• No results found

MET EEN HANDICAP

6. DOEL VAN DE CONVENTIE

Van belang is het feit dat het VRPH wereldwijd perspectieven biedt aan personen met een handicap.88 Deze maken ongeveer 15% – meer dan één miljard mensen – van de wereldbevolking uit, waardoor ze de grootste minderheid vormen.89

Zowel rechten die traditioneel als politieke en burgerlijke rechten worden bestempeld als economische, sociale en culturele rechten zijn in het VRPH terug te vinden. Precies de aanwezigheid van deze beide soorten rechten doet vragen reizen over de gevolgen van de inwerkingtreding van het Verdrag. De realisatie van economische, sociale en culturele rechten wordt immers vaak geacht andere inspanningen te vereisen van de individuele staten. De bespreking van de individuele artikelen vindt verderop in dit boek plaats (infra deel III).

Het doel van het Verdrag is niet een reeks nieuwe rechten uit te werken, maar wel het in overeenstemming brengen van de mensenrechten van personen met een handicap met de reeds bestaande mensenrechten.90 De nieuwe VN-Conventie moet de personen met een handicap zichtbaar maken.91 Deze Conventie moet niet enkel de tekortkomingen bestrijden (slechte regelgeving, onaangepaste voorzieningen, onvoldoende financiering enz.)92, maar eveneens een nieuwe dynamiek creëren die de beperkingen van personen met een handicap plaatst in het mensenrechtenperspectief.

       

88J.VAN REMOORTEL,“De Conventie van de Verenigde Naties over de Rechten van Personen met een Handicap”, Panopticon2009, afl. 4, 66.

89WORLD HEALTH ORGANIZATION,“Disability and Health. Fact sheet nr. 352, December 2014”, www.who.int/mediacentre/factsheets/fs352/en/ (laatst geconsulteerd 12 mei 2015); O. M.

ARNARDÓTTIR,“The Rights of persons with Disabilities in the Context of Healthcare” in B.

TOEBES,M.HARTLEV,A.HENDRIKS enJ.R.HERRMANN (eds.), Health and Human Rights in Europe, Cambridge, Intersentia, 2012, 252; G.QUINN,“A short guide to the United Nations Convention on the Rights of Persons with Disabilities” in G.QUINN en L.WADDINGTON (eds.), European Yearbook of Disability Law, vol. 1, Antwerpen, Intersentia, 2009, 89.

90A.LAWSON,“The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities and European Disability Law: A Catalyst for Cohesion” in O.M.ARNARDÓTTIR enG.QUINN (eds.), The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities. European and Scandinavian Perspectives, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2009, 107; G. DE BECO, “Article 33(2) of the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities: another Role for National Human Rights Institutions”, NQHR 2011, Vol. 29, afl. 1, 87.

91J.VAN REMOORTEL,“De Conventie van de Verenigde Naties over de Rechten van Personen met een Handicap”, Panopticon 2009, afl. 4, 64.

92F.ANG,“En nu actie! Het Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap: uitvoering en toezicht”, TvMR 2010, afl. 3, 11.

De langetermijndoelstelling van het VRPH is het bevorderen van de eerbiediging van de waardigheid van personen met een handicap en het waarborgen van alle mensenrechten en van de fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid door hen volledig en daadwerkelijk te laten participeren in de samenleving.93

Het Verdrag volgt de nieuwe aanpak ten overstaan van personen met een handicap (ingegeven door de zogenaamde ‘shift of paradigm’, zie infra). In die visie erkent men dat het probleem niet zozeer ligt in een medische aandoening, maar wel in het feit dat de samenleving op dit moment blijkbaar niet in staat is om alle specifieke kenmerken van individuen te accommoderen.94 De context van een individu bepaalt met andere woorden of er sprake is van een handicap en hoe ernstig die is. Een beperking vormt een handicap afhankelijk van de aard van de maatschappij en de context waarin ze zich manifesteert.95 Luidens deze nieuwe en modernere zienswijze is het hebben van een handicap geen persoonlijke tragedie, maar een probleem van de samenleving.96 Zo kan een slecht zicht in een maatschappij waar het verkrijgen van een bril niet evident is een handicap uitmaken omdat deelname aan de maatschappij erdoor wordt belemmerd.97

Om deze nieuwe aanpak te realiseren, is er nood aan een beleid dat de inclusie van personen met een handicap in alle beleidsdomeinen integreert. Het is bijgevolg de doelstelling van dit boek om in concreto aan te geven hoe het Vlaamse beleid moet worden aangepast om conform te zijn met het VRPH. Het zijn immers de staten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het VRPH: “the struggle for human rights will be won or lost at the national level”.98 De staten kunnen deze verantwoordelijkheid niet afschuiven op de deelstaten, ook al zijn deze laatste

       

93Art.1VRPH;G.LAUWERS,“Rechten in het onderwijs volgens het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap”, TORB 2013-14, 189.

94A.D’ESPALLIER,“Inclusief onderwijs”, Juristenkrant 2013, afl. 275, 16.

95 STEUNPUNT RECHT EN ONDERWIJS 2009, Advies over de specifieke bepalingen met betrekking tot onderwijs in het VN-Verdrag van 13 december 2006 inzake de Rechten van Personen met een Handicap, www.ond.vlaanderen.be/specifieke-onderwijsbehoeften/leerzorg/VN/VN-verdrag-advies.pdf, 8.

96R.KAYESS enP.FRENCH,“Out of the darkness into light? Introducing the Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, Human Rights Law Review 2008, 5.

97 D.CUYPERS enS. VAN DAMME,“Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap.

Bron van inspiratie voor het Unierecht en het Belgisch sociaal recht”, TSR 2014, afl. 1, 62.

98 J. DONNELLY, “Post-cold War Reflections on the Study of International Human Rights”, Ethics and International Affairs 1994, Vol. 8, nr. 1, 117.

bevoegd voor de inhoudelijke omzetting. De nationale overheid is steeds de eindverantwoordelijke.99

       

99 Art. 27 Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht, 23 mei 1969. In de Belgische wetgeving is evenwel een regresmechanisme opgenomen. Wanneer de Belgische staat wordt veroordeeld ten gevolge van een niet-nakomen van een internationale of supranationale verplichting door een gemeenschap of een gewest, kan zij de kosten verhalen op de betrokken gemeenschap of het

 

DEEL II