• No results found

INTEGRAAL JEUGDBELEID

Jeugd en onderwijs

Deelprogramma 1 INTEGRAAL JEUGDBELEID

Wij willen dat Groningen een van de aantrekkelijkste steden van Nederland is om in op te groeien. Je treft het als je in Groningen opgroeit. Want in Groningen staat talent centraal. Wij sluiten aan bij de drijvende kracht van elk kind en hebben een breed en aansprekend aanbod dat ieder kind prikkelt en verder laat ontwikkelen.

Wij geloven dat ieder Gronings kind recht heeft op kwalitatief goed onderwijs. We willen dat Groningen wordt beschouwd als de onderwijsstad van Nederland.

Wij herkennen dat opvoeding lastig kan zijn en geloven in de kracht van positief opvoeden. Daarom zetten we in op versterking van de opvoedkracht van ouders en hun sociale omgeving. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) vervullen een centrale positie hierin. Een grote opgave is de decentralisatie van de jeugdzorg.

Helaas blijven er kinderen die het moeilijk hebben. Deze kinderen geven we de ondersteuning die ze nodig hebben. Als ze dreigen te ontsporen worden ze snel opgenomen in ons vangnet zodat ze weer in staat worden gesteld positief deel te nemen en bij te dragen aan de Groningse maatschappij.

We willen dat de Groningse jeugd optimale kansen heeft bij het betreden van de arbeidsmarkt en uiteindelijk kan genieten van een goede levensstandaard.

Beleidsvelden

Talentontwikkeling Opvoedkracht

Actieve gezonde leefstijl Maatschappelijke participatie Veilig opgroeien

GELD

Het lastentotaal van het deelprogramma Integraal Jeugdbeleid bedraagt 61,2 miljoen euro. Deze lasten worden gedekt uit Rijksbijdragen, entreegelden bezoekers, lesgelden en huuropbrengsten, onttrekking reserves, overige inkomsten en een bijdrage uit de algemene middelen.

Beleidsveld

Talentontwikkeling

In dit beleidsveld staat het ontwikkelen van talent centraal. Daarbij gaat het om de talenten van alle kinderen, van jongs af aan. We willen dat iedere jongere de ruimte krijgt om zijn of haar talenten te ontdekken en zo goed mogelijk te ontwikkelen. Op school, bij de sportclub, op de muziekschool of elders. We willen dat iedere jongere in Groningen - passend bij zijn of haar eigen niveau - optimaal voorbereid de arbeidsmarkt betreedt.

De ambities van dit beleidsveld hebben een relatie met de programma’s Cultuur en Sport en Bewegen.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We willen dat jongeren in Groningen opgroeien tot zelfredzame burgers die een positieve bijdrage leveren aan onze samenleving. We willen daarom:

kinderen en jongeren optimale kansen bieden zorgen voor doorgaande (leer)lijnen

taal- en ontwikkelingsachterstanden tijdig signaleren en bestrijden alle jongeren goed voorbereiden op een loopbaan.

Onze concrete doelen zijn onder meer om in 2013:

de gemiddelde Cito-toetsscore op niveau van het landelijke gemiddelde te brengen het percentage doelgroepkinderen 2 t/m 4 jaar dat gebruik maakt van het aanbod voor- en vroegschoolse educatie (VVE) te verhogen van 61% in 2011 naar 85% in 2015

het percentage kinderen 2 t/m 4 jaar dat gebruik maakt van het basisontwikkelingsprogramma in 2014 minimaal te handhaven op het niveau van peiljaar 2009 (88%)

het aantal voortijdige schoolverlaters 12-23 jaar terug te brengen met 20% in 2015-2016 ten opzichte van het peiljaar 2012-2013

het verbeteren van het binnenklimaat van de schoolgebouwen door het aantal ppm (parts per million: aantal volumedelen CO2 per miljoen delen lucht) terug te brengen van meer dan 1500 ppm naar maximaal 1200 ppm. Met dit streven gaan we verder dan wat wettelijk in het bouwbesluit is vastgelegd. MEETBAAR RESULTAAT 2013 indicator Behaald 2012 Beoogd 2013 Behaald 2013 Middellang termijndoel (201#) Gemiddelde Cito-toetsscore Groningen Landelijk 534,7 535,5 * 534,4 535,0 Minimaal landelijk gemiddelde in 2014 Taalprestaties leerlingen groep 2 basisschool D-E score (laagste) Landelijk 22,4% 25% ** 17,3% 25% Minimaal landelijk gemiddelde in 2014 Aantal doelgroepkinderen

2 t/m 4 jaar dat gebruik maakt van het VVE-aanbod

630 399 Nog niet

bekend

452 (in 2015) Kinderen 2 t/m 4 jaar dat

gebruik maakt van het basisontwikkelingsprogramma

93%*** * Nog niet

bekend

88%

Aantal voortijdige

schoolverlaters 12 tot 23 jaar per convenantsjaar (okt – okt) 472 **** 326 Reductie 20% in 2015-2016 t.o.v. 2012-2013 * Voor deze indicator is in het Integraal Jeugdbeleid 2011-2014, aan de hand van een

nulmeting, een beoogd eindresultaat voor 2014 vastgesteld. Voor de tussenliggende jaren zijn geen streefcijfers vastgesteld.

** Voor deze indicator is voor het jaar 2014 een streefcijfer opgenomen in de Bestuur-afspraken met het Rijk. Er zijn geen streefcijfers voor de tussenliggende jaren. *** Inschatting

**** Er is een streefcijfer voor 2016 en geen streefcijfers voor de tussenliggende jaren.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Kinderen en jongeren optimale kansen bieden

Medio 2013 hebben we het onderwijspact gesloten met het brede onderwijsveld in Groningen van voorschoolse instellingen tot universiteit. Daarin hebben we onze gezamenlijke ambitie vastgelegd om in het kader van ‘Groningen Onderwijsstad’ het onderwijs in Groningen op een hoger plan te brengen en een uitstekend leerklimaat te realiseren. In het pact hebben we vijf gezamenlijke opgaven geformuleerd, namelijk:

De basis op orde; een stimulerende leeromgeving Een leven lang leren in doorgaande leerlijnen Onderwijs leidt op voor de arbeidsmarkt Toekomstbestendig onderwijs

Brede vorming

Vanuit de gezamenlijke ambitie en de geformuleerde opgaven hebben we via het pact het Gronings College van Onderwijs opgericht. Dit College van Onderwijs fungeert als een

gezamenlijke denktank waarin elkaar inspireren, van elkaar leren, versterken van verbindingen en ontwikkelen van nieuwe initiatieven centraal staan.

We zijn trots dat Groningen zich een heel jaar dé Onderwijsstad van Nederland mag noemen in 2014-2015. Groningen heeft de Commissie van Toetsing van de Nationale Onderwijsweek in 2013 bij hun keuze voor Groningen vooral overtuigd door te laten zien hoe intensief en structureel Stad en onderwijspartijen samen werken aan de ontwikkeling van het onderwijs.

Daarnaast hebben we meegewerkt aan de Techniekagenda Noord Nederland. Doel is om leerlingen te enthousiasmeren voor science. Deze agenda bevat de aanpak voor de periode tot 2020 en is in april 2013 vastgesteld in aansluiting op het landelijke Techniekpact.

Nieuwe impuls Vensterscholen

Halverwege 2013 hebben we samen met organisaties voor basisonderwijs en opvang het

Ambitiedocument Nieuwe Impuls Vensterscholen vastgesteld. Onze drijfveer is dat alle kinderen in de stad maximale kansen in hun ontwikkeling krijgen. De inhoudelijke focus richt zich op:

ouderbetrokkenheid

doorgaande ontwikkelingslijn 0 tot 13 jaar ondersteuning en zorg.

Iedere basisschool kan een vensterschool worden. Een school kan daarvoor een plan indienen. Het onderwijs pakt dus de regie in afstemming met andere partners in de wijk. De gemeente houdt de algemene regie voor de jeugd in de wijken.

Bij de vormgeving van vensterscholen streven we naar maatwerk. De Vensterschool sluit aan bij datgene wat kinderen en ouders nodig hebben voor zover onderwijs en opvang dat kunnen bieden. De organisatie van de Vensterscholen kan dus per wijk verschillen.

In aansluiting op deze gezamenlijke ambitie hebben we in december 2013 met de besturen van basisonderwijs en opvang een collectieve aanpak voor de Nieuwe Impuls Vensterscholen vastgesteld.

Bij deze aanpak zijn gemeente en organisaties voor basisonderwijs en opvang gelijkwaardige partners die bestuurlijk en financieel verantwoordelijkheid dragen. De gedeelde financiële verantwoordelijkheid uit zich in cofinanciering van de vensterscholen. Voor de gezamenlijke bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben we op stedelijk niveau een stuurgroep opgericht. Hierin nemen deel de bestuurders van onderwijs en opvang en de wethouder onderwijs. Op basis van gelijkwaardigheid kan deze stuurgroep vorm geven aan het proces van de Vensterscholen en de besluitvorming over de plannen van de Vensterscholen en de resultaten.

Leerlingenvervoer

Voor leerlingen van het speciaal onderwijs hebben we het vervoer van en naar school verzorgd. De huidige aanbesteding van het leerlingenvervoer loopt tot augustus 2014. Daarom zijn we in 2013 gestart met de voorbereidingen voor een Europese aanbestedingsprocedure voor het

leerlingenvervoer vanaf schooljaar 2014-2015.

Met het oog op het oplossen van het structurele tekort op de uitvoering van het leerlingenvervoer hebben wij voor een aantal maatregelen gekozen. De Verordening Leerlingenvervoer hebben wij in aansluiting daarop als volgt gewijzigd:

De ouders verzorgen 1 keer in de week zelf het vervoer naar of van school. Zij krijgen hiervoor een vergoeding.

De minimum-kilometerafstand om in aanmerking te kunnen komen voor het leerlingenvervoer is verhoogd van 2 naar 3 km.

De ouders van leerlingen op het speciaal basisonderwijs betalen een eigen bijdrage voor het vervoer als ze een verzamelinkomen hebben van € 25.000,- ( bruto).

De verordening gaat in op 1 januari 2014. Voor de leerlingen die een beschikking voor het vervoer voor het hele schooljaar 2013-2014 hebben ontvangen gelden de wijzigingen vanaf augustus 2014.

Taal- en ontwikkelingsachterstanden tijdig signaleren en bestrijden

Voor jonge kinderen met taalachterstanden subsidiëren we in het basisonderwijs schakelgroepen. In deze schakelgroepen krijgen de kinderen een intensief taalaanbod dat is gekoppeld aan VVE. Het aantal schakelgroepen in groep 1 en 2 is met ingang van schooljaar 2013-2014 verhoogd naar 21 groepen. Vanaf dit schooljaar is het aantal tevens uitgebreid naar groep 3 en 4 (6

schakelgroepen) en zijn ze naschools doorgevoerd in groep 5 tot en met 7 (9 schakelgroepen in de verlengde leertijd). Deze maatregelen vloeien voort uit de Bestuur-afspraken die de gemeente met het Rijk heeft gemaakt.

Voor leerlingen die de Nederlandse taal niet machtig zijn hebben we schakelklassen voor het primair onderwijs gesubsidieerd.

Daarnaast hebben we de basisscholen gesubsidieerd voor de schoolmediatheken en de leerlingbegeleiding.

Alle jongeren goed voorbereiden op een loopbaan

In 2013 hebben we met alle scholen voor het middelbaar beroepsonderwijs en voortgezet onderwijs (met uitzondering van het voortgezet speciaal onderwijs en praktijk onderwijs)

uitvoering gegeven aan de maatregelen van het convenant vsv voor de periode 2012-2015. Eén van de maatregelen is de pilot Toekomst-Team dat in schooljaar 2013-2014 is gestart voor de duur van twee schooljaren. Het Toekomst-Team is de intensieve samenwerking tussen de begeleider(s) van de school locatie en de RMC-trajectbegeleider, die verbonden is aan de betreffende school, bij potentiële voortijdig schoolverlaters in het middelbaar beroepsonderwijs.

Daarnaast hebben we:

toegezien op de handhaving van de leerplicht. Bij verzuim van leerlingen ondernamen we actie, waaronder het uitschrijven van processen-verbaal. Daarnaast hebben we preventieve activiteiten uitgevoerd als de deelname aan de zorg-adviesteams en het houden van preventieve spreekuren op scholen voor voortgezet onderwijs.

de Regionale Meld- en Coördinatiepunt-functie uitgevoerd. In het kader hiervan hebben we als centrumgemeente voor de regio Centraal en Westelijk Groningen jongeren in beeld die zonder startkwalificatie de school verlaten. Daarnaast worden deze jongeren geholpen deze startkwalificatie uiteindelijk wel te halen.

meegewerkt aan het project Werkschool Groningen. Dit project is bedoeld voor jongeren uit het praktijkonderwijs en het speciaal onderwijs die niet in staat zijn niveau 2 van het mbo te halen (startkwalificatie) te begeleiden naar minimaal 12 uur werk. Het project is na afloop van schooljaar 2012-2013 verlengd met nog een jaar.

consulenten voor de woonwagenbewoners en zigeuners gesubsidieerd. Deze richten zich op het voorkomen van absoluut verzuim en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. samen met het onderwijs, de Rebound bekostigd. Hierbij worden leerlingen met risico op voortijdig schoolverlaten tijdelijk buiten de eigen school geplaatst.

samen met het voortgezet onderwijs, het schoolmaatschappelijk werk op scholen bekostigd. Kamers met Kansen gesubsidieerd dat is gericht op wonen, zorg, werken en leren.

Uitvoeren onderwijshuisvestingsprogramma 2013

Voor de onderwijshuisvesting hebben we in 2013 met de vaststelling van het programma onderwijshuisvesting 9,7 miljoen euro uitgetrokken. Daarvan was ruim 6 miljoen euro bestemd voor nieuwbouw en uitbreidingsprojecten. Voor het onderhoud werd een bedrag van ruim 1,2 miljoen euro uitgetrokken. Daarnaast werden gelden (ruim 1 miljoen euro) ingezet voor huurvergoedingen en bekostiging van 1e inrichting.

De resterende middelen (1,4 miljoen) hebben we geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van schoolgebouwen. Aan deze middelen is 1 miljoen euro aan extra middelen voor nieuw beleid toegevoegd. In vijf jaar maken we 38 basisscholen `fris en duurzaam’ (periode 2012-2016) door forse aanpassingen van de ventilatie, isolatie en verwarming van de gebouwen. Eind 2013 hebben de volgende 14 scholen een verbeterd binnenklimaat: 2 locaties Nassauschool, Bladergroenschool, Groninger Schoolvereniging, Brederoschool, Heerdstee, Tamarisk, Beijumkorf, Bekenkampschool, Petteflet, Sterrensteen, Hoeksteen, Starter, Swoaistee en de St. Michaelschool.

Voor de huisvesting van het Zernike-college hebben we daarnaast voor ruim 5 miljoen euro de panden aan de Van Iddekingeweg en de Vondellaan van het Noorderpoortcollege overgenomen. Ons voornemen te komen tot een masterplan voor het toekomstbestendig maken van alle schoolgebouwen is door landelijke ontwikkelingen in een ander daglicht komen te staan. De rijksvergoedingen voor het groot onderhoud en aanpassing van de gebouwen van het primair onderwijs gaan vanaf 2015 rechtstreeks naar de schoolbesturen. Daarmee worden besturen verantwoordelijk voor alle onderhoud en aanpassing van de gebouwen. Het gevolg hiervan is dat we onze rol bij het toekomstbestendig maken van alle schoolgebouwen moeten herijken.

Techniek educatie

In 2013 hebben wij De Jonge Onderzoeker gesubsidieerd voor de uitvoering van een buitenschools aanbod techniek. Dit aanbod richtte zich op de jeugd van 4-18 jaar.

Subsidiëren wijkgerichte aanpak taal- en ontwikkelingsachterstanden jonge kinderen

Om te bereiken dat alle (doelgroep)peuters deelnemen aan een VVE programma in de

voorschoolse voorzieningen, hebben we in 2013 een passend aanbod per wijk gesubsidieerd. Het aanbod was daarmee even groot als de omvang van het aantal doelgroepkinderen per wijk. In 2013 hebben we, evenals in 2011 en 2012, een geplande bezuiniging van 200 duizend euro doorgevoerd op de voorschoolse voorzieningen (nota Kansen voor jonge kinderen).

Om deze kinderen toe te kunnen leiden naar een VVE programma zijn de kinderen door de JGZ gescreend op (aanwezigheid van of vergrote kans op) taalontwikkelingsachterstanden.

Onderwijs, voorschoolse voorzieningen en jeugdgezondheidszorg hebben in plannen per wijk afspraken gemaakt over de inrichting van de doorgaande leerlijn en de overdracht van informatie. Het gaat om de volgende wijken: Paddepoel/Selwerd/Tuinwijk, Vinkhuizen, Hoogkerk, Beijum, Lewenborg, De Wijert/Zuid, Indische Buurt/De Hoogte, Oosterpark. In 2013 hebben we de uitvoering van deze wijkplannen ondersteund. Daarnaast heeft ondersteuning plaatsgevonden op het ontwikkelen van op VVE gericht ouderbeleid.

Om de verbinding tussen school en gezin te bevorderen is gestart met de uitvoering van ouderactiviteiten op 26 voorschoolse locaties en twaalf schoollocaties (o.a. uitvoering van het programma VVE thuis met groepsbijeenkomsten op de locatie). Verder hebben we de

ontwikkelingsstimuleringsprogramma’s Opstapje en Opstap gesubsidieerd. Deze programma’s zijn bedoeld voor ouders van kinderen die aan de voor- en vroegschoolse educatie deelnemen (individuele aanpak).

Tot slot hebben we het project Brugfiguren gesubsidieerd. Doel van dit project is de verbinding tussen de wereld thuis en de wereld van school plus de ouderparticipatie te versterken.

Binnen- en buitenschoolse activiteiten

We hebben gezorgd voor een binnen- en buitenschools activiteitenaanbod waarbij leerlingen uit het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs kennis kunnen maken met verschillende

talentgebieden.

Dit is gebeurd door het subsidiëren van:

Bslim- 2 (zie programma Sport en Bewegen);

binnen- en buitenschoolse muzikale vorming in Lewenborg, Beijum en Oosterparkwijk (zie programma Cultuur);

buitenschoolse kinderactiviteiten in de Indische Buurt, Oosterparkwijk, De Hoogte, Corpus den Hoorn, De Wijert, Lewenborg, Beijum, Selwerd, Paddepoel, Tuinwijk, Grunobuurt, Oosterhogebrug, Kostverloren Vinkhuizen en Hoogkerk.

Conclusie Wat hebben we bereikt?

In 2013 hebben we met het onderwijspact en het Gronings College van Onderwijs een belangrijke stap gezet in het op een hoger plan brengen van het onderwijs. De nieuwe impuls die aan de vensterscholen is gegeven draagt daar ook aan bij. Daarnaast hebben we stevig ingezet op het voorkomen van onderwijsachterstanden. Uit de cijfers van de kinderen in de onderbouw van het basisonderwijs blijkt dat dit zijn vruchten afwerpt. De cijfers zijn al jaren positief en pakken voor 2013 nog gunstiger uit. De cijfers van de leerlingen in de bovenbouw laten een ander beeld zien. De Cito-toetsscore voor 2013 is lager dan die van 2012 en blijft nog steeds onder het landelijke gemiddelde zitten. Desondanks is, ondanks de daling ten opzichte van 2012, de score iets dichter bij het landelijk gemiddelde gekomen doordat de landelijke score in 2013 ook is gedaald. Wat betreft het voortijdig schoolverlaten zijn we blij dat het aantal voortijdige schoolverlaters ten opzichte van 2012 is gedaald. Opgave is om deze daling vast te houden en door te trekken met het onderwijs.

Beleidsveld

Opvoedkracht

Het belang van opvoeding kan niet snel overschat worden. Ouders voeden hun kinderen op om hen te helpen zelfstandige, sociaal voelende en betrokken volwassenen te worden. Opvoeding draagt ook bij aan de overdracht van gemeenschappelijke waarden van onze samenleving. Voor de opvoeding van kinderen zijn de ouders als eerste verantwoordelijk. Het belang van het kind staat hierbij voorop. Naast de ouders zijn ook familieleden, leerkrachten, vrienden, buren en

(bijvoorbeeld) sportbegeleiders voor opgroeiende kinderen belangrijk. In het beleidsveld

opvoedkracht staan onze ambities en maatregelen om ouders zo goed mogelijk toe te rusten en te ondersteunen om zelf hun kinderen op te voeden. Het beleidsveld heeft een relatie met het programma Welzijn Gezondheid en Zorg.

Doelen Wat wilden we bereiken?

We willen dat kinderen zich ontwikkelen tot evenwichtige volwassenen die verantwoording kunnen dragen voor zichzelf en voor anderen.

We willen dat er in de directe leefwereld van het kind - in het gezin en in de sociale omgeving - voldoende ‘opvoedkracht’ is. We willen dat er goede interventies en oplossingen zijn wanneer het niet goed gaat.

MEETBAAR RESULTAAT 2013 indicator Behaald 2012 Beoogd 2013 Behaald 2013 Middellang termijndoel (2014) Aantal afgegeven signalen in

de stad in de verwijsindex Zorg voor Jeugd

2747 * 2802 *

Aantal signalen in de

verwijsindex Zorg voor Jeugd

dat tot zorgcoördinatie leidt Percentage tevreden inwoners vanaf 18 jaar over CJG’s

77% ** Geen cijfer

beschikbaar

70%

* Deze indicator wordt gevolgd zonder dat daar een streefwaarde aan is gekoppeld.

** Voor deze indicator is in het Integraal Jeugdbeleid 2011-2014, aan de hand van een nulmeting, een beoogd eindresultaat voor 2014 vastgesteld. Voor de tussenliggende jaren zijn geen

streefcijfers vastgesteld.

Activiteiten Wat hebben we hiervoor gedaan?

Decentralisatie jeugdzorg

Vanaf 2015 worden we verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg. Deze

decentralisatie pakken we op in samenhang met de decentralisatie van delen van de AWBZ en de invoering van de Participatiewet. In 2013 hebben we in de Groningse visie op bovengenoemde decentralisaties ‘Groningen voor elkaar’ en ‘Jeugd: ieders zorg!’ verder uitgewerkt. In de nota’s ‘Met elkaar voor elkaar’ en het `Beleidsplan Vernieuwing Sociaal Domein 2014-2015’ hebben wij op hoofdlijnen aangegeven hoe wij de nieuwe sociaal maatschappelijke ondersteuningstaken denken te gaan organiseren en uitvoeren. Dit alles binnen de opdracht van de nieuwe Wmo en Jeugdwet. We streven naar een gebied-gebonden aanpak van het sociaal domein. Een aanpak dichtbij en op maat.

Bij de decentralisatie van de jeugdzorg werken we samen met de overige Groningse gemeenten. In 2013 is een Regionaal Transitiearrangement opgesteld. In dit arrangement staat beschreven hoe de Groningse gemeenten met de aanbieders en de gebruikers van de jeugdzorg tot 2018 naar een gemeentelijk aangestuurd ‘nieuw jeugdstelsel’ toewerken.

Daarnaast zijn we in gesprek geweest met het onderwijs over de afstemming van de invoering van het Passend Onderwijs op de decentralisatie van de jeugdzorg. Uiteindelijk zullen de uitkomsten in de uitvoeringsplannen komen van de samenwerkingsverbanden van het onderwijs. Deze moeten uiterlijk mei 2014 zijn afgerond.

Uitvoeren Centra voor jeugd en gezin (CJG’s)

Ook in 2013 hebben we het dienstenpakket van de CJG’s uitgevoerd. Belangrijke onderdelen zijn daarin de inloop, informatie, advies en ontmoeting in het CJG, de aansluiting met het

basisonderwijs en kindcentra en de uitvoering van opvoedhulp en ontwikkelingsstimulering. In Hoogkerk hebben we een nieuw CJG geopend en ook daar bieden we nu het volledige

dienstenpakket.

Belangrijke nieuwe accenten waren in 2013 dat we de samenwerking met ambulante jeugdzorg hebben uitgebreid van 3 naar 8 CJG’s. De inzet voor ouders en kinderen is gebeurd zonder indicatiestelling vooraf. Dit was een vervolg op een proefproject in drie CJG’s in 2011 en 2012. Verder hebben we in drie CJG’s (Vinkhuizen, Beijum, Selwerd/Paddepoel/Tuinwijk) de

samenwerking uitgebreid met instellingen voor zwaardere vormen van geestelijke gezondheidszorg (tweedelijnszorg); het zogenaamde Doorbraakproject. Deze samenwerking is in 2013 naar andere CJG’s uitgebreid. Daarnaast hebben we in 2013 de samenwerking binnen de CJG’s uitgebreid met