• No results found

Maritieme commandovoerings- en verbindingssystemen

In document Nederlandse maritiem-militaire doctrine (pagina 125-133)

DEEL 2 MARITIEM OPTREDEN

5. MARITIEME COMMANDOVOERING

5.11 Maritieme commandovoerings- en verbindingssystemen

Commandovoering draait om informatie. Voor alle vier de fasen van commandovoering -analyse, planning, uitvoering en evaluatie- moet informatie verzameld, verwerkt, bewerkt, gedeeld en beschermd worden.

Maritieme eenheden en staven maken hiervoor gebruik van verschillende commandovoeringssystemen (Command & Control Systems ofwel C2-systemen) en diverse soorten verbindingen.101

5.11.1 Maritieme commandovoeringssystemen

Zeestrijdkrachten gebruiken verschillende soorten commandovoerings-systemen. Dat er niet één allesomvattend systeem is, heeft een aantal redenen. Allereerst heeft elk niveau van commandovoering een andere behoefte voor informatieverwerking. De hogere niveaus hebben meer

behoefte aan overzicht dan aan details. Op de lagere niveaus spelen tijdigheid (real-time) en directe koppeling met wapensystemen een grote rol. Ten

tweede worden verschillen tussen systemen veroorzaakt door het domein of specifieke functie waarvoor een systeem is ontwikkeld. Een marineschip is een mobiele geschutsopstelling, radarpost en commandopost in één.

Commandovoeringssystemen voor marineschepen zijn daarom anders dan die voor land- of luchtstrijdkrachten. Ten derde zijn er nationale

verschillen, omdat veel landen hun eigen systemen bouwen. De combinatie van beide vorige redenen, tot slot, kan ook leiden tot verschillen. Wanneer multinationaal (combined) optreden eerder in de rede ligt dan joint optreden,

101 Het samenstel van C2-systemen en verbindingssystemen wordt ook wel C4 genoemd (Command, Control, Communication and Computers). Soms wordt hier ook Battle Management (BM) aan toegevoegd en spreekt men van BMC4. Als men ook het inlichtingenveld erbij betrekt (Intelligence, Surveillance and Reconnaissance, ISR), spreekt men van C4I, C4ISR of van BMC4ISR.

MFSF op (oefen)locatie in Schotland

MCP van Korps Mariniers

TDS’en van verschillende schepen kunnen met elkaar communiceren met behulp van speciale dataverbindingen, datalinks genaamd. Hierdoor kunnen groepen van schepen een gezamenlijk actueel omgevingsbeeld (common picture) opbouwen en uitwisselen. Sommige datalinks maken het ook mogelijk om orders voor wapeninzet door te geven.

Net als bij andere computersystemen blijven ook de tactische data systemen zich steeds verder ontwikkelen. Zo zijn de meeste systemen inmiddels uitgerust met databases, bijvoorbeeld voor hydrografische en geografische gegevens of voor herkenning van signalen. Ook worden steeds betere

applicaties toegevoegd voor beslissingsondersteuning (decision support tools of Tactical Decision Aids, TDA) en voor (data)registratie en verslaglegging. Tevens zijn vaak koppelingen mogelijk met andere (externe) informatiebronnen, zoals met het Automatic Identification System (AIS) dat wereldwijd in gebruik is bij de civiele scheepvaart.103 Met dergelijke uitbreidingen spreekt men niet meer van een TDS, maar van een Combat Management System (CMS).

De meeste Nederlandse en Belgische marineschepen beschikken over een CMS en over datalinks. De grote bovenwaterschepen (fregatten, amfibische schepen, patrouilleschepen en bevoorraders) en de onderzeeboten beschikken over een aan het type schip aangepaste versie van het Guardion™ CMS.104 De meeste van deze schepen beschikken over Link 11, Link 22 en/of Link 16 datalink systemen,105 waardoor real-time gegevensuitwisseling mogelijk is met schepen en vliegtuigen uit landen van de NAVO en verschillende andere landen (zoals Australië en Nieuw Zeeland).

103 Voor nadere uitleg over AIS zie kader bij Hoofdstuk 6 paragraaf 6.3.2.2.

104 Het Guardion™ CMS wordt ontwikkeld en gebouwd door het Centre for Automation of Mission Critical Systems (CAMS Force Vision) van het Nederlandse Ministerie van Defensie.

105 Voor nadere uitleg over datalink systemen zie Hoofdstuk 6 paragraaf 6.8.1.4 (Verspreiden van het omgevingsbeeld).

heeft dat meestal tot gevolg dat binnen één krijgsmacht verschillende systemen voor een gelijkwaardige functie in gebruik zijn.

De commandovoeringssystemen die in gebruik zijn bij de zeestrijdkrachten zijn onder te verdelen in:

˜ Tactical Data Systems (TDS) van de schepen;

˜ 7caaib]WUh]Y!Yb]bZcfaUh]YgmghYaYbjUbUaɕV]gW\YhfcYdYb/

˜ GmghYaYbjccfcdYfUh]cbY`Y]bZcfaUh]Yjccfn]Yb]b[C=J"

Tactical Data Systems

Oorspronkelijk zijn deze computersystemen ontwikkeld om de sensoren aan boord van een schip (radars, sonars, EOV-ontvangers) te koppelen aan de wapensystemen (kanons, geleide wapens, torpedo’s, stoorapparatuur). Doel hiervan was om te komen tot snellere en effectievere wapeninzet, zonodig geheel automatisch (dus zonder tussenkomst van de mens). Een TDS maakt het mogelijk om verschillende sensorgegevens te combineren tot een actueel omgevingsbeeld (real time recognized picture).102 Met behulp van beproefde algoritmes (Threat Evaluation and Weapon Assignment, TEWA) kan op basis van dit omgevingsbeeld de meest effectieve wapeninzet worden berekend en uitgevoerd worden. Een TDS is dus eigenlijk het ‘brein’ van een marineschip, dat op basis van waarnemingen van de ‘zintuigen’ (de sensoren) de acties van de ‘handen’ (de wapens) stuurt. Het geheel van sensoren, wapens en TDS heet SEWACO-systeem (Sensor-, Wapen- en Commandosysteem).

102 In Hoofdstuk 6 paragraaf 6.8 (Maritieme beeldopbouw) wordt nader ingegaan op de wijze waarop dit omgevingsbeeld wordt opgebouwd.

dataverbindingen. Het datanetwerk is een militaire variant van het civiele internetprotocol en is geschikt voor het uitwisselen van tekstberichten (bijvoorbeeld operatieorders) of kaarten met daarop de verdeling van

eenheden (overlays). NIMCIS kent twee varianten: een draagbare (manportable) versie en een versie voor inbouw in voertuigen. Een voertuig met NIMCIS kan optreden als mobiele commandopost voor andere eenheden. De draagbare versie is identiek aan de voertuigversie, maar heeft een geringer zendvermogen (en dus een minder groot bereik). Iedere NIMCIS-set kan van zichzelf op het netwerk een positiesignaal afgeven (GPS), ten behoeve van een positieoverzicht van de eigen troepen.

Systemen voor operationele informatievoorziening (OIV) TDS- en CMS-systemen zijn specifiek gebouwd voor de real time beeldopbouw en wapeninzet: deze systemen zijn geoptimaliseerd voor maritieme commandovoering op het technische en het lagere tactische niveau. Ondersteuning van de commandovoering op hogere niveaus stelt andere eisen aan de verwerking van informatie. Voor het ondersteunen van de analyse, planning, bevelsuitgifte en evaluatie op tactisch en operationeel niveau is geen behoefte aan directe koppeling met wapens en sensoren. Wel is behoefte aan diverse vormen van kantoorautomatisering (tekstverwerking, beeldverwerking, spreadsheets, presentatieprogramma’s) en mogelijkheden om de producten daarvan uit te wisselen (shares, webpagina’s, e-mail, chat, telefonie, video-teleconferenties). Tevens is behoefte aan een zo actueel mogelijk omgevingsbeeld (Common Operational Picture, COP), aan mogelijkheden om plannen en orders uit te vaardigen en rapportages te ontvangen (berichtensystemen) en aan mogelijkheden om resultaten en evaluaties vast te leggen (verslaglegging, databases). Bovendien dient dit alles te zijn beveiligd op het gewenste rubriceringsniveau.

Commandocentrale van een LC-fregat met CMS-consoles

De mijnenjagers van de beide landen beschikken over het Integrated Mine Counter Measure System (IMCMS) dat specifiek is gericht op het bestrijden van mijnen. De mijnenjagers beschikken niet over een datalink.

Communicatie- en informatiesystemen van amfibische troepen Deze systemen zijn nauw verwant aan de commandovoeringssystemen die in gebruik zijn bij het landoptreden, maar zijn specifiek geschikt voor gebruik in het maritieme domein. Het Nieuw Mariniers Communicatie en Informatie Systeem (NIMCIS), dat in gebruik is bij de eenheden van het Korps Mariniers, behoort tot deze categorie systemen. NIMCIS is een combinatie van verbindingssysteem en een commandovoeringssysteem. Het is een radionetwerk (VHF, UHF en HF, zie paragraaf 5.11.2) dat voorziet in spraak- en

Maritime Picture), dat gevoed wordt door de MCCIS107-servers van schepen en hoofdkwartieren. Hiermee kan een gebruiker meekijken met het (wereldwijde) maritieme omgevingsbeeld. Een ander voorbeeld is ICC (Integrated Command and Control) waarmee de gebruiker kan meekijken met het RAP (Recognized Air Picture) dat door de Combined Air Operations Centres (CAOCs) wordt beheerd. ICC geeft tevens inzage in de van toepassing zijnde Air Tasking Order (ATO, toewijzing van vliegtuigen) en Airspace Control Order (ACO, coördinatie van luchtruimgebruik). Als derde voorbeeld biedt NSWAN ook toegang tot inlichtingennetwerken zoals BICES108 (mits geautoriseerd).

˜ TITAAN (Theatre Independent Army and Air Force Network) is het

netwerksysteem dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor de Nederlandse Land- en Luchtmacht. TITAAN fungeert als transportlaag voor andere applicaties en kent twee versies. TITAAN Rood is een gerubriceerd

netwerk (mission secret), TITAAN Zwart is ongerubriceerd (departementaal vertrouwelijk) en vormt de koppeling met het statische bedrijfsnetwerk (MULAN) waardoor ondersteunende applicaties op logistiek, financieel, medisch en personeelsgebied worden ontsloten. Eenheden van het Korps Mariniers maken, zodra zij op land worden ingezet, gebruik van beide versies van TITAAN voor de verbinding vanuit het operatiegebied naar Nederland. Het is de bedoeling dat ook alle Nederlandse marineschepen met beide versies van TITAAN worden uitgerust.

107 Maritime Command and Control Information System, zie Hoofdstuk 6 paragraaf 6.8.1.4.

108 Battlefield Information Collection and Exploitation System, zie Hoofdstuk 6 paragraaf 6.7.4.4.

Commandovoeringssystemen die deze ondersteuning leveren worden systemen voor operationele informatievoorziening (OIV) genoemd. OIV-systemen bestaan meestal uit netwerken die gebaseerd zijn op civiele standaarden (internetprotocol, VoIP) en civiele programmatuur (Windows, Office), aangevuld met specifieke militaire applicaties. Moderne OIV-systemen zijn niet langer specifiek ontwikkeld voor een bepaald domein, maar zijn joint toepasbaar. De op het netwerk geïnstalleerde militaire applicaties zijn echter vaak (nog) wel gerelateerd aan een enkel krijgsmachtdeel (component).

Bij de Nederlandse en Belgische marine hebben de meeste schepen en de mobiele commandofaciliteiten (zoals de MCP’s en de MFSF) de beschikking over één of meerdere van de volgende operationele netwerken:106

˜ NLSWAN (Netherlands Secure Wide Area Network) is een Nederlands nationaal gerubriceerd netwerk. Behalve kantoorautomatisering is dit netwerk ook voorzien van applicaties voor berichtenverkeer (message handling system, MHS).

˜ NSWAN (NATO Secure Wide Area Network) is het gerubriceerde netwerk van de NAVO. Behalve de gebruikelijke kantoorautomatisering voorziet dit netwerk in een veelheid aan informatie. Alle NAVO-hoofdkwartieren en de grotere organisaties en eenheden onderhouden er webpagina’s met zowel bestuurlijke als operationele informatie. Daarnaast zijn op dit netwerk militaire applicaties beschikbaar, waarvan een aantal gebruikt worden voor maritiem optreden. Een voorbeeld hiervan is het RMP (Recognized

106 De meeste grote Belgische en Nederlandse marineschepen hebben voorzieningen voor vijf netwerken. Daarvan zijn er drie gereserveerd voor gerubriceerde operationele informatievoorziening en commandovoering. De andere twee worden gebruikt voor het ongerubriceerde bedrijfsnetwerk (zoals MULAN of TITAAN Zwart) en voor internet (welfare).

5.11.2 Maritieme verbindingssystemen

Zonder verbindingen is geen goede commandovoering mogelijk.

Ook maritieme commandovoering valt of staat met de mogelijkheid om informatie uit te wisselen. In de vorige paragraaf zijn al kort de datalinks en de operationele netwerken genoemd, maar er zijn nog meer verbindingswijzen waar zeestrijdkrachten gebruik van maken. Sommige daarvan zijn gebruikelijke verbindingen die ook door andere militaire of civiele actoren worden gebruikt, zoals radioverbindingen en netwerken. Andere verbindingswijzen zijn echter specifiek in gebruik bij zeestrijdkrachten.110 In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de verschillende manieren waarop maritieme eenheden, zowel schepen als mariniers, informatie kunnen uitwisselen, niet alleen onderling maar ook met land- en luchtstrijdkrachten en met civiele actoren, zoals de koopvaardij.

Verbindingen zijn op verschillende manieren in te delen. Allereerst is er onderscheid naar de ‘drager’ die gebruikt wordt om informatie over te

brengen: elektromagnetische golven, licht of geluid. Zo ontstaat een verdeling in radioverbindingen, optische verbindingen en geluidsverbindingen. Per

‘drager’ is er vervolgens onderscheid naar de vorm (seinwijze) waarop de informatie wordt overgebracht: gegevens, codes, spraak, of beeld. Hierdoor ontstaat een verdeling naar (digitale) data, telegrafie, telefonie en televisie of andere vormen, zoals morse of vlaggen.

110 De NAVO stelt minimumeisen aan de beschikbare verbindings- en informatiesystemen van maritieme eeenheden. Deze staan vermeld in MC 195 NATO minimum interoperability fitting standards for communications and information systems (CIS) equipment on board ships, submarines and maritime aircraft.

˜ BEMILOPCIS (Belgian Military Operational Communication and Information System) is het Belgische equivalent van het Nederlandse NLSWAN.109

˜ CENTRIXS (Combined Enterprise Regional Information Exchange System) is een Amerikaans netwerksysteem dat gebruikt wordt bij maritiem optreden in coalities, als daar ook landen aan deelnemen die niet tot de NAVO behoren. Naast de gebruikelijke kantoorautomatisering bevat CENTRIXS ook applicaties voor het (maritieme) omgevingsbeeld (Command and Control Personal Computer, C2PC), voor berichtenverkeer en voor VoIP/chat.

Deze lijst van operationele netwerken is niet limitatief. Er kan ook gebruik gemaakt worden van andere netwerken die specifiek zijn opgericht voor een bepaalde operatie of die nodig zijn om (tijdelijk) met bepaalde partners te kunnen samenwerken.

Naast de besloten militaire netwerken maken de zeestrijdkrachten voor commandovoering en beeldopbouw ook gebruik van publiekelijk toegankelijke netwerken zoals internet. Immers, bij veel vormen van

maritiem optreden is er interactie met de civiele scheepvaart en andere civiele instanties. Civiele schepen hebben uiteraard geen toegang tot de besloten militaire netwerken, maar veel koopvaardij- en vissersschepen hebben wel de beschikking over internet. Naast de traditionele verbindingen zoals de marifoon kan daarom ook internet (via de satelliet) gebruikt worden voor informatie-uitwisseling met koopvaardij en visserij. Dit vindt voornamelijk zijn toepassing wanneer maritiem optreden gericht is op bescherming van de civiele scheepvaart, bijvoorbeeld bij de bestrijding van piraterij.

109 BEMILOPCIS zal op termijn worden vervangen door het Static Secure Defence Network (SSDN).

Zeestrijdkrachten gebruiken MF/HF verbindingen voor berichtenverkeer (telegrafie), spraakverbindingen (telefonie) en voor datalinks, zowel tussen schepen onderling als met instellingen aan land. Vaak fungeren deze MF/

HF-verbindingen als reserve (back-up) voor satellietverbindingen.

˜ <cc[ZfYeiYbhYjYfV]bX]b[YbJ<:#I<:#G<:#9<:\YVVYbYYbVYdYf_h

bereik, meestal niet veel verder dan de horizon (line-of-sight). Daar staat tegenover dat de verraadsfeer klein is, zeker als gebruik gemaakt wordt van bundeling (gerichte uitzending). Omdat de datacapaciteit toeneemt als de frequentie hoger ligt, zijn vooral UHF en SHF-verbindingen geschikt voor satellietverbindingen van digitaal dataverkeer (netwerken).

Zeestrijdkrachten maken op de volgende wijzen gebruik van hoogfrequente verbindingen:

o VHF en UHF worden gebruikt voor directe (tactische) verbindingen tussen schepen, vliegtuigen en walstations, voornamelijk voor spraak (radiotelefonie) en data. VHF-verbindingen zijn in gebruik voor civiele toepassingen (zoals marifoon, AIS en luchtvaartverbindingen) en militaire verbindingen (zoals NIMCIS en voor vliegtuigen).

UHF verbindingen zijn meestal militaire verbindingen die worden gebruikt voor spraak, berichtenverkeer (telex) en data (datalink). Het communicatiesysteem voor de Nederlandse hulpverleningsdiensten, C2000, werkt ook in de UHF-band; ook Nederlandse marineschepen krijgen dit verbindingssysteem aan boord.

o UHF, SHF en EHF worden gebruikt voor satellietverbindingen, zowel civiele (INMARSAT, Iridium) als militaire (MILSATCOM). Naast Radioverbindingen

Radioverbindingen111 maken gebruik van het elektromagnetische spectrum.

De verschillende frequenties (golflengtes) in dit spectrum gedragen zich echter niet hetzelfde. Radioverbindingen worden daarom vaak aangeduid met (de Engelse afkorting van) de frequentieband waarin zij werken: (V)LF, MF, HF, VHF, UHF, SHF of EHF.112 Zeestrijdkrachten maken als volgt gebruik van radioverbindingen in de diverse frequentiebanden:

˜ NYYf`UU[ZfYeiYbhYjYfV]bX]b[YbJ@:#@:\YVVYbYYbkYfY`Xk]^XVYfY]_Yb

dringen bovendien door tot de bovenste waterlagen van de zee. Ze hebben echter als nadeel dat zij gevoelig zijn voor atmosferische omstandigheden en dat ze een zeer geringe bandbreedte hebben. Bovendien vereisen deze verbindingen zulke grote zendantennes en zo veel vermogen, dat VLF/LF zenders alleen op land geplaatst kunnen worden.

Zeestrijdkrachten gebruiken VLF/LF verbindingen voor berichtenverkeer (telegrafie) naar onderzeeboten.

˜ @UU[ZfYeiYbhYjYfV]bX]b[YbA:#<:\YVVYbYYb[fcchVYfY]_beyond line-of-sight). Het nadeel daarvan is echter dat zij een grote verraadsfeer hebben en dat zij ook gevoelig zijn voor veranderende atmosferische omstandigheden. Bovendien kunnen dit soort verbindingen slechts een beperkte datasnelheid aan. MF/HF-verbindingen vereisen grote antennes en zenders met relatief veel vermogen; dit levert aan boord van de meeste schepen echter geen problemen op.

111 Detailregelingen voor de radioverbindingen en verbindingsplannen van eenheden van de Nederlandse en Belgische marine zijn te vinden in ACZSK DOPS 123.1 IV-diensten ABNL (gerubriceerd).

112 Respectievelijk (Very) Low Frequency, Medium Frequency, High Frequency, Very High Frequency, Ultra High Frequency, Super High Frequency en Extremely High Frequency.

˜ 6YgW\]_VUUf\Y]X jUb gW\UUfgY a]XXY`Yb ncU`g gUhY``]YhWUdUW]hY]h/

˜ JYfW]^ZYfYbjUbjYfV]bX]b[Yb"

Binnen het NAVO-verdragsgebied bestaan er standaard (maritieme) verbindingsplannen,114 onderverdeeld naar regio’s. Het doel van de

onderverdeling is het voorkomen van interferentie met de radiospectra van de lidstaten en het tegelijkertijd vergroten van de interoperabiliteit.

Nederland en België hebben ook nationale verbindingsplannen,115 welke passen binnen die van de NAVO. Voor overig (expeditionair) maritiem optreden vindt een maritiem

verbindingsplan zijn basis in de verbindingsbijlagen van een OPLAN.

Een taakgroepcommandant (OTC, CTF of CTG) vaardigt zijn orders en instructies op het gebied van verbindingen uit door middel van het OPTASK COMMS bericht.

Optische verbindingen Optische verbindingen maken gebruik van licht en zichtbare symbolen (zoals vlaggen).

114 Voor de NAVO-verbindingsplannen zie het NATO-supplement van ACP-176 Allied Naval and Maritime Air Communication Instructions (gerubriceerd).

115 Zie hiervoor ACZSK DOPS 123.1 IV-diensten ABNL (gerubriceerd).

berichtenverkeer (telex) en spraak worden satellietverbindingen vooral gebruikt voor netwerkverbindingen, waardoor ook overdracht van andere vormen van informatie mogelijk is (zoals foto’s, video’s, databases en dergelijke). De bandbreedte van satellietverbindingen vormt echter een beperkende factor: zij ligt (veel) lager dan die van een (glasvezel)kabel aan land.

Zeestrijdkrachten maken bij hun optreden doorgaans gebruik van een veelheid aan verschillende radioverbindingen, waarvan de meeste ook nog eens

tegelijkertijd. Zo heeft binnen de warfare-organisatie van een maritieme taak-groep iedere warfare zijn eigen radionet en zijn er daarnaast nog comman-donetten, netwerkverbindingen, datalinks en radiotelegrafieverbindingen actief. De meeste grotere marineschepen zijn daarom uitgerust met een grote hoeveelheid radioapparatuur. Een gemiddeld fregat bezit al snel tien sets voor UHF, zes tot tien sets voor HF, drie sets voor maritieme VHF en twee sets voor UHF/SHF SATCOM, eventueel nog aangevuld met sets voor militaire VHF. Om binnen een maritieme taakgroep een juist en ongestoord gebruik van al deze (radio)verbindingen te garanderen, is een solide verbindingsplan (communica-tion plan, COMPLAN) noodzakelijk. Een verbindingsplan bevat onder andere regelingen voor de volgende onderwerpen en situaties:

˜ Jccf_caYbjUb]bhYfZYfYbh]Y b]YhU``YYbaYhUbXYfYaUf]h]YaYcZa]`]hU]fY

gebruikers, maar ook met civiele verbindingen;

˜ HcYk]^nYbjUbfYgYfjYZfYeiYbh]Ygjccf\Yh[YjU`jUb]bhYfZYfYbh]YcZ

opzettelijke verstoring;

˜ GUaYb\Ub[aYhXYd`UbbYbYbaUUhfY[Y`Ybcd\Yh[YV]YXjUbVYdYf_]b[

van (radio)uitzendingen (het Emission Control Plan of EMCON-plan);113

113 Zie Hoofdstuk 7 paragraaf 7.8.3.2 (Operations Security (OPSEC)).

Seinen met de 10” dagseinlamp

Long Range Acoustic Device (LRAD)

Zij worden gebruikt indien men informatie wil overdragen, maar er (nog) geen andere manieren voor communicatie beschikbaar zijn.118 Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een onbekende onderzeeboot wordt gedetecteerd (en er is behoefte om elkaars identiteit en intenties vast te stellen) of wanneer een onderzeeboot in nood verkeert. Tot slot wordt bij duikwerkzaamheden gebruik gemaakt van diver recall signals. Hierbij vindt communicatie aan duikers plaats door middel van onderwatertelefoon of met knalsignalen onder water.

118 Het gebruik van (E)SUS en de betekenis van de codes en reeksen staan beschreven in ATP-28 Allied Antisubmarine Warfare Manual (gerubriceerd).

Hoewel radioverbindingen het meest gebruikt worden, blijven ook optische verbindingen van belang voor zeestrijdkrachten, voornamelijk in situaties van radiostilte. Optische verbindingsmiddelen hebben een beperkt bereik en een lage overdrachtssnelheid. Zij zijn dus alleen geschikt voor het doen van korte tactische mededelingen en orders.116 Kenmerkende optische verbindingsmiddelen voor zeestrijdkrachten zijn de seinlamp (lichtmorse) en de seinvlaggen.

Geluidsverbindingen

Ook geluid kan fungeren als drager van informatie. Dit kan zowel in de lucht als onder water. In de lucht gaat het om het gebruik van de (versterkte)

menselijk stem. Dit kan een megafoon zijn, maar ook de vorm hebben van een gerichte en extra versterkte geluidsbundel, zoals de LRAD (Long Range Acoustic Device) die voortbrengt. Met de LRAD kunnen spraakboodschappen tot een paar kilometer afstand overgebracht worden.117 Onder water communiceren met geluid kan op drie verschillende wijzen gebeuren. De eerste vorm is de onderwatertelefoon, waarbij spraak gemoduleerd wordt op een sonarsignaal.

Hiermee kunnen schepen en onderzeeboten onderling communiceren, zij het dat het bereik doorgaans zeer beperkt is en de overdrachtssnelheid laag is.

Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van speciale boeien die

geluidssignalen voortbrengen, de zogenaamde Electronic Signal Underwater Sound (ESUS) of door het werpen van reeksen handgranaten. Bij beide laatste manieren vind communicatie slechts eenzijdig plaats (alleen zenden).

116 Binnen NAVO worden hiervoor de maritime tactical signals gebruikt, zoals vermeld in ATP-1 Volume II Allied Tactical Signal and Maneuvring Book.

117 Het gebruik van de LRAD staat beschreven in ACZSK DOPS 130/ ACOT-GID-DOCSOP-NOXQ-200 Long Range Acoustic Device LRAD.

risico’s onderkend en ondervangen kunnen worden. Tijdige, relevante en juiste informatie over doelen of doelgroepen verhoogt de trefzekerheid en vermindert de kans op nevenschade. Dit bevordert de legitimiteit van het optreden en maakt verdere concentratie van kracht mogelijk. Het delen van het omgevingsbeeld met zoveel mogelijk betrokkenen levert voorts een belangrijke bijdrage aan het economisch gebruik van vaak schaarse middelen.

Situational awareness bestrijkt drie gebieden:

˜ ]bZcfaUh]YcjYfXYY][YbYYb\YXYb/

˜ ]bZcfaUh]YcjYfXYbUhiif`]^_Yca[Yj]b[ÃkYYfYbhYffY]bÄYb

˜ ]bZcfaUh]YcjYfUbXYfYUWhcfYb.hY[YbghUbXYfg aYXYghUbXYfgYbUbXYfY

aanwezigen of betrokkenen.

De militaire functie ‘Inlichtingen’ voorziet in een zo volledig en actueel mogelijk beeld van de natuurlijke omgeving en de actoren in die omgeving.

Het beeld over de omgeving en de actoren daarin komt tot stand door het

Het beeld over de omgeving en de actoren daarin komt tot stand door het

In document Nederlandse maritiem-militaire doctrine (pagina 125-133)