• No results found

HET VRPH

2. DE VERSCHILLENDE GROEPEN VAN BEPALINGEN

2.1. INHOUDELIJKE BEPALINGEN

2.1.2. ARTIKEL 1: DOELSTELLINGEN

A. Inhoudelijk

Artikel 1 geeft uiting aan de verschuiving in de opvattingen omtrent personen met een handicap, de zogenaamde paradigm shift.231 Het Verdrag stapt af van het medisch model en trekt nu voluit de kaart van het mensenrechtelijk of sociaal model.232 Hierdoor schuift het Verdrag het beleid inzake personen met een handicap weg van het medische model, dat gebaseerd is op het rangschikken en het scheiden van mensen met een handicap (exclusie), naar een inclusief model dat de klemtoon legt op mogelijkheden, individuele waardigheid, persoonlijke autonomie en sociale solidariteit.233 De definitie van Turnball en Turnball verduidelijkt dat de maatschappij ruim opgevat moet worden: “A person has an impairment that becomes a disability as a result of the interaction between the individual and the natural, built, cultural and social environments”.234 

In tegenstelling tot wat sommige auteurs stellen, is het Verdrag niet origineel in de sociale benadering van handicap.235 De fundamenten van het nieuwe model zijn te situeren in de jaren ’60 en de Britse gehandicaptenrechtenactivist Paul Hunt wordt als de grondlegger beschouwd.236 Niettemin bleven de eerdere initiatieven van de Verenigde Naties (zoals de United Standard Rules on the Equalization of

       

231G.DE BECO,“Article 33(2) of the UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities: another role for national human rights institutions?”, NQHR 2011, Vol. 29, afl. 1, 84.

232J.CLIFFORD,“The UN Convention and its Impact on European Equality Law”, The Equal Rights Review 2011, vol. 6, 12; R.TRAUSTADÓTTIR,“Disability studies, the Social Model and Legal Developments” in O.M.ARNARDÓTTIR enG.QUINN (eds.), The UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities. European and Scandinavian Perspectives, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2009, 3.

233 STRATEGISCHE ADVIESRAAD INTERNATIONAAL VLAANDEREN, Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, advies nr. 2008/18, 1 oktober 2008, 2 (consulteerbaar via www.sariv.be/web/images/uploads/public/6559028239_18_vadvies_verdragrechtenpersonenm eteenhandicap_web.pdf); H. HUYSENTRUYT, P. MEIER en K. CELIS, Onderzoeksnota: Disability Mainstreaming in Vlaams beleid, Antwerpen, Steunpunt Gelijkekansenbeleid, 2014, 4.

234 A.P. TURNBALL en H.R. TURNBALL, “From the old to the new paradigm of disability and families:

Research to enhance family quality of life outcomes” in J.L. PAUL e.a. (eds.), Rethinking Professional Issues in Special Education, Westport, Connecticut, Ablex Publishing, 2002, 83.

235 H. HUYSENTRUYT, P. MEIER en K. CELIS, Onderzoeksnota: Disability Mainstreaming in Vlaams beleid, Antwerpen, Steunpunt Gelijkekansenbeleid, 2014, 8.

236R.KAYESS enP.FRENCH,“Out of the darkness into light? Introducing the Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, Human Rights Law Review 2008, 6.

Opportunities for Persons with Disabilities in 1993) getrouw aan het medische/bijstandsmodel en droegen het paternalisme hoog in het vaandel.237

Hoewel er nog behoorlijk wat discussie bestaat over de vraag of het sociaal model niet teveel abstractie maakt van de effectieve lichamelijke oorsprong en blijft het toch van belang omdat inderdaad meer de relativiteit van medische kwalificaties wordt erkend. Het relativeert daarmee ook het traditionele onderscheid tussen chronische ziekten en handicap. Het sociale model impliceert echter geenszins dat de medische aspecten verwaarloosd mogen worden, maar lijkt wel efficiënter om maatschappelijke verandering te bewerkstellingen.238

In de medische visie lag de klemtoon op het herstel van de menselijke schade, hetzij door revalidatie, hetzij door compenseren van vergoedingen. Eén van de belangrijkste veranderingen die het VRPH introduceert, is dat personen met een handicap zich niet meer hoeven aan te passen aan de manier waarop de maatschappij is georganiseerd. De maatschappij heeft nu de verantwoordelijkheid om zich aan te passen en tegemoet te komen aan personen met een handicap en hun specifieke behoeften.239

De in het Verdrag ingesloten paradigmawijziging zal ongetwijfeld voor alle beleidsdomeinen in Vlaanderen op het federale bevoegdheidsniveau en binnen alle sectoren van het welzijns- en gezondheidsbeleid consequenties hebben240 (zie infra deel V).

Het Verdrag wil geen bijstandsmechanisme in het leven roepen. De klemtoon ligt bij het erkennen van de rechten van personen met een handicap. Volgens de sociale benadering is handicap een dynamisch en maatschappelijk probleem dat ontstaat door een gebrekkige wisselwerking tussen het individu en de

       

237R.KAYESS enP.FRENCH,“Out of the darkness into light? Introducing the Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, Human Rights Law Review 2008, 16; M.ASHLEY en J.E.LORD,“The united Nations Convention on the Rights of Persons with Disabilities: process, Substance and Prospects” in F.GÓMEZ IZA en K.DE FEYTER,International Human Rights Law in a Global Context, Bilbao, HumanitarianNet, 2009, 498.

238 OLIVER,M., “Defining Impairment and Disability: issues at stake” in E. EMENS en M.A. STEIN (eds.), Disability and equality law, Surrey, Ashgate, 2012, 3-18.

239BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN,“Het recht op deelname aan de politiek van mensen met geestelijke gezondheidsproblemen en verstandelijke handicap”, Wenen, oktober 2010, 3.

240KABINET VAN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN,VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN,JO VANDEURZEN, Perspectief 2020 nieuw ondersteuningsbeleid voor personen met een handicap, 9 juli 2010, www.jovandeurzen.be/sites/jvandeurzen/files/conceptnota%20pmh.pdf, 3.

samenleving.241 De persoon met een handicap moet niet meer worden beschermd, maar wordt drager van subjectieve mensenrechten.242

Ook in Vlaanderen wordt handicap nog vaak aanzien als medische stoornis.243 Zo worden in Vlaanderen in het buitengewoon onderwijs de leerlingen nog altijd in types opgedeeld, zoals in de jaren ’70.244

C. Doorwerking

Artikel 1 geeft uiting aan de doelen die op lange termijn moeten worden verwezenlijkt, waardoor het niet kan worden gekwalificeerd als een onmiddellijke plicht voor de staten.245 De bepaling kan evenmin directe werking verkrijgen op basis van het model van de minimale verplichtingen of de drievoudige plicht tot respecteren, beschermen en verwezenlijken van de rechten.246

Geheel onbelangrijk is het artikel niet, gezien het van belang is bij de interpretatie van het Verdrag. Bepalingen uit het nationale of het internationale recht zullen in het licht van dit Verdrag moeten worden geïnterpreteerd.

       

241A.D’ESPALLIER,“Non-discriminatie ten aanzien van personen met een functiebeperking: redelijke aanpassingen en het VN-Verdrag” (noot onder Gent 1ste Kamer 20 januari 2011), RW 2011-12, 880.

242S.SMIS,C.JANSSENS,S.MIRGAUX enK.VAN LAETHEM,Handboek Mensenrechten. De internationale bescherming van de rechten van de mens, Antwerpen, Intersentia, 2011, 128.

243GRIP VZW,Mensenrechten en handicap. Schaduwrapport Vlaanderen (België), 2011, GRIP vzw, 12.

244 Deze indeling in types dateert van 1978. Bron: F. VANDENBROUCKE, “Leerzorg in het onderwijs. Een kader voor zorg op maat van elk kind”, Discussienota december 2005 van Frank Vandenbroucke, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Minister van Werk, Onderwijs en Vorming,

www.ond.vlaanderen.be/specifieke-onderwijsbehoeften/leerzorg/documenten/achief/files/051219-discussienota-leerzorgkader.pdf, 22.

245STEUNPUNT RECHT EN ONDERWIJS 2009, “Advies over de specifieke bepalingen met betrekking tot onderwijs in het VN-Verdrag van 13 december 2006 inzake de Rechten van Personen met een Handicap”, www.ond.vlaanderen.be/specifieke-onderwijsbehoeften/leerzorg/VN/VN-verdrag-advies.pdf, 35.

246A.D’ESPALLIER,S.SOTTIAUX en J.WOUTERS,De doorwerking van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, Antwerpen, Intersentia, 2014, 60.