de 5 jaar dat hun sédula niet meer geldig is.

4. De risico’s van de transitie

De risico’s van de transitie zijn relatiefklein. Wel zouden er goede afspraken moeten zijn over de minimale duur van de samenwerking en de opzegtermijn. Als een land uit de samenwerking zou stappen, kunnen de kosten voor de anderen namelijk hoger worden.

5. De verandercapaciteit en -bereidheid van overheden

De overheden van de landen hebben de capaciteit om de veranderingen (in technische zin) door te voeren.

De bereidheid verschilt per land. Sint Maarten heeft eind 2011 net een nieuwe sédula geïntro-duceerd en zegt weinig nut te zien in een vervanging door de sédula+. Aruba geeft aan alleen geïnteresseerd te zijn als de doorlooptijd van aanvraag tot verstrekking wordt verkort, bijvoorbeeld door een lokale producent te gebruiken. Over Curaçao zijn geen gegevens bekend op dit punt.

6. De veranderbereidheid van de burgers en bedrijven

Zoals is beschreven bij Caribisch Nederland (paragraaf 4.1.1, pagina 66) zijn burgers niet enthousiast over een document dat verplicht is, dat duurder wordt en waarvan de procedure minder gemakkelijk wordt.

118 Variant 1 – Sédula+, ID-nummer, PIVA (CL)

5.1.2 Structurele effecten

7. De verandering in structurele kosten

Zoals is beschreven bij Caribisch Nederland heeft vervanging van de sédula door een van de NIK afgeleide beter beveiligde sédula+ geen meetbare gevolgen voor de structurele kosten.

In het geval Sint Maarten en Aruba er voor zouden kiezen om, net als Aruba en Europees Nederland, alle of in ieder geval een deel van de kosten van het identiteitsdocument door te belasten aan de burger, nemen de structurele kosten voor het land af. De burger betaalt meer.

Daarbij moet wel worden opgemerkt dat in Aruba de cedula niet verplicht is en in Sint Maarten en Curaçao wel.

Wij schatten in dat deze landen de sédula+ voor een vergelijkbare prijs aan hun burger aan te bieden als de huidige sédula en dat de structurele kosten voor een sédula+ iets hoger zullen zijn dan van de sédula (beter beveiligd document, productie uitbesteedt aan leverancier elders).

Maar tegelijkertijd betekent het feit dat de Caribische landen met Caribisch Nederland deelnemen in deze variant dat er schaalvoordelen zijn. Op deze manier heeft deze variant alsnog een zeer lichte positieve invloed op de structurele kosten.

8. De doelmatigheid van de infrastructuur

De doelmatigheid blijft nagenoeg gelijk aan de doelmatigheid in de huidige situatie. De beveiliging van het document is wat beter, maar de kostprijs zal ook wat toenemen.

9. De duurzaamheid

De Caribische landen hanteren niet het uitgangspunt dat zij in beginsel over zullen gaan op de Europees Nederlandse identiteitsinfrastructuur. Voor de landen betekent duurzaamheid dan ook niet de mate waarin de variant bijdraagt aan het overgaan naar Europees Nederlandse

infrastructuur, maar vooral toekomstbestendigheid.

De toekomstbestendigheid van deze variant is relatief hoog, omdat het document aan hogere kwaliteitseisen voor wat betreft de beveiliging voldoet.

5.1.3 De kwaliteit van de identiteitsinfrastructuur

10. De juistheid en volledigheid van de basisadministratie persoonsgegevens Geen verandering.

11. Bestendigheid tegen identiteitsfraude

Namaken van de sédula+ is moeilijker, net als look-alike fraude (door de biometrische kenmerken op de kaart). De fraudebestendigheid neemt dus toe.

Wij hebben niet onderzocht of een beter beveiligd identiteitsdocument de landen ook zou kunnen bewegen om nieuwe afspraken te maken over het gebruik van de sédula+ als document voor grensoverschrijding voor Nederlanders en vreemdelingen.

119 Variant 2 – NIK/Vreemdelingendocument, ID-nummer, PIVA (CL)

12. Bescherming van de privacy van personen Geen verandering.

13. De kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers

De administratieve lasten voor de burger nemen toe (langere doorlooptijd, twee keer naar de balie).

Wordt er inderdaad gekozen voor een lokale productiefaciliteit, dan wordt de doorlooptijd van het proces nog iets verkort van circa 10 tot circa 5 werkdagen.

14. De kwaliteit van verstrekkingen aan de overheid

De kwaliteit van de verstrekkingen uit PIVA wijzigt op één punt: het wordt mogelijk om uit PIVA gegevens te verstrekken van de nog niet verlopen sédula’s + die niet in de roulatie zouden mogen zijn – bijvoorbeeld als gevolg van diefstal.

15. De integriteit van de infrastructuur

Er zal als gevolg van de bij in het vorige punt genoemde verbetering een kleine verbetering in de integriteit van de identiteitsinfrastructuur optreden. .

5.1.4 Secundaire effecten

16. Additioneel gebruik van het identiteitsdocument door burgers

Wordt de sédula door alle eilanden samen gebruikt, dan gaan de eilandspecifieke kenmerken verloren. Kiezen de eilanden voor eigen ontwerpen, dan gaat dit ten koste van de

schaalvoordelen.

17. Additioneel gebruik van het identiteitsdocument door bedrijven Geen veranderingen ten opzichte van de huidige situatie.