• No results found

Naar een ‘Onderzoeks en Kennisagenda Duurzaam Veilig Wegverkeer’

Leren en innoveren ten aanzien van maatregelen

BLOK 3: NAAR CONCRETISERING

8.3 Naar een ‘Onderzoeks en Kennisagenda Duurzaam Veilig Wegverkeer’

Om daadwerkelijk tot een maximaal veilig verkeerssysteem te komen, is het niet alleen van belang om maatregelen te treffen maar ook om nog openstaande vragen te beantwoorden. Zoals we zagen in Hoofdstuk 7 sluit dit aan bij het principe van ‘leren en innoveren’.

We kunnen hierbij de volgende onderdelen onderscheiden: kennisvragen van verkeersprofessionals;

openstaande onderzoeksvragen;

onderzoek naar het functioneren van het verkeerssysteem.

8.3.1 Openstaande kennisvragen

Zoals dit rapport en vele andere publicaties laten zien, is er al veel kennis over manieren waarop we het verkeerssysteem veilig(er) kunnen maken. Er zijn echter ook nog heel veel openstaande kennisvragen. Deze lenen zich voor een Kennisagenda Duurzaam Veilig Wegverkeer. Deze kennisagenda kan worden opgesteld door bijvoorbeeld de openstaande vragen te inventariseren die in dit en andere verwante rapporten genoemd worden. De agenda kan ook worden aangevuld met vragen die kennisinstellingen vanuit de praktijk ophalen. Vervolgens kunnen onderzoeks- instellingen bepalen welke van de onderwerpen binnen hun expertise- en interessegebied vallen. Daarbij kunnen ze zo mogelijk samenwerkingen aangaan met andere disciplines of instanties. De grotere vraagstukken kunnen daarbij voor universiteiten als inspiratie voor promotieonderzoek dienen. Voor SWOV kan het bijvoorbeeld een belangrijke pijler zijn van haar

onderzoeksprogramma.

8.3.2 Openstaande onderzoeksvragen

Zoals dit en vele studies laten zien is er al veel kennis op basis waarvan we weten hoe we het verkeerssysteem veilig kunnen laten werken; er zijn echter ook nog diverse openstaande kennisvragen. Deze lenen zich voor een Onderzoeksagenda Duurzaam Veilig Wegverkeer. Deze onderzoeksagenda kan worden opgesteld door bijvoorbeeld de openstaande vragen te

inventariseren die in dit en andere verwante rapporten genoemde worden. Ook kan het worden aangevuld met vragen die kennisinstellingen vanuit de praktijk ophalen (zie vorige paragraaf). Vervolgens kunnen onderzoeksinstellingen bepalen welke van de onderwerpen binnen hun expertise – en interessegebied vallen. Ze kunnen zo mogelijk samenwerkingen aangaan met andere disciplines of instanties voor maximaal benutten van beschikbare inzichten en competenties en integratie van vakgebieden en met het onderzoek aan de slag gaan. De grotere vraagstukken kunnen daarbij voor universiteiten als inspiratie voor promotieonderzoek dienen. Voor SWOV kan het bijvoorbeeld een belangrijke pijler zijn van haar onderzoeksprogramma.

8.3.3 Onderzoek naar het functioneren van het verkeerssysteem

Zoals in Hoofdstuk 7 is beschreven, is het belangrijk om voortdurend te blijven monitoren of het met de huidige inzichten en mogelijkheden ingerichte verkeerssysteem daadwerkelijk het resultaat oplevert dat we wensen. Zo is het uitgangspunt van het principe van ‘leren en innoveren’ dat in elk geval alle dodelijke ongevallen worden geanalyseerd door middel van diepteonderzoek. Daarnaast definiëren we relevante en bruikbare surrogaatmaten voor veiligheid, zoals

risicofactoren en conflictmaten, die we monitoren en analyseren om te kijken wat goed gaat en wat om verdere aanpassingen vraagt. Op termijn kunnen nu gebruikte indicatoren op basis van nieuwe kennis en gegevens worden uitgebreid. Het ligt voor de hand om dit proces door de overheid te laten organiseren, ondersteund door organisaties met deskundigheid op het gebied van onder andere verkeersveiligheid, onderzoek en data. De risicogestuurde aanpak, de ambities van de huidige minister van Infrastructuur en Waterstaat en het in voorbereiding zijnde

8.4 Vervolgstappen

De geactualiseerde Duurzaam Veilig-visie zoals hier beschreven, bevat een eerste uitwerking op hoofdlijnen. De visie sluit in eerste instantie aan bij bestaande principes, eisen en maatregelen – maatregelen die verdere implementatie verdienen daar waar ze nog niet ‘af’ zijn (denk aan een geloofwaardige weginrichting, voldoende scheiding van verkeer bij hogere snelheden of evidence-based educatie). We houden dan ook een pleidooi voor: afmaken wat werkt. Maar de geactualiseerde visie biedt ook een kader voor uitwerkingen, operationele eisen en maatregelen die wellicht in de toekomst nog bedacht worden of die al wel bestaan maar nog niet in verband worden gebracht met een duurzaam veilig wegverkeer. Denk bijvoorbeeld aan voertuigveiligheid en beschermingsmiddelen, technologie, verantwoordelijkheden van

professionals en de rol die educatie, regels en controle zowel voor hen als voor verkeersdeelnemers spelen. Hiervoor geldt: nieuwe uitdagingen aangaan en nieuwe technieken benutten.

De geactualiseerde visie kijkt ook terug naar de bereikte resultaten en wat daarbij niet heeft gewerkt. We constateren dat bijvoorbeeld effectieve interventies gericht op het voorkómen van ernstige verkeersgewonden onvoldoende waren meegenomen in de voorgaande versie van Duurzaam Veilig. Ook de verdere verbetering van de verkeersveiligheid van kwetsbare verkeersdeelnemers verdient vanuit de huidige inzichten meer aandacht. De kansen die de sobere inrichting van vooral 30km/uur-gebieden aanvankelijk leken te bieden – namelijk: de grootschalige implementatie van de beginselen van Duurzaam Veilig – moeten nu echter niet de realisatie van een maximaal veilig resultaat belemmeren. Ook daar waar de ‘menselijke maat’ nog onvoldoende als uitgangspunt is genomen, zou de verkeersveiligheid gebaat zijn bij het herstellen van weeffouten.

8.4.1 Samenwerking

In het verder uitwerken en oppakken van de vernieuwde visie Duurzaam Veilig Wegverkeer – kortweg DV3 – werken we graag samen met andere organisaties. Bij de uitwerking in operationele eisen ligt het voor de hand om samen te werken met organisaties als CROW, RDW, CBR en OM, maar ook met universiteiten, beroepsopleidingen en belangenorganisaties zoals ANWB, VVN en Fietsersbond. Daar waar het gaat om het implementeren van maatregelen, zijn overheden en andere verkeersprofessionals aan zet. We nodigen ook hen graag uit om te bezien wat de geactualiseerde visie voor hun beleid betekent en hoe zij daarin stappen kunnen zetten.

8.4.2 Kansen

Om de Duurzaam Veilig-principes te realiseren, zien we ook kansen door aan te haken bij lopende initiatieven. Het Verkeersveiligheidsmanifest biedt verschillende handvatten voor de korte termijn: een hogere prioriteit voor verkeersveiligheid, waarbij concrete suggesties zijn gedaan voor maatregelen. Het in voorbereiding zijnde Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 geeft zicht op de insteek die overheden richting 2030 zullen nemen. Hierin lijken zich beleidslijnen af te tekenen zoals de risicogestuurde aanpak, denken volgens de ketenbenadering maar ook bezinning op de ‘governance’ van het verkeersveiligheidsbeleid en ambities om te streven naar nul (ernstige) verkeersslachtoffers. DV3 biedt het raamwerk om deze ambities maximaal veilig in te vullen.

B1 Resultaten van toepassingen op het gebied van

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN