• No results found

WAT HEEFT HET GEKOST?

Program m a 1. Werk en Inkom en

Deel- Prim itieve Actuele Rekening Verschil progr.Dienst Deelprogram m a begroting begroting 2013

Lasten

1.1 SOZAWE Werk en Activering 29.082 28.679 27.613 1.066

1.2 SOZAWE Arbeidsmarkt beleid 995 5.730 2.386 3.344

1.3 DIA/SOZAWE Inkomen en inkomensondersteuning 175.206 185.176 187.980 -2.804

1.4 iederz iederz 62.445 67.814 60.132 7.682

1.5 iederz/SOZAWE Overig w erk en inkomen 0 0 0

Totaal lasten 267.728 287.399 278.111 9.288

Baten

1.1 SOZAWE Werk en Activering 23.589 22.162 21.429 -733

1.2 SOZAWE Arbeidsmarkt beleid 900 3.874 1.631 -2.243

1.3 DIA/SOZAWE Inkomen en inkomensondersteuning 142.627 142.643 152.287 9.644

1.4 iederz iederz 59.250 59.250 50.834 8.416

1.5 iederz/SOZAWE Overig w erk en inkomen 0 0 0

Totaal baten 226.366 227.929 226.181 15.084 Totaal saldi voor reserve m utaties -41.362 -59.470 -51.930 24.372 Reserve m utaties

Totaal toevoegingen 24 184 184 0

Totaal onttrekkingen 262 712 712 0

Totaal saldi na bestem m ing -41.124 -58.942 -51.402 24.372

Toelichting van het verschil tussen de rekening 2013 en de actuele begroting 2013

(alleen bij verschillen in baten en lasten > 250 duizend euro)

In dit hoofdstuk worden de deelprogramma’s afzonderlijk toegelicht. Omdat de baten en lasten van het Participatiebudget over verschillende deelprogramma’s zijn verdeeld, geven we eerst een overzicht van en een toelichting op het totale Participatiebudget.

Participatiebudget

De inkomsten en uitgaven van het Participatiebudget horen in principe in evenwicht te zijn. Wel kunnen verschuivingen optreden tussen jaren. Een tekort in het ene jaar kan gecompenseerd worden door een overschot in een ander jaar. In 2012 hebben wij een beroep gedaan op het budget van 2013 voor 1,6 miljoen euro, dit is in werkelijkheid 200 duizend euro lager dan waar we bij de begroting van uit zijn gegaan. In 2013 halen we 1,1 miljoen euro naar voren uit 2014. Dit bedrag is 1 miljoen euro lager dan in de begroting is opgenomen. Dit komt vooral door de hogere

rijksvergoeding (100 duizend euro), het nog niet volledig benutte deel van het budget voor intensivering van de begeleiding bij de afbouw van de gesubsidieerde arbeid (400 duizend euro) en door de meevallende uitgaven voor het premiebeleid (400 duizend euro). De intensivering van de begeleiding bij de afbouw van gesubsidieerde banen loopt door in 2014. Het bijbehorende budget schuift door.

Participatie budge t 2013 Bedragen x 1.000 euro

Bate n

Budget re-integratie 22.098 22.236 138

Bijdrage concern 200 banenplan 500 500 0

Budget inburgering 896 896 0

Budget volwassenen educatie 240 241 1

Overlopende passiva van 2013 naar 2012 -1.840 -1.576 264

Overlopende passiva van 2014 naar 2013 2.164 1.101 -1.063

Totaal Bate n 24.058 23.398 -660 Laste n Gesubsidieerd werk 14.600 13.971 629 T rajecten (incl. BT W) 6.759 6.978 -219 Inburgering 896 896 0 Volwasseneneducatie 240 244 -4 Premiebeleid 1.100 705 395 Zelfstandigen 260 401 -141 Totaal Lasten 23.855 23.195 660 Saldo 203 203 0

Be groting Realisatie Ve rschil

Toelichting bij de afwijkingen op het Participatiebudget:

a. Kosten gesubsidieerd werk (600 duizend euro voordelig). Het budget voor de intensivering van de gesubsidieerde arbeid is niet volledig besteed. Van de nog beschikbare 500 duizend euro voor intensieve begeleiding in 2013 is 18% ingezet voor een extra formatieplek en 13% voor extra scholing, jobhunting en bemiddeling door derden. Omdat de afbouw van de gesubsidieerde banen nog doorloopt in 2014 worden de overgebleven middelen doorgeschoven (300 duizend euro). Verder is er sprake van lagere loonkosten gesubsidieerde arbeid (100 duizend euro) en inleenvergoedingen (100 duizend euro). Ook het budget voor reis- en scholingskosten is door de afbouw niet volledig benut (100 duizend euro),

b. Kosten trajecten re-integratie (400 duizend euro nadelig). We hebben meer uitgegeven aan trajecten voor re-integratie van WWB-ers en aan trajecten voor zelfstandigen.

c. Premiebeleid (400 duizend euro voordelig). Omdat de participatiebanen niet allemaal zijn gestart op 1 januari is het budget voor de premies niet volledig ingezet. Ook zijn er minder vergoedingen geweest in het kader van flankerend beleid.

1.1 Werk en activering V 300 duizend euro

In het totaaloverzicht van het Participatiebudget hebben we alle baten en lasten onder elkaar gezet. Op die manier bieden we inzicht in de totale omvang van de bestedingen. Tevens geven wij bij het totaaloverzicht per afwijking een toelichting. In 2013 hebben we binnen het Participatiebudget 700 duizend euro minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat aan intensivering gesubsidieerde arbeid en premiebeleid minder is uitgegeven. Als gevolg hiervan hoeft minder een beroep te worden gedaan uit het naar voren halen van middelen uit het Participatiebudget 2014. De kosten van bedrijfsvoering vallen ten opzichte van de begroting ongeveer 1 miljoen euro mee. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de vrijvallende kapitaallasten nieuwbouw, het niet volledig inzetten van de budgetten voor onderhoud van het pand Eendrachtskade en het niet volledig benutten van het budget voor opleidingen. De kosten van bedrijfsvoering worden verdeeld over de

deelprogramma’s en leveren bij het deelprogramma Werk en Activering een voordeel op van 300 duizend euro.

1.2 Arbeidsmarktbeleid V 1,1 miljoen euro

Zicht (WIZ). Het project beslaat meerdere jaren en de ontvangen subsidies worden gespreid over meerdere jaren uitgegeven. In 2013 is 400 duizend euro van de Provincie Groningen ontvangen voor de Versnellingsagenda. Voorbeelden van projecten in het kader van de Versnellingsagenda zijn het project Hoger Opgeleiden en het project Trajecten voor kwetsbare jongeren. De overige uitgaven voor WIZ hebben vooral betrekking op de uitvoeringskosten.

In de begroting is voor het Actieplan Jeugdwerkloosheid 2,7 miljoen euro opgenomen. Hiervan heeft 50% betrekking op 2014. Dit bedrag wordt verrekend met de betreffende balanspost. Daarnaast is in 2013 een nieuw actieplan Jeugdwerkloosheid gestart. In de septembercirculaire is door het Rijk hiervoor 1,7 miljoen euro beschikbaar gesteld. Wij zijn in 2013 gestart met de opzet en inrichting van diverse projecten. Van de beschikbare middelen is 400 duizend euro uitgegeven aan de andere sub-regio’s. Het resterende deel wordt ingezet in 2014.

De kosten van bedrijfsvoering vallen ten opzichte van de begroting bijna 300 duizend euro tegen. Deze overschrijding is vooral het gevolg van meer inhuur van uitzendkrachten en als gevolg van interne detacheringen.

1.3 Inkomen en inkomensondersteuning V 6,8 miljoen euro

Uitvoering Wet BUIG (V 6,0 miljoen euro)

Bij het opstellen van de begroting van 2013 zijn ter dekking van het verwachte tekort op de uitvoering van de wet BUIG extra beleidsmiddelen van 7,8 miljoen euro ingezet. Het tekort op de wet BUIG over 2013 bedraagt 1,75 miljoen euro waardoor in 2013 een bedrag van ruim 6 miljoen euro aan extra beleidsmiddelen kan vrijvallen.

De belangrijkste reden voor de grote afwijking is dat het budget 9,2 miljoen euro hoger is uitgevallen. Dit komt doordat ons aandeel in het macrobudget is toegenomen van 2,61% in 2012 naar 2,63% in 2013. Daarnaast zijn er minder aanvullende uitkeringen verstrekt aan andere gemeenten dan oorspronkelijk gereserveerd, waardoor het macrobudget minder is aangesproken. In de begroting hebben we rekening gehouden met een toename van het aantal bijstandsklanten met 850. De werkelijke toename van het aantal klanten bedraagt 818. Het aantal Wwb klanten komt hierdoor eind 2013 uit op 9.897. Het gemiddeld aantal klanten over 2013 bedraagt 9.488. In de begroting hebben we rekening gehouden met een gemiddeld aantal van 9.614. Als gevolg van dit lager volume aan bijstandsklanten vallen de lasten 1,8 miljoen euro lager uit.

De gemiddelde normuitkering 2013 ligt fors hoger dan de gemiddelde normuitkering die in de begroting is gebruikt. De belangrijkste reden hiervoor is dat in 2013 over bijstandsuitkeringen meer loonbelasting is verschuldigd. Voor deze stijging worden we gecompenseerd in het budget. Als gevolg van de aanhoudende slechte economische omstandigheden zijn de inkomsten van klanten verder teruggelopen. Daarentegen is de oninbaarheid van vorderingen op klanten vanwege onterecht verstrekte of te hoge uitkeringen lager uit gevallen. Per saldo resulteert dit in een voordeel van 300 duizend euro ten opzichte van de begroting.

De toename van het aantal IOAW uitkeringen is hoger uitgevallen dan in de begroting was voorzien. Hierdoor vallen de uitgaven voor de IOAW 600 duizend euro hoger uit. Door het rijk is in het budget rekening gehouden met de toename van het aantal IOAW uitkeringen.

Tenslotte is het aantal Wwb-ers dat van plan is om een eigen bedrijf te starten of onlangs gestart zijn verder toegenomen. De bijstandslasten zijn hierdoor 700 duizend euro hoger uitgevallen dan in de begroting is voorzien. Wwb klanten die aan alle criteria voldoen kunnen hiervoor niet worden geweigerd.

Uitvoering Bbz (N 300 duizend euro)

Per 1 januari 2013 is de financieringssystematiek van de inkomensvoorziening voor gevestigde zelfstandigen (Bbz) gewijzigd. Het gaat om een beperkte wijziging waarmee gemeenten worden gestimuleerd om beter debiteurenbeheer op verstrekt bedrijfskapitaal te voeren en de

selectiviteit bij de verstrekking te vergroten.

De baten van gemeenten in de vorm van aflossingen en rente op verstrekt bedrijfskapitaal worden genormeerd op basis van een landelijk gemiddelde (de zogenaamde macronorm). Gemeenten die individueel in staat zijn meer baten te genereren dan dit landelijk gemiddelde mogen de baten die uitstijgen boven het gemiddelde behouden. Omgekeerd betalen gemeenten zogenaamde minderbaten zelf. Wij kunnen de komende jaren niet voldoen aan de norm, waardoor we ook de komende jaren een risico lopen van gemiddeld ongeveer 300 duizend euro.

Schuldhulpverlening (V 300 duizend euro)

Het resultaat is het gevolg van onderbesteding van een aantal posten binnen de bedrijfsvoering van de GKB zoals de loonsom door vacatureruimte en de kosten van opleiding.

Bijzondere Bijstand (V 1,1 miljoen euro)

De kosten van individuele bijzondere bijstand zijn ten opzichte van vorig jaar gedaald. Deze daling kan vooral worden toegeschreven aan lagere uitgaven voor woninginrichting, de witgoedregeling, sociaal medische adviezen en voor de kosten van bewind-voering bij schuldhulpverlening. Niet alleen zijn minder aanvragen ingediend, ook zijn minder aanvragen toegekend.

Uiteindelijk is 400 duizend euro minder uitgegeven dan begroot. Het extra beleidsgeld dat voor de bijzondere bijstand beschikbaar is gesteld (400 duizend euro) kan hierdoor vrijvallen. Meevallende lasten voor de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering minima hebben geleid tot een voordeel van ruim 700 duizend euro. Dit is vooral een gevolg van de lagere eindafrekening over 2012 van de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering. Dit levert een incidenteel voordeel op van 500 duizend euro in 2013. Ook is er een voordeel van 200 duizend euro als een gevolg van het teruglopende aantal deelnemers aan de aanvullende verzekering. Dit komt vooral door de invoering van de inkomenstoets van 110% in 2012.

Uitvoering Wet Kinderopvang (N 400 duizend euro)

Het nadeel op de kinderopvang valt vrijwel volledig toe te rekenen aan de kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie. Door de verlaging van de bijdrage uit het gemeentefonds met 657 duizend euro in verband met de overheveling van de reguliere kinderopvang naar de

belastingdienst en het per 1 januari 2013 schrappen van het extra beleidsgeld is voor de kinderopvang op basis van sociaal medische indicatie nog 377 duizend euro beschikbaar. De uitgaven bedragen echter ongeveer het dubbele. Hierdoor ontstaat een tekort van 400 duizend euro.

Kosten bedrijfsvoering (V 700 duizend euro)

De kosten van bedrijfsvoering vallen ten opzichte van de begroting ongeveer 1 miljoen euro mee. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de vrijvallende kapitaallasten nieuwbouw, het niet volledig inzetten van de budgetten voor onderhoud van het pand Eendrachtskade en het niet volledig benutten van het budget voor opleidingen. Via de kostenverdeling wordt een deel van de vrijval doorberekend aan de deelprogramma’s

Dotatie voorziening (N 700 duizend euro)

Er is een voorziening gevormd voor de huur van het leegstaande gebouw aan de Eendrachtskade

1.4 Iederz N 700 duizend euro

Tekort iederz

In de begroting zijn we uitgegaan van een totaal negatief resultaat van 8,5 miljoen euro. Dit bestaat uit een:

- Uitvoeringstekort van 2,0 miljoen euro nadelig - En een subsidie tekort van 6,5 miljoen euro nadelig

Ten opzichte van de begroting komt het subsidieresultaat 200 duizend euro slechter uit. Dit resultaat wordt verklaard door het effect van de uniformering loonbegrip. Door het afschaffen van de franchise voor de WW-awf premie zijn de loonkosten voor de gemeente als werkgever van mensen met een SW-dienstverband toegenomen. Deze maatregel heeft een nadelig effect op het subsidieresultaat van 400 duizend euro. Een eenmalig teruggaaf van de basispremie WAO/WIA leidt tot een voordeel van 200 duizend euro.

Het uitvoeringsresultaat is met 600 duizend euro verslechterd. Een deel van deze verslechtering wordt veroorzaakt doordat de eindafrekening met Stadsbeheer in het kader van de overgang van het Groenbedrijf 200 duizend euro te laag is geweest. Feitelijk betekent dit geen verslechtering van het gemeentelijke resultaat omdat Stadsbeheer met een afwijking van 200 duizend euro positief wordt geconfronteerd. De resterende afwijking van 400 duizend euro wordt veroorzaakt doordat de inkomsten uit detacheringen en begeleid werken lager zijn (100 duizend euro) en lagere toegevoegde waarde die binnen het beschutte bedrijf wordt gerealiseerd (300 duizend euro).

PROGRAMMA 2 ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID

PROGRAMMA 2