• No results found

ARTIKEL 29: PARTICIPATIE IN HET PUBLIEKE EN OPENBARE LEVEN

HET VRPH

2. DE VERSCHILLENDE GROEPEN VAN BEPALINGEN

2.1. INHOUDELIJKE BEPALINGEN

2.1.31. ARTIKEL 29: PARTICIPATIE IN HET PUBLIEKE EN OPENBARE LEVEN

A. Inhoudelijk

In dit artikel worden staten opgeroepen personen met een handicap geheel en daadwerkelijk te laten deelnemen aan het politieke en het openbare leven. Zowel hun actief als passief kiesrecht moet worden gegarandeerd. Opdat personen met een handicap hiervan gebruik zouden kunnen maken, moeten staten voorzien in voldoende ondersteuning en allerhande faciliteiten. Overigens moet deze kwetsbare groep van personen daadwerkelijk en ten volle kunnen functioneren in openbare functies. Deze participatie moet eveneens mogelijk zijn in niet-gouvernementele organisaties en verenigingen.

       

567R.KAYESS enP.FRENCH,“Out of the darkness into light? Introducing the Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, Human Rights Law Review 2008, 30.

568A.D’ESPALLIER,S.SOTTIAUX en J.WOUTERS,De doorwerking van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, Antwerpen, Intersentia, 2014, 91-92.

569 Art. 11 IVESCR, art. 27 Kinderrechtenverdrag en art. 14 Vrouwenverdrag.

G. QUINN onderstreept het belang van dit artikel, gezien personen met een beperking (ondanks hun grote aantal) meestal geen politieke invloed bezitten.570/571 De historische perceptie is immers dat zij niet bekwaam zijn om op een nuttige wijze aan de besluitvorming deel te nemen.572 Niettegenstaande is het van cruciaal belang dat zij worden betrokken bij de totstandkoming van regelgeving die op hen betrekking heeft.573 Zij zijn immers het best op de hoogte van de noodzakelijke veranderingen.

Door de inwerkingtreding van het Verdrag dient het ontnemen van het recht op politieke participatie aan personen met een handicap, wat vóór de inwerkingtreding van het VRPH toelaatbaar werd geacht, door de verdragstaten in het VRPH te worden heroverwogen.574

In België worden bepaalde categorieën van personen uitgesloten van het electorale proces op basis van specifieke wetten.575 In landen zoals Oostenrijk, Finland, Nederland, Spanje en Zweden hebben personen met een (geestelijke) handicap daarentegen een grondwettelijk recht op volledige deelname aan het politieke leven.576

Een onderzoek – uitgevoerd in 2011 in opdracht van Gelijke Kansen Vlaanderen – toonde aan dat in Vlaanderen nauwelijks aandacht wordt besteed aan de beleidsparticipatie van personen met een verstandelijke handicap.577 De

       

570G.QUINN,“A short guide to the United Nations Convention on the Rights of Persons with Disabilities” in G.QUINN en L.WADDINGTON,European Yearbook of Disability Law, Vol. 1, Antwerpen, Intersentia, 2009, 108.

571 Zie voor eenzelfde mening: J.CLIFFORD,“The UN Convention and its Impact on European Equality Law”, The Equal Rights Review 2011, vol. 6, 12.

572J.CLIFFORD,“The UN Convention and its Impact on European Equality Law”, The Equal Rights Review 2011, vol. 6, 13.

573R.KAYESS enP.FRENCH,“Out of the darkness into light? Introducing the Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, Human Rights Law Review 2008, 11.

574BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN,Het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en verstandelijke handicaps, oktober 2010, Wenen, FRA – Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, 2010, 10.

575BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN,Het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en verstandelijke handicaps, oktober 2010, Wenen, FRA – Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, 2010, 10.

576BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN,Het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en verstandelijke handicaps, oktober 2010, Wenen, FRA – Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, 2010, 10.

577T.GOETHALS en G.VAN HOVE,Politieke participatie van personen met een verstandelijke beperking.

Onderzoeksrapport door de Cel Gelijke Kansen, Vlaamse Regering, 2011, www.gelijkekansen.be/Portals/GelijkeKansen/Onderzoek/Eindrapport%20beleidsparticipatie.p df.

onderzoekers vestigden de aandacht op de noodzaak om beleidsorganen voorwaarden op te leggen die moeten garanderen dat ze hun functie als participatiekanaal goed kunnen vervullen. Onder participatie wordt een breed continuüm van betrokkenheid verstaan. Evenredige en evenwaardige participatie is noodzakelijk, waarmee wordt bedoeld dat de deelname aan het beleid van personen met een handicap evenredig aan hun aandeel in de maatschappij.

Ook onderzoekster T. GOETHALS komt in haar doctoraatsonderzoek tot de conclusie dat personen met een (verstandelijke) beperking vaak worden uitgesloten van participatie in advies- en beleidsraden.578 Kandidaten worden systematisch geweigerd of krijgen geen reactie. Hoewel deze personen wel degelijk geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan dergelijke vergaderingen. Zelfs indien ze toegang hebben gekregen tot de beleidsorganen, worden hun tussenkomsten doorgaans niet serieus genomen of worden ze simpelweg genegeerd. Heel vaak verwachten mensen immers niet dat deze personen ook een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Mevrouw Goethals verwijst ter staving van haar verhaal naar het volgende voorbeeld. Een persoon met een verstandelijke beperking stelde zich in zijn/haar gemeente kandidaat om te zetelen in een adviesraad, maar kreeg papieren toegestuurd om een tegemoetkoming aan te vragen. De paradigmawijziging is nog niet overal bekend.

Tot slot is het van belang om voorliggend artikel samen te lezen met artikel 12 VRPH, daar in veel staten het ontnemen van het kiesrecht gekoppeld is aan het verlies van handelingsbekwaamheid. Zo stipuleert artikel 70 van de Hongaarse Grondwet dat enkel personen die volledig handelingsbekwaam zijn het kiesrecht kunnen uitoefenen. Zo kunnen individuen die geheel of gedeeltelijk onder curatele zijn geplaatst, ook al is dit op een heel ander domein, worden uitgesloten van deelname aan de politiek. Dit ondanks het feit dat de lidstaten van de Raad van Europa in 1999 de aanbeveling579 hebben gedaan dat het ontnemen van het kiesrecht niet automatisch gekoppeld zou mogen zijn aan het verlies van de handelingsbekwaamheid of aan enige andere beschermende maatregel (zoals ondercuratelestelling).580

       

578T.GOETHALS,“Personen met een verstandelijke beperking in beleidsorganen. Een langzaam proces met veel drempels”, Interview Terzake februari 2013, www.ont.be/files/Artikel%20Terzake%20Magazine%20beleidsparticipatie.pdf.

579 Aanbeveling R(99)4 van het Comité van ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten inzake de beginselen betreffende de rechtsbescherming van handelingsonbekwame meerderjarigen.

580BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN,Het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en verstandelijke handicaps, Wenen, FRA – Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, 2010, 11.

De koppeling van verlies van rechtsbekwaamheid en het ontnemen van stemrecht deed zich ook voor in de zaak Alajos Kiss.581 De eisende partij was een man die leed aan manische depressiviteit, waardoor hij niet in staat was zijn vermogen goed te beheren en soms agressief uit de hoek kon komen. Omwille van zijn gezondheidstoestand plaatste de overheid hem onder bewind. Het gevolg hiervan was dat zijn stemrecht hem werd ontnomen en dat hij op geen enkele manier meer politiek kon participeren. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vond dit een schending uitmaken van het EVRM. Het Mensenrechtenhof kwam tot deze conclusie door veelvuldig te verwijzen naar het VRPH, onder meer naar de artikelen 12 en 27. Het automatisch, volledig en zonder een regelmatige evaluatie ontnemen van stemrecht kan immers niet door de beugel.

B. Doorwerking

Het recht om deel te nemen aan verkiezingen – zowel actief als passief – wordt gekwalificeerd als grondrecht van de eerste generatie en is volgens de klassieke theorie rechtstreeks uitvoerbaar. De directe werking geldt niet voor het hele artikel, vermits ook grondrechten van de tweede generatie opduiken.

Met betrekking tot dit kiesrecht bevat het artikel een aantal rechten die zo elementair zijn dat ze louter raken aan het beschermen van een basisrecht, bijvoorbeeld het principe van de geheime stemming. Wat betreft het uitoefenen van openbare functies, bevat het verdragsartikel een discriminatieverbod dat directe werking heeft. Deze directe werking geldt niet voor het luik dat handelt over de maatregelen die genomen moeten worden om de uitoefening van openbare functies te bevorderen.582

2.1.32. ARTIKEL 30: DEELNAME AAN HET CULTURELE LEVEN,