• No results found

17. Gebruik van het identiteitsdocument door bedrijven

5.5 Variant 5 – NIK/Vreemdelingendocument, BSN, GBA (CL)

In deze variant wordt de volledige identiteitsinfrastructuur uit Europees Nederland ook in de Caribische landen ingevoerd. Dat betekent dat de sédula wordt vervangen door de NIK en een vreemdelingendocument. Het ID-nummer wordt vervangen door het BSN. De PIVA wordt vervangen door de GBA.

5.5.1 Aspecten met betrekking tot de transitie 1. Activiteiten die nodig zijn in de transitie

Wanneer de Caribische landen met Caribisch Nederland in deze variant deel te nemen, dan zullen de drie Caribische landen in essentie dezelfde transitie moeten doormaken zoals beschreven in paragraaf 4.5.1 voor Caribisch Nederland (pagina 105).

Specifiek voor het invoeren van de GBA in de Caribische landen zijn er nog aanvullende transitie-activiteiten.

Ten eerste moeten er specifieke aanpassingen worden gedaan met het oog op bestaande specifieke wet- en regelgeving. Op grond van een Europese richtlijn mogen er geen

persoonsgegevens uit de GBA worden overgedragen naar een regime waar (vooralsnog) een lager niveau bescherming van persoonsgegevens is. Voor de PGK-module is daarin een uitzondering gemaakt, omdat de koppeling bijdraagt aan het voorkomen van dubbele inschrijvingen in het koninkrijk. Mogelijk kan deze uitzonderingsregeling worden uitgebreid.

Ten tweede moeten alle afnemers in deze variant worden aangesloten op een eigen GBA-V (of dezelfde GBA-V met strenge autorisaties), en omwille van verplichte terugmeldingen ook op de terugmeldvoorziening en op Gemnet. In de Caribische landen is dit (omwille van de schaal) een grotere opgave dan in Caribisch Nederland.

Ten derde moet een oplossing worden gezocht voor het feit dat wet- en regelgeving in de context van de GBA in de Caribische landen anders is dan in (Caribisch) Nederland. Zo zou geborgd moeten worden dat alle landen nu en in de toekomst dezelfde gegevens opnemen in de persoonslijsten in de GBA. Ook zouden er koppelingen moeten worden gelegd naar

bijvoorbeeld de vreemdelingenadministratie, en eventueel ook op toekomstige basisregistraties van de Caribische landen – zoals er in Nederland een koppeling is met de Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

130 Variant 5 – NIK/Vreemdelingendocument, BSN, GBA (CL)

Ten vierde zullen de Caribische landen onder het (strengere) kwaliteitsregime van de GBA komen te vallen. Nog voorafgaand aan de transitie moet de kwaliteit van de gegevens worden verbeterd.

2. De aanpak en volgtijdelijkheid van de transitie

Het verdient de aanbeveling om eerst de GBA in te voeren (met het BSN), en dan de NIK en een eventueel vreemdelingendocument. Dit is verder zoals dat is beschreven bij Caribisch Nederland (paragraaf 4.5.1 – pagina105).

Er zal waarschijnlijk een overgangsperiode nodig zijn waarin zowel PIVA als GBA naast elkaar bestaan. In die periode worden ingezetenen groepsgewijs overgebracht van PIVA naar GBA, nadat eerst hun ID-nummer is omgezet in een BSN.

3. Globale eenmalige kosten van de transitie

De kostenposten voor de transitie zijn dezelfde als beschreven bij deze variant voor Caribisch Nederland, in paragraaf 4.5.1 – pagina 105).

Daarboven komen uiteraard de kosten voor de transitie in de Caribische landen, bijvoorbeeld ten behoeve van de wijzigingen in wet- en regelgeving, ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van de gegevens, ten behoeve van het uitbreiden van aansluitingen op Gemnet en ten behoeve van het overdragen van brondocumenten.

4. De risico’s van de transitie

De conversie van het ID-nummer naar BSN en vooral die van PIVA naar de GBA is een omvangrijke en complexe (juridische en technische) operatie, waarbij ook gecontroleerd moet worden of de ingezetenen al elders in het Koninkrijk staan ingeschreven en of de persoon wel daadwerkelijk woonachtig is in het land. Deze variant kan dan ook alleen slagen met voldoende steun (kennis en financiën) vanuit Europees Nederland.

5. De verandercapaciteit en -bereidheid van overheden

De verandercapaciteit van de overheid ten behoeve van de NIK is voldoende. Ten behoeve van invoering van BSN en GBA moet de capaciteit worden uitgebreid met specifieke kennis van deze systematieken (enkele personen full time ondersteuning).

De veranderbereidheid verschilt per verandering. Voor wat betreft de invoering van NIK en een eventueel vreemdelingendocument verwijzen wij naar paragraaf 5.2.1 - 119). Met betrekking tot de invoering van het BSN zijn de landen (gematigd) positief. Voor wat betreft de GBA zijn de experts uit de Caribische landen echter niet direct positief. De relatieve voordelen voor de burger achten zij te beperkt.

Voor meer inzicht in de meningen van (lokale) experts verwijzen wij naar het verslag van de conferentie (bijlage 5).

131 Variant 5 – NIK/Vreemdelingendocument, BSN, GBA (CL)

6. De veranderbereidheid van de burgers en bedrijven

Zie voor wat betreft NIK en een eventueel vreemdelingendocument paragraaf 5.2.1 – pagina 119), en voor wat betreft het BSN paragraaf 5.4.1 (pagina 126). Burgers en bedrijven hebben geen specifiek oordeel over de invoering van GBA in de Caribische landen. Van de invoering van de GBA zullen zij meer indirect baat hebben.

5.5.2 Structurele effecten

7. Veranderingen in de structurele kosten

De structurele kosten in de Caribische landen veranderen voor wat betreft NIK en BSN zoals is geschetst in respectievelijk variant 2 (paragraaf 5.2.2 – pagina 122) en variant 4 (paragraaf 5.4.2 – pagina 128).

De structurele kosten met betrekking tot GBA(-V) veranderen zoals is uiteengezet bij Caribisch Nederland (paragraaf 4.5.2 – pagina 111).

De structurele kosten die de landen maken voor het houden van het register kunnen ook afnemen omdat er verschillende leveranciers de GBA voeren. Deze mogelijke concurrentie zou gunstig zijn voor de contractprijzen.

8. Doelmatigheid van de identiteitsinfrastructuur

De doelmatigheid van deze variant is relatief hoog. Het beveiligingsniveau en de kwaliteit van de gegevens zijn hoog, en ook de kwaliteit van de dienstverlening neemt op termijn doe door

eenmalige uitvraag en meervoudig gebruik. Tegelijkertijd profiteren de verschillende landen in het koninkrijk (ook Nederland) vermoedelijk van lagere kosten, schaalvoordelen en van concurrentie.

9. Duurzaamheid

De toekomstbestendigheid van deze variant is groot. De Caribische landen kunnen met Nederland optrekken bij het door ontwikkelen van de identiteitsinfrastructuur, en zo profiteren van schaalvoordelen en expertise op dit vlak.

Op termijn zal de GBA in Europees Nederland overgaan in de nieuwe Basisregistratie Personen (BRP). Dan worden persoonslijsten centraal geregistreerd. Ten behoeve van deze variant is het dan absoluut noodzakelijk dat Nederland en de Caribische landen afspraken maken ten aanzien van de precieze gegevensset die in de persoonslijst wordt bijgehouden. De Caribische landen en Nederland kunnen dan namelijk niet verschillen in de gegevens die zij willen opnemen in de persoonslijst. Ook zouden de GBA-systemen van de eilanden dan absoluut realtime

beschikbaar moeten zijn (ten behoeve van het berichtenverkeer).

132 Variant 5 – NIK/Vreemdelingendocument, BSN, GBA (CL)

5.5.3 De kwaliteit van de identiteitsinfrastructuur

Wanneer de Caribische landen met Caribisch Nederland overgaan tot invoering van NIK, BSN en GBA dan verandert de kwaliteit van de identiteitsinfrastructuur zoals is geschetst bij Caribisch Nederland, in paragraaf 4.5.3 (pagina 112) – met dien verstande dat de kans op fouten in de PL-en nog verder afneemt.

5.5.4 Secundaire effecten

De secundaire effecten van deze variant veranderen niet wanneer ook de Caribische landen deelnemen aan de variant. Deze zijn dan ook hetzelfde als beschreven bij Caribisch Nederland (paragraaf 4.5.4 – pagina 115).

133 Voor- en nadelen per variant