• No results found

Afspraken voor gebruik van de zee bij machtsuitoefening en oorlogvoering

2. DE MENS EN HET MARITIEME DOMEIN

2.7 Afspraken voor gebruik van de zee bij machtsuitoefening en oorlogvoering

Tot nu toe zijn in dit hoofdstuk alleen afspraken aan de orde gekomen die te maken hebben met het vreedzame gebruik van de zee en met het tegengaan van gedragingen op zee die als ongewenst worden beschouwd. De mens gebruikt het maritieme domein echter ook om macht uit te oefenen en oorlog te voeren. Ook voor deze vormen van gebruik bestaan afspraken. In geval van een internationaal gewapend conflict tussen staten geldt in het maritieme domein het maritieme gedeelte van het humanitair oorlogsrecht28: het Zeeoorlogsrecht. In onderstaande paragrafen wordt eerst nader ingegaan op dit Zeeoorlogsrecht, daarna wordt behandeld welke internationale afspraken en beperkingen er gelden voor militair optreden buiten tijden van gewapend conflict.

2.7.1 Afspraken voor maritiem optreden in het gewapend conflict: het Zeeoorlogsrecht Het Zeeoorlogsrecht29 is onderdeel van het humanitair oorlogsrecht. Alle beginselen van het humanitair oorlogsrecht, zoals proportionaliteit en het onderscheid tussen combattanten en non-combattanten, zijn onverkort van toepassing op een gewapend conflict op zee. Het humanitair oorlogsrecht, dus ook het Zeeoorlogsrecht, geldt voor alle conflictsituaties waarbij geweld wordt gebruikt; het is niet nodig dat er een ‘formele’ oorlog is of dat de situatie als oorlog wordt aangeduid.

28 Alle van toepassing zijnde verdragen e.d. betreffende het Humanitair Oorlogsrecht zijn te vinden in MP 11-20.

29 Het Zeeoorlogsrecht bestaat uit (gedeelten van) verschillende verdragen. Als referentie voor het Zeeooorlogsrecht wordt doorgaans de San Remo Manual on International Law Applicable to Armed Conflicts at Sea gebruikt. Deze San Remo Manual is in 1994 tot stand gekomen en wordt internationaal als het meest gezaghebbende en complete overzicht beschouwd van het internationale recht dat van toepassing is op gewapende conflicten ter zee. Nadere uitleg over het Zeeoorlogsrecht en de implicaties daarvan voor militair optreden zijn te vinden in het Juridisch Handboek Commandant.

2.7.1.2 Beperkingen van de vrijheid van navigatie: maritieme zones en blokkades Het recht van vrije navigatie en vrije overvlucht is een belangrijk beginsel dat ook blijft bestaan indien strijdende partijen een maritiem conflict uitvechten op zee. Zowel de strijdende partijen als neutrale staten mogen dus vrij gebruik blijven maken van de volle zee en de EEZ’s. Het Zeeoorlogsrecht staat echter toe dat strijdende partijen (tijdelijk) beperkingen opleggen aan de scheep- en luchtvaart, bijvoorbeeld om ruimte te creëren tussen de strijdende partijen en neutrale schepen en vliegtuigen. Deze beperkingen hebben de vorm van maritieme gebieden (zones), zoals Warning Zones (waarschuwing dat gevechtshandelingen plaatsvinden) of Total Exclusion Zones (totale ontzegging voor alle scheepvaart). Er gelden specifieke regels waar een strijdende partij aan moet voldoen voordat hij een dergelijke zone kan instellen. Zo moet een zone bijvoorbeeld formeel door een verklaring worden afgekondigd en aan alle strijdende en neutrale staten worden bekendgemaakt; in deze verklaring moet de aanvang, plaats, duur en omvang van de zone en de opgelegde maatregelen zijn aangegeven. Als uitgangspunt geldt dat strijdende partijen bij het instellen van een zone of operatiegebied niet worden ontheven van de plichten onder het internationaal (humanitair) recht.

Een blokkade is een methode van oorlogvoering, waarbij een strijdende partij een bepaalde haven of kuststrook afgrendelt voor alle scheepvaart.

Voor een blokkade gelden specifieke eisen, bijvoorbeeld dat een blokkade daadwerkelijk effectief moet worden afgedwongen en dat een blokkade zonder onderscheid van toepassing moet zijn op alle scheepvaart van alle staten. Een strijdende partij die op redelijke gronden meent dat civiele schepen een blokkade breken, mag deze buitmaken. Hij mag schepen aanvallen die, na een voorafgaande waarschuwing, zich hiertegen duidelijk blijven verzetten.

Ook in internationale zeestraten die overlappen met de territoriale zee van neutrale staten zijn vijandelijke acties verboden. Oorlogsschepen en militaire vliegtuigen van de strijdende partijen behouden wel het recht van doortocht door deze neutrale internationale zeestraten.

Het aanvallen of buitmaken van vijandelijke schepen en vliegtuigen Volgens het Zeeoorlogsrecht mogen alleen militaire doelwitten worden aangevallen. Een militair doelwit is daarbij gedefinieerd als een object dat door aard, positie, bedoeling of gebruik een effectieve bijdrage levert aan het militair optreden. Tevens moet de gehele of gedeeltelijke vernietiging, inbeslagname of buiten gevecht stelling van dit object onder de heersende omstandigheden een duidelijk militair voordeel opleveren.

Vijandelijke civiele schepen en vliegtuigen zijn daarmee niet automatisch een militair doelwit dat aangevallen mag worden. Wel mogen vijandelijke schepen en vliegtuigen opgebracht en in beslag genomen worden: dit wordt buitmaken genoemd. Het Zeeoorlogsrecht specificeert de typen schepen en vliegtuigen die onder voorwaarden gevrijwaard zijn van aanval en buitmaken.

Beperkingen voor militaire middelen

Het Zeeoorlogsrecht stelt voorwaarden aan het gebruik van bepaalde wapens, zoals langeafstandsraketten, zeemijnen en torpedo’s. Het gebruik van

zeemijnen is toegestaan, zij het onder beperkende voorwaarden. Zo mogen geen zeemijnen worden gelegd in neutrale wateren.

2.7.1.3 Het onderzoeken en in beslag nemen van neutrale schepen en vliegtuigen Een schip dat onder neutrale vlag vaart dient in principe door de strijdende partijen met rust gelaten te worden. In sommige gevallen echter kent het Zeeoorlogsrecht aan de strijdende partijen het recht van onderzoek toe. Zij mogen buiten de neutrale wateren een boarding uitvoeren op een neutraal schip indien een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat het neutrale schip:

˜ WcbhfUVUbXYjYfjcYfhn]Y_UXYf/

˜ cdYb][Yf`Y]k]^nYX]fYWhjccfXYj]^UbXcdYfYYfh/

˜ ]ffY[i`]YfYcZjYfjU`ghYXcWiaYbhYbhccbh b]Yh]b\YhVYn]h]gjUbXY

vereiste documenten of documenten vernietigt, verbergt of bewerkt;

˜ XYXccfYYbghf]^XYbXYdUfh]^]bYYbaUf]h]YacdYfUh]Y[YV]YX]b[YghY`XY

regels schendt;

˜ YYbV`c__UXYVfYY_hcZdfcVYYfhhYVfY_Yb"

De strijdende partijen hebben een vergelijkbaar recht van onderzoek ook voor neutrale civiele vliegtuigen. Zij hebben het recht om vliegtuigen te laten uitwijken naar een eigen vliegveld voor inspectie op contrabande en dergelijke.

Het Zeeoorlogsrecht specificeert overigens ook bepaalde voorwaarden waaronder neutrale schepen en civiele vliegtuigen gevrijwaard zijn van het recht van onderzoek en inbeslagname.

Contrabande en het prijs maken van goederen en schepen

Het Zeeoorlogsrecht verstaat onder contrabande: goederen die (uiteindelijk) bestemd zijn voor het grondgebied dat onder controle van de vijand staat en die kunnen worden gebruikt voor zijn strijd. Om het recht van inbeslagname te mogen uitoefenen, moet een strijdende partij een lijst met contrabande bekendmaken. Goederen die niet op de contrabandelijst staan vermeld, zijn vrije goederen. Hiertoe behoren in ieder geval:

˜FY`][]YinY[cYXYfYb/

˜;cYXYfYbX]Yi]hg`i]hYbXVYXcY`Xn]^bjccfXYVY\UbXY`]b[jUbn]Y_YbYb

gewonden en voor preventie van ziektes;

˜;cYXYfYbVYghYaXjccfXYVif[YfVYjc`_]b[ ncU`g_`YX]b[YbjcYXgY`/

˜;cYXYfYbVYghYaXjccf_f]^[g[YjUb[YbYb"

Als door middel van een boarding of op andere wijze is gebleken dat een neutraal schip contrabande vervoert, mogen deze goederen in beslag worden genomen. Deze inbeslagname wordt ‘prijs maken’ genoemd. Het prijs maken van een neutraal schip en/of goederen is niet hetzelfde als het buitmaken van vijandelijke eenheden. Het prijs maken wordt voltooid door de goederen als prijs te berechten. Dit gebeurt door een rechtbank, een zogenoemd

prijsgerecht of prijzenhof, dat wordt ingesteld door de partij die de inbeslagname heeft verricht. Dit prijsgerecht bepaalt wie de nieuwe rechtmatige eigenaren worden van de in beslag genomen goederen.

(zoals het Zeerechtverdrag) en, buiten gevallen van nationale zelfverdediging, het gebruik van geweld kan toestaan. Resoluties van de VN Veiligheidsraad zijn daarom te beschouwen als de (tijdelijke) internationale afspraken in tijden van crisis en conflict. Het Zeeoorlogsrecht is ook in deze situaties vaak van toepassing.

Indien het conflict (mede) op zee wordt uitgevochten, kunnen

zeestrijdkrachten worden ingezet om de strijdende partijen te scheiden en om scheepvaart te beveiligen tegen de strijdende partijen. Daarnaast kunnen zeestrijdkrachten worden ingezet om op en vanuit zee te helpen het conflict op land te beteugelen. In de eerste plaats kunnen zeestrijdkrachten dan ingezet worden om op zee een door de VN Veiligheidsraad afgekondigd embargo af te dwingen. Een embargo is een feite hetzelfde als de blokkade uit het Zeeoorlogsrecht, met dien verstande dat bij een embargo de sancties en de soort contrabande worden bepaald door de VN Veiligheidsraad. In de tweede plaats kunnen zeestrijdkrachten de operaties die op land plaatsvinden vanuit zee ondersteunen. Dit kan door bijvoorbeeld logistieke steun te

verlenen, (delen van) de commandovoering uit te voeren of te voorzien in middelen voor verdediging en escalatie dominantie (bijvoorbeeld vuursteun).

2.8 Samenvatting

In dit hoofdstuk is beschreven op welke verschillende manieren de mens gebruik maakt van het maritieme domein en welke internationale afspraken er bestaan voor die vormen van gebruik. Het merendeel van die afspraken heeft tot doel om te komen tot een vreedzaam en veilig gebruik van de zee.

Deze afspraken gelden voor iedereen die de zee op gaat: de zeiler, de visser, de koopvaarder en de militair.

2.7.2 Afspraken voor maritiem optreden buiten tijden van oorlog

Indien er geen sprake is van een gewapend conflict tussen twee of meer staten, gelden er in principe geen bijzondere afspraken voor maritiem optreden. In het maritieme domein gelden dan de afspraken van het

Zeerechtverdrag en andere verdragen zoals besproken in dit hoofdstuk. Toch kan ook dan de inzet van zeestrijdkrachten en (het dreigen met) het gebruik van geweld noodzakelijk zijn om meningsverschillen te beslechten en crises te beteugelen.

Meningsverschillen tussen staten of groepen mensen kunnen om een veelheid van redenen ontstaan. Deze redenen kunnen in het maritieme domein zelf liggen, zoals onenigheid over visserijrechten of over territoriale aanspraken.

Ook als de redenen voor een crisis of conflict op land liggen, kan maritiem optreden nodig of wenselijk zijn. In deze situaties vindt inzet plaats binnen (de eigen interpretatie van) de grenzen van het internationaal recht. Door de vrijheid van navigatie en overvlucht kunnen zeestrijdkrachten met hun aanwezigheid zorgen voor afschrikking of dwang ter ondersteuning van de diplomatie. Zeestrijdkrachten kunnen ook worden ingezet voor het evacueren van eigen of bevriende onderdanen uit een conflictsgebied of voor het

verlenen van hulp aan vluchtelingen.

Een meningsverschil of een crisis kan dusdanig escaleren dat naar de wapens gegrepen wordt. In deze situatie is er sprake van een conflict; hierbij hoeft nog geen sprake te zijn van een daadwerkelijke oorlog. In de regel zal militair optreden, dus ook maritiem optreden, ter beteugeling van een dergelijk conflict alleen geschieden indien de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties hiertoe middels een resolutie heeft opgeroepen. Immers, de Verenigde Naties is de enige instantie die (tijdelijke) afwijkingen van het internationaal recht

In de afspraken over het vreedzame gebruik van de zee staat een aantal taken voor zeestrijdkrachten verwoord. In de eerste plaats gaat het hierbij om dienstverlenende en hulpverlenende taken, zoals hydrografie en SAR.

In de tweede plaats gaat het om rechtshandhavende taken, bijvoorbeeld de bestrijding van piraterij en terrorisme en de onderschepping van de smokkel van drugs, mensen en wapens. Tot slot kunnen zeestrijdkrachten de kustwacht en andere lokale autoriteiten assisteren bij het toezicht op de naleving van diverse afspraken over het gebruik van de zee, zoals de verkeersregels, de milieuafspraken en de visserijrechten.

Voor de inzet van zeestrijdkrachten in tijden van conflict en oorlog gelden, naast de afspraken voor vreedzaam gebruik van de zee, de regels van het Zeeoorlogsrecht, al dan niet aangevuld met maatregelen en regels die als resolutie zijn uitgevaardigd door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

Zeestrijdkrachten zijn een gebruiker van de zee. Hoewel marineschepen vaak immuniteit genieten of zijn vrijgesteld van bepaalde regelingen, worden zij geacht zich zo veel mogelijk aan de regels en afspraken te houden.

Zeestrijdkrachten hebben ook een rol te spelen bij de hulpverlening en bij het bewaken, handhaven en desnoods afdwingen van afspraken over het vreedzame gebruik van de zee. Kennis van de afspraken voor het gebruik van het maritieme domein is daarom van essentieel belang voor maritieme operaties. Samen met de kennis van de in Hoofdstuk 1 besproken fysische eigenschappen van de zee betekent dit dat marinemensen in de eerste plaats zeelieden behoren te zijn, die daarnaast weten hoe ze op en vanuit zee moeten vechten.

Het internationale recht van de zee beschouwt het maritieme domein voor het grootste deel als openbare ruimte. De vrijheid van navigatie en overvlucht in deze ruimte maakt dat zeestrijdkrachten wereldwijde mobiliteit bezitten: zij hebben toegang tot de meeste gebieden en de bewegingsvrijheid om daar te komen en te blijven.

Deze mobiliteit geldt echter ook voor de andere gebruikers van het maritieme domein: koopvaarders, vissers, pleziervaartuigen, burgerluchtvaart maar ook marineschepen en militaire vliegtuigen uit andere staten. Dit kan beperkingen opleveren voor maritiem optreden en maakt in veel gevallen samenwerking en overleg met deze andere gebruikers noodzakelijk. Aan de andere kant maakt de bewegingsvrijheid op zee het eenvoudig om gezamenlijk (multinationaal, combined) op te treden met zeestrijdkrachten uit andere staten.

van het domein en de soorten operaties. Het hoofdstuk sluit af met een samenvatting van het militair gebruik van het maritieme domein.