• No results found

Zegen jezelf!

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 160-163)

Ik ontken niet wat er in het fysieke, zichtbare, natuurlijke domein is, maar ik ontken wel, dat het fysieke domein het enige is wat er is. Ik ontken niet dat ik een probleem heb, maar ik ontken wel dat dat p ro-bleem zal winnen. Ik ga dat overwinnen. Ik ga Gods geloof uitspreken!

Zoveel mensen verraden zich met hun eigen tong, zij krijgen wat zij zeggen. Zij spreken gewoon uit wat zij voelen: ‘Ze zeggen dat er een recessie is en iedereen wordt ontslagen. Ik weet zeker dat als er iemand ontslagen wordt, ik er als eerste uitvlieg.’ Als jij zo praat, vervloek je jezelf. ‘Ik kan niks goed doen. Ik heb het gewoon niet. Je snapt het niet.

Het komt door mijn huidskleur. Ik heb geen goede opleiding gehad. Ik kom uit dit nest. Wij woonden aan de verkeerde kant van de spoorlijn.’

Dat zijn allemaal vloeken en jij bent degene die er kracht aan verleend.

Er zijn vele voorbeelden van mensen die het tegen alle verwachtingen in goed hebben gedaan, ongeacht huidskleur, herkomst, woonplaats of sociale omstandigheden.

Vervloek jezelf niet door te zeggen: ‘Het komt door mijn huidskleur dat mensen mij zo behandelen.’ Jij laat dat toe. Jij bent degene die het kracht geeft. Jij hoeft niet op die manier te denken. Zegen jezelf!

Ik zat in de basisopleiding voor het leger in een tijd toen de rassen in Amerika op gespannen voet met elkaar stonden. De regering koos de zijde van de kleurlingen omdat zij zo slecht behandeld waren. Dus elke keer als een blanke woorden of ruzie kreeg met een kleurling, dan kregen de blanken altijd ongelijk. Het was onmogelijk om te winnen.

In mijn kazerne waren we met vijftig mensen — vijfendertig kleurlingen en vijftien blanken. Er brak een rassenrel uit. Zij pikten elke blanke eruit en sloegen net zo lang met het hoofd op het beton tot de afvoer verstopt raakte van het bloed. Ik was de enige blanke die niet aangevallen werd. Dat kwam doordat de kleurling die er de aanstichter van was, in de wereld buiten de kazerne een pooier was.

Onze sergeant-instructeur was goddeloos, en toen hij ontdekte wat het

‘beroep’ was geweest van die kerel, dacht hij: ‘Jou mag ik wel’ en maakte hem hoofd van onze kazerne. Ik had tegen deze kerel gepreekt. Ik was naar hem toe gegaan en had hem verteld: ‘Zo hoor je niet te leven.’ Zijn vader was Baptistenpredikant en hij wist wel beter dan zo te leven. Hij respecteerde mij. Hoewel hij goddeloos was, respecteerde hij mij.

‘God, help mij’

Toen hij en de anderen bij mij kwamen, was ik de laatste blanke die nog niet onderhanden genomen was. Al had ik alle geluk van de wereld gehad, ik was geen vechter. Ik lag alleen op mijn bed en bad: ‘God, help

mij.’ Alle blanke moesten naar de ziekenboeg. Deze kerel kwam, greep mij vast, en trok mij overeind. Toen hij mij zag, herkende hij me en gooide mij terug op mijn bed. Toen ging hij op zijn bed liggen en was het voorbij. God heeft mij beschermd. Ik ben de enige blanke die niet naar de ziekenzaal hoefde.

De kleurlingen op de ernaast gelegen binnenplaats pakten een schop en beukten in op het gezicht van de blanke sergeant-instructeur in opleiding. Dat werd zijn dood. Zij spuugden op mij en deden andere dingen. Dat is wat ik in de basisopleiding meegemaakt heb. Ik vertel dit allemaal, omdat mij meer slechte dingen aangedaan zijn door zwarten, dan wat vele zwarten aangedaan is door blanken. Ik ben niet boos, en ik haat niemand met een andere huidskleur. Ik neem niemand met die huidskleur ook maar iets kwalijk. Je hebt mij dat niet aangedaan. Ik ben er overheen.

Als iemand jou slecht behandeld heeft, stap er dan overheen.

Bevrijd jezelf door ze te vergeven en ga verder met je leven. Je hebt er lang geleden aanstoot aan genomen en je draagt het nog steeds met je mee. Leg het neer. Laat het achter je. Onvergevingsgezindheid en haat geven kracht aan de vloek en stoppen de zegen. Ik ben door anderen soms vreselijk behandeld, maar ik ben niet lichtgeraakt. Ik ben er niet boos over. Ik ben er overheen en ik ben gezegend. Wie kan het wat schelen wat mij is aangedaan? Ik weiger van iemand het slachtoffer te zijn. Jezus heeft mij bevrijd! Ik ben gefocust op de zegen, niet op de vloek. Jij bent degene die de vloek kracht geeft, als je de aanstoot, die jij nam aan het wangedrag tegen jou, niet laat gaan.

Jij kunt niet bepalen wat andere mensen doen. Je kunt alleen jezelf onder controle houden en de meesten van ons kunnen zichzelf op dat gebied nog wel verbeteren (Galaten 5:22-23). Wie kan het wat schelen wat een ander jou heeft aangedaan? Jezus is Degene Die jou bevrijd

heeft. Jij bent gezegend, gezegend, gezegend. God heeft je gezegend en die zegen kan niet ongedaan gemaakt worden! Alleen jij kunt Gods zegen stoppen. Of je nu een man of een vrouw bent, of je nu een opleiding genoten hebt of niet, het maakt niet uit wat jou overkomen is. Jij bent zelf de enige die jou kan beperken als jij gelooft dat je dit of dat niet kan.

Wij moeten beginnen te geloven dat we gezegend zijn. Wij moeten beginnen de zegen kracht te geven door geloof en stoppen met angst te hebben voor de vloek. Laten wij ermee ophouden te vrezen voor wat anderen over ons gezegd hebben en ons aangedaan hebben. Wij moeten gaan wandelen in de zegen van God. Dat is de beste manier om te ontvangen!

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 160-163)