• No results found

Creativiteit in je projectteam

In document Projectmatig werken: de basis (pagina 163-166)

Om creativiteit te stimuleren bij studenten had een universiteit een cursus ontwikkeld die ‘Mislukking 101’ heette. Studenten kregen de opdracht het hoogst mogelijke gebouw te maken van ijsblokjes en vervolgens te zoeken naar ‘het inzicht in elke mislukking’. Degenen die de hoogste gebouwen wisten te realiseren, hadden ook de meeste mislukkingen achter de rug.

Degenen die vanaf het begin een vastomlijnd idee volgden, zouden nooit als eerste eindigen.

Wat we hieruit kunnen afleiden, is dat wanneer de oplossing onbe-kend is – er is geen recept – creativiteit vóór het hebben van een vastomlijnd plan gaat. Maar hoe stimuleer je creativiteit in je team?

Aan de ene kant kun je dat doen door zelf vragen te stellen als: kan het ook nog anders? Of je bedenkt vijf manieren om… en komt zelf met out of the box ideeën. Aan de andere kant kun je ook gebruikma-ken van verschillende gestructureerde manieren om de creativiteit in je team te stimuleren. Een aantal voorbeelden:

• De denkhoeden van De Bono.

• Brainstorming en Brainwriting.

• De nominale groepstechniek.

• Delphimethode.

Elk van deze methoden zullen we hieronder kort bespreken.

DENKHOEDEN VAN DE BONO

De methode van de zes denkhoeden is een techniek om vanuit verschillende perspectieven samen te komen tot een besluit. Deze techniek is ontwikkeld door Edward de Bono. Uitgangspunt van deze techniek is dat mensen vaak geneigd zijn problemen steeds

op eenzelfde manier te benaderen. De techniek laat mensen vanuit zes verschillende perspectieven kijken naar een vraagstelling of probleem. Dit dwingt ze om het probleem ook eens van een andere kant te bekijken. De methode maakt gebruik van fictieve gekleurde hoeden die zes denkrichtingen weergeven:

• De witte hoed inventariseert de benodigde en beschikbare infor-matie.

• De rode hoed staat voor het mogen uiten van intuïtie en gevoelens.

• De zwarte hoed staat voor risico’s en problemen.

• De gele hoed symboliseert voordelen en waarde.

• De groene hoed richt zich op alternatieven.

• De blauwe hoed is gericht op het managen van het denkproces:

de ‘voorzittershoed’.

Door het toepassen van de zes denkhoeden:

• zijn overlegsituaties constructief, creatief en beter gestructu-reerd;

• krijg je gedragen en innovatieve oplossingen in plaats van zwart-witconclusies;

• worden verschillen in cultuur en hiërarchie overbrugd;

• worden onderwerpen grondiger verkend;

• worden veranderingen beter hanteerbaar.

Deze methode is wat minder gestructureerd dan de volgende methoden, maar brengt veel levendigheid.

BRAINSTORMING EN BRAINWRITING

Het nut van brainstormen zit vooral in het bereiken van een hoge participatiegraad en het grotere aantal alternatieven dat bedacht wordt.

Bij een brainstormsessie komt een kleine groep mensen bijeen om ideeën te spuien en elkaar te stimuleren om creatievere ideeën te bedenken. De regels zijn als volgt.

• Iedereen wordt gedurende een afgebakende tijdsspanne uitge-nodigd om ideeën te lanceren voor oplossing van een probleem, een aanpak, een productontwerp…

163

• Dit lanceren gebeurt door om de beurt een idee te noemen dat wordt opgeschreven op een flip-over of doordat eenieder indivi-dueel ideeën op geeltjes schrijft en op een flip-over plakt (brain-writing). Het voordeel van deze laatste manier is dat er absoluut niet over een idee gediscussieerd wordt en iedereen nadrukkelijk de tijd krijgt om zijn eigen ideeën te formuleren.

• Er mag geen kritiek op de ideeën worden geleverd.

• Vervolgens wordt iedereen aangemoedigd door te denken over elkaars ideeën om te komen tot nog betere (combi)ideeën.

Inmiddels is ook het elektronisch brainstormen ingeburgerd aan het raken, waardoor brainstormen zonder face-to-face bijeenkom-sten mogelijk is en brainwriting direct geïmplementeerd wordt.

Wanneer je besluit om niet face-to-face bijeen te komen, realiseer je dan wel dat het enthousiasme en plezier die zo’n sessie kan opwek-ken worden gemist. Juist het los zijn van de eigen werkplek in een sociale teamcontext maakt dat de participatiegraad wordt vergroot.

NOMINALE GROEPSTECHNIEK

Het nut van de nominale groepstechniek is vooral dat er meer-dere ideeën worden gegenereerd, de deelname evenwichtig is en de deelnemers er een gevoel van rechtvaardige besluitvorming aan overhouden.

De eerste fase van de nominale groepstechniek lijkt veel op brain-writing. Ook hier komen de deelnemers bijeen en schrijft ieder voor zich ideeën over een probleem op. Vervolgens presenteert ieder om beurten één idee aan de groep zonder dat er verder op wordt inge-gaan. De ideeën worden samengevat en opgeschreven op een flip-over, zodat iedereen ze kan lezen. Daarna loopt het proces als volgt.

• Over de opgeschreven ideeën vindt een groepsdiscussie plaats om de ideeën te verhelderen en eventueel te combineren.

• Vervolgens kent ieder voor zich een rangorde toe aan de ideeën.

• Om een groepsbesluit te nemen worden de classificaties bij elkaar opgeteld en de hoogste classificatie wordt gekozen.

Dit proces kost wat meer tijd, maar leidt uiteindelijk wel tot een door

de groep gedragen besluit. In situaties waarin dat juist van belang is, heeft deze methode de voorkeur boven alleen een proces als brain-storming, dat vooral ideeën voor oplossingsrichtingen aanreikt.

DE DELPHIMETHODE

Het nut van de Delphimethode is dat de deelnemers niet bij elkaar hoeven te komen. Dit kan in sommige gevallen een voordeel zijn en in andere een nadeel. Er worden veel ideeën, standpunten en onafhankelijke feedback vergaard. Het proces kost echter wel meer tijd dan de andere besproken methoden.

Bij de Delphimethode reageren de deelnemers aan de hand van een serie schriftelijke oordelen en suggesties rondom een vraagstuk op elkaar. In meerdere rondes reageren ze op een probleem/vraag-stuk; de reacties krijgen ze teruggekoppeld, waarna ze weer kunnen reageren met ideeën en commentaar. Ten slotte volgt er een stem-mingsfase om de oplossing die prioriteit krijgt te kiezen.

Welke methode om creativiteit in je team te stimuleren je wilt vol-gen, hangt af van het vraagstuk en de situatie. We hebben daarom bij elk van de technieken een aantal voor- en nadelen aangegeven.

Vraag je bij je keuze af: is snelheid geboden, zitten mensen dicht bij elkaar, is men een bepaalde techniek gewend, hoe is de betrok-kenheid van ieder bij de besluitvorming? Bepaal dan welke techniek het best past.

In document Projectmatig werken: de basis (pagina 163-166)