• No results found

a. 's Lands caoutchoucbedrijf. Op 31 December 1929 o m v a t t e dit bedrijf 18 ondernemingen (14 op J a v a en 4 op S u m a t r a ) .

De beplante oppervlakte dezer ondernemingen bedroeg toen 19 982 H . A . , waarvan 13 673 H . A . hevea, 958 H . A . klapper, 1120 H . A . getahpertja, 235 H . A . kapok, 1650 H . A . pinus en 1999 H . A . koffie.

Door de opening van de nieuwe onderneming Djoeloe Eajeu op S u m a t r a , welke 1 J a n u a r i 1930 plaats had, en uitbreiding van d e n a a n p l a n t op andere onder-nemingen bedroeg de totale beplante oppervlakte einde 1930 22 074 H . A . , waarvan 14 377 H . A . hevea, 919 H . A . klapper, 1135 H . A . getahpertja, 357 H . A .

De producties in 1930, in vergelijking m e t die van het voorafgegane jaar, waren :

Deze daling van de productie moet t e n deele geweten worden aan de stop-zetting van den t a p in de m a a n d Mei en de droogteperiode op het eind van 1930, terwijl ook de overgang n a a r een ander t a p s y s t e e m de continuïteit van de pro-ductie verstoorde.

E e n der ziekten, waarmede de rubberondernemingen op J a v a de laatste jaren in toenemende m a t e t e k a m p e n hadden, is de meeldauw.

Door de genomen uitgebreide bestrijdingsmaatregelen werd een volledig succes bereikt; de meeldauw werd t o t staan gebracht en de gezondheidstoestand van de a a n p l a n t e n hierdoor in niet geringe m a t e verbeterd. De toestand is n u zoo, dat voor 1931 de bestrijding op beperkter voet kan worden doorgevoerd.

H e t t a p s y s t e e m onderging tegen het eind van 1930 wijziging m e t het oog-merk om, door mindere tapkosten en daaraan gepaarde mogelijkheid om ook de algemeene kosten aanzienlijk te verlagen tengevolge van mindere personeels-uitgaven, den kostprijs per K . G . zooveel mogelijk omlaag t e brengen.

LANDBOUW 139 De bemesting op de ondernemingen Tjikoempaj en Serpong blijkt steeds meer een succes. ,& ^ ^ ^ ^ ^ d i n 1 9 3 0 o r de eerste m ;ar0p g r o o t e schaal k u n s t m a t i g e zelf- en k r m s b e s t u m n g e n ^ ui gevoerd hetgeen vooral bij eerstgenoemd gewas verre van eenvoudig was. ^ ^ t g e W zijn op 7 ondernemingen ruim 8000 vrouwelijke bloemen b e s t o^ V ^ l u n ^ 200 v r u c h t e n werden verkregen. De vruchtzetting was dus zooals bi] deze kunst-matiee bestuivingen t e verwachten viel, zeer gering (2,à /0).

De k u n s t m a t i g e bestuivingen bij koffie werden verricht op de gouvernements-koffÏondernemingg Bangelan" Bij dit gewas was de b e s t u i v i n g s t e c h n i e k ^ v e e e e n -voudieer- zonder veel moeite werd eene vruchtzetting van bijna 5 °/ verkregen.

De u i f d e kruising van de uitgezochte beste producenten verkregen zaden worden

t e l' ^ ΠS S a l i a g van de marktprijzen bleef de ficus-productie

achter-eD e verdere proeven m e t chemische zuivering van getahpertja tot een vol-komen vuilvrije witte getah leverden een goed resultaat op. Ook het vraagstuk van de extractie van getah uit het doode blad k w a m voor een groot deel hier-mede tot" eene oplossing. D a a r de navraag naar het „ W i t t e " product voldoende b e e k te zijn werd overgegaan tot den bouw van een extractie- en zuivermgs-Sbriek van voldoende capaciteit om de productie van Tjipetir geheel daarin t e k u n n e n verwerken. Deze installatie was aan het eind van het jaar nog m e t geheel gereed Daar het plukken van het blad vóór dat dit geheel afvalt, op de foomen een zeer slechten invloed bleek t e hebben, werd deze oogstwijse ge-staakt De oogst vindt t h a n s plaats vóór den snoei van de boomen n a U S t a a r al n f a r gelang van de qualiteit der aanplanten. Verder wordt al het afgevallen blad, zoodra de extractie-installatie gereed is, hierin verwerkt.

De klapperproductie liep terug eenerzijds doordat de geheele klappercultuur on Kalitelo en een deel der culturen op Bedji ernstig door de Brachartona-kever a L g e t a s t weTden? anderzijds doordat de klapperaanplant t e Kalitelo geleidelijk m kapokaanplanten wordt omgezet. _

De hars- en terpentijnproductie gmg regelmatig door. . . , . , , -, De koffie-oogst op de onderneming Bangelan mislukte vrijwel geheel door de felle droogte in 1929, waardoor de vruchtzetting zeer nadeelig was beïnvloed.

Evenals in vorige jaren, werden ook t h a n s alle producten van s L a n d s Caout-choucbedrijf door tusschenkomst van de Nederlandsche H a n d e l Maatschappij verkocht, deels te B a t a v i a en deels voor aflevering m E u r o p a .

De geheele verkoop in 1930 bedroeg:

Getahpertja (Ester). . . 6 765 E.G. gemiddeld à f 5,11 per K.G. netto f 34 569 Hevearubber 4 047 940 „ „ „ 0,583 „ „ „ 2^ U 9 U 4 Hevearubber (zoolcèpe) 136 651 „ „ ,-, ^ a o „ ,, ^ ^g

Getahpertja (gele) 176 765 „ „ „ 3,987 „ „ M<™

^ « ; : : S A I : S5E : & f ^ n §

« S n : : «ggauint ,, .-,«f 72 • n'-": s

Coca lo42 K.G. „ „ M ^ „ *-w- »

Hars 464294 „ „ , 0,176 „ , „ 81509

EST* 1 . : : : : : :. : 97 SS qfitat : : «Äffi : ***• "_ _^à

Totaal . . . f 3 702 543 De in 1929 ingetreden daling van de rubberprijzen z e t t e zich in 1930 voort naar een tot nog toe ongekend laag peil. „e J- n W r t i i zii

Tn het afgeloopen jaar werden de oude voorraden van de gele getahpertja, zij het tegen S n e v e n d e prijzen, opgeruimd. Voor den nieuwen o o g s t j o n d e n hetere nrfizen worden verkregen, zoodat de productie wederom tot den vollen

onSr ngP kr woTdenVgevoerl Ook voor dritte « ^ g ^ S A S S

goede vraag tegen bevredigende prijzen, zoodat voor 1931 belangrijke contracten konden worden afgesloten.

140 DE ECONOMISCHE TOESTAND.

De klapper- en copraprijzen vertoonden in 1930 eveneens doorloopend een dalende lijn.

De t e A m s t e r d a m liggende restant-voorraad coca van 1542 K . G . werd in zijn geheel verkocht.

Ook de m a r k t voor hars en terpentijn vertoonde een steeds ongunstiger beeld.

Door voortdurende verlaging van den kostprijs, die voor een groot gedeelte uit vrachtkosten bestaat, werd getracht hieraan het hoofd te bieden. Tegen het einde van het jaar werd de zeevracht van dit product vrij aanzienlijk verlaagd.

De zeer geringe koffie-oogst van Bangelan werd, bij den ook voor dit product dalenden marktprijs, tegen een gemiddelden prijs van f 63,343 per quintaal verkocht.

De productiekosten van Hevea-rubber, inclusief alle afschrijvingen en 5,75 % rente over de boekwaarde van het produceerende gedeelte der onder-neming, daalden van 63,1 et. tot 59,1 ct. per K . G . De totaal-kosten franco afvoerhaven daalden van 67,3 et. tot 64,4 et. per K.G. H i e r v a n is 8,8 et. voor rente en 15,1 et. voor afschrijving begrepen, hetgeen t e z a m e n 37,7 % van den kostprijs u i t m a a k t . De kostprijs is door h e t stoppen van de productie in Mei ongunstig beïnvloed.

De kostprijzen van de getahpertja daalden in 1930 aanzienlijk. De productie-kosten (exclusief rente en afschrijving) bedroegen voor de mechanisch bereide getahpertja f 1,48 per K . G . , de rente bedroeg f 0,449 en de afschrijving f 0,68 per K . G . De totaal-kosten franco afvoerhaven bedroegen derhalve f 2,609 per K . G . De productiekosten voor de daaruit bereide gezuiverde getah (witte) bedroegen, exclusief rente en afschrijving, f 2,759 per K.G., de rente f 0,829 en de afschrij-ving f 1,154, dus totaal f 4,742 per K . G .

Aan het einde van 1930 werd een begin gemaakt m e t de extractie van getah-pertja uit het afgevallen blad.

Hierdoor werd eene hoeveelheid van 8,156 K . G . getahpertja verkregen, waar-van de kosten per K . G . , exclusief r e n t e en afschrijving, f 2,717, de rente 'f 0,636 en de afschrijving f 0 876, dus totaal f 4,229 bedroegen.

De uitgaven van het geheele caoutchoucbedrijf bedroegen voor het jaar 1930 f 4 701 036 (in 1929 f 4 630 646), waarvan f 2 445 478 kapitaalsuitgaven (in 1929 f 2 124 775) en f 2 255 557 exploitatie-uitgaven (in 1929 f 2 505 870).

De ontvangsten bedroegen f 3 964 493 (in 1929 f 6 649 926), zoodat het nadeelig saldo bedraagt f 736 542 (in 1929 was er een voordeelig saldo van f 2 019 280).

De waarde van den voorraad aan producten bedroeg aan h e t eind van 1930 f 461 899, tegen f 908 358 bij den aanvang van dat jaar.

Afgeschreven werd een bedrag van f 824 716, waarvan f 770 506 volgens de normaal toegepaste afschrijving, benevens f 54 210 voor extra-afschrijvingen op de Hevea- en klappercultuur.

De berekende rente op de boekwaarde bedroeg f 885 529.

H e t verlies bedroeg in 1930 f 213 041 of 2,5 % van de boekwaarde van het produceerende gedeelte van het bedrijf.

D a a r in de onkostenrekening een aan het L a n d te vergoeden rente van 5,75 % is opgenomen, komt dit er dus op neer, dat aan het L a n d instede van 5,75 % slechts 3,25 % werd uitgekeerd.

b. 's Lands kina- en iheebedrijf. I n 1930 was het 75 jaren geleden, dat door H a s s k a r l en J u n g h u h n in opdracht van het Gouvernement de eerste kina-aan-plantingen in Pengalengan werden tot stand gebracht, en d a a r m e d e de grondslag werd gelegd voor een bloeiend Gouvernements-landbouwbedrijf. Deze invoering van de kinacultuur in Nederlandsch-Indië had plaats m e t een tweeledig doel. I n de eerste plaats wilde m e n t r a c h t e n m e t h e t oog op het gevaar voor uitroeiing van den kinaboom in Zuid-Amerika in de groeiende behoefte aan een onmisbaar geneesmiddel te voorzien door geregelde cultuur van deze plant in Indië zelf.

Verder lag het in de bedoeling, het particulier initiatief voor deze cultuur te winnen en zoodoende clen weg te openen voor een nieuwe groote cultuur in Kederlandsch-Indië.

Mag t h a n s dit tweeledig doel als volkomen bereikt beschouwd worden, het

LANDBOUW 141

:- Ligging

Malabar-gebergte