• No results found

HET VRPH

2. DE VERSCHILLENDE GROEPEN VAN BEPALINGEN

2.1. INHOUDELIJKE BEPALINGEN

2.1.3. HET BEGRIP ‘HANDICAP’

In de voorbereidingsfase werd stevig gedebatteerd over een definitie van het begrip

‘handicap’.247 Sommige onderhandelaars waren hiertegen gekant, vermits een slechte definitie ertoe leidt dat een hele groep van bescherming wordt uitgesloten.

Daarnaast zou een definitie – gelet op de medische vooruitgang – niet lang actueel blijven waardoor men telkens weer de lijst dient te actualiseren.248 Verder zou het ook voorbij gaan aan het doel van het Verdrag, namelijk de inclusie van personen met een beperking. Een ander belangrijk argument om geen definitie op te nemen, is de vaststelling dat een beperking meer of minder een handicap vormt afhankelijk van de aard van de maatschappij waarin ze zich manifesteren.249 De context is belangrijker dan het medische aspect. Zo kan een slecht zicht in een maatschappij waar het verkrijgen van een bril niet evident is, een handicap uitmaken omdat deelname aan de maatschappij erdoor wordt belemmerd. In een westers land waar een slecht zicht eenvoudig kan worden opgevangen door het dragen van een bril vormt dit geen handicap, maar kan bijvoorbeeld een leesstoornis een zodanige belemmering op deelname aan de maatschappij vormen dat dit als een handicap moet worden beschouwd.

Voorstanders – waaronder Vlaanderen250 – van een definitie argumenteerden dat de opname van een duidelijke begripsomschrijving noodzakelijk is, wil de paradigm shift in alle verdragsstaten doordringen.251 Daarnaast zou een definitie een eenvormige uitlegging en toepassing van het VRPH kunnen garanderen.

Vlaanderen drukt de hoop uit dat het Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap, dat luidens artikel 34 VRPH is ingesteld, deze taak voor zijn

       

247M.ASHLEY en J.E.LORD,“Future prospects for the United Nations Conventions on the Rights of Persons with Disabilities” in O.M.ARNARDÓTTIR enG.QUINN (eds.), The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities. European and Scandinavian Perspectives, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2009, 25.

248S.TRÖMEL,“A personal perspective on the drafting history of the United Nations Conventions on the Rights of Persons with Disabilities” in G.QUINN en L.WADDINGTON (eds.), European Yearbook of Disability Law, vol. 1, Antwerpen, Intersentia, 2009, 121.

249STEUNPUNT RECHT EN ONDERWIJS 2009, Advies over de specifieke bepalingen met betrekking tot onderwijs in het VN-Verdrag van 13 december 2006 inzake de Rechten van Personen met een Handicap, www.ond.vlaanderen.be/specifieke-onderwijsbehoeften/leerzorg/VN/VN-verdrag-advies.pdf, 8.

250 STRATEGISCHE ADVIESRAAD INTERNATIONAAL VLAANDEREN,Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, advies nr. 2008/18, 1 oktober 2008, 3.

251S.TRÖMEL,“A personal perspective on the drafting history of the United Nations Conventions on the Rights of Persons with Disabilities” in G.QUINN en L.WADDINGTON (eds.), European Yearbook of Disability Law, vol. 1, Antwerpen, Intersentia, 2009, 121.

rekening kan nemen en dit risico kan indijken door gezaghebbende opinies te publiceren.252

Finaal opteerden de opstellers voor een ruime en contextuele omschrijving van de notie handicap, zoals is terug te vinden in artikel 1 van het Verdrag253:/254

“Personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.”

Met deze ruime begripsomschrijving verkozen de opstellers van het Verdrag niet zozeer de beperkingen van de persoon te benadrukken, maar vooral de mogelijkheden van participatie via aanpassingen aan de omgeving in het licht te stellen.255 Ook personen die omwille van een stoornis, bijvoorbeeld een Hiv-positief geteste persoon, zonder verdere actuele beperkingen, kunnen worden belemmerd in hun kansen tot evenwaardige participatie.256 Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erkende in het arrest Kiyutin dat een Hiv-positieve status als een handicap moet worden benaderd.257 Individuen die aan een dergelijke ziekte lijden zijn volgens het EHRM zeer kwetsbaar, en worden net zoals personen met een handicap vaak het slachtoffer van mensenrechtenschendingen. Het Hof maakt o.i. deze redenering ook om ervoor te zorgen dat Hiv-positieve personen zouden kunnen ‘genieten’ van het ruime anti-discriminatiekader uit het VRPH.

De roep om personen die lijden aan kanker onder het toepassingsgebied van het Verdrag te brengen, klinkt eveneens luider.258 Ook tal van schoolgerelateerde

       

252 STRATEGISCHE ADVIESRAAD INTERNATIONAAL VLAANDEREN, Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, advies nr. 2008/18, 1 oktober 2008, 3.

253 Ad Hoc Committee, Third session, Daily summary of discussions related to article 3: Definitions, 24 May 2004, www.un.org/esa/socdev/enable/rights/ahc3sum3.htm.

254 Bepaalde auteurs – waaronder LAWSON zijn de mening toegedaan dat het wel degelijk een definitie betreft: A. LAWSON,“The United Nations Convention on the Rights of Persons with Disabilities:

New Era or False Dawn?”, Syracuse Journal of International Law and Commerce 2006-07, afl. 34, 593. Deze discussie is verder zonder praktisch belang.

255J.HUYS,“Het niet voorzien van redelijke aanpassingen voor de persoon met een handicap is een vorm van discriminatie”, TSR 2003, afl. 3, 400.

256J.HUYS,“Het niet voorzien van redelijke aanpassingen voor de persoon met een handicap is een vorm van discriminatie”, TSR 2003, afl. 3, 400.

257 EHRM 10 maart 2011, Kiyutin/Rusland, nr. 2700/10.

258D.FOSTER,“Understanding Workplace Adjustments for Disabled Employees: The Law and Good Practice” in T.WRIGHT enH.CONLEY (eds.), Gower Handbook of Discrimination at Work, Burlington, Gower Publishing Limited, 2011, 174.

‘aandoeningen’ zoals lees- en leerstoornissen (waaronder dyslexie en dyscalculie) kunnen onder het bereik van het Verdrag worden gebracht.259

Personen met beperkingen van korte duur, als gevolg van trauma of ziekte en personen met occasionele beperkingen worden uitgesloten van de bescherming.260 In de Belgische rechtspraak zijn verscheidene dossiers terug te vinden waarin de vraag of “een definitieve beroepsongeschiktheid een handicap uitmaakt” centraal stond.261 Deze vraag is uitermate belangrijk, gezien werkgevers enkel verplicht zijn tot het doorvoeren van redelijke aanpassingen, indien van een handicap kan worden gesproken.262 Redelijke aanpassingen in de arbeidscontext zijn concrete maatregelen, toegekend door de werkgever, die het voor een werknemer met een beperking mogelijk maken op een evenwaardige wijze te participeren aan een activiteit binnen de arbeidssfeer.263

Het feit dat personen met een beperking van kortere duur niet kunnen genieten van de waarborgen van het Verdrag, kan in strijd komen met het eerste lid van artikel één, waarin duidelijk wordt gesteld dat het doel van het Verdrag is alle personen met een handicap te laten genieten van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden. Hier wordt de voorwaarde van het hebben van een langdurige beperking niet gesteld. Hoewel artikel één de personen met een handicap omschrijft als “(…) personen met langdurige fysieke, mentale, intellectuele of zintuigelijke beperkingen (…)”, mag dit allerminst niet zo beperkend worden geïnterpreteerd. De omschrijving in artikel één is open van aard. Dit blijkt tevens uit de gebruikte bewoording ‘include’.264

Dat de ‘definitie’ van het begrip handicap flexibel moet worden geïnterpreteerd, kan ook worden afgeleid uit de preambule waar wordt gesteld dat

       

259STEUNPUNT RECHT EN ONDERWIJS,advies over de specifieke bepalingen met betrekking tot onderwijs in het VN-Verdrag van 13 december 2006 inzake de Rechten van Personen met een Handicap, 2009,8.

260O.M.ARNARDÓTTIR,“The Rights of persons with Disabilities in the Context of Healthcare” in B.

TOEBES,M.HARTLEV,A. HENDRIKS en J.R.HERRMANN (eds.), Health and Human Rights in Europe, Cambridge, Intersentia, 2012, 254.

261 Een overzicht: N.BETSCH enA.VAN REGENMORTEL,“Definitieve arbeidsongeschiktheid bekeken vanuit het anti-discriminatierecht. Wordt het recht op redelijke aanpassingen voor werknemers met ‘beperking’ niet al te zeer ‘beperkt’?, Soc.Kron. 2012, afl. 1, 1-6.

262N.BETSCH enA.VAN REGENMORTEL,“Definitieve arbeidsongeschiktheid bekeken vanuit het anti-discriminatierecht. Wordt het recht op redelijke aanpassingen voor werknemers met ‘beperking’

niet al te zeer ‘beperkt’?, Soc.Kron. 2012, afl. 1, 1-6.

263 A. RAHMÉ, Discriminatie op basis van handicap en gezondheidstoestand in de arbeidsverhoudingen, Antwerpen, Intersentia, 2009, 99.

264 Ad Hoc Committee, Third session, Daily summary of discussions related to Article 3: Definitions, 24 may 2004, www.un.org.

“het begrip handicap aan verandering onderhevig is en voortvloeit uit de wisselwerking tussen personen met functiebeperkingen en sociale en fysieke drempels die hen belet ten volle, effectief en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.”265 Deze nuancering werd pas ingevoerd op het einde van de onderhandelingsprocedure in 2006.266

Deze begripsomschrijving bepaalt ook de verschillende categorieën van personen met een beperking.267 Hier worden de personen met psychische problemen van bij de start duidelijk vermeld. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen personen met een verstandelijke en fysieke handicap.268 Bepaalde auteurs hekelen dit gebrek aan opdeling, vermits in bepaalde situaties verstandelijke personen met een handicap wel degelijk een belang hebben bij een onderscheid.269 Het valt immers niet te ontkennen dat personen met een handicap geen homogene groep vormen en dat de verschillende ‘groepen’ allemaal hun eigen zorgbehoeften hebben.270 Zo heeft iemand met dysfunctionele ledematen andere aandacht nodig dan kinderen met autisme of met leerproblemen.

Om het risico op eindeloze juridische discussies te vermijden en te verhinderen dat bepaalde groepen zouden worden uitgesloten, werd dan ook gekozen voor de term ‘langdurige of blijvende beperking’ die, in interactie met diverse andere factoren, de integratie van alle personen met een handicap zou garanderen. Dit houdt in dat de handicap aanzien wordt als een evoluerend concept dat rekening houdt met de omgevingsfactoren die een volledige integratie en participatie in het gemeenschapsleven in de weg staan.

       

265 Preambule (e).

266 Met name door de Ad Hoc Committee on a Comprehensive and Integral International Convention on the Protection and Promotion of the Rights and Dignity of Persons with Disabilities Eighth session, 14-25 August 2006.

267J.VAN REMOORTEL,“De Conventie van de Verenigde Naties over de Rechten van Personen met een Handicap”, Panopticon2009, afl. 4, 66-67.

268 STRATEGISCHE ADVIESRAAD INTERNATIONAAL VLAANDEREN, Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, advies nr. 2008/18, 1 oktober 2008, 3.

269L.G.GELDHOF en R.OOSTLAND,“Het Gehandicaptenverdrag: een verdrag met implicaties voor Nederland”, NJB 2008, afl. 28, 1715.

270O.M.ARNARDÓTTIR,“The Rights of persons with Disabilities in the Context of Healthcare” in B.

TOEBES,M.HARTLEV,A.HENDRIKS en J.R.HERRMANN (eds.), Health and Human Rights in Europe, Cambridge, Intersentia, 2012, 249.

2.1.4. SCHEIDINGSLIJN TUSSEN ‘ZIEKTE’ EN ‘HANDICAP’: HOF