• No results found

In de voorgaande delen is het algemeen kader van het VRPH zowel inhoudelijk als bevoegdheidsrechtelijk uiteengezet. In dit zesde deel wordt de situatie in Vlaanderen besproken. Het vraagstuk van de conformiteit van het Vlaamse beleid met het Verdrag is essentieel voor zowel administratie, overheid, academici en juristen. Alsook voor personen met een handicap zelf die vaak onvoldoende geïnformeerd zijn over hun rechten. Het beleid moet inclusief van aard zijn, dit is een beleid dat bij het ontwerpen en verstrekken van normaal gangbare wetten, richtlijnen, voorzieningen en producten rekening houdt met haar verschillende doelgroepen van burgers zodat iedereen, zo niet zoveel mogelijk personen er gebruik van kunnen maken.753

De concrete Vlaamse beleidsmaatregelen moeten steeds worden afgetoetst aan het hogere referentiekader, zijnde het VN-Verdrag. In de eerste vier hoofdstukken van dit deel wordt kort stilgestaan bij een aantal algemene rechten die voortvloeien uit het Verdrag, waaronder het recht op toegankelijkheid en het recht op gelijkheid en non-discriminatie. Daarna volgt een diepgaande analyse van het recht op onderwijs, het recht op arbeid en het recht op zorg. In deze analyse worden recente decretale initiatieven van de Vlaamse overheid gedetailleerd besproken en getoetst aan het Verdrag.

       

753 V. SORÉE, “Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap

 

1. GELIJKHEID EN NON-DISCRIMINATIE

1.1. OPMERKINGEN VAN HET VN-COMITÉ VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

Het VN-Comité neemt kennis van de bestaande anti-discriminatiewetgeving die het concept van de ‘redelijke aanpassingen’ wettelijk heeft verankerd. Deze verankering is eveneens terug te vinden in de gemeenschapsdecreten.754

Het VN-Comité blijft wel bezorgd over de situatie van vreemdelingen met een handicap die in België verblijven en hun woonplaats hebben. Hierover zijn recent een aantal uitspraken geweest in verband met het recht op tegemoetkomingen aan vreemdelingen met een handicap. Krachtens artikel 4, § 1 van de Wet Tegemoetkoming Gehandicapten kan een tegemoetkoming aan een persoon met een handicap “(…) enkel worden toegekend aan een persoon die zijn werkelijke verblijfplaats in België heeft en die Belg is of behoort tot de in 2° tot 6° bepaalde categorieën van vreemdelingen.” Deze tegemoetkomingen kunnen eveneens worden toegekend aan personen met een handicap die zijn ingeschreven als vreemdeling in het bevolkingsregister.755 De vraag werd gesteld of er geen sprake is van discriminatie aangezien er een onderscheid in behandeling bestaat tussen        

754 Decr.Vl. 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid, BS 23 september 2008; Decr.Vl. 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt, BS 26 juli 2002; Decr.Vl. 20 maart 2009 inzake de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor assistentiehonden, gewijzigd door het decreet van 28 juni 2013 houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 20 maart 2009 betreffende de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor personen met een assisententiehond;

Decr.Fr. 12 december 2008 betreffende de bestrijding van sommige vormen van discriminatie;

Decr.D. 19 maart 2012 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; Decr. W.

6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie zoals gewijzigd door decreet van 19 maart 2009; Decr.W. 23 november 2006 inzake de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor assisentiehonden; Ord.Br. 4 september 2008 ter bevordering van diversiteit en ter bestrijding van discriminatie in het Brussels gewestelijk openbaar ambt; Ord.Br. 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van tewerkstelling; Ord.Br. 18 december 2008 inzake de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor assisentiehonden; Ord.Br. 19 maart 2009 tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse huisvestingscode.

755 Art. 1, eerste lid 3° KB 17 juli 2006 tot uitvoering van artikel 4, § 2 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

enerzijds personen die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister en anderzijds personen die zijn ingeschreven in het vreemdelingenregister. Het Grondwettelijk Hof heeft in verschillende arresten geoordeeld dat er geen sprake is van discriminatie in die zin dat vreemdelingen die in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven weliswaar een band aantonen met België, maar deze band als minder sterk te beschouwen is dan de band die een vreemdeling heeft met de Belgische staat wanneer deze in het bevolkingsregister is ingeschreven.756

Het Comité beveelt daarnaast aan om de beroepsprocedure onder de anti-discriminatiewetgeving in die zin aan te passen dat de klagers in staat zijn om een wettelijk bevel te krijgen dat ze kunnen gebruiken. Alsook om te voorzien in het verkrijgen van een schadevergoeding indien hun discriminatieklacht gegrond is bevonden door een wettelijke instantie.

Tot slot dringt het VN-Comité er bij de wetgever op aan om de bescherming tegen discriminatie te verbeteren onder andere via positieve discriminatie en door middel van opleiding en training van medewerkers op alle niveaus.757

1.2. REDELIJKE AANPASSINGEN DOOR NIET-WERKGEVER IN ARBEIDSCONTEXT

De redelijke aanpassingen zijn niet beperkt tot de loutere arbeidscontext. De rechtbank van eerste aanleg te Brussel758 oordeelde dat in een arbeidscontext niet enkel de werkgever wettelijk verplicht is tot het treffen van redelijke aanpassingen, maar dat deze plicht ook geldt ten aanzien van een niet-werkgever.759 Het betrof in casu een zelfstandige journalist die wegens een aangeboren hersenverlamming en motorische problemen in armen en benen zich verplaatst in een rolstoel. In zijn interviewaanvraag vraagt de journalist om bij de keuze van de locatie van het interview rekening te houden met zijn beperking. De persattaché weigerde na te gaan of de locatie van het interview toegankelijk was en beschouwde het als een louter persoonlijk probleem van de journalist. Het is volgens hem niet zijn taak

       

756 GwH 11 januari 2012, nr. 3/2012; GwH 9 augustus 2012, nr. 108/2012 en GwH 4 oktober 2012, nr.

114/2012.

757 CONVENTION RELATIVE AUX DROITS DES PERSONNES HANDICAPÉES COMITÉ DES DROITS DES PERSONNES HANDICAPÉES, Observations finales concernant le rapport initial de la Belgique, 3 oktober 2014, 2; http://socialsecurity.fgov.be/docs/fr/publicaties/uncrpd/uncrpd-aanbeveling-180914-fr.pdf.

758 Rb. Brussel 16 juli 2014, AR 13/13580/A.

759 Zie in die zin ook Gent (1e k.) 20 januari 2011, RW 2011-12, 874; A.D’ESPALLIER, “Non-discriminatie ten aanzien van personen met een functiebeperking: redelijke aanpassingen en het