• No results found

Bewijslast van auteursrechtelijke bescherming

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 89-91)

2. FISCALE BEHANDELING VAN AUTEURSRECHTEN NA DE WET VAN 16 JULI 2008

2.2. Materieel toepassingsgebied van de wet van 16 juli 2008

2.2.1. Eerste stap: auteursrechtelijk beschermd werk

2.2.1.5. Bewijslast van auteursrechtelijke bescherming

156. In het gemeenrechtelijk auteursrecht dient de titularis van het vermeende auteursrecht de originaliteit van zijn werk aan te tonen en duidelijk te maken welke elementen van het werk origineel zijn440. Dit volgt uit artikel 870 Gerechtelijk Wetboek, dat stelt dat iedere partij het bewijs

moet leveren van de feiten die zij aanvoert441. Dit is ook relevant voor fiscale zaken. De vraag kan

immers gesteld worden hoe de bewijslast van de auteursrechtelijke bescherming in hoofde van de auteur zich verhoudt met de bewijslast in hoofde van de administratie dat de aangegeven inkomsten uit auteursrechten iets anders vergoeden dan de overdracht ervan.

157. In de aangehaalde vonnissen en arresten met betrekking tot de auteursrechtelijke bescherming van geschriften van advocaten wordt gesteld dat de auteur de originaliteit van alle werken waarvan hij meent dat ze auteursrechtelijk beschermd zijn, moet bewijzen, terwijl de administratie zich blijkbaar kan beperken tot het beweren dat het gaat om beroepsinkomsten442.

436 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2017 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 6.1.2.

437 DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN, Jaarverslag 2017 Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken,

ruling.be, punt 6.1.2.

438HvJ (Grote Kamer) 4 oktober 2011, nr. C-403/08, C-429/08, Football Association Premier League e.a. / QC

Leisure e.a.; Murphy / Media Protection Services.

439 L. SALIEN, “Auteursrechten: wat zijn de mogelijkheden anno 2019?” SLIDES, FHS, Brussel, 2019, onuitg.;

recente prefiling, onuitg.

440 Zie o.a. Orb. Antwerpen (afdeling Antwerpen) (18e k.) 14 februari 2019, A/18/288, ICIP 2019, afl. 1, 138. 441 Art. 870 Ger.W.

442 S. WATELET, “L'originalité à l'épreuve du fisc”, Act.fisc. 2019, afl. 13, 4-7.

Zie ook Gent (fisc.) (5e k.) 30 oktober 2018, nr. 2017/AR/769, RABG 2019, afl. 7, 565: “De administratie diende ook niet meer te doen.”

78 Deze benadering is in tegenspraak met rechtspraak over de bewijslast in fiscale zaken (zie randnummer 67). De rechtbank van eerste aanleg te Gent stelt immers dat wanneer de administratie op basis van een redelijke betwisting de auteursrechtelijke bescherming van bepaalde werken in vraag stelt, de belastingplichtige elementen dient voor te leggen waaruit blijkt dat de vergoede werken auteursrechtelijke bescherming genieten. Wanneer de belastingplichtige echter geen enkel (begin van) bewijs voorlegt, kan de administratie worden gevolgd waar zij de aan de belastingplichtige toegekende inkomsten integraal heeft gekwalificeerd als beroepsinkomsten443. Wat een ‘redelijke betwisting’ inhoudt, wordt evenwel niet gedefinieerd444.

Het hof van beroep merkt wel op dat de administratie op basis van eerdere rechtspraak445 terecht

het standpunt kon innemen dat de bedongen vergoeding geen vergoeding was voor overgedragen auteursrechten446.

158. Verder merkt het hof van beroep op dat tegenbewijs niet kan geleverd worden door het citeren van rechtspraak of rechtsleer, noch door zich te steunen op het advies van een eenzijdig geraadpleegde advocaat447. Het bewijs moet immers altijd in concreto geleverd worden met

betrekking tot de werken die de belastingplichtige heeft gemaakt, bijvoorbeeld middels facturen en time-sheets, zonder dat het beroepsgeheim hierdoor zou worden geschonden448. Kortom, het

is aan de belastingplichtige om concreet te bewijzen voor welke werken voldaan is aan de originaliteitsvoorwaarde449. In tegenstelling tot de rechtbank van eerste aanleg te Namen450,

oordeelt GOEMAERE aldus dat de belastingplichtige niet volledig de bewijslast bij de administratie kan leggen451.

443 Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) (burg.) (6e k.) 22 november 2016, nr. 15/2311/A, fisconet.be

444 T. GOEMAERE, “Auteursrechten: wie heeft ze en hoe worden ze belast (met een uitstap naar arbeidsrecht en

sociale zekerheid)?”, onuitg.

445 In casu met betrekking tot een andere medewerker van hetzelfde advocatenkantoor, zie Gent (fisc.) (5e k.) 30

oktober 2018, nr. 2017/AR/769, RABG 2019, afl. 7, 565.

446 Gent (fisc.) (5e k.) 12 maart 2019, nr. 2017/AR/379, Fisc.Koer. 201, afl. 7, 305. 447 Gent (fisc.) (5e k.) 12 maart 2019, nr. 2017/AR/379, Fisc.Koer. 201, afl. 7, 305.

Zie ook Gent (fisc.) (5e k.) 30 oktober 2018, nr. 2017/AR/769, RABG 2019, afl. 7, 565: “Dergelijk bewijs wordt niet geleverd door het citeren van diverse rechtspraak (binnenlandse en voornamelijk buitenlandse), maar zou in concreto en effectief moeten worden aangetoond door de appellanten, en niet door niet concreet ondersteunde veralgemeningen. Hetzelfde geldt voor bepaalde rechtsdoctrinaire standpunten door de appellanten aangehaald. “Er is trouwens ook een hemelsbreed verschil tussen het in bepaalde rechtsleer verdedigde standpunt dat een advocaat auteursrechtelijk beschermde werken kan (!) tot stand brengen, en het standpunt van de appellanten volgens hetwelk een advocaat per definitie auteursrechtelijk werk tot stand brengt.”

448 Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Gent) (burg.) (6e k.) 6 februari 2018, nr. 16/3253/A, fisconet.be. 449 Gent 12 maart 2019, nr. 2017/AR/380, Fisc. Koer. 2019, afl. 7, 305, noot S. THYS

450 Rb. Namen 22 oktober 2014, AR 12/429/A, FJF 2015, afl. 2, 46.

451 T. GOEMAERE, “Auteursrechten: wie heeft ze en hoe worden ze belast (met een uitstap naar arbeidsrecht en

79

2.2.1.6.

Besluit

159. Ten eerste moet er afgetoetst worden of er sprake is van een werk beschermd door het auteursrecht of van een prestatie beschermd door de naburige rechten. Omdat het fiscaal recht hiervoor verwijst naar het gemeenrechtelijk auteursrecht, is het toepassingsgebied van de gunstregeling voor inkomsten uit overgedragen auteursrechten dus zeer ruim – of zou dit toch het geval moeten zijn. Zodra er persoonlijk vorm gegeven wordt aan een geachte op een originele manier, is er sprake van een auteursrechtelijk beschermd werk. Nochtans blijkt dit niet altijd uit de fiscale praktijk. Voor sectoren als IT en publiciteit, waar reeds vele rulings zijn afgeleverd, erkent de DVB redelijk snel het bestaan van een auteursrechtelijk beschermd werk. Eens men een ruling wenst te bekomen buiten deze ‘klassieke’ sectoren, lijkt de DVB echter ten onrechte een zeer strenge toepassing van het originaliteitsbegrip te hanteren452. Uit de negatieve gevallen blijkt

immers dat de argumenten die zij hanteert om de auteursrechtelijke bescherming van een creatie te ontzeggen, vaak weerlegd kunnen worden vanuit het gemeenrechtelijk auteursrecht. Hetzelfde geldt overigens voor de argumenten die fiscale kamers binnen de rechtspraak opwerpen. Bijgevolg ontstaat – op zijn minst binnen de rulingpraktijk – een engere ‘fiscale definitie’ van wat auteursrechtelijk beschermd is, waardoor er grenzen worden gesteld aan het toepassingsgebied van het gunstregime.

160. De DVB neemt aldus een eigen standpunt in over de auteursrechtrechtelijke bescherming van een werk. Nochtans wordt in circulaire nr. 21/2012 benadrukt dat de toepassing van het auteursrecht behoort tot de bevoegdheid van de FOD Economie. Bijgevolg komt het niet toe aan de FOD Financiën om te bepalen of een werk al dan niet onder het toepassingsgebied van het auteursrecht valt. Uiteindelijk zijn het de hoven en rechtbanken die als enige kunnen beslissen of een werk wordt beschermd453.

In document Auteursrecht : een fiscale analyse (pagina 89-91)