• No results found

106.! De termijn van twee jaar waarbinnen, krachtens artikel 1676 van het Burgerlijk Wetboek, de vordering dient te worden ingesteld, is een vervaltermijn.266 Dit heeft tot gevolg dat de verkoper, op straffe van onherroepelijke onontvankelijkheid, de nietigheid van de verkoop uit hoofde van benadeling voor meer dan zeven twaalfden niet meer, zelfs niet meer bij wijze van exceptie267, kan inroepen eens twee jaren verstreken zijn sinds de verkoop.268 Een vervaltermijn onderscheidt zich immers van een verjaringstermijn doordat deze niet verlengd kan worden door stuiting of schorsing (tenzij in geval van overmacht).269

107.! De vervaltermijn, zoals bepaald in artikel 1676 van het Burgerlijk Wetboek, maakt eveneens een procestermijn uit omdat het verstrijken ervan de onontvankelijkheid van de rechtsvordering tot gevolg heeft. Procestermijnen hebben immers tot doel de termijn af te bakenen waarbinnen de partijen het proces dienen te voeren. In dergelijk geval mag, overeenkomstig artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek, een termijn niet

265&H.&DE&PAGE,&Le%problème%de%la%lésion%dans%les%contrats,&Brussel,&Office&de&publicité&S.C.,&1946,&36a&R.&DEKKERS,&

Handboek%burgerlijk%recht,%deel&II,&Brussel,&Bruylant,&1971,&511W512.&&

266&Cass.&7&juni&1951,&Pas.&1951,&I,&683a&Cass.&24&januari&1969,&Pas.&1969,&I,&476a&Brussel&22&december&1965,&Pas.&1967,& II,&1a&K.&VAN&EECKHOORN,&“De&vordering&o.g.v.&benadeling:&is&de&kantmelding&van&deze&vordering&verplicht&en&kan&deze& vordering& worden& ingesteld& bij& verkoop& tegen& lijfrente?”,& AJT% 1999W2000,& 52a& B.& TILLEMAN,& Totstandkoming% en%

kwalificatie% van% de% koop& in& Beginselen% van% Belgisch% privaatrecht,& Antwerpen,& Kluwer,& 2001,& 585a& R.& DEKKERS,& N.&

CARETTE,& G.& BAETEMAN,& A.L.& VERBEKE& en& K.& VANHOVE,& Handboek% burgerlijk% recht,% deel& III,% Verbintenissen,%

bewijsleer,%gebruikelijke%contracten,&Antwerpen,&Intersentia,&2007,&525.&&

267& Het& adagium,& ‘quae% temporalia% sunt% ad% agendum,% perpetua% sunt% ad% excipiendum’,& is& niet& van& toepassing& op& de& vervaltermijn&van&artikel&1676&van&het&Burgerlijk&Wetboek.&Op&grond&van&dit&adagium&kan&de&nietigheid&van&een&nog&niet& uitgevoerde&rechtshandeling&bij&wijze&van&exceptie&worden&ingeroepen&na&het&verstrijken&van&de&verjaringstermijn.&B.& TILLEMAN,&Totstandkoming%en%kwalificatie%van%de%koop&in&Beginselen%van%Belgisch%privaatrecht,&Antwerpen,&Kluwer,& 2001,&586W587.&& 268&H.&DE&PAGE,&Traité%élémentaire%de%droit%civil%belge,&IV,%Principaux%contrats,&Brussel,&Bruylant,&1972,&362W363a&K.&VAN& EECKHOORN,&“De&vordering&o.g.v.&benadeling:&is&de&kantmelding&van&deze&vordering&verplicht&en&kan&deze&vordering& worden&ingesteld&bij&verkoop&tegen&lijfrente?”,&AJT%1999W2000,&52a&E.&SWAENEPOEL,&Toetsing%van%het%contractuele% evenwicht,&Antwerpen,&Intersentia,&2011,&123a&J.&HERBOTS,&M.&VERVOORT&en&S.&VAN&DER&AUWERA,&“Koop”&in&Het% onroerend%goed%in%de%praktijk,&Mechelen,&Kluwer,&2015,&Afl.&273,&II.A.3W14.&& 269&B.&TILLEMAN,&A.L.&VERBEKE&en&V.&SAGAERT,&Vermogensrecht%in%kort%bestek,&Antwerpen,&Intersentia,&2013,&201a& J.&DEL&CORRAL,&“Art.&1676&BW”&in&E.&DIRIX&en&A.&VAN&OEVELEN&(eds.),&Bijzondere%overeenkomsten.%Artikelsgewijze% commentaar%met%overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,&Mechelen,&Wolters&Kluwer,&2017,&3.&&

door de rechter worden verkort of verlengd. Dit verval wordt door de rechter ambtshalve toegepast en hier ligt het verschil met de verjaring. Artikel 2223 van het Burgerlijk Wetboek verbiedt immers de rechter het middel van de verjaring ambtshalve toe te passen. Er kan dan ook worden besloten dat de termijn, zoals bepaald in artikel 1676 van het Burgerlijk Wetboek, een vervaltermijn in de zin van artikel 50 van het Gerechtelijk Wetboek is.270

108.! Een interessante vraag wierp zich op in de rechtspraak. Het Hof van Cassatie diende zich te buigen over de vraag of de eis tot vernietiging van de verkoop van onroerend goed wegens benadeling voor meer dan zeven twaalfden, op straffe van een onherroepelijke onontvankelijkheid van de vordering, dient te worden ingeschreven in de registers van de bewaarder der hypotheken. Meer bepaald schrijft artikel 3 van de Hypotheekwet voor dat een eis strekkende tot vernietiging van de verkoop van onroerend goed op grond van benadeling voor meer dan zeven twaalfden, ingeschreven dient te worden op de kant van de overgeschreven eigendomstitel, waarvan de vernietiging gevorderd wordt. Door middel van deze bijzondere publiciteit worden derden verwittigd dat bepaalde rechten die voortvloeien uit de overgeschreven authentieke eigendomsakte, kunnen worden aangetast, mogelijks kunnen worden vernietigd.271

In eerste geval had het hof van beroep te Brussel op 22 december 1965 een vordering tot vernietiging op grond van benadeling voor meer dan zeven twaalfden onontvankelijk verklaard, omdat de inschrijving en de randmelding van die vordering gebeurd was na verloop van de twee jaar, zoals bepaald in artikel 1676 van het Burgerlijk Wetboek.272 Echter, en terecht mijns inziens, besliste het Hof van Cassatie dat geen enkele wetsbepaling uitdrukkelijk voorschrijft dat de kantmelding van de eis binnen dezelfde termijn dient te gebeuren als de termijn voor de instelling van de eis. Het gebrek aan kantmelding van de vordering binnen de termijn van twee jaar na de koop brengt geen onherroepelijke onontvankelijkheid van de vordering met zich mee. De termijn van twee jaar is de termijn waarbinnen de eis door een dagvaarding dient te worden ingesteld, doch geenszins de termijn waarbinnen de eis overeenkomstig artikel 3 van de Hypotheekwet dient te worden ingeschreven in de registers van de bewaarder der hypotheken.273 Rechtspraak en rechtsleer zijn het er evenwel quasi unaniem over eens dat het verzuim van niet-inschrijving enkel opschortend werkt en

270& B.& TILLEMAN,& Totstandkoming% en% kwalificatie% van% de% koop& in& Beginselen% van% Belgisch% privaatrecht,& Antwerpen,& Kluwer,& 2001,& 587a& J.& DEL& CORRAL,& “Art.& 1676& BW”& in& E.& DIRIX& en& A.& VAN& OEVELEN& (eds.),& Bijzondere%

overeenkomsten.%Artikelsgewijze%commentaar%met%overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,&Mechelen,&Wolters&Kluwer,& 2017,&3.&& 271&Cass.&17&februari&1984,&Arr.Cass.&1983W84,&770.&& 272&Brussel&22&december&1965,&Pas.&1967,&II,&1.&& 273&Cass.&24&januari&1969,&Pas.&1969,&I,&476a&K.&VAN&EECKHOORN,&“De&vordering&o.g.v.&benadeling:&is&de&kantmelding& van&deze&vordering&verplicht&en&kan&deze&vordering&worden&ingesteld&bij&verkoop&tegen&lijfrente?”,&AJT%1999W2000,&52W 53a&B.&TILLEMAN,&A.L.&VERBEKE&en&V.&SAGAERT,&Vermogensrecht%in%kort%bestek,&Antwerpen,&Intersentia,&2013,&201a& J.&HERBOTS,&M.&VERVOORT&en&S.&VAN&DER&AUWERA,&“Koop”&in&Het%onroerend%goed%in%de%praktijk,&Mechelen,&Kluwer,& 2015,&Afl.&273,&II.A.3W15.&&

kan worden hersteld. Stelt de rechtbank ambtshalve274 de miskenning van artikel 3 van de Hypotheek wet vast, dan heeft zulks enkel tot gevolg dat de rechter geen uitspraak mag doen over de vordering zolang de inschrijving op de kant van de overschreven akte niet is verricht. Het betreft een vertragende exceptie, en verplicht de eisende partij (de verkoper) om het verzuim te regulariseren.275