• No results found

§4 Optie 2: Vernietiging van de koop

Afdeling 2. Onrechtmatige bedingen

148.! Laat ons eerst beginnen met de leer van de onrechtmatige bedingen. Een consument geniet in het Belgisch recht van een bescherming wat betreft de inhoud van een overeenkomst, meer bepaald een bescherming tegen onrechtmatige bedingen in een overeenkomst gesloten met een onderneming. Ter rechtvaardiging van deze bescherming wordt uitgegaan van het feit dat een consument, wanneer het aankomt op contractvoorwaarden, weinig ruimte krijgt vanwege een onderneming om enigszins zijn eigen wil op te leggen tijdens de onderhandelingen. Een consument wordt als het ware geconfronteerd met een situatie waarbij impliciet dwang uitgaat vanwege een onderneming en dit minder gunstige contractvoorwaarden tot gevolg kan hebben.358

149.! In Boek VI van het Wetboek van economisch recht zijn in hoofdstuk 6, de artikelen VI.82 t.e.m. VI.87 WER, de regels terug te vinden betreffende de onrechtmatige bedingen.359 Dat deze regels ook van toepassing zijn op overeenkomsten tussen een onderneming en een consument betreffende onroerende goederen is af te leiden uit het feit dat de term ‘product’ gebruikt wordt en dus verwijst naar de definitie uit artikel I.1, 4° WER.

Het is zo dat er in artikel VI.83 WER gewerkt wordt met een zwarte lijst waar bedingen in staan die in elk geval als onrechtmatig dienen te worden beschouwd. In dit geval beschikt de rechter over geen enkele appreciatiebevoegdheid en dient hij de nietigverklaring uit te spreken.360 Als het beding niet terug te vinden is in de zwarte lijst, dient nagegaan te worden of het beding geen kennelijk onevenwicht schept tussen de

358&HvJ&CW240/98,&Océano%Grupo%Editorial%SA/Rocio%Murciano%Quintero,&2000,&randnr.&25.&‘Wat%de%vraag%betreft,%of%een%

rechter% aan% wie% een% geschil% in% verband% met% een% tussen% een% verkoper% en% consument% gesloten% overeenkomst% is% voorgelegd,%ambtshalve%mag%toetsen,%of%een%beding%in%die%overeenkomst%oneerlijk%is,%zij%eraan%herinnerd,%dat%het%door% de%richtlijn%uitgewerkte%beschermingsstelsel%berust%op%de%gedachte,%dat%de%consument%zich%tegenover%de%verkoper%in%een% zwakke% onderhandelingspositie% bevindt% en% over% minder% informatie% dat% deze% beschikt,% wat% ertoe% leidt,% dat% hij% met% de% tevoren%door%de%verkoper%opgestelde%voorwaarden%instemt%zonder%op%de%inhoud%daarvan%invloed%te%kunnen%uitoefenen’.%%

359&Overeenkomstig&artikel&I.8,&22°&WER&is&een&onrechtmatig&beding:&‘elk%beding%of%elke%voorwaarde%in%een%overeenkomst%

tussen% een% onderneming% en% een% consument% die,% alleen% of% in% samenhang% met% een% of% meer% andere% bedingen% of% voorwaarden,% een% kennelijk% onevenwicht% schept% tussen% de% rechten% en% plichten% van% de% partijen% ten% nadele% van% de% consument.’&

360&Voor&een&bespreking&van&de&bedingen&uit&de&zware&lijst&met&toepassing&op&onroerende&goederen,&zie:&J.&BAEL,&“De& impact& van& de& wetgeving& inzake& marktpraktijken& en& bescherming& van& de& consument& op& de& verkoop& van& onroerende& goederen:&het&nieuwe&Boek&VI&van&het&Wetboek&van&economisch&recht”&in&J.&BAEL&(ed.),&Rechtskroniek%voor%het%notarieel%

partijen, zoals volgt uit de artikels I.8, 22° j° VI. 82 WER.361 Meer bepaald is elk beding of elke voorwaarde in een overeenkomst tussen een onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten nadele van een consument onrechtmatig. In artikel VI.82 WER is m.a.w. een algemene toetsingsnorm vervat.362

De rechter beschikt, omtrent de vraag of er sprake is van een kennelijk onevenwicht, over een zekere beoordelingsvrijheid. Hij dient alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het ogenblik van de sluiting van de overeenkomst, in acht te nemen rekening houdend met de aard van het product.363

150.! Op het eerste zicht lijkt deze algemene toetsingsnorm een variant te zijn van de rechtsfiguur van de benadeling voor meer dan zeven twaalfden. Meer bepaald kan men zich de situatie voorstellen waarbij een consument-verkoper van een onroerend goed tijdens de onderhandelingen in het nauw werd verdreven door de onderneming-koper (bv. een bouwpromotor) met tot gevolg dat het onroerend goed voor een te lage prijs werd verkocht. In dergelijke omstandigheden zou de consument-verkoper tien jaar de tijd hebben om een vordering tot vernietiging van dergelijk beding in te stellen.364 Een gegronde vordering heeft de nietigheid van het beding tot gevolg.365 De overeenkomst blijft bindend voor de partijen indien ze zonder het onrechtmatig beding kan voortbestaan, wat onwaarschijnlijk is aangezien de prijs een essentieel element uitmaakt voor de totstandkoming van een overeenkomst.366

Echter dient artikel VI.82, lid 3 WER in acht genomen te worden.367 Overeenkomstig dit artikel kan de beoordeling van het onrechtmatig karakter van bedingen geen betrekking hebben op (i) de bepaling van het

361&Gent&18&februari&2009,&TVV&2009,&47.&Volgens&een&arrest&van&het&hof&van&beroep&van&Gent&van&18&februari&2009&moet& het&onevenwicht&van&dien&aard&zijn&dat&hierover&tussen&redelijke&mensen&geen&verschil&van&mening&kan&bestaan.& 362& J.& CALLEBAUT,& “Marktpraktijken,& consumentenbescherming& en& Woningbouwwet:& enkele& aandachtspunten& toegelicht”,&Not.Fisc.M.&2017,&afl.&8,&232.&& 363&Art.&VI.82,&eerste&lid&WER.&& 364&Voor&de&vordering&tot&nietigverklaring&op&grond&van&Boek&VI&geldt&de&gemeenrechtelijke&verjaringstermijn&van&tien&jaar& (art.&2262bis%van&het&Burgerlijk&Wetboek).&J.&BAEL,&“De&impact&van&de&wetgeving&inzake&marktpraktijken&en&bescherming& van&de&consument&op&de&verkoop&van&onroerende&goederen:&het&nieuwe&Boek&VI&van&het&Wetboek&van&economisch& recht”&in&J.&BAEL&(ed.),&Rechtskroniek%voor%het%notarieel%deel%XXV,&Brugge,&die&Keure,&2014,&146.&& 365&Artikel&VI.84,&§1,&eerste&lid&WER.&& 366&Artikel&VI.84,&§1,&Tweede&lid&WER.&& 367&Artikel&VI.82,&lid&3&WER&bepaalt:&‘de%beoordeling%van%het%onrechtmatige%karakter%van%bedingen%heeft%geen%betrekking% op%de%bepaling%van%het%eigenlijke%voorwerp%van%de%overeenkomst,%noch%op%de%gelijkwaardigheid%van,%enerzijds,%de%prijs% of% vergoeding,% en,% anderzijds,% de% als% tegenprestatie% te% leveren% goederen% of% te% verrichten% diensten,% voor% zover% die% bedingen%duidelijk%en%begrijpelijk%zijn%geformuleerd.”&

eigenlijke voorwerp van de overeenkomst en (ii) op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen.368

Ten eerste dient hieronder te worden verstaan dat bedingen die het voorwerp van de overeenkomst bepalen, i.e. de zogenaamde kernbedingen, niet op hun rechtmatigheid getoetst kunnen worden. Bedingen die de prijs van een prestatie concreet vastleggen (bv. een koopsom) zijn steeds kernbedingen, ongeacht of het de prijs van een hoofdverbintenis of een nevenverbintenis betreft.369

Ten tweede wordt bij de beoordeling van het onrechtmatig karakter van de overeenkomst niet de gelijkwaardigheid van de prestaties nagegaan. De leer van de onrechtmatige bedingen streeft naar een juridische gelijkheid tussen de partijen, meer bepaald naar de gelijkwaardigheid van de contractuele positie, en niet naar een feitelijke gelijkheid. Zo heeft men willen vermijden dat de iustum pretium leer370 de toetsing van de contractuele voorwaarden zou gaan beheersen.371 Concreet heeft dit tot gevolg dat de verkoop van een onroerend goed tegen een te lage prijs niet als onrechtmatig kan worden beschouwd. Een onevenwicht tussen de waarde van het product, in casu een onroerend goed, enerzijds, en de prijs of tegenprestatie anderzijds, kan op zich niet als een onrechtmatig beding worden beschouwd. Voorwaarde is wel dat de bedingen die daarover handelen duidelijk en begrijpelijk werden opgesteld.372

151.! Uit het bovenstaande uiteengezet dient te worden besloten dat de leer van de onrechtmatige bedingen geen variant voorschrijft voor de benadeling voor meer dan zeven twaalfden. In dergelijke gevallen dient de consument terug te vallen op de regels van de klassieke wilsgebreken en de benadeling voor meer dan zeven twaalfden. 368&R.&STEENNOT,&“Art.&VI.82&WER”,&in&J.&STUYCK,&H.&VANHEES&en&E.&WYMEERSCH&(eds.),&HandelsW%en%economisch% recht.%Commentaar%met%overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,&Mechelen,&Kluwer,&2019,&23.&& 369&E.&SWAENEPOEL,&Toetsing%van%het%contractuele%evenwicht,&Antwerpen,&Intersentia,&2011,&495a&R.&STEENNOT,&“Art.& VI.82&WER”,&in&J.&STUYCK,&H.&VANHEES&en&E.&WYMEERSCH&(eds.),&HandelsW%en%economisch%recht.%Commentaar%met% overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,&Mechelen,&Kluwer,&2019,&24.&& 370&Betreft&de&toetsing&van&het&contractueel&evenwicht.&& 371&R.&STEENNOT,&“Art.&VI.82&WER”,&in&J.&STUYCK,&H.&VANHEES&en&E.&WYMEERSCH&(eds.),&HandelsW%en%economisch% recht.%Commentaar%met%overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,&Mechelen,&Kluwer,&2019,&26.&& 372&J.&BAEL,&“De&impact&van&de&wetgeving&inzake&marktpraktijken&en&bescherming&van&de&consument&op&de&verkoop&van& onroerende&goederen:&het&nieuwe&Boek&VI&van&het&Wetboek&van&economisch&recht”&in&J.&BAEL&(ed.),&Rechtskroniek%voor% het%notarieel%deel%XXV,&Brugge,&die&Keure,&2014,&154a&R.&STEENNOT,&“Art.&VI.82&WER”,&in&J.&STUYCK,&H.&VANHEES& en&E.&WYMEERSCH&(eds.),&HandelsW%en%economisch%recht.%Commentaar%met%overzicht%van%rechtspraak%en%rechtsleer,& Mechelen,&Kluwer,&2019,&27.&&