• No results found

In hoofde van de cedent en licentiegever

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 98-103)

2. FISCALE BEHANDELING VAN AUTEURSRECHTEN NA DE WET VAN 16 JULI 2008

2.2. Materieel toepassingsgebied van de wet van 16 juli 2008

2.2.2. Tweede stap: cessie of concessie van auteursrechten

2.2.2.2. Noodzakelijk van een schriftelijk contract voor de overdracht van auteursrechten?

2.2.2.3.2. In hoofde van de cedent en licentiegever

178. Het fiscale gunstregime voor de (con)cessie van auteursrechten heeft ook een weerslag op de vennootschapsbelasting. Inderdaad, in het kader van dit regime zal de vennootschap zijn werknemers, bedrijfsleiders of zelfstandige medewerkers een vergoeding betalen voor de overdracht van hun auteursrechten. Voor de auteur wordt dit dan belast als een roerend inkomen

489 J. KEUSTERMANS, P. BLOMME en E. D’HAUWE, “Auteursrechten en inkomstenbelastingen Beschouwingen

vanuit de auteursrechtpraktijk”, TFR 2016, afl. 494, 75.

490 J. KEUSTERMANS, P. BLOMME en E. D’HAUWE, “Auteursrechten en inkomstenbelastingen Beschouwingen

vanuit de auteursrechtpraktijk”, TFR 2016, afl. 494, 74.

491 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN, Software, 1 oktober 1995, nr. 138/5, CBN-advies 138/5 –

Software, www.cbn-cnc.be/nl/adviezen/software.

492 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN, Software, 1 oktober 1995, nr. 138/5, CBN-advies 138/5 –

87 in de zin van artikel 17, §1, 5° WIB 1992, maar ook voor de vennootschap heeft dit fiscale implicaties. De vraag is immers of de auteursrechtvergoeding die de vennootschap betaalt onmiddellijk aftrekbaar is als beroepskost in hoofde van deze vennootschap, dan wel of deze moet geactiveerd en afgeschreven worden omdat de verworven auteursrechten bestemd zijn om duurzaam voor de bedrijfsactiviteit van de vennootschap te worden bestemd493.

179. Of er sprake is van een duurzaam gebruik werd tot voor kort zelden in vraag gesteld, maar op 6 november 2017 kwam de Algemene Administratie van de Fiscaliteit plots met circulaire 2017/C/68 betreffende ‘auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de bedrijfsactiviteit’ op de proppen. Nadat de rulingcommissie reeds in een aantal rulings bevestigd had dat de auteursrechtvergoeding die vennootschap betaalt in één keer volledig aftrekbaar was als beroepskost voor het boekjaar waarin deze werkelijk is betaald of gedragen of zij het karakter van zekere en vaststaande schuld heeft verkregen en als zodanig is geboekt494, wou

deze circulaire de aandacht vestigen op de toepassing van een aantal boekhoudkundige en fiscale bepalingen met betrekking tot de verwerving van vermogensrechten. Volgens circulaire 2017/C/68 mag een vennootschap die auteursrechten verwerft van een werknemer, bedrijfsleider of zelfstandige medewerker de vergoeding die zij daarvoor betaalt niet zomaar in één keer als beroepskost in aanmerking nemen495. De vennootschap moet steeds eerst nagaan of de

auteursrechten duurzaam voor de bedrijfsactiviteit worden bestemd. Volgens de circulaire is er sprake van duurzaam gebruik wanneer de vennootschap verwacht dat ze de verworven auteursrechten langer dan één periode (belastbaar tijdperk) voor de bedrijfsactiviteit zal gebruiken496.

180. Wanneer er sprake is van duurzaam gebruik, moeten de verworven auteursrechten overeenkomstig het boekhoudrecht worden geactiveerd onder de vaste activa en vervolgens afgeschreven worden. Meer bepaald horen deze thuis onder de immateriële vaste activa, als ondernemingsmiddelen van onlichamelijke aard die bestemd zijn om duurzaam voor de bedrijfsactiviteit te worden gebruikt en naar verwachting toekomstige economische voordelen

493 T. GOEMAERE, “Auteursrechten: wie heeft ze en hoe worden ze belast (met een uitstap naar arbeidsrecht en

sociale zekerheid)?”, onuitg.

494 Voorafgaande beslissing nr. 2017.456 d.d. 25.10.2017; J. VAN DYCK, “Gooit Hoofdbestuur knuppel in

hoedenhok van de auteursrechten?”, Fiscoloog 2018, afl. 1565, 1.

495 J. VAN DYCK, “Gooit Hoofdbestuur knuppel in hoedenhok van de auteursrechten?”, Fiscoloog 2018, afl. 1565,

1.

496 Circ. 2017/C/68 betreffende auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de

88 voor de onderneming zullen opleveren497. In die rubriek worden onder meer enerzijds de

concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en andere gelijkaardige rechten geboekt waarvan de vennootschap eigenares is en anderzijds de rechten tot exploitatie van octrooien, licenties, merken en andere gelijkaardige rechten die eigendom zijn van derden498. Voorbeelden

hiervan zijn computersoftware en auteursrechten, met inbegrip van de licentie- overeenkomsten499. De auteursrechten moeten gewaardeerd worden tegen de

aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans worden opgenomen, onder aftrek van de afschrijvingen die erop betrekking hebben500. Deze immateriële vaste activa moeten bovendien

worden afgeschreven met vaste annuïteiten waarvan het aantal niet minder dan vijf mag bedragen501. De vergoeding die de vennootschap betaalt bij een duurzaam gebruik, voldoet dus

niet aan de aftrekvoorwaarden van artikel 49 WIB 1992 om deze in één keer in aftrek te nemen.

181. Wanneer de vennootschap ten onrechte de betaalde vergoeding onmiddellijk voor het geheel ten laste legt van het resultaat van het boekjaar of deze op een kortere termijn dan vijf jaar afschrijft, ontstaat er een onderwaardering van de verworven auteursrechten als activabestanddeel. Die onderwaardering wordt fiscaal beschouwd als een onzichtbare reserve, die overeenkomstig artikel 24, eerste lid, 4° WIB 1992 tot de belastbare winst behoort502. Een langere

afschrijvingstermijn is natuurlijk wel mogelijk indien de vennootschap dit wenst503.

182. Sinds circulaire 2017/C/68 onderzoekt de rulingcommissie bijgevolg of de betaalde auteursrechtvergoeding een aftrekbare beroepskost is in de zin van artikel 49 WIB 1992, dan wel als een immaterieel vast actief moet worden aangemerkt. In de praktijk aanvaardt de DVB in de meeste gevallen nog steeds dat de vennootschap de betaalde auteursrechtvergoeding fiscaal in één keer kan aftrekken als beroepskost504. De vennootschap zal namelijk in veel gevallen de

497 Circ. 2017/C/68 betreffende auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de

bedrijfsactiviteit, 6 november 2017, fisconet.be.

498 Art. 3:89, §1, II KB 29 april 2019 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, BS,

30 april 2019.

499 Circ. 2017/C/68 betreffende auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de

bedrijfsactiviteit, 6 november 2017, fisconet.be.

500 Circ. 2017/C/68 betreffende auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de

bedrijfsactiviteit, 6 november 2017, fisconet.be.

501 Art. 63 WIB 1992.

502 Circ. 2017/C/68 betreffende auteursrechten die worden verworven om duurzaam te worden gebruikt voor de

bedrijfsactiviteit, 6 november 2017, fisconet.be.

503 Zo is er in een ruling bijvoorbeeld sprake van afschrijvingen van auteursrechten over een periode van tien

jaar; Voorafgaande beslissing nr. 2019.0784 d.d. 03.12.2019.

504 J. VAN DYCK, “Gooit Hoofdbestuur knuppel in hoedenhok van de auteursrechten?”, Fiscoloog 2018, afl. 1565,

89 auteursrechten niet duurzaam voor haar bedrijfsactiviteit gebruiken. Bijvoorbeeld voor de vergoedingen die een modehuis aan haar stylisten betaalt, bepaalt de commissie dat de auteursrechten niet langer dan één periode zullen worden gebruikt, aangezien de rechten verband houden met kledingcollecties, die elk seizoen worden vernieuwd505. De vergoeding is voor de

vennootschap bijgevolg een volledig aftrekbare beroepskost.

183. Ook wanneer de vennootschap de verworven auteursrechten vrijwel onmiddellijk overdraagt aan haar klanten, wordt doorgaans aanvaard dat de vergoeding in één keer in aftrek mag worden genomen. Ook dan vertonen de auteursrechten immers geen duurzaam karakter. Bijvoorbeeld een softwarebedrijf dat auteursrechten verwerft van haar bedrijfsleiders of werknemers, gebruikt deze niet duurzaam wanneer er onmiddellijk (of toch minstens binnen hetzelfde boekjaar) een doorlicentie is van de auteursrechten naar de klanten506. De vennootschap verbindt er zich dan

ook steeds toe om dit uitdrukkelijk op te nemen in de contracten en facturen507. Verder kan er

voor auteursrechten op maatsoftware moeilijk sprake zijn van een duurzaam gebruik, omdat deze betrekking hebben op werken die bestemd zijn voor een specifieke klant die specifieke computerontwikkelingen vereist die niet voor andere klanten kunnen worden gebruikt508.

Hetzelfde geldt voor auteursrechten die worden verworven door een architectenbureau: ook hier zijn deze niet bestemd om verder duurzaam te worden gebruikt voor de bedrijfsactiviteit. Elk architecturaal project is immers uniek en de door de architecten gecreëerde stukken zijn bestemd voor dat ene project509. De auteursrechten worden dus niet verder geëxploiteerd in het kader van

andere projecten510.

184. Het komt de vennootschap toe aan te tonen dat de werken niet langer dan één jaar zullen worden geëxploiteerd en geen duurzaam karakter hebben511. Voor bovenstaande gevallen

aanvaardt de DVB dat de betaalde auteursrechtvergoedingen in hoofde van de vennootschap in één keer aftrekbaar zijn volgens artikel 49 WIB 1992, omdat de vennootschap eenzelfde werk niet

505 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0337 d.d. 03.07.2018.

506 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0459 d.d. 03.07.2018; Voorafgaande beslissing nr. 2018.0278 d.d.

29.05.2018; Voorafgaande beslissing nr. 2018.0278 d.d. 29.05.2018.

507 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0459 d.d. 03.07.2018; Voorafgaande beslissing nr. 2018.0278 d.d.

29.05.2018; Voorafgaande beslissing nr. 2018.0278 d.d. 29.05.2018.

508 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0388 d.d. 26.06.2018. 509 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0771 d.d. 02.10.2018.

510 “Voor elk project moet men vanaf nul beginnen en worden er dus telkens nieuwe auteursrechten ontwikkeld

door het opstellen van nieuwe, originele schetsen, voorontwerpen, plannen,...”; Voorafgaande beslissing nr. 2018.0771 d.d. 02.10.2018.

511 T. GOEMAERE, “Auteursrechten: wie heeft ze en hoe worden ze belast (met een uitstap naar arbeidsrecht en

90 duurzaam voor de bedrijfsactiviteit gebruikt of de werken niet gedurende verschillende opeenvolgende boekjaren zal exploiteren512.

185. Soms laat de DVB in zijn rulings het zelfs over aan de aanvragers om zelf, afhankelijk van de feitelijke situatie, te beoordelen welke optie van toepassing is513. Ofwel verwacht de vennootschap

dat de werken niet langer dan één periode zullen worden geëxploiteerd en bijgevolg niet duurzaam voor de bedrijfsactiviteit zullen worden gebruikt514. In dat geval is de vergoeding een volledig

aftrekbare beroepskost. Ofwel zijn de door de vennootschap verworven auteursrechten wel bestemd om duurzaam te worden gebruikt, waarbij ze als activabestanddeel op de balans worden opgenomen en vervolgens worden afgeschreven515.

186. Toch zijn er ook enkele recente rulings waarin besloten werd dat de verworven auteursrechten opgenomen moeten worden onder immateriële vaste activa en bijgevolg afgeschreven moeten worden. Wanneer het auteursrechtelijk beschermd werk, bijvoorbeeld software, enkele jaren in zijn huidige vorm op de markt zal aangeboden worden door de vennootschap, is er sprake van een duurzaam karakter516. Zelfs wanneer de inkomsten van de vennootschap bestaan uit

licentievergoedingen, en het auteursrecht op de software dus ook wordt overgedragen aan de klant, kan het dus voorkomen dat de auteursrechten geactiveerd moeten worden. Dit is specifiek het geval voor basissoftware waarop de vennootschap de auteursrechten heeft verworven en zij deze software gedurende meerdere jaren zal exploiteren517. Maar ook wanneer de intellectuele

rechten in geen geval worden overgedragen aan de klanten van de vennootschap, vertegenwoordigen de auteursrechtelijk beschermde werken, in casu software ontwikkeld door medewerkers, een duurzaam karakter518.

512 J. VAN DYCK, “Gooit Hoofdbestuur knuppel in hoedenhok van de auteursrechten?”, Fiscoloog 2018, afl. 1565,

1.

513 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0578 d.d. 24.07.2018. Zie ook: Voorafgaande beslissing nr. 2018.0592 d.d.

17.07.2018.

514 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0578 d.d. 24.07.2018. Zie ook: Voorafgaande beslissing nr. 2018.0592 d.d.

17.07.2018.

515 Voorafgaande beslissing nr. 2018.0578 d.d. 24.07.2018. Zie ook: Voorafgaande beslissing nr. 2018.0592 d.d.

17.07.2018.

516 Voorafgaande beslissing nr. 2019.0869 d.d. 10.12.2019. 517 Voorafgaande beslissing nr. 2019.0784 d.d. 03.12.2019. 518 Voorafgaande beslissing nr. 2019.0045 d.d. 26.02.2019.

91

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 98-103)