• No results found

SOCIALE SAMENHANG EN PARTICIPATIE

In document Gemeenterekening-2013-4.pdf PDF, 5.69 mb (pagina 102-110)

Welzijn gezondheid en zorg

Deelprogramma 1 SOCIALE SAMENHANG EN PARTICIPATIE

We willen dat Stadjers mee kunnen doen in onze stad. In dit deelprogramma staat meedoen voor: Meedoen door de zelf- en samen-redzaamheid en het zelf-oplossend vermogen van mensen te vergroten, door voorzieningen toegankelijker te maken of door individuele voorzieningen te verstrekken. Meehelpen door vormen van respijtzorg verder te ontwikkelen met inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Meedenken door ook in beleid burgerparticipatie te stimuleren, bijvoorbeeld door Wmo adviesraden, bewonersorganisaties, klankbordgroepen en overige vormen van interactieve beleidsvorming te ontwikkelen. De participerende burger is een terugkerend beleidsstreven, op het vlak van rehabilitatie, integratie en re-integratie. Om mensen die aan de kant (dreigen te komen) staan weer bij de samenleving te betrekken, is een krachtige sociale structuur nodig. Een sociale structuur, waarin zelforganisatie en

maatschappelijke binding een belangrijke plaats innemen en met elkaar zijn verbonden.

Beleidsvelden

Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid wijken Informatie, advies en ondersteuning

Ondersteunen mantelzorg en bevorderen vrijwilligerswerk

GELD

Het lastentotaal van het deelprogramma Sociale samenhang en participatie bedraagt 48,5 miljoen euro. Deze lasten worden gedekt uit Rijksbijdragen, eigen bijdragen WMO-individuele

voorzieningen, entreegelden bezoekers, lesgelden en huuropbrengsten, onttrekking reserves, overige inkomsten en een bijdrage uit de algemene middelen.

Beleidsveld

Bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid wijken

We willen dat de mensen in de Groninger wijken en dorpen met plezier wonen en dat ze zich opgenomen en geaccepteerd voelen. Dit geldt ook voor mensen met een hoge leeftijd, met een beperking of een niet-Nederlandse achtergrond. In de Groninger wijken en dorpen hebben

bewoners aandacht voor elkaar en ze helpen naar vermogen mee aan de leefbaarheid van de wijk. In het beleidsveld ‘bevorderen sociale samenhang en leefbaarheid van wijken’ hebben we onze ambities en activiteiten op dit terrein gebundeld. Het gaat hierbij vooral om de vertaling van het WMO-beleid naar de wijk.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We streven ernaar dat in Groninger wijken mensen met plezier wonen. Zij voelen zich opgenomen en geaccepteerd. Zij helpen naar vermogen mee om de leefbaarheid, sociale veerkracht en het samenleven in de wijk te bevorderen. Ook mensen van hoge leeftijd, met een beperking of met een

niet-Nederlandse achtergrond. Bewoners hebben aandacht voor elkaar.

Concreet willen we dat:

de waardering van bewoners voor hun leefomgeving stijgt:

achterstanden in de ‘14 wijken aanpak’ met betrekking tot leefbaarheid, sociale cohesie en veiligheid wordt ingelopen;

de sociale samenhang is versterkt en minimaal een 6.0 scoort; er sprake is van interactieve beleidsvorming en –uitvoering;

de dienstverlening aan wijkbewoners laagdrempelig, uitnodigend, duidelijk en eenduidig is georganiseerd;

er voldoende vrijwillige inzet is;

de toegankelijkheid van de accommodaties voor diverse activiteiten en mensen met en zonder een beperking is vergroot;

er een goede spreiding van accommodaties is.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Investeren in leefbare wijken: Nieuw Lokaal Akkoord

In 15 wijken werken bewoners, organisaties, corporaties en gemeente met elkaar samen. In de diverse wijkteams van het NLA worden diverse projecten, ideeën voor verbetering van de

leefomgeving besproken en getoetst. Zoveel als mogelijk worden de initiatieven van bewoners mogelijk gemaakt. Soms ondersteunt daarbij een buurtwerker. Op de NLA website

www.mensenmakenstad.nl worden de diverse projecten gepresenteerd.

Wmo in Vitale Buurten

Vanuit het kader voor de Wmo hebben we met de beleidsnota ‘Met elkaar voor elkaar’ een gebied-gebonden aanpak uitgewerkt. Hiermee is een vervolg aan Wmo in Vitale Buurten gegeven en hebben we in 2013 de uitvoering van de Wmo nog meer in een wijkgericht kader geplaatst. Inwoners kunnen dicht bij huis terecht met hulp- of ondersteuningsvragen. Deze

beleidsontwikkeling is interactief tot stand gekomen. Inwoners, vrijwilligers en beroepskrachten hebben hierover tijdens verschillende bijeenkomsten actief meegedacht. Ook bij de verdere vormgeving zijn zij uitgenodigd om met concrete voorstellen te komen.

De Hoogte: Sociale en veilige wijk

Uit eerdere analyses van de wijk bleek dat er in De Hoogte sprake is van bovengemiddelde leefbaarheidsproblemen. Investeringen op zowel fysiek als sociaal gebied laten ondertussen het verschil zien. Door nieuwbouw en verbetering is een diversiteit van woningaanbod ontstaan. Dit genereert nieuwe instroom van wijkbewoners. Dit zien we nog niet terug in het oordeel van wijkbewoners in de monitor leefbaarheid en veiligheid, deze gaat immers over 2012. Daarin is het oordeel van wijkbewoners over de leefbaarheid, leefomgeving en voorzieningen in de Hoogte lager dan gemiddeld in de stad. Het oordeel is echter wel gestegen ten opzichte van 2010. Over

voorzieningen, veiligheid en ontwikkeling in de Hoogte zijn bewoners positiever geworden en de verwachtingen liggen boven het stadgemiddelde. Dit is positief. In de Hoogte is in 2013 een sociaal team gestart. Samen met de buurtteamaanpak en de intensieve aanpak voor probleemgezinnen is er nu sprake van een aanpak waarbij intensief wordt samengewerkt en er duidelijk regie op de hulpverlening en de uitvoering daarvan is. Uit evaluatie blijkt deze aanpak goed te werken.

Experiment sociale teams

De proef met de sociale teams in Beijum en De Hoogte/Indische Buurt is begin 2013 van start gegaan. In hetzelfde jaar nog zijn de nieuwe werkwijzen geëvalueerd. De uitkomst hiervan is dat de sociale teams worden uitgebreid, verdiept en verbreed naar sociale wijkteams. Deze

ontwikkeling is al in 2013 in gang gezet. De sociale wijkteams krijgen een belangrijke rol in de gebied-gebonden aanpak. Na Beijum en De Hoogte/Indische Buurt worden ook in Lewenborg, Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg, Oosterparkwijk, Vinkhuizen, Selwerd en Paddepoel sociale wijkteams ontwikkeld.

Buurtwelzijn

De wijkgerichte samenwerking van de uitvoering van welzijn is ondertussen vanzelfsprekend geworden. Vanuit een gezamenlijke analyse werkt één buurtteam aan de hand van één

uitvoeringsplan samen met bewoners, vrijwilligers en organisaties. Stip wordt daarbij gezien als een gemeenschappelijke uitvalsbasis. Vanuit Stip wordt de dienstverlening laagdrempelig, uitnodigend, duidelijk en eenduidig georganiseerd. Uit gegevens en rapportages van Stip en Buurtwelzijn blijkt dat deze gezamenlijke aanpak werkt. Het aantal bezoekers aan Stip stijgt, vrijwillige inzet neemt toe, wijkbewoners komen met ideeën en initiatieven die de sociale samenhang en leefbaarheid bevorderen. De inhoud, functies en ervaring van Stip en Buurtwelzijn zijn een belangrijk onderdeel van de toegang en de gebied-gebonden aanpak die vanuit het programma Vernieuwing Sociaal Domein is ontwikkeld.

In 2013 was ook het opbouwwerk integraal onderdeel van de inzet Buurtwelzijn.

Breder kader bij nieuw accommodatiebeleid

In 2013 hebben we een nieuwe accommodatienota ontwikkeld, “Blik op de wijk”. Deze nota zal na een overgangsperiode ingaan op 1 januari 2015.

In deze nota stellen we geen grootscheepse wijzigingen voor, maar hebben we vooral ten aanzien van de uitvoering een aantal aanpassingen doorgevoerd, gericht op meer samenwerking en afstemming. We verwachten namelijk dat ons accommodatiebeleid ook de komende jaren aan verandering onderhevig zal zijn, naar aanleiding van de Vernieuwing Sociaal Domein (de decentralisaties op het gebied van jeugdzorg, participatie en AWBZ). Ook hebben we nu een aantal knelpunten aangepakt die op korte termijn om een oplossing vroegen. Het betreft het onderhoud van de speeltuinterreinen, de nieuwbouw van een wijkgebouw voor Corpus den Hoorn en de herontwikkeling van het Floreshuis en BSV DIB in de Korrewegwijk.

Conclusie Wat hebben we bereikt?

We merken dat de gezamenlijke analyses en ambities voor de wijken een goede basis zijn om zowel bewoners als organisaties te betrekken bij thema’s die er in de wijk echt toe doen. Dit zorgt voor waardering van wijkbewoners. De samenwerking op wijkniveau zorgt voor meer verbinding. Zowel tussen mensen als tussen organisaties. Deze samenhang nemen we als uitgangspunt bij de inrichting en uitvoering van het wijk- en gebied-gebonden werken. Het geheel van voorzieningen en

activiteitenleidt ertoe dat op een goede manier ingespeeld kan worden op hulpvragen en behoeften van mensen. Dienstverlening wordt laagdrempelig en eenduidig georganiseerd.

Beleidsveld

Informatie, advies en ondersteuning

Goede informatievoorziening is belangrijk om preventief te werken en een beroep op langdurige en zware zorg te voorkomen. Het is daarom van belang dat er naast het stedelijk gemeentelijk zorgloket op wijk- en buurtniveau goede informatiepunten beschikbaar zijn. Burgers en organisaties kunnen hier terecht met hun vragen. Ook kunnen we de vroeg-signalering in buurten en wijken via deze voorziening vormgeven en goed op elkaar afstemmen. Tevens kan via deze voorziening een ‘match’ plaatsvinden van de vraag naar lichte ondersteuning en begeleiding en het aanbod van vrijwillige inzet in buurten en wijken. In het beleidsveld informatie, advies en ondersteuning hebben we onze ambities en activiteiten op dit gebied gebundeld.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We willen burgers in hun zelf organiserend vermogen ondersteunen en een omgeving creëren waarin zij zich maximaal kunnen ontplooien. Daarom willen we zowel stedelijk als op wijk- en buurtniveau goede informatiepunten hebben waar burgers en organisaties terecht kunnen met hun informatie-, advies en ondersteuningsvragen. Burgers moeten er ook informatie kunnen brengen en kunnen delen. Wanneer inwoners advies of ondersteuning vragen, kijken we naar wat er nodig is om te bereiken dat zij sociaal en maatschappelijk participeren en zelfredzaam zijn. We willen de samenwerking tussen STIP’s (en hun partners), het Zorgloket en de Centra voor Jeugd- en Gezin verbeteren.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Uitbreiden en optimaliseren van gekanteld werken

De website van het Zorgloket is nu ook gekanteld ingericht; op bepaalde onderwerpen worden op een probleemoplossende manier suggesties gegeven.

Een hulpvraag kan nu digitaal worden gemeld; binnenkort kan digitaal ook een afspraak worden gemaakt. Aanvragen / meldingen van een probleem komen hoofdzakelijk binnen bij het stadse loket, de consulenten die de meldingen oppakken zijn werkzaam in de wijk en sluiten zich aan bij de daar aanwezige netwerken.

In twee wijken participeren consulenten in een sociaal team.

De samenwerking met het leefgebied werk en inkomen verloopt steeds beter.

Enerzijds komt dit leefgebied in het kantelingsgesprek aan de orde, waarbij soms geschakeld moet worden. Anderzijds zijn consulenten werkzaam in sociale teams waarbij kruisbestuiving plaats vindt op verschillende leefgebieden.

Vermeerderen, verbreden en versterken van de Stip’s / het Zorgloket

Aanvragen (meldingen) en informatie of advies over individuele voorzieningen komen vooral bij het stedelijk loket binnen. In 2013 hebben we als experiment een Stip gepositioneerd in

restaurant La Place bij V&D. Onze conclusie is dat er het afgelopen half jaar positieve resultaten zijn behaald met Stip La Place. We gaan door in 2014. De locatie van deze Stip in La Place zorgt ervoor dat er op informele wijze contact is met vooral ouderen, waarbij het accent ligt op ontmoeting en praktische informatie. In 14 wijken zijn Stip’s aanwezig. Naast informatie en advies, fungeren zij als het gezamenlijke loket van netwerkorganisaties in de wijk. Ook

wijkbewoners die zich voor de wijk willen inzetten of met anderen iets willen ondernemen kunnen bij Stip terecht. Bij veel Stiplocaties is een centrale ontmoetingsfunctie aanwezig. Op de Stip website is een uitgebreid overzicht van mogelijkheden in de wijken te vinden.

Vanuit het programma Vernieuwing Sociaal Domein is in 2013 een proces ingezet om de huidige pluspunten in de (samen) werking van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), de Stip’s en het Zorgloket mee te nemen in een nieuwe organisatievorm voor de Gebied-gebonden Aanpak (GBA).

Conclusie Wat hebben we bereikt?

Bij stedelijk loket en informatiepunten in de wijk is de informatie toegankelijker geworden. De pluspunten van de samenwerking tussen wijkinformatiepunten, stedelijk loket en de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) worden geborgd in een nieuw te ontwikkelen organisatievorm (bij de Gebied-gebonden Basis Aanpak).

Beleidsveld

Ondersteunen mantelzorg en bevorderen vrijwilligerswerk

De vrijwillige- en mantelzorginzet van Stadjers levert een belangrijke bijdrage aan de

maatschappelijke infrastructuur. Het bevordert de sociale samenhang en voorkomt uitsluiting van Stadjers. Vrijwilligers en mantelzorgers dragen in belangrijke mate bij aan het beantwoorden van ondersteuningsvragen. In dit beleidsveld hebben we onze ambities en activiteiten op het gebied van het ondersteunen van de mantelzorg en het bevorderen van vrijwilligerswerk gebundeld.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We stimuleren “gezond” mantelzorgen en willen een zodanig stimulerend vrijwilligersklimaat realiseren dat burgers zich betrokken bij de samenleving voelen en daaraan hun aandeel willen leveren. We gebruiken de maatschappelijke stages om het vrijwilligers werk te versterken, te verjongen en om te komen tot nieuwe vormen van vrijwilligerswerk.

Concreet willen we dat:

mantelzorgers zich gewaardeerd, geïnformeerd en ondersteund voelen door hun eigen sociale netwerk, vrijwilligers en beroepskrachten;

mantelzorgers oog hebben voor een gezonde balans tussen eigen draagkracht en draaglast en voldoende gebruik maakt van het sociale netwerk en (vrijwillige)

ondersteuningsmogelijkheden;

vraag en aanbod van vrijwilligerswerk inzichtelijk en toegankelijk is;

vrijwilligers en hun organisaties door middel van deskundigheidsbevordering beter in staat zijn hun taken uit te voeren;

het aantal organisaties dat kampt met een tekort aan vrijwilligers is afgenomen; nieuwe vormen van vrijwilligerswerk beter worden benut;

vrijwilligersorganisaties zijn geïnformeerd over de mogelijkheden van maatschappelijke stages en zijn ondersteund in het ontwikkelen van een aantrekkelijk stage-aanbod;

scholen zijn geïnformeerd over de stage-mogelijkheden bij vrijwilligersorganisaties, inzicht hebben in het actuele stage-aanbod en hun ervaringen delen met andere scholen;

er een uitdagend en inspirerend aanbod aan maatschappelijke stages is.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Ondersteunen mantelzorg

We hebben Humanitas gesubsidieerd voor de uitvoering van het mantelzorgbeleid. Stedelijk gebeurt dit via het steunpunt Mantelzorg. De wijkgerichte ondersteuning wordt via Buurtwelzijn en Stip uitgevoerd. Er is ingezet om meer mantelzorgers te bereiken. In 2013 is er contact met bijna 2500 mantelzorgers geweest. Een stijging ten opzicht van het voorgaande jaar. Nieuw was het bereik en aanbod aan jonge mantelzorgers. Zowel op het terrein van informatie,

ondersteuning als waardering zijn concreet nieuwe activiteiten ontwikkeld. Bijvoorbeeld de training Mindfullness voor mantelzorgers. Samen met Menzis, RUG, UMCG en gemeente Assen zijn de effecten met de ruim 60 deelnemers onderzocht. De positieve resultaten zijn gepresenteerd tijdens een symposium. Aan de Dag van de Mantelzorg is zowel in de wijk als in de stad aandacht besteed. Als slotmanifestatie de tentoonstelling van kunstwerken in de Der A kerk, deze werd erg positief gewaardeerd. De mantelzorgkaart is aan ruim 800 mantelzorgers uitgereikt. Om het bijeen brengen van vraag en aanbod laagdrempelig en met behulp van sociale media vorm te geven hebben we ons aangesloten bij WeHelpen. Dit online platform sluit goed aan bij de

ondersteuning van en voor mantelzorgers. Ook zijn we samen met corporaties bezig met een woon wensen onderzoek waarbij de behoefte aan generatie- en mantelzorgwoningen goed in beeld zijn. Door corporatie Lefier zijn in de stad al mantelzorgwoningen ontwikkeld. Het vormgeven van mantelzorgbeleid gebeurt interactief. We werken nauw samen met de Werkplaats Mantelzorg, hierin zijn mantelzorgers, organisaties en gemeente vertegenwoordigt. Ook het cluster Mantelzorg van het Wmo platform is intensief bij beleidsvorming betrokken.

Subsidiëren makelaarsfunctie Vrijwilligersbeleid

In 2013 hebben wij Stiel de opdracht gegeven om uitvoering te geven aan de makelaarsfunctie Vrijwilligerswerkbeleid en Maatschappelijke Stages. Door de uitvoering van de makelaarsfunctie is

er een goed toegankelijk overzicht van vraag en aanbod van vrijwilligerswerk.

De makelaarsfunctie Vrijwilligerswerkbeleid maakt deel uit van het brede participatiebeleid. Hiermee plaatsen wij het vrijwilligerswerkbeleid in het bredere perspectief van de

maatschappelijke participatie. Een perspectief waarin Groningen een stad is waarin iedereen meedoet. Dit gebeurt ook op nadrukkelijk verzoek van de vrijwilligersorganisaties in de stad die, gezien de ontwikkelingen op het gebied van de vernieuwing in het sociaal domein, de drie decentralisaties en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), tijdens een peilingsdag in maart 2013 hebben gevraagd om meer verbinding tussen deze verschillende terreinen.

Maatschappelijke stages

In 2013 hebben wij via het subsidiëren van de makelaarsfunctie maatschappelijke stages invulling gegeven aan de wet. Voor scholieren is er een uitdagend aanbod aan maatschappelijke stages bij een breed scala aan vrijwilligersorganisaties. Hiervoor ontvangen wij een rijksbijdrage. De wettelijke verplichte maatschappelijke stages worden met ingang van het schooljaar 2015-2016 weer beëindigd.

Conclusie Wat hebben we bereikt?

De basis van het vrijwilligers- en mantelzorgbeleid is op orde. Meer mantelzorgers worden

ondersteund en de inzet van vrijwilligers in de stad neemt toe. De waardering voor mantelzorgers is in concrete activiteiten tot uitdrukking gebracht.

Beleidsveld

Deelname aan de samenleving van mensen met beperkingen

Wij stimuleren dat mensen maatschappelijk participeren en dat zij gebruik (kunnen) maken van algemene voorzieningen. Ook mensen die een beperking hebben of kwetsbaar zijn. Hierbij zetten we vooral in op het bevorderen van inclusief beleid: algemene voorzieningen toegankelijk maken (sociaal en fysiek) en kwetsbare burgers stimuleren hier gebruik van te maken. In dit beleidsterrein hebben we onze ambities en activiteiten op het gebied van deelname aan de samenleving van mensen met beperkingen gebundeld.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We willen dat burgers regie over hun eigen leven kunnen voeren en met voldoende kwaliteit van leven in de eigen woonomgeving kunnen blijven wonen. We willen bereiken dat iedereen meedoet in onze stad, want iedereen heeft mogelijkheden. Ook mensen die een beperking hebben of (tijdelijk) kwetsbaar zijn.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Uitkomsten ‘kantel’gesprekken vertalen in nieuwe voorzieningen

Alle consulenten zijn werkzaam in de wijk en sluiten zich aan bij de daar aanwezige netwerken. Een hulpvraag (veelal het eerste contact met het zorgloket) wordt vanaf 2013 niet (meer) als aanvraag ingenomen maar als melding van een probleem.

Consulenten voeren vervolgens gekantelde gesprekken waarbij een hulpvraag integraal vraag- en resultaatgericht benaderd wordt en gekeken wordt naar de eigen kracht van de hulpvrager. Waar zinvol en mogelijk worden specifieke algemene voorzieningen in de wijk benut. Indien lacunes worden vastgesteld (de voorzieningen zijn wel wenselijk maar –nog- niet aanwezig), dan worden deze meegenomen in het ontwikkelproces van de Vernieuwing Sociaal Domein (VSD).

Zorgen voor Morgen

In 2013 is het werken in de wijk vanuit het programma Zorgen voor Morgen niet gewijzigd. Dit betekent dat we er onverkort naar streven dat ouderen en mensen met een beperking zo lang en zo goed mogelijk zelfstandig kunnen wonen in de buurt van hun keuze. Om dit te realiseren zorgen we voor geschikte woonvormen en de aanwezigheid van voldoende zorg in de buurt.

De stuurgroep ‘Samen Sterk in Stad / Zorgen voor Morgen’, de bestuurlijke vertegenwoordiging van de convenantpartners, is wel op onderdelen veranderd. Deze vertegenwoordiging heeft eind 2013 besloten op een breder terrein ontwikkelingen af te willen stemmen op het Sociale Domein, en wel onder de naam ‘Bestuurlijk Overleg Vernieuwing Sociaal Domein’. Deze wijziging houdt nauw verband met de decentralisaties.

Maatschappelijke dienstverlening

dienstverlening wordt wijkgericht uitgevoerd. Waarbij Stip als uitvalsbasis wordt gebruikt. Hiermee is het mogelijk brede dienstverlening in te zetten en de hulpverlening te verbinden met welzijn of vrijwillige inzet. Het bereik van MJD is groot, in 2013 deden meer dan 5.000 mensen een beroep op de maatschappelijke dienstverlening. Problemen op het terrein van wonen, financiën en relaties zijn de belangrijkste hulpvragen.

WMO [Extra beleidsmiddelen]

Ter compensatie van een niet-realiseerbaar totaal aan bezuinigingstaakstellingen van gemeente en Rijk op Wmo-individuele voorzieningen , werd voorgesteld voor 2013 vanuit de extra

beleidsmiddelen een bedrag van 1,7 miljoen euro beschikbaar te stellen. Later werd hierop een meevaller in het gemeentefonds van 400 duizend euro in mindering gebracht, zodat voor 2013 1,3 miljoen euro aan extra beleidsmiddelen beschikbaar is gesteld. Doordat aantal en kosten van de verstrekkingen lager uitkomen dan begroot, zijn deze extra beleidsmiddelen (achteraf gezien)

In document Gemeenterekening-2013-4.pdf PDF, 5.69 mb (pagina 102-110)