• No results found

De oorspronkelijke krachtbron

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 137-141)

Jezus’ discipelen waren met ontzag vervuld, omdat Jezus tegen de vijgenboom gesproken had (Markus 11:12-14 en 20-21) en hem gedood had. Hij had hem niet aangeraakt. Hij had er geen zout of wat dan ook op gegooid. Als Hij in het natuurlijke, in de voor ons zichtbare wereld, iets gedaan had en de vijgenboom was doodgegaan, dan had niemand daar een probleem mee gehad. Maar het idee dat iemand woorden kon spreken en met zijn woorden een boom kon doden … De meeste mensen denken: ‘Dat is raar.’ Maar Jezus zei tegen Zijn discipelen:

Heb geloof in God. Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt.

Markus11:22-23 Jezus vertelde Zijn discipelen hoe Zijn woorden de vijgenboom hadden gedood. Mensen denken dat dat soort dingen niet werkt. Dat komt omdat zij in hun hart twijfelen. De enige reden waarom er geen bergen bewogen worden, is omdat niemand dat geloof heeft. Toch is dat de kracht die in woorden zit!

Woorden hebben deze fysieke wereld geschapen (Hebreeën 11:3). Woorden zijn de krachtbron. Alles op deze aarde zal reageren op wo orden: jouw lichaam, kanker, blindheid, alles zal reageren op wo orden als je ze in je hart gelooft en niet twijfelt. Dat is de juiste

houding. Woorden zijn machtig, en dit voorbeeld laat ons zien dat God woorden heel serieus neemt.

‘Waag het niet!’

Koning Balak stuurde een groep leiders om Bileam in te huren om de Israëlieten te vervloeken.

Toen gingen de oudsten van Moab en de oudsten van Midian op weg, en zij hadden het waarzeggersloon in hun hand.

En zij kwamen bij Bileam en spraken tot hem de woorden van Balak. Toen zei hij tegen hen: Overnacht hier deze nacht en ik zal verslag aan u uitbrengen zoals de HEERE tot mij spreken zal. Toen bleven de vorsten van Moab bij Bileam. En God kwam tot Bileam en zei: Wie zijn die mannen die bij u zijn? Toen zei Bileam tegen God: Balak, de zoon van Zippor, de koning van Moab, heeft hen naar mij toe gestuurd met het verzoek: Zie, het volk dat uit Egypte getrokken is, heeft het oppervlak van het land bedekt. Kom nu, vervloek het voor mij. Misschien kan ik ertegen strijden en het verdrijven. Toen zei God tegen Bileam:

U mag niet met hen meegaan, u mag dat volk niet vervloeken, want het is gezegend.

Numeri 22:7-12 God neemt vervloekingen serieus! Hij zei: ‘Waag dit niet te doen!’

Hij had kunnen antwoorden: ‘Het maakt niet uit wat je zegt. Doe wat je wilt, want het maakt toch geen verschil.’ Nee, God neemt vervloe-kingen serieus en zei hem het niet te doen.

De volgende morgen stond Bileam op en zei tegen de vo rsten van Balak: Ga naar uw land, want de HEERE weigert mij toe te laten met u mee te gaan. Toen stonden de vorsten

van Moab op en kwamen terug bij Balak. En zij zeiden: Bileam heeft geweigerd met ons mee te gaan.

Numeri 22:13-14 Tot nu toe had Bileam nog niets verkeerds gedaan. Dit was pri j-zenswaardig. Het was een geweldige reactie. Alles was in orde.

Maar Balak ging door met het sturen van vorsten, meer en aanzienlijker dan de eerste. Die kwamen bij Bileam en zeiden tegen hem: Dit zegt Balak, de zoon van Zippor: Laat u er toch niet van weerhouden naar mij toe te komen. Ja, ik zal u met grote eer overladen, en alles wat u tegen mij zegt, zal ik doen.

Maar kom toch, vervloek dit volk voor mij!

Numeri 22:15-17

‘Spreek wat Ik zeg!’

Kijk eens naar Bileams reactie op die tweede groep die Balaks verzoek mededeelde:

Toen antwoordde Bileam en zei tegen de dienaren van Balak:

Al zou Balak mij zijn huis vol zilver en goud geven, ik ben niet in staat het bevel van de HEERE, mijn God, te overtreden om iets te doen, klein of groot.

Numeri 22:18 Dat was nog eens een gaaf antwoord! Tot op dit punt was dat heel goed.

Nu dan, blijft u toch ook deze nacht hier, opdat ik weet wat de HEERE verder tot mij spreken zal. God kwam ‘s nachts tot Bileam en zei tegen hem: Kwamen die mannen soms om u

te ontbieden? Sta op, ga met hen mee, maar u mag alleen dat doen, wat Ik tot u spreken zal.

Numeri 22:19-20 Volgens het Nieuwe Testament had Bileam het loon van de ongerechtigheid lief:

Wee hun, want zij … hebben zich om loon in de dwaling van Bileam gestort … .

Judas 11 Zij hebben de rechte weg verlaten en zijn verdwaald en v olgen de weg van Bileam, de zoon van Beor, die het loon van de ongerechtigheid liefhad.

2 Petrus 2:15 Ook al had Bileam tot op dat punt de juiste dingen gezegd, toch openbaart het Woord dat dit aanbod van geld, positie en eer hem niet onberoerd liet. Nu wilde hij de Israëlieten wel gaan vervloeken om al dat voordeel binnen te halen.

God kwam ‘s nachts tot Bileam en zei tegen hem: Kwamen die mannen soms om u te ontbieden? Sta op, ga met hen mee, maar u mag alleen dat doen, wat Ik tot u spreken zal.

Numeri 22:20 De Heer zei: ‘Oké, Ik zal je laten gaan. Maar zorg dat je alleen spreekt wat Ik zeg!’ Met andere woorden, Hij wilde dat Bileam de Israëlieten zou zegenen in plaats van ze te vervloeken.

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 137-141)