• No results found

2 949 9 637 527 3 441 7 765 155 1788 672 49 3 554

D e uitvoer van enkele dezer producten uit Bali en Lombok bedroeg in 1930 : aardnoten (gepeld) 3200 ton, gekorven tabak 627 ton. D e prijs v a n tabak was niet slecht, die van aardnoot en kedele daarentegen zeer laag.

I n Zuid-Celebes wordt nogal veel tabak verbouwd in de onderafdeelingen Bone, Wadjo en Soppeng. H e t product wordt meest t o t kerf verwerkt. De uitvoer bedroeg in 1930 221 ton. De a a r d n o t e n c u l t u u r werd hier op de meeste plaatsen ingekrompen.

c. Tuinbouw gewas s en.

Java en Madoera.

Tot de tuinbouwgewassen kan m e n rekenen de cultuur van groenten in engeren zin, van ooft en bloemen, en verder de cultuur van enkele grove groentensoorten als uien, lombok, terong, komkommerachtige vruchten. Als tweede gewas worden voorts in droge streken op vrij uitgebreide schaal semangka en meloen geteeld, terwijl de uitgebreide erven en de woonhuizen meestal eene bonte verzameling nuttige gewassen b e v a t t e n , waarvan alleen een zeer klein gedeelte in het handels-verkeer komt. Met inbegrip van deze erven beslaan de gezamenlijke tuinbouw-gewassen n a rijst en maïs het grootste oppervlak; w a t de waarde betreft n e m e n zij ongetwijfeld eveneens een vooraanstaande p l a a t s in.

V a n zeer vele gewassen zijn weinig bijzonderheden bekend. De landbouw-statistiek geeft oogst en aanplantcijfers van „ g r o e n t e n " , uien en lombok. Gewassen als terong en komkommer, die zeer groote oppervlakten beslaan, zullen meestal onder de groep niet gespecificeerde ,,andere landbouwgewassen" opgenomen worden. De groote, gestadige achteruitgang in h e t oppervlak geoogste „ g r o e n t e n "

(van 27 500 H . A . in 1923 tot 10 700 H . A . in 1.930) is d a n ook niet zuiver te waardeeren, in het bijzonder daar er in de l a a t s t e 10 jaren vele kleine centra van groentencultuur o n t s t a a n zijn, waar m e n kool, wortelen, biet, enz. wellicht als „ a n d e r e g e w a s s e n " vermeldt.

LANDBOUW 121 Omtrent den omvang van de v r u c h t e n p u u r is iets J ^ ^ g ^ * ^ in verschillende streken, zooals de Ommelanden van B a t a U i e » J ^ roean, Malang, Madoera. Bovenden wordt m bep *aldeceatra ^ « £ » ™ g

n r i e ^ S ä r W e s t ^ a v a was de regenval 0 ^ » ^ ^ ™ « ! ^

De oogstrisultaten en ook de pri zen waren over het geheel bet«r dan 1W». tg*

waardoor velen hun abonnement opzegden. nriizen De groentencultuur bij Salatiga maakte goede opbrengsten doch d e f f j

waren nogal laag De groentencultuur bij Jogjakarta — voornamelijk Looi op_sawan f ^ i breidde zich iets uit. De financieele uitkomsten waren bevredigend.

na rijst — bieicicie zien ïeis LUL ,Q 9 Q / i qq.r. w n i t l Tosari met uitzondering De vóórwestmoesson-aanplant 1929/19ÖU was m xosan, i -, ° van de koolsoorten, goed. Het was echter een onvoordeehg jaar tengevolge van slechte priken. He vrachtautotransport naar Pasoeroean en Soerabaja ging sterk achteruit Vooral bladgroenten, die in lagergelegen streken goedkooper kunnen worden geteeld, waren weinig loonend, doch ook van wortelgewassen waren de

^ Ä Ä uien was ^ ^ n g e v e e r ^ e n ^ r o o t ^ h e t ^ ' S à ^ X â t ^ L ^ i ^ \ t E i a a r De geringe **»%»*££

bet eind v S e t jaar de prijzen weer oploopen, zoodat vermoedelijk deze outturn

n U S e re? a U - ne nz a t Ä kde n d e zich speciaal af in de cultuurcentra Cheribon en Brebes.

a Ineaansluiting aan vroegere jaren, was de » ^ ^ » g Ä S ä Ä S mPP=t,P streken was het weer gunstig voor dit gewas. Plaatselijk werd senaae oooi Z o t e t den oostmoesson gemeld, terwijl elders de regens m November den

daUOmt?ent de belangrijke bloementeelt in Batoe en omgeving zijn geen

bijzonder-^ V n o ï d ? Ommelanden van Batavia was 1930 een goed vrucMenbijzonder-^v Per spoJrTerd%3 WO ton vervoerd, tegen 20 000 ton in 1929. Degangga -oogst =

slecht die van doerian en pompelmoes eveneens minder dan 1929, voor ram boetan, t l a k , doekoe e n . s a L was 1930 echter

een^uitstekencJ»-De oogst van mangga m Cheribon was f ^ * ^ ' ^ * ^ ^ IZ lager.

^ A ^ Z r & & t £ ! % S S Ë s S - v r u c h t e n per splor

afgTnejogjakarta was de mangga-oogst vrij goed, door een geslaagden nabloei

^ Ï m t S Ï r g A o o s t - J a v a viel over het algemeen tegen;.uit Madoera werd 500C tonTangga geëxporteerd, voor het overige zijn weinig cijfers bekend weid o()00 ton man g i M a l & n ^ m i n d e r ^ n o r m a a l d o oh de kwahLÏ Ä u e b Z J ï ï vrij goed. De grijzen waren lager. Gomziekte deed

V % f e Ï o r t van pisang uit Banjoewangi naar We^-Austra^ daalde door financieele moeilijkheden in laatstgenoemd land van 217 000 tiossen in 1 9 ^ op 107 000 trossen in 1930.

122 DE ECONOMISCHE TOESTAND.

Buitengewesten.

De kennis van de erfcultuur in de Buitengewesten is slechts zeer fragmenta-risch. Bali is een vruchtenland bij uitnemendheid. Op S u m a t r a zijn plaatselijk kleine centra van cultuur aanwezig, voor welker producten de afzet verzekerd is en die ongetwijfeld in de toekomst verder tot ontwikkeling zullen komen. H e t belangrijkste t u i n b o u w e e n t r u m op S u m a t r a is de Karo-hoogvlakte. I n 1930 werd aan groenten, vruchten en bloemen ( m e t inbegrip echter van aardappelen en aardnoot) eene hoeveelheid van 7750 ton afgevoerd, m e t een verkoopwaarde van

+ 2 millioen gulden. Naar schatting ontvingen de producenten echter niet meer dan f 800 000 van dit bedrag; de rest bestond uit transportkosten of kwam aan den tusschenhandel t e n goede.

Veel last werd ondervonden, vooral in den regentijd, van een bladschimmel op wortelen.

Op Samosir is sinds enkele jaren een goed rendeerende uiencultuur o n t s t a a n . I n de Padangsche Bovenlanden ontwikkelde zich in 1930 als tweede gewas op sawahs een belangrijke koolcultuur.

Op Bali werd van 1500 H . A . uien geoogst; de export uit Bali en Lombok bedroeg 3144 ton.

De uitvoer van Timor-uien bedroeg in 1930 5305 ton, veel minder dan het jaar te voren, waarin 6350 ton werd uitgevoerd.

d. Suiker.

De ondernemingsaanplant van suikerriet over het tijdperk 1929/1930 had aanvankelijk van de droogte in 1929 t e lijden; de westmoesson 1930/1931 had gelukkig een belangrijken invloed ten goede, zoodat de oogstresultaten (2 970 000 ton suiker) ten slotte nog iets beter waren dan die van den aanplant 1928/1929 (2 942 000 ton) ; de gemiddelde opbrengsten in de jaren 1928, 1929 en 1930 be-droegen in kristalwaarde respectievelijk 150,9, 147,0 en 147,9 quintalen suiker per H . A .

Voor Jogjakarta en vooral voor Banjoemas waren de oogstcijfers teleur-stellend.

De aanplant 1930/1931 k w a m door de late oplevering der sawahgronden aan-vankelijk niet op tijd in den grond. De Mei-regens veroorzaakten in verschillende streken overlast van water. Toch werd nog op tijd afgeplant en daar het gewas minder dan andere jaren van ziekten t e lijden had, stond de aanplant er op he't einde van het verslagjaar bevredigend voor.

De aanplant 1929/1930 besloeg 198 632 H . A . , die van 1930/1931 119 908 H . A . De bevolkingsrietcultuur ondervond m e d e den nadeeligen invloed van de lage suikerprijzen: de goela teboe bracht in de productiecentra slechts f 3 tot f 4 , 5 0 per pikol op, w a a r m e d e de verdiensten in deze cultuur wel tot een m i n i m u m zijn teruggeloopen. Werd in 1929 nog van 15 400 H . A . geoogst, in 1930 bedroeg deze oppervlakte nog slechts 13 600 H . A . , terwijl de nieuwe aanplant opnieuw eene sterke vermindering vertoont tot ± 11 500 H . A .

Voor Zuid-Malang wordt gemeld, dat in den rietaanplant veelal maïs als menggewas wordt gekweekt.

H e t Proefstation voor de Javasuikerindustrie t e Pasoeroean m e t zijn onder -afdeeling te Cheribon zette in 1930 evenals het suikerproefstation van de N. V.

Vereenigde Klatensche Cultuurmaatschappij t e Klaten zijn werkzaamheden en onderzoekingen in het belang van de cultuur en fabrikage van suiker voort.

e. Tabak.

De tabakscultuur in Nederlandsch-Indië wordt t e n deele door ondernemingen in eigen beheer gedreven, hetgeen plaats vindt ter Oostkust van S u m a t r a , in de Vorstenlanden en in den Oosthoek van J a v a (Djember en Bondowoso). Voor een ander gedeelte wordt de cultuur door de bevolking beoefend en het tabaksblad geleverd aan ondernemingen, die het tot m a r k t p r o d u c t verwerken (voornamelijk Oosthoek van J a v a , B a n j o e m a s ) . Ten slotte wordt veel tabak door de bevolking

LANDBOUW

123