• No results found

Werkzaamheden eigen aan het beroep & opleiding

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 85-88)

2. FISCALE BEHANDELING VAN AUTEURSRECHTEN NA DE WET VAN 16 JULI 2008

2.2. Materieel toepassingsgebied van de wet van 16 juli 2008

2.2.1. Eerste stap: auteursrechtelijk beschermd werk

2.2.1.4. Geen auteursrechtelijk beschermde werken (?)

2.2.1.4.8. Werkzaamheden eigen aan het beroep & opleiding

147. Op basis van een negatieve rulingaanvraag bleek dat personen die binnen een uitgeverij werken van anderen nalezen en corrigeren, geen toepassing kunnen maken van het gunstregime423. In de voorgestelde verrichting wenste een uitgeverij de zaakvoerders en

werknemers die manuscripten nalezen, feedback geven inzake grammatica, zinswendingen en schrijfstijl en redactie- en correctierondes doen, te vergoeden voor de overdracht van hun auteursrechten. Volgens de commissie zijn deze werkzaamheden echter ‘eigen aan een uitgeverij’ en kunnen de vergoedingen daarvoor niet in aanmerking komen voor artikel 17, §1, 5° WIB 1992 (zie een gelijkaardig oordeel inzake advocaten, randnummer 110 e.v.424). Eveneens voor

420 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2017 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 5.1.1.

421 J. KEUSTERMANS, P. BLOMME en M. FLAMME, Auteursrecht – Capita selecta, Gent, Larcier, 2015, 39-76. 422 Zo zullen er in de constructieplannen voor een landbouwmachine ook keuzes gemaakt moeten worden, net

zoals in een handleiding voor het vastleggen van bedrijfsprocessen of het opstellen van examenvragen. Verschillende ontwerpers of auteurs zouden immers kunnen opteren voor verschillende alternatieven.

423 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2017 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 6.1.2; C. BUYSSE, “Jaarverslag Rulingcommissie : wanneer is een 'backservice premie' aftrekbaar ?”, Fiscoloog 2018, afl. 1581, 7.

Er dient hierbij opgemerkt te worden dat de vergoedingen aan auteurs, die derden zijn ten aanzien van de uitgeverij, wel aanvaard worden als auteursrechten.

424 “De in de overeenkomst opgesomde handelingen die werken zouden zijn waarop hij auteursrecht heeft, zijn

handelingen die kenmerkend zijn voor de professionele activiteit van een advocaat in het algemeen, en die elke advocaat moet geacht worden beroepshalve te kunnen stellen.” Gent (fisc.) (5e k.) 12 maart 2019, nr. 2017/AR/379, Fisc.Koer. 2019, afl. 7, 305; Gent (fisc.) (5e k.) 12 maart 2019, nr. 2017/AR/380, Fisc.Koer. 2019, afl. 7, 305.

74 architecten stelde de rulingcommissie reeds dat: “het opbouwen van knowhow, ervaring en kennis in het uitwerken van specifieke, weliswaar complexe en omvangrijke projecten kadert binnen de

beroepsactiviteiten van de betrokken architecten425” Enerzijds lijkt men dus weigerachtig om het

gunstregime toe te passen op werken die het resultaat zijn van een activiteit eigen aan het beroep. Waarschijnlijk is de veronderstelling hier dat de vergoedingen eerder de prestatie op zich dekken dan de overdracht van auteursrechten. Nochtans, maakt het niet uit dat de stijl, structuur en presentatie van het werk overeenstemmen met wat gewoonlijk door het betreffende beroep wordt gebruikt om te oordelen over de originaliteit van een werk 426.

148. In 2018 bevestigde de rulingcommissie daarentegen dat creatieve bedienden met de functie van ‘editor’ bezig zijn met een creatieve activiteit die een auteursrechtelijk beschermd werk oplevert427. De creatieve tijdsbesteding van een editor wordt zelfs geschat op 50 procent. Hun

werkgever publiceert een krant en professionele nieuwsbrieven, waarbij zij deze eerst nalezen en verbeteren. Het is onduidelijk waarom de DVB in zijn jaarrapport een soortgelijke casus geen groen licht geeft. Het enige verschil tussen beide casussen is dat in het jaarrapport de uitgeverij werken van derden uitgeeft, daar waar in deze casus kranten en nieuwsbrieven intern worden opgesteld door werknemers met de functie van ‘reporter’.

149. Anderzijds vereist de commissie dan wel weer dat de auteur een bepaalde opleiding moet genoten hebben om het werk te maken of dit tot zijn normale beroepswerkzaamheid moet behoren428. Een zaakvoerder van een vennootschap die voedingswaren verkoopt, ontwierp een

nieuw logo en een ‘look & feel’ voor zijn vestigingen. De vennootschap wou hem vergoeden voor de overdracht van de auteursrechten op dit grafisch werk. De commissie merkt echter op dat

425 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2014 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 7.1.7.

426 S. WATELET, “L'originalité à l'épreuve du fisc”, Act.fisc. 2019, afl.13, 4-7. 427 Voorafgaande beslissing nr. 2017.724 d.d. 16.01.2018.

De jobinhoud van een dergelijke "editor" wordt in de (Franstalige) ruling (vrij vertaald) als volgt omschreven : 'Het doel van deze functie is de reporter te begeleiden bij het uitwerken van te behandelen onderwerpen en artikelen, herlezen en verbeteren van de 'draft' die de reporter aflevert. De editor neemt ook deel aan de redactie van de finale versie van het artikel. Hij leest de eerste versies van het artikel na. Hij leest de inhoud, corrigeert de fouten (spelling, leestekens, grammatica, syntaxis) en vergewist zich van de helderheid van hetgeen de reporter schrijft. De editor kan ertoe gebracht worden de 'draft' die de reporter hem aanlevert, geheel of gedeeltelijk te herschrijven om er zodoende voor te zorgen dat het artikel goed verstaanbaar is voor de lezers of om het artikel voor hen meer boeiend te maken [...]'; J. VAN DYCK, “Moeten betaalde auteursrechten nu toch (soms) afgeschreven worden ?”, Fiscoloog 2018, afl. 1582, 1.

428 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2018 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 7.1.1. C. BUYSSE, “Auteursrechten en managementfees: waar struikelde de Rulingcommissie?”, Fiscoloog 2019, afl. 1629, 9.

75 grafisch design niet tot zijn beroepsbezigheden hoort en dat hij daar geen opleiding in heeft genoten. Bovendien heeft de zaakvoerder beroep gedaan op een gespecialiseerd bureau dat de digitalisering van het logo en de (interieur)elementen op basis van zijn concrete aanwijzingen en instructies heeft uitgewerkt. Bijgevolg is de bijdrage van de zaakvoerder onduidelijk en worden de auteursrechtvergoedingen die hij zou ontvangen niet aanvaard. Het is opvallend dat in de ene casus de commissie het gunstregime uitsluit omdat het gaat om werkzaamheden eigen aan de vennootschap en in de andere casus omdat de werkzaamheden niet behoren tot de beroepswerkzaamheden van de belastingplichtige en hij er geen opleiding in genoten heeft. De betrokkenheid van het gespecialiseerd bureau heeft waarschijnlijk de doorslag gegeven. Het is niet omdat de zaakvoerder instructies gaf dat hij de auteursrechthebbende is.

150. Ook uit een andere casus blijkt dat de technische achtergrond van de medewerkers en functievereisten van de profielen een belangrijke rol spelen429. Een vennootschap die projecten

rond psychosociaal welzijn uitvoert, wou haar werknemers vergoeden voor de overdracht van auteursrechten430. De werknemers ontwikkelen online tools op maat van de klanten, meer bepaald

zouden hun activiteiten beschouwd worden als voorbereidende werkzaamheden die leiden tot het ontstaan van software. De commissie is het hier echter niet mee eens: “De inhoudelijke input gestoeld op de deskundigheid van medewerkers die voornamelijk geschoold zijn in bedrijfspsychologie- en sociologie kan niet beschouwd worden als voorbereidend materiaal dat leidt tot de creatie van software.431” De werknemers zijn voornamelijk psychologen en de

rulingcommissie merkt op dat hun diploma- en functievereisten nauwelijks of geen verband houden met de ontwikkeling van IT. Bovendien wordt de effectieve programmering van de tools gedeeltelijk uitbesteed aan externen en worden deze gecreëerd aan de hand van een bestaand – door derden ontwikkeld – softwareprogramma. Om die redenen besluit de commissie dat de taak van de werknemers louter bestaat uit bepalen van de inhoud en het concept van de tools en er geen sprake is van auteursrecht.

429 T. GOEMAERE, “Auteursrechten: wie heeft ze en hoe worden ze belast (met een uitstap naar arbeidsrecht en

sociale zekerheid)?”, onuitg.

430 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2018 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 7.1.1.; C. BUYSSE, “Auteursrechten en managementfees: waar struikelde de Rulingcommissie?”, Fiscoloog 2019, afl. 1629, 9.

431 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2018 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 7.1.1.; C. BUYSSE, “Auteursrechten en managementfees: waar struikelde de Rulingcommissie?”, Fiscoloog 2019, afl. 1629, 9.

76 151. Uit deze casussen lijkt dus te volgen dat de belastingplichtige een juiste opleiding en passende functievereisten moet hebben, die te maken hebben met het ontwikkelen van het werk. In beide casussen speelt echter ook mee dat bepaalde aspecten worden uitbesteed.

152. Toch is de beroepsactiviteit van de belastingplichtige (terecht) blijkbaar niet altijd van belang voor de rulingcommissie. In 2017 werd een positieve ruling afgeleverd voor een brandweerman en een politieagent die op eigen initiatief een computerprogramma hadden ontwikkeld om proactief politiepatrouilles te sturen naar plaatsen waar zich een hartstilstand voordoet432. De

auteurs werden niet geholpen of bijgestaan door een derde partij bij het ontwerpen van het programma (merk het onderscheid op met voorgaande casussen). In de aanvraag wordt opgemerkt dat “hoewel de auteurs geen specifieke computertraining hebben gevolgd, ze hun vaardigheden in het veld hebben ontwikkeld433”. Hun auteursrechtvergoeding wordt bijgevolg

aanvaard als een roerend inkomen in de zin van artikel 17, §1, 5° WIB 1992.

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 85-88)