• No results found

Leef vanuit het beste van God

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leef vanuit het beste van God"

Copied!
226
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Leef vanuit het beste van God

door

Andrew Wommack

(3)

Oorspronkelijke Engelse titel:

Living in God’s Best ISBN: 978-1-910984-52-9

Leef vanuit het beste van God Neem geen genoegen met minder ISBN PDF 978-9-083039-38-1

© Andrew Wommack Ministries – Nederland Nikkelstraat 3A, 1411 AB, Naarden, Nederland www.andrewwommack.nl

Ook verkrijgbaar als boekvorm en EPUB in onze webshop.

Ook in andere talen beschikbaar op: www.awme.net

Vertaald en geredigeerd door: J. Hielema, J. Vossen, S. M. van den Top - Altena, J. Peetoom en J. van de Brug.

Met dank aan de medewerking van: G.W. Wessels-Lindhout, C. Aangeenbrug en M. Lamers.

Nederlandse editie © 2020

Productiebegeleiding: J. Peetoom. Vormgeving: Wauw Factory B.V., Zeewolde.

Drukwerkproductie en begeleiding: Quality Dots B.V., Zeewolde. Alle rechten voorbehouden onder de Internationale Wet op de Auteursrechten. De inhoud en/ of buitenkant mag noch geheel, noch gedeeltelijk in enigerlei vorm worden gereproduceerd, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de uitgever.

(4)

1 Van God afhankelijk ... 5

2 Vermijd schulden ... 17

3 Bovennatuurlijke gezondheid ... 27

4 Gods soort liefde ... 35

5 Tot je dood? ... 39

6 Reeds gezegend ... 48

7 Vleselijk ... 59

8 Woorden ... 71

9 Natuurwetten ... 82

10 Manna ... 91

11 Uitgesproken gunst! ... 105

12 Vloek of zegen? ... 115

13 Het is niet van belang ... 126

14 Onomkeerbaar ... 133

15 Geen bezwering ... 145

16 Alleen jij ... 153

17 Verlost ... 165

18 Kies het leven ... 173

19 Vreugde ... 184

20 Hij is niet boos... 191

21 Allerlei kwade praktijken ... 197

22 Groot geloof ... 207

Ontvang Jezus als je Verlosser ... 217

Ontvang de Heilige Geest ... 219

Over de schrijver ... 221

Vertaalde boeken ...222

Charis Bible College Nederland ...223

Contactgegevens ...224

(5)

God keert Zich tegen de hoog- moedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade. Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.

Jacobus 4:6-7

(6)

s

Van God afhankelijk

Toen kwam een Engel van de HEERE. Hij nam plaats onder de eik die bij Ofra is, die aan de Abiëzriet Joas toebehoorde. En zijn zoon Gideon klopte tarwe uit in de wijnpers om die voor de Midianieten te verbergen. Toen verscheen de Engel van de HEERE aan hem en zei tegen hem: De HEERE is met u, strijd- bare held! Maar Gideon zei tegen Hem: Och, mijn heer, als de HEERE met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen? En waar zijn al Zijn wonderen, waarover onze vaderen ons verteld hebben, toen zij zeiden: Heeft de HEERE ons niet uit Egypte doen optrekken? Maar nu heeft de HEERE ons verlaten en ons in de hand van Midian gegeven! Toen wendde de HEERE Zich tot hem en zei: Ga in deze kracht van u, en u zult Israël uit de hand van Midian verlossen. Heb Ik u niet gezonden?

Richteren 6:11-14

I

n de tijd dat Gideon leefde, werden de Israëlieten onderdrukt door de Midianieten, die het land binnenvielen en heel de voedselvoorraad roofden. Gideon was bezig in de wijnpers tarwe te dorsen om dat zo verborgen te houden voor de vijand. Hij bleef uit het zicht en probeerde een beetje graan te vergaren om wat te kunnen eten, toen een engel aan hem verscheen en tegen hem zei: ‘De HEERE is met u, strijdbare held!’

(7)

Maar Gideon antwoordde: ‘Als ik een strijdbare held ben, waar zijn dan al Gods sterke werken waar onze vaderen ons over vertelden? U weet, hoe Hij hen van de Egyptenaren verloste, ons naar dit land bracht en al de andere wonderen verrichtte?’ Sommigen denken dat Gideon de engel tegensprak en eigenlijk zei: ‘Nee, ik geloof U niet. Ik vertrouw U niet.’ Zelf zie ik dat anders. Gideon had gehoord over het miraculeuze begin van de natie Israël en was het beu een ondermaats leven te leiden.

Hij weigerde toe te geven aan de vijanden die Israël dwongen om zo te leven, en was bezig te doen wat hij kon door graan te dorsen. Diep in zijn hart was Gideon de onderdrukking van de vijand beu. Hij had een oprecht verlangen naar een leven vanuit het beste van God. Dus reageerde de engel als volgt: ‘Ga in deze kracht van u, en God zal met u zijn.’ Met andere woorden, de engel beloonde hem eigenlijk, omdat hij meer wilde dan wat het leven hem tot dan toe geboden had.

Een van de eerste stappen die je moet zetten om Gods bovennatuurlijke kracht in je leven aan het werk te zien, is dat je oprecht zegt: ‘Zo wil ik niet meer leven!’ Je zegt met heel je hart: ‘Ik weiger nog langer zo te leven!’

Je zit je tijd te verknoeien!

Heb jij een baan zonder vooruitzichten? Heb je er een hekel aan naar je werk te gaan? Misschien sta je ‘s maandags op en noem je het

‘blauwe’ maandag. Je sleept jezelf de week door omdat je moet werken, maar op vrijdag is het: ‘God-zij-dank-dat-het-vrijdag-is’, want je kunt niet wachten om daar weg te gaan. Waarom leef je zo? Het leven kent geen generale repetitie; dit is het echte werk. Je zit je tijd te verknoeien!

Je hebt ofwel vandaag stappen gezet en bent dichter genaderd tot datgene wat de Heer voor je heeft, of je hebt alleen maar de zoveelste

(8)

dag je tijd verknoeid. Als jij niet geniet van wat je doet, als het je geen kick geeft en het je niet opbouwt en opwinding bezorgt, waarom doe je het dan? Misschien zeg je: ‘Maar Andrew, ik moet toch de kost verdienen.’ Maar ik zeg: ‘Waarom maak je je leven niet kostelijk?’

Weet je waarom je leeft, zoals je leeft? Dat is omdat je het geaccep- teerd hebt. Je loopt alleen maar in de pas en durft niet buiten de lijntjes kleuren, en je doet niet iets wat er echt toe doet. Je laat toe dat het zo loopt.

God heeft jou voor iets bijzonders gemaakt. Hij heeft nog nooit iets gemaakt wat bij het oud vuil thuishoort. Hij heeft nog nooit een mislukkeling gemaakt. God maakt geen middelmatige mensen die de wereld ‘normaal’ zou noemen. Hij heeft elk mens uniek gemaakt en Hij heeft ze gemaakt om verschillende doelen te bereiken. Niet iedereen gaat doen wat ik moet doen; en evenmin zal ik doen wat iemand anders moet doen. God heeft jou bijzonder gemaakt en jouw leven moet mee- tellen. Jij zou enthousiast moeten zijn over jouw leven en over het feit dat jij Gods roeping en bestemming vervult. En toch nemen mensen met minder genoegen.

Hij echter geeft des te meer genade. Daarom zegt de Schrift:

God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade. Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten.

Jakobus 4:6-7 Nederigheid wil zeggen dat je je aan God onderwerpt; je geeft je aan Hem over. Volgens 2 Kronieken 16:9 zoekt de Heer iemand die nederig en aan Hem onderworpen is. Zijn ogen zoeken degene die hongert en verlangt naar Hem, degene die niet tevreden is met dat, waar anderen genoegen mee nemen.

(9)

Onafhankelijk

In zekere zin probeer ik nu een bekeerling te overtuigen. Jij bent dit boek aan het lezen dat geschreven is door een heikneuter uit Texas. Dus jij bent ofwel een fanatiekeling, of dit boek is je door een fanatiekeling aangeraden. Jij bent geen doorsnee iemand. Jij verlangt naar meer. Jij onderwerpt je aan God. In plaats van op televisie naar GTST ofzo te kijken, ben je aan het lezen en aan het overwegen wat ik zeg — wat God zegt — in dit boek.

Nederigheid wil zeggen dat wij ons aan God onderwerpen en aan de duivel weerstand bieden. De duivel vlucht van ons weg wanneer wij dat doen. Helaas onderwerpen de meesten van ons zich niet aan God. Wij bieden geen weerstand aan de duivel; eigenlijk verlenen wij hem onze medewerking, en dikwijls is onze medewerking niet eens opzettelijk.

Wij hebben gewoon niet in de gaten waar wij mee bezig zijn.

Nederigheid houdt in dat wij van God afhankelijk zijn in plaats van onafhankelijk van Hem. Het wil zeggen dat je op de Heer vertrouwt in plaats van op de kracht van je eigen vlees en vermogen. Als je probeert je leven te leiden in je eigen menselijke kracht en inspanning, dan ben je niet nederig en dan onderwerp je je niet aan God.

Dat was het probleem met koning Asa in 2 Kronieken 16:1-6. Het koninkrijk Israël was in twee delen uiteengevallen. De noordelijke tien stammen heetten Israël en de zuidelijke twee Juda. Asa was koning van Juda. De koning van Israël trok tegen hem op en bouwde een stad die Rama heette. De stad nam een strategische plaats in waar zij Juda’s bevoorrading konden blokkeren en de communicatie met elk ander land konden verhinderen. Deze stad was onderdeel van een plan om Juda de nederlaag toe te brengen.

(10)

Het Woord zegt dat koning Asa, toen de koning van Israël Rama uitbouwde en de belegering begon, al het goud, zilver en de schatten die zich in het huis van de Heer bevonden—al Diens rijkdom—nam en naar Benhadad, de koning van Syrië, stuurde met de woorden: ‘Er is een verbond tussen mij en u, tussen mijn vader en uw vader. Trek tegen Israël op.’ Het idee erachter was dat als Israël bezig was oorlog te voeren tegen Syrië, dan zouden ze niet ook nog de strijd kunnen aanbinden met Juda. Benhadad nam alle schatten aan, voldeed aan Asa’s verzoek en viel de koning van Israël aan. Daardoor moest de koning van Israël zijn belegering van Juda opgeven en de bouw van de stad Rama staken.

Wat is daar nu mis mee?

Koning Asa greep deze kans aan en beval heel zijn volk naar Rama te gaan en alle stenen die voor de bouw gebruikt waren, weg te dragen.

Hierdoor werd alles wat de koning van Israël daar aan het doen was, teniet gedaan. Dus kwam het erop neer dat Asa deze strijd won zonder dat hijzelf of iemand onder zijn legereenheden het leven liet, omdat hij de Syriërs inhuurde om Israël in zijn plaats aan te vallen. Op deze manier kwam hij van dit probleem af.

Nu zouden de meeste mensen denken: Wat is daar nu mis mee? Zijn probleem was opgelost. Niemand van de Judeeërs kwam om. Wat kan daar verkeerd aan zijn?

God zag dat anders. In 2 Kronieken 16:7-8 lezen we:

‘In die tijd kwam de ziener Hanani naar Asa, de koning van Juda, en zei tegen hem: Omdat u op de koning van Syrië gesteund hebt, en niet gesteund hebt op de HEERE, uw God, daarom is het leger van de koning van Syrië uit uw hand ontkomen. Hadden de Cusjieten en de Libiërs niet een groot

(11)

leger, met zeer veel strijdwagens en ruiters? Omdat u op de HEERE steunde, heeft Hij hen in uw hand gegeven.’

Houd dit in gedachten terwijl wij terugbladeren en naar een paar verzen in 2 Kronieken 14 kijken, die gaan over de tijd toen Asa voor het eerst aan de macht kwam en zijn regering als koning aanving.

En Asa deed wat goed en juist was in de ogen van de HEERE, zijn God. Hij nam de vreemde altaren en de offerhoogten weg, brak de gewijde stenen in stukken, en hakte de gewijde palen om. Tegen Juda zei hij dat zij de HEERE, de God van hun vaderen, moesten zoeken, en dat zij de wet en het gebod moesten naleven. Verder nam hij uit alle steden van Juda de offerhoogten en de wierookaltaren weg. Het koninkrijk had rust onder hem.

Vervolgens bouwde hij versterkte steden in Juda, omdat het land rust had. Er was in die jaren geen oorlog tegen hem, omdat de HEERE hem rust gaf. Asa zei tegen Juda: Laten wij deze steden bouwen, ze omringen met muren, torens, deuren en grendels, terwijl het land nog open voor ons ligt, want wij heb- ben de HEERE, onze God, gezocht. Wij hebben Hem gezocht, en Hij heeft ons rust van rondom gegeven. Zo begonnen zij te bouwen en zij waren voorspoedig.

2 Kronieken 14:2-7 De vrede en voorspoed van Juda hield direct verband met het feit dat koning Asa de Heer zocht. Dat wordt in de verzen hierboven duidelijk verklaard.

(12)

Hoogmoed

Asa had een leger van driehonderdduizend man uit Juda, die grote schilden en speren droegen, en tweehonderdtachtig- duizend man uit Benjamin, die kleine schilden droegen en de boog spanden. Dit waren allen [580.000 in totaal] strijdbare helden. Zerah, de Cusjiet, trok tegen hen uit met een leger van duizend maal duizend man [een miljoen], en driehonderd strijdwagens, en kwam tot aan Maresa. Toen trok Asa uit, hem tegemoet, en zij stelden zich op voor de strijd in het dal Zefatha, bij Maresa. Toen riep Asa tot de HEERE, zijn God, en zei:

HEERE, U bent de Enige Die kan helpen, hem die geen kracht heeft tegen de machtige. Help ons, HEERE, onze God, want wij steunen op U en in Uw Naam zijn wij gekomen tegen deze troepenmacht. HEERE, U bent onze God, laat geen sterveling tegen U iets kunnen doen.

2 Kronieken 14:8-11 [haken door mij toegevoegd]

God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar aan de nederigen geeft Hij genade ( Jakobus 4:6). Asa vernederde zich en vertrouwde op God: hij had 580.000 soldaten maar hij moest strijden tegen een overmacht van een miljoen. Dat ging ver boven zijn vermogen uit. Dus riep hij uit naar de Heer en zei: ‘Onze ogen zijn op U gericht. Wij zien op naar U. Wij hebben Uw hulp nodig!’ God geeft genade aan de nederigen, maar Hij keert Zich tegen de hoogmoedigen.

Als je alles zelf probeert uit te zoeken, dan verneder je je niet. Je onderwerpt je niet aan God als je het gewoon zelf opknapt. De meeste mensen zouden zulke daden niet als ‘hoogmoed’ bezien of bestempelen, toch is dat precies waar je dan mee te werk gaat. De meeste mensen zien het als ‘hoogmoed’ als iemand zichzelf verhoogt en zich als beter dan

(13)

een ander beschouwt. Maar hoogmoed is — in de kern van de zaak — gewoon op jezelf vertrouwen. Dat is als iemand besluit het gewoon zelf uit te zoeken en het alleen te doen.

Het is belangrijker hoe je er komt

Toen Asa zich vernederde en naar God riep om hulp, schoot Hij te hulp:

Toen trof de HEERE de Cusjieten voor de ogen van Asa en voor de ogen van Juda, zodat de Cusjieten op de vlucht sloegen.

Asa achtervolgde hen, met het volk dat bij hem was, tot aan Gerar, en er vielen er zoveel van de Cusjieten dat er voor hen geen hervatting van de strijd mogelijk was, want zij werden ver- morzeld voor het aangezicht van de HEERE en voor Zijn leger.

Men behaalde een zeer grote buit. En zij versloegen alle steden rondom Gerar, want grote vrees voor de HEERE kwam over hen. Zij plunderden al de steden, omdat zich daarin veel buit bevond. Verder sloegen zij de tenten van de veehouders neer, en voerden in grote hoeveelheid kleinvee en kamelen gevangen weg. Toen keerden zij naar Jeruzalem terug.

2 Kronieken 14:12-15 Dat was het grote leger waarvan sprake is in 2 Kronieken 16:8-9 en die God aan koning Asa uitleverde, toen deze op Hem vertrouwde en Hem aanriep:

Hadden de Cusjieten en de Libiërs niet een groot leger, met zeer veel strijdwagens en ruiters? Omdat u op de HEERE steunde, heeft Hij hen in uw hand gegeven. Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen

(14)

aan hen van wie het hart volkomen is met Hem. U hebt hierin dwaas gehandeld, want vanaf nu zullen oorlogen uw deel zijn.

2 Kronieken 16:8-9 Zie je in waarom koning Asa berispt werd? Toen er een overmacht van twee tegen één tegenover hem stond, had hij op God vertrouwd, en God had hem verlost. Deze keer haalde hij, in plaats van op God te vertrouwen en Hem te volgen en de strijd aan te gaan, de schatten uit de tempel en het paleis en stuurde hij ze naar de koning van Syrië om deze in te huren om tegen Juda’s vijanden te vechten. De Heer zei tegen Asa: ‘Ik was van plan de Israëlieten in je hand te geven en dan had je de Syriërs ook overwonnen. Maar nu heb je een verdrag met de Syriërs gesloten. Niet alleen zijn de Israëlieten aan je ontsnapt, maar de Syriërs ook.’ Gods hele plan voor koning Asa en Juda was doorkruist.

Sommige mensen denken: ‘Nou, koning Asa werd aangevallen. Hij deed wat hij kon om de situatie op te lossen.’ Wat wij moeten begrijpen is dat het om meer gaat dan het bereiken van het gewenste resultaat — belangrijk is hoe je er bent gekomen. Het gaat er niet alleen maar om dat je nood opgelost wordt — heb je op God vertrouwd? Vraag je eens af: heb je dat allemaal door het vlees bereikt, langs de natuurlijke weg?

In Gods ogen is de reis ernaartoe belangrijker dan het bereiken van de bestemming.

Mikken op het beste van God

Zonder het te beseffen hebben velen van ons een middenweg gekozen. Wij hebben gekozen voor de wereldse manier om ons leven richting te geven en problemen het hoofd te bieden. Door dat te doen, hebben wij beperkt wat God in en door ons heen doen kan.

(15)

Let op koning Asa’s reactie toen de profeet Hanani Gods bood- schap bij hem afgeleverd had.

Toen werd Asa zo toornig op de ziener, dat hij hem in de gevangenis zette, want hij was hierover woedend op hem.

Bovendien onderdrukte Asa in die tijd anderen uit het volk.

2 Kronieken 16:10 Asa werd boos op de ziener van de Heer en verwierp hem én Gods boodschap.

Misschien vind je sommige dingen die ik zometeen met je ga delen moeilijk, maar je moet de Heer je hart laten aanraken. Gods ogen zoeken naar degenen met een hart dat Hem totaal toebehoort.

Hij zoekt naar mensen die zich voor Hem willen vernederen. Hij wil jou meer zegenen dan jij gezegend wilt worden. Maar jij hebt diezelfde houding nodig die Gideon had, waarbij je er genoeg van hebt om er beu van te zijn, en je met minder dan het beste van God geen genoegen meer neemt. Er zijn redenen waarom Gods zegen zich niet méér in je leven manifesteert, en dat ligt nooit aan God. In werkelijkheid ligt het altijd aan ons. Dus laten wij niet dezelfde fout maken als koning Asa en boos worden op de boodschapper; amen? Laten wij ons vernederen onder Zijn almachtige hand en Gods boodschap voor ons vandaag in ontvangst nemen.

Laat ik nu, voordat ik aan de details begin, bij voorbaat zeggen dat ik tegen niemand iets heb. Alles waar ik nu de vinger op ga leggen, heb ik zelf gedaan. Maar als God je aanspreekt over iets specifieks, reageer er dan op.

(16)

Genade stroomt

De Heer houdt van je, ongeacht waar jij je bevindt. Zelfs al zoek jij de dingen van God niet, Hij houdt van je. Als sommige van de dingen die ik aan de orde stel, op jou van toepassing zijn, Hij houdt van je. Zijn liefde is onvoorwaardelijk en verandert niet. Maar er kunnen dingen in jouw leven aanwezig zijn, die jouw vermogen om het beste voor jouw leven van Hem te ontvangen in meerdere of mindere mate aantasten.

Jij behoort niet slechts te overleven, je erdoorheen te slaan en maar te proberen dingen te laten werken. Er is echt een verschil tussen hoe God de dingen aanpakt en hoe de wereld dat doet.

Koning Asa bereikte zijn doel. Hij verhinderde dat de koning van Israël die stad bouwde. Dat probleem werd opgelost, maar de oplossing kwam niet tot stand op Gods manier. Daarom vertelt 2 Kronieken 16:9 ons dat hij van toen af aan door oorlogen geplaagd werd.

Nu is het zo dat God mensen onder het Oude Verbond oordeelde en dingen deed die Hij onder het Nieuwe Verbond niet meer doet.

Onder het Nieuwe Verbond heeft Hij het volledige oordeel wat op ons had moeten komen op Jezus gelegd, maar nog steeds blijven onze keuzes niet zonder consequenties. Hoewel God niet Degene is Die ons straft, zal toch wat Hij in ons leven kan doen, belemmerd worden als wij de dingen niet op Zijn manier aanpakken. Wij oogsten nog steeds de gevolgen van onze beslissingen.

Door het winnen van één oorlog haalde koning Asa zich vele oorlo- gen op de hals, die de Heer niet voor hem bestemd had. Wij bereiken misschien ook ons doel, maar pakken wij het op Gods manier en in Gods kracht aan? God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. Genade stroomt naar hen, die zich aan Hem onderwerpen en van Hem afhankelijk zijn.

(17)

en u zult uitsluitend omhoog gaan en niet omlaag, als u gehoor- zaam bent aan de geboden van de HEERE, uw God, waarvan ik u heden gebied dat u ze in acht neemt en houdt,…

Deuteronomium 28:13

(18)

s

Vermijd schulden

De HEERE zal voor u Zijn rijke schatkamer, de hemel, openen, door uw land regen te geven op zijn tijd en door al het werk van uw handen te zegenen. U zult aan vele volken uitlenen, maar u zult zelf niet hoeven te lenen.

Deuteronomium 28:12

W

ist je dat uitlenen en niet van iemand lenen, het beste van God is? De doorsnee Amerikaan voelt er zich niet ongemakkelijk bij als hij schulden maakt, en toch vragen wij ons af waarom wij niet gezegend zijn. Als je een hypotheek op een huis neemt, dan betaal je er minstens twee—misschien zelfs drie keer—voor. Stel dat je een huis koopt voor $500,000. Tegen de tijd dat je het met alle rente afbetaald hebt, kost het je anderhalf miljoen. Voel je je al ongemakkelijk worden? Als jij schulden hebt, wil dat niet zeggen dat God boos op je is. Ik zeg dus niet dat je dan zondigt. Maar de gemiddelde Amerikaan beschouwt schuldenvrij zijn niet als iets goeds. Zij vinden het prima als zij schulden hebben, en dat is een houding die God beperkt. Die houding blokkeert het beste van God voor ons om zich te manifesteren in ons leven, want wij doen dingen niet op Zijn manier wat betreft het lenen van en aan iemand, wij zitten er niet mee dat wij schulden maken.

(19)

Veel mensen hebben credit cards die helemaal besteed zijn. Zelfs als zij de schuld die op hun credit cards staan al zouden afbetalen, zouden ze zich gewoon omdraaien en de credit cards opnieuw gebruiken om zo hun levensstijl uit te breiden en weer iets nieuws te kopen. Als zij de loterij zouden winnen, zouden zij alleen maar meer kopen en uit- eindelijk weer terechtkomen in dezelfde positie waar zij nu zitten — of erger. Zij gebruiken hun krediet tot het uiterste. Als zij nu in een huis van een miljoen wonen en dan de loterij winnen, zouden zij een huis van 10 miljoen gaan kopen, een jacht en nog veel meer. De statistieken wijzen uit dat loterijwinnaars na verloop van tijd in precies dezelfde omstandigheid eindigen als waar zij waren voordat zij die wonnen. Zij mikken niet op het beste van God!

Nogmaals, als dat over jou gaat, er is geen veroordeling. God houdt van je en ik ook, en dat is de reden waarom ik je de waarheid vertel (Galaten 4:16). Het huidige Westerse systeem heeft alles beschikbaar gemaakt via leningen, en zo lang jij kunt tolereren dat je in schulden leeft, kom je er ook nooit vanaf. Als jij je in deze positie bevindt, voel je er dan niet beschaamd of verdrietig over en laat je er ook niet door ontmoedigen. Erken in plaats daarvan hoe je ervoor staat, verneder jezelf, en vertrouw erop dat God je zal leiden in de richting van het beste van Hem.

Een denkwijze

Nu zullen de meeste zakenmensen je vertellen dat er een verschil is tussen het hebben van goede of slechte schulden. Zij zullen zeggen dat er niets mis mee is als je schulden maakt op dingen die in waarde toenemen, zoals een huis, een investering of iets anders wat inkomsten genereert. Maar in Romeinen 13:8 staat: ‘Wees niemand iets schuldig

(20)

dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.’

Persoonlijk geloof ik dat als het Woord zegt: ‘wees niemand iets schuldig...’, dat dat dan duidelijk het beste van God weergeeft, maar ik ga niet in discussie met iemand die gelooft dat het oké is schulden te maken op iets wat in waarde stijgt. Het punt wat ik hier wil maken, is dat de meeste dingen waar wij ons geld aan uitgeven of schulden voor maken, juist dingen zijn die in waarde afnemen — dingen die na ver- loop van tijd in waarde dalen. Als iemand bijvoorbeeld een nieuwe auto koopt voor $40,000, dan is die auto zodra ze vijf of tien minuten later van het terrein van de dealer afrijden, nog maar $30,000 waard. Het is een aankoop die in waarde daalt. Hij zal nooit méér waard worden. Dat geldt voor de meeste dingen die wij kopen. Wij steken er ons voor in de schulden en dan vragen wij ons af waarom wij niet in het beste van God leven.

Je zult nooit voorspoed kennen als je denkt in termen van schulden maken. Jij moet van die destructieve, beperkende denkwijze af. God kijkt, terwijl jij dit zit te lezen, naar je hart. Hij vraagt: ‘Hoe ga je hierop reageren?’ Blijf je de zogenaamde ‘Amerikaanse droom’ najagen en proberen alles te krijgen wat je krijgen kunt, om daar vervolgens krampachtig aan vast te houden? Er is iets beters dan dat — het beste van God. Maar de meeste mensen weten niet eens van het bestaan van het beste van God, laat staan dat het hun doel is om te leven vanuit het beste van God.

Mijn vrouw Jamie en ik hebben ooit een huis gekocht en maak- ten toen schulden. Wij hebben mijn lening met overheidsgarantie daarvoor gebruikt. God verafschuwde ons niet en wij hielden van Hem. Wij gebruikten die lening en — om een lang verhaal kort te

(21)

maken — betaalden hem in vijftien jaar af. Meer dan tien jaar geleden waren wij van onze schuld af. Dat is nu lang geleden.

Een wissel trekken op je toekomst!

Jamie en ik betalen al onze auto’s contant. Stel dat je voor minder geld een kwalitatief goede auto koopt in plaats van een luxueuze, dan zou je het geld dat je aan de autolening uitgeeft opzij kunnen zetten.

Binnen vier jaar tijd kun je dan schuldenvrij een auto kopen en niet al dat geld verkwisten aan de rente op de lening. Als je bereid zou zijn niet in het nieuwste of beste model te rijden, kun je binnenkort je auto’s contant betalen. En ben je vanwege de rente niet twee of drie keer aan het betalen voor die auto.

Ik zie van die tv-reclames die leningen met een looptijd van vijf of zelfs zes jaar als lokkertje gebruiken. De meeste auto’s gaan niet eens zo lang mee. Tegen de tijd dat de auto niet meer nieuw ruikt of je hem door een ongeluk beschadigd hebt, ben je hem zat. Ik wed dat je meest al geen vijf of zes jaar met een auto rijdt. Zelfs als je dat doet, kom je er bedrogen mee uit omdat de waarde zo is afgenomen dat die niet meer opweegt tegen de nog openstaande lening. Toch neem je het verschil in waarde mee naar de volgende autolening en dan vraag je je af, waarom het beste van God niet in je financiën weerspiegeld wordt.

Dat komt omdat je niet naar het beste van Hem verlangt. Je neemt genoegen met de bevrediging van het moment. Het geeft je tijdelijk misschien voldoening, maar je trekt een wissel op je toekomst!

Dat is wat er zich hier in Amerika op nationaal niveau afspeelt.

Wij zijn bezig een enorm gat voor onszelf te graven. Onze nationale schuld loopt zo torenhoog op dat het twijfelachtig is of wijzelf of onze kinderen die schuld ooit zullen kunnen afbetalen. Het is onrealistisch

(22)

te denken dat wij dat jaar na jaar kunnen blijven doen en dat andere landen aan ons blijven lenen en met ons bevriend willen blijven. Vroeg of laat zal iemand de stekker eruit trekken. Iemand zal zijn geld komen opeisen en dan stort het hele zaakje als een kaartenhuis in elkaar.

Noch regeringen noch individuen kunnen die levenswijze eindeloos volhouden, vroeg of laat zal onze schuld ons inhalen. Iedereen die leeft met een schulden mentaliteit maakt deel uit van het probleem. Het is verkeerd en wij streven het beste van God niet na!

De meeste mensen vinden krediet gewoon fantastisch. In plaats van jaren te moeten wachten om een fatsoenlijke auto te kunnen kopen, kun je hem nu meteen hebben! Wat de kredietverstrekkers er niet bij vertellen, is dat je er door al die rente ruim het dubbele voor betaalt. Je leven komt op zijn kop te staan en je creëert zoveel problemen, dat je misschien wel twee of drie banen moet aannemen om ervoor te kunnen betalen. Vroeger konden vrouwen thuisblijven en de kinderen op- voeden. Nu moeten beide echtelieden werken omdat wij op krediet in een huis wonen en in een auto rijden en dingen kopen die meer kosten dan wij ons kunnen permitteren. Dus besteden wij onze kinderen uit aan anderen en vragen ons af waarom wij problemen hebben.

Ik zeg niet dat je van de duivel bent als jij je nu in een dergelijke situatie bevindt. Wij hebben zelf ooit schulden gehad in onze bediening.

Een tijdje geleden hebben wij een lening van $3.2 miljoen genomen om een gebouw in Colorado Springs te kopen. Bovendien moest het gebouw in kwestie voor nog eens $3.2 miljoen gerenoveerd worden voordat het voor ons bruikbaar was. Ik probeerde er een lening voor te krijgen, maar die werd voortdurend uitgesteld. De bank bleef maar zeggen: ‘Volgende week heb je je geld … Volgende week krijg je je geld

… .’ Negen maanden later gingen wij met de bankier aan tafel en hij zei: ‘Het is nu te lang geleden, we vragen een nieuwe taxatie aan. We

(23)

beginnen het proces van voren af aan.’ Ik hoorde ze in gedachten al weer negen maanden lang zeggen: ‘De volgende week … .’

‘Te laat’

Ik zei tegen de bankier: ‘Nee, ik ga hiervoor bidden.’ Dat had ik helemaal in het begin al moeten doen, maar dat had ik verzuimd.

Dus nam ik de tijd om er ernstig in tongen over te bidden. De Bijbel zegt dat als wij in tongen bidden, dan bidt onze geest (1 Korinthe 14:14). Er staat ook dat je kunt bidden om een uitleg, en dat deed ik, en God herinnerde mij aan een profetie die eerder uitgesproken was.

Dat profetische woord ging over onze groei en er werd in gezegd: ‘Je hoeft geen lening op te nemen voor de uitbreiding van de bediening, want je hebt een bank.’ Toen dat uitgesproken werd, dacht ik: ‘Wat voor bank heb ik dan?’ De broeder die aan het profeteren was, ging verder en zei: ‘Jouw partners zijn je bank. Je gaat dit schuldenvrij doen.’

De Heer herinnerde mij aan deze specifieke profetie toen ik in gebed was vanwege die lening die maar uitgesteld werd. Dus besloot ik: geen schulden meer!

In de mate waarin onze bediening indertijd geld ontving en gezien het bedrag dat wij al gespaard hadden, redeneerde ik dat het meer dan honderd jaar zou gaan duren voordat wij die $3.2 miljoen bij elkaar zouden hebben. Maar er was in onze Bijbelschool geen enkele ruimte meer over, dus er moest nu een oplossing komen. De bediening barstte zowat uit haar voegen. Wij stonden voor een ramp, als wij dat nieuwe gebouw niet snel konden kopen en renoveren. Maar ik had het gevoel dat God tot mij sprak, dus nam ik het besluit om het beste van God te ontvangen. Ik verklaarde: ‘Al bieden ze me heel de som die ik nodig heb, morgen aan, ik neem het niet aan.’ En raad eens. De volgende dag kwam de bankier naar mij toe en zei: ‘Je hebt geen $3.2 miljoen

(24)

nodig — wij denken dat je $4 miljoen nodig hebt. Wij hebben nu de toestemming je $4 miljoen te lenen.’ Ik antwoordde: ‘Te laat,’ en ik wei- gerde de lening. Wij legden ons erop toe om dat project schuldenvrij te ondernemen. Het duurde ruim veertien maanden, maar het geld kwam binnen en wij rondden de renovatie schuldenvrij af. Glorie voor Jezus!

Toen sprak de Heer tot mij dat wij naar Woodland Park in Colorado moesten verhuizen en een Bijbelschoolcampus moesten starten. Wij zouden er plaats bieden aan zoveel mogelijk mensen om aan hen levensveranderende training te geven om de wereld te bereiken. Dus hebben wij dit nieuwe gebouw neergezet in Woodland Park dat wij The Sanctuary (De Tempel) noemen. Wij zien nu al hele landen veran- deren! De eerste fase kostte $32 miljoen en omvatte de aankoop van het perceel, de infrastructuur, de architectenhonoraria en de aanbouw van het eerste gebouw met een oppervlakte van meer dan 6.600 m2 dat wij The Barn (De Schuur) gedoopt hebben. Dat is allemaal schuldenvrij tot stand gebracht. Halleluja!

Tijdens het schrijven van dit boek bevindt de aanbouw van ons tweede gebouw zich in een vergevorderd stadium. Er is ook grote behoefte aan een parkeergarage en ook die plannen liggen op uitvoe- ring te wachten. Er is parkeergelegenheid voorzien voor 1.085 auto’s.

Dat tweede gebouw, The Auditorium (De Aula), wordt meer dan twee keer zo groot als The Barn. Tot nu toe hebben we al $27 miljoen in dit project geïnvesteerd. We zijn zo ongeveer op de helft en we zijn van plan alles schuldenvrij te realiseren.

Andrew Wommack Ministries heeft ruim 400 medewerkers in dienst in kantoren in Colorado Springs en Woodland Park. Het onroerend goed The Sanctuary, dat net buiten de stad ligt, heeft een oppervlakte van bijna 64 ha. . Het biedt een prachtig onbelemmerd uitzicht op Pikes Peak. In 2016 zijn de activa van de bediening op

(25)

deze twee locaties geschat op meer dan $50miljoen. Ja, wij zouden nu gemakkelijk geld kunnen lenen, maar ik mik op het beste van God!

Het is bovennatuurlijk!

Een van de redenen waarom mensen het beste van God niet ont- vangen is, omdat zij ook zonder kunnen leven. Het lukt de meeste mensen om met schulden te leven. Zij hebben zich daaraan aangepast, en zij tillen er niet zwaar aan.

Kort geleden sprak ik de burgemeester van Woodland Park. Zijn commentaar was: ‘Kijk dat allemaal eens. Kijk eens wat je voor elkaar hebt gekregen. Jij moet wel een hoop geld hebben gehad!’

Ik reageerde met: ‘Eigenlijk, burgemeester, heb ik niets. Ik heb op dit moment geen geld, maar het komt allemaal binnen. Wacht maar eens af; als ik het nodig heb, is het er.’ Hij was gechoqueerd dat wij zo’n groot project ondernamen zonder miljoenen op de bank te hebben. Het staat nu niet op mijn rekening, maar het komt er. Ik vertrouw God. Ik geloof dat de ogen van de Heer over de hele aarde rondgaan en Hij zegt: ‘Kijk, daar heb je Andrew. Hij vertrouwt Mij. Ik ga Mij krachtig aan hem bewijzen.’ (2 Kronieken 16:9) Met als gevolg dat ik al meer dan 60 miljoen heb uitgegeven aan die gebouwen, zonder ook maar één dollar te lenen. En dat alles doen wij bovenop het binnen halen van de miljoen dollar, die wij elke maand nodig hebben om onze rekening voor radio en tv te betalen. Op dit moment hebben wereldwijd een potentieel van 3,2 miljard mensen via tv- of radio-uitzendingen toegang tot onze boodschap. Het kost een hoop geld om dat te doen! Onze loonkosten bedragen elke maand ook meer dan $1 miljoen. Kort geleden belden op één dag rond de 3000 mensen ons kantoor — en dat was alleen nog maar naar onze locatie in de V.S! Er zijn nu vijftien AWM kantoren

(26)

en meer dan 120 medewerkers buiten de V.S. En behalve dat geven wij nog steeds veel van ons lesmateriaal gewoon gratis weg. Probeer maar eens uit te zoeken hoe dit kan. Het is bovennatuurlijk!

Een van de redenen waarom jij niet het beste van God ontvangt, is omdat je er niet echt naar verlangt. Jij wilt het effect wel — geen schulden hebben — maar je bent niet bereid God te vertrouwen. Het kost je teveel moeite om van Hem afhankelijk te zijn en het is veel makkelijker om dan maar een lening te nemen. Ik wil je niet kwetsen.

Ik wil alleen je manier van denken op een hoger niveau brengen en je oog op iets beters richten. Zo lang jij ermee kunt leven dat de schulden je tot aan de lippen staan, zul je er niet vanaf komen. Zolang het voor jou ‘normaal’ is twee tot drie keer meer voor alles wat je hebt te betalen, zul je het beste wat God voor je leven heeft niet zien. Denk daar eens over na — wat zou je kunnen doen met alle rente die je al betaald hebt?

Een goede en een verkeerde manier

Mijn vrouw en ik hebben al meer dan tien jaar geen schulden meer.

Er is niet veel geld nodig om van te leven als je niet van alles hoeft af te betalen. Hoeveel druk zou er wegvallen, hoeveel stress zou er verdwij- nen als je zonder schuld kon leven? Wat een geweldige stand van zaken zou dat zijn als je geen rente hoefde te betalen. Het zou een grote schok voor je zijn om te ontdekken hoe eenvoudig en vrij je dan kunt leven.

Wij zeggen dat wij het beste van God willen, maar als dat zo is, waarom blijven we dan dingen doen, die ingaan tegen de instructies, die Hij ons gegeven heeft? Als wij er echt naar verlangen het beste van God te ontvangen, zullen wij ons aan de Heer moeten onderwerpen en schulden vermijden. Er zijn meer gebieden waarop deze waarheid toegepast kan worden, maar dit is een hele belangrijke. Wij moeten

(27)

leren ons te verzetten tegen de gemakkelijke manier om dingen te kopen.

De leenmarkt maakt gebruik van de klassieke lokaasreclame. De tv-reclames zeggen: ‘Koop dit nu, dan spaar je geld uit!’ (Als je geen schulden had, zou je veel meer kunnen uitsparen dan zij je beloven.) Ze vragen van je, dat je je nog meer in de schulden steekt, terwijl zij zelf zwemmen in het geld, door alle rente die jij hun betaalt. Op de een of andere manier overtuigen zij je ervan dat schulden maken je geld

‘bespaart’. Je spaart geen sikkepit. Je wordt uitgezogen!

Misschien woon je in een heel mooi huis en rijd je in een sjieke auto.

Je hebt wellicht een hoop mooie spullen — veel meer dan ik heb. Maar heb je dat allemaal op Gods manier vergaard? Slaap je ‘s nachts goed?

Of leef je onder de voortdurende druk van je financiële verplichtingen?

Het gaat niet alleen om de vraag: ‘Kan ik dit of dat aanschaffen?’ Er is een goede manier om voorspoed te hebben en een verkeerde.

Asa overwon in de strijd, maar hij werd berispt omdat hij het niet op Gods manier aanpakte. De Heer had wat beters voor hem klaarliggen.

Als Asa had gehoorzaamd, had hij niet alleen de koning van Israël kunnen verslaan maar ook de koning van Syrië. Hij had gewonnen — met een grote buit, in plaats van al zijn bezittingen en de vrede kwijt te raken (2 Kronieken 16:1-10).

Laten wij ons vernederen en schulden weerstaan. Laten wij op God vertrouwen, en het beste van Hem ontvangen!

(28)

s

Bovennatuurlijke gezondheid

En zie, de geschiedenis van Asa, van het begin tot het einde, zie, die is beschreven in het boek van de koningen van Juda en Israël. Asa werd in het negenendertigste jaar van zijn regering ziek aan zijn voeten. Zijn ziekte was heel ernstig. Desondanks zocht hij in zijn ziekte niet de HEERE, maar de geneesheren.

2 Kronieken 16:11-12

A

sa dacht er niet aan eerst naar de Heer te gaan voordat hij de geneesheren raadpleegde. Velen van ons doen vandaag de dag hetzelfde. Het zit ingebakken in onze cultuur dat wij, als wij met ziekte geconfronteerd worden, allereerst naar de dokter behoren te gaan, en ons verlaten op medicijnen of een operatie ondergaan. Gods aangezicht zoeken is het laatste waar wij aan denken — als dat al in ons opkomt. Veel mensen denken dat God en dokters hetzelfde zijn. Dat is niet zo.

Ben ik tegen dokters? Nee, dat ben ik niet. En evenmin tegen bankiers. Ik zeg alleen dat wij uitsluitend op ze moeten vertrouwen nadat wij gebeden hebben en de Heer ons op die weg geleid heeft.

Maar de oplossing waar de meeste mensen altijd, zonder uitzondering, het eerste naar grijpen, is dat zij alle menselijke wegen bewandelen en

(29)

menselijke bronnen aanspreken, en zich pas tot God wenden wanneer de situatie het menselijke vermogen te boven gaat.

Asa zocht de Heer niet en vertrouwde niet op Zijn Goddelijke kracht en bekwaamheid. In plaats daarvan zocht hij hulp bij de geneesheren en vertrouwde op menselijke kracht en vermogen. God heeft dat in Zijn Woord laten opschrijven om ons te waarschuwen (1 Korinthe 10:11). Het is de zoveelste aanwijzing dat Asa de dingen op zijn eigen manier deed in plaats van op God te vertrouwen.

Vriend, je moet leren op God te vertrouwen, zelfs voor je gezondheid.

Zij maken fouten

Recent is een van onze Charis Bible College studenten naar een dokter hier in de buurt van Woodland Park geweest en heeft hem naar verluid tegengesproken. De dokter in kwestie is zelf christen en hij zocht mij op om over het voorval te praten. In plaats van veront- waardigd te zijn en ons te bekritiseren, zei hij: ‘Ik wil erachter komen wat jullie geloven.’

Wij zijn ervoor gaan zitten om erover te praten en ik vertelde hem: ‘Ik ben niet tegen dokters. Als jullie dokters er niet waren, dan zouden de meeste christenen dood zijn omdat zij God niet geloven.

Ik ben niet tegen u of uw vakbroeders. Waar ik op tegen ben, is dat veel dokters doen alsof zij God zijn. Er komt bijvoorbeeld een man op spreekuur en de dokter vertelt hem dat hij zoiets als kanker heeft en dat hij gaat sterven. Maar als de patiënt reageert van: ‘Nee, ik geloof in God’, dan maken sommige van uw collega’s hem belachelijk en de

(30)

patiënt voelt zich maar dom, omdat hij gelooft dat er iets kan gebeuren dat verder gaat dan het menselijk vermogen.’

Deze man verdedigde zich met de woorden: ‘O nee, ik niet. Ik ben gelovig. Ik ben christen. Ik geloof dat God kan genezen.’

Ik antwoordde: ‘Nou, dat is dan fijn voor u. Maar ik heb moeite met artsen als zij een patiënt het gevoel geven, dat hij maar raar is omdat hij God gelooft.’

Er zit een arts in mijn raad van bestuur. Het is een Godvrezende man, en hij en ik hebben over al deze dingen gepraat. Ik ben niet tegen dokters, maar het zijn ook maar mensen. Zij zijn God niet en zij maken fouten.

Ga eerst naar God

Toen ik pas geleden in Engeland was, heb ik daar in een kranten- artikel gelezen dat als je teveel vitamines en voedingssupplementen inneemt, je daarmee het risico op kanker verhoogt. Nu wil dat niet zeggen, dat wij het fruit of de groenten die God ons gegeven heeft, niet moeten eten. Dat artikel ging over mensen die zich te buiten gaan aan vitamines en voedingssupplementen. Veel mensen slikken vandaag de dag gewoon maar alles wat hun toegeschoven wordt. Zij nemen een pil om te kunnen inslapen en een pil om op tijd wakker te worden; zij heb- ben voor alles een pilletje! Zij vertrouwen op het vlees en dan vragen zij zich af waarom zij niet het beste van God ontvangen.

Ik wil er geen twijfel over laten bestaan: ik ben niet tegen dokters.

Ik geloof dat dokters ziekte bestrijden, maar slechts met menselijke middelen. Voor een deel doen dokters goede dingen en voor een deel slechte. Ik heb in diensten meegemaakt dat ik voor twaalf mensen op rij bad, en in al die gevallen ging het om zaken die veroorzaakt waren door

(31)

medicatie of complicaties als gevolg van medische ingrepen. Het is niet voor niets dat dokters de hoogste verzekering voor verkeerde behan- delingen hebben ter wereld. Die dokter die in mijn raad van bestuur zit, met wie ik ook persoonlijk bevriend ben, liet tijdens een operatie per abuis drie sponsjes in de patiënt achter. Het kostte de patiënt bijna het leven! Die dokter moest de patiënt opnieuw opereren om de sponsjes eruit te halen, omdat zijn assistent niet goed geteld had.

Daarom is hij nog niet van de duivel. Hij is geen boosaardig iemand, maar hij is gewoon een mens. Hij heeft een fout gemaakt. Dokters maken fouten, maar mensen denken dat dokters onfeilbaar zijn.

Als de wederkomst van de Heer op zich laat wachten, zullen mensen over honderd jaar op onze tijd terugkijken en zich hoofdschud- dend verbazen over hoe wij tegenwoordig kanker behandelen. Dokters gebruiken chemotherapie en bestraling waar mensen ziek van worden, waar hun gezicht van opzwelt en hun haar door uitvalt. Over vele jaren zullen mensen op onze tijd terugkijken en zeggen: ‘Wat waren ze in de eenentwintigste eeuw nog primitief. Ik kan niet geloven dat mensen bereid waren een dergelijke behandeling te ondergaan. Dat was zo bar- baars!’ Maar op dit moment is dat de meest geavanceerde behandeling en iedereen is er enthousiast over.

Ik ben niet tegen dierenartsen, maar ik ga niet met mijn hond naar de dierenarts. Weet je waarom? Ik heb geen hond. Ik ben niet tegen dokters, maar ik ga niet naar een dokter. Weet je waarom? Ik geloof niet dat ik ziek ben. Al voel ik mij ziek, al is er een of ander symptoom dat mij probeert te vertellen dat ik ziek ben, ik sta op het Woord van God en geloof. Nu, als jij nog niet zover bent, er is geen veroordeling (Romeinen 8:1). Ga niet zitten wachten tot je sterft in een poging om als iemand anders te zijn. Doe wat je moet doen om genezen te worden, maar je zou er beter aan doen eerst naar God toe te gaan.

(32)

Betonnagel

Asa wendde zich niet tot God; hij vertrouwde liever op de geneesheren (2 Kronieken 16:12). Misschien voert iemand aan: ‘Nou, in die tijd hadden ze geen goede artsen. Die van tegenwoordig zijn geweldig!’ Misschien is dat waar, maar wij moeten een beter begrip krijgen van de juiste volgorde van dingen.

Ik heb voor iemand gebeden, die bezig was geweest een betonnagel in beton te schieten. De nagel brak af, sloeg tegen het beton, sprong terug en bleef in zijn oog zitten. Zijn collega’s brachten hem, terwijl de nagel nog uit zijn oog stak, naar mijn huis zodat ik voor hem kon bidden. Ik bad en alle pijn verliet zijn lichaam. De bloeding stopte en hij had helemaal geen pijn meer. Ik geloofde dat God hem genezen had, maar ik zei tegen hem: ‘Iemand moet die nagel uit je oog halen. Ik zou dat kunnen doen, maar het is beter als je naar iemand toe gaat die weet hoe dat moet.’ Hij antwoordde: ‘Ik denk dat ik dan maar naar de dokter ga.’ Ik zei: ‘Ik denk dat je daar verstandig aan doet.’ Ik stuurde hem zowaar naar de dokter! Ik ben niet tegen dokters, maar zie je dat ik eerst voor hem bad en het wonder zag gebeuren? Wij zagen Gods kracht stromen en toen deed de man daarna wat hij moest doen.

Wil jij bovennatuurlijke gezondheid? Ik wandel daar nu al zevenen- veertig jaar in. Ik ben in die tijd slechts twee keer ziek geweest, en beide keren kwam dat omdat ik zelf dom was geweest. Ik had in één week tijd eenenveertig keer gepreekt en de week erna veertig keer. Ik werd zo moe dat ik letterlijk moest kruipen om in bed te komen. Ik bleef er vierentwintig uur in liggen om uit te rusten en na die dag rusten voelde ik mij tamelijk fit. En dus begon ik aan het eigenhandig splijten van 3,5 m3 houtblokken. Dat was te veel en het was te snel erna! Ik liep een sinus infectie op en heb drie dagen in bed gelegen. Dat kwam door

(33)

mijn eigen stommiteit, meer niet. Ik word niet ziek. Ik geloof niet in ziek zijn.

Misschien denk je nu: ‘Daar geloof ik niet in.’ Kijk, jij gelooft niet in het beste van God. Jij accepteert gewoon welk seizoen ze zeggen dat het is - griepseizoen, hooikoortsseizoen, allergieseizoen - en je onder- gaat het. Jij verwacht niet, dat je in Goddelijke gezondheid wandelt, en dan vraag je je af, waarom jij het beste van God niet ontvangt. Dat heb jij niet als je levensdoel aangenomen. Amen; of wee mij?

Neem er geen genoegen mee!

Misschien hebben ze je geleerd dat je problemen met je hart zult krijgen, dat dat gewoon in de familie zit. Het is al miljoenen keren over je uitgesproken, dus heb je het geaccepteerd. Je vertelt mensen: ‘Ach, ik ben de veertig voorbij, weet je. Nu is het nog maar een kwestie van tijd ….’ Of misschien zeg je: ‘Mijn ogen zullen binnenkort wel slechter worden.’ Waarom accepteer je dat? Gods Woord zegt:

‘Mozes nu was honderdtwintig jaar oud toen hij stierf; zijn oog was niet dof geworden en zijn kracht was niet vervlogen.’

Deuteronomium 34:7 En Mozes leefde onder een inferieur verbond (Hebreeën 8:6)! Wat wij in Christus hebben, is beter dan wat Mozes had. Toch worden mensen die tegenwoordig geloof hebben voor een goed gezichtsvermogen zonder een bril te hoeven dragen als: fanatiek, excentriek of als rare snuiter bestempeld. Men vraagt ze dan: ‘Wat is er mis met jou?’ Dat is wat ik dan vraag: ‘Wat is er mis met jou? Jij gelooft God helemaal niet voor het beste van Hem. Jij hebt genoegen genomen met iets wat minder is.’ Is God boos op je omdat je een bril draagt? Nee! Ik zeg alleen dat je niet gelooft om het beste van God te ontvangen. Jij hebt het op één

(34)

na, op twee na, of op drie na ‘beste’ geaccepteerd, en je bent er tevreden mee. Zolang jij er tevreden mee bent om het met minder te doen, zal dat niet veranderen.

Gods ogen zoeken op dit moment de hele aarde af (2 Kronieken 16:9). Hij zoekt iemand die Hem wil vertrouwen voor het beste van Hem—Goddelijke gezondheid. Waarom ben jij dat niet? Bid dit gebed als je besluit God te zullen geloven voor het beste van Hem, en stel dat dan als je norm: ‘God, hier ben ik. Ik wil het beste van U. Ik wil niet het op één na beste. Ik wil niet dat ik mij maar net kan redden en slechts overleef. Heer, ik wil dat het mij voor de wind gaat!’ Als je op de sterren mikt, zelfs als je je doel mist en de maan raakt, dan bereik je meer dan de meeste mensen ooit gedaan hebben.

De meeste mensen mikken nergens op en raken het iedere keer!

Veroordeel ik iemand die naar de dokter gaat? Nee, helemaal niet. Wat ik zeg, is dat dat niet het beste van God is; er bestaat iets beters. Als jij daar nog niet in wandelt, voel je dan niet veroordeeld. Doe je voordeel met wat de dokters kunnen doen, maar neem er geen genoegen mee!

Blijf daar niet zitten. Zie op naar God voor een leven vanuit het beste van Hem!

(35)

meeste van deze is de liefde.

1 Korinthe 13:13

(36)

s

Gods soort liefde

A

ls het om de liefde gaat, zijn wij door de wereld bedrogen. De meeste mensen zijn tevreden met lust in plaats van liefde.

1 Korinthe 13 onthult aan ons dat Gods soort liefde ‘geduldig en vriendelijk is’ (1 Korinthe 13:4). Voor de meeste christenen is dat helemaal geen doel. Zij zeggen: ‘Hé, in onze familie houden wij ons niet in. Wij zeggen wat wij denken.’ Of zij gebruiken als uitvlucht:

‘Ik ben gewoon onbehouwen, een type A persoonlijkheid’, of: ‘Ik heb een profetische gave.’ Zij hebben een miljoen excuses waarom zij niet geduldig en vriendelijk zijn.

Wel, daar kun je van bevrijd worden! Als jij in Gods soort liefde te werk ging, zou je geduldig en vriendelijk zijn. Je zou niet kritisch of boos of verbitterd zijn.

De liefde [Gods soort liefde] is niet jaloers [1 Korinthe 13:4, haken door mij toegevoegd]. Ben jij jaloers op andere mensen? Wil jij hebben wat zij hebben?

De liefde ‘pronkt niet, zij doet niet gewichtig’ (1 Korinthe 13:4). De liefde is niet egocentrisch, zij promoot zichzelf niet. Als iemand loopt op te scheppen over alles wat hij gedaan heeft, voel jij je dan gedwongen ook op te gaan scheppen, om in vergelijking met hem goed voor de dag

(37)

te komen, zodat hij weet dat jij ook bijzonder bent? Dat is niet Gods soort liefde.

‘Ik ben de beste!’

Tegenwoordig worden in de samenleving atleten, musici en film- sterren op de omslag van tijdschriften afgebeeld. Wij zien naar zulke mensen op en verafgoden ze, en velen van hen voelen zich boven iedereen verheven. Ik kan mij een bokser herinneren uit de jaren ‘60 die verklaarde: ‘Ik ben de beste!’ Het kwam toen niet voor dat iemand zo sprak. Zulke dingen zei je niet, maar deze man deed dat wel, en vele anderen gingen hetzelfde doen. Tegenwoordig denkt iedereen van zichzelf dat hij de beste is. Zij pochen openlijk en zeggen: ‘Ik ben de beste!’ en zij zeggen andere dingen om op te scheppen. Dat is niet Gods soort liefde.

De meesten van ons hebben dat idee ook volkomen aanvaard, dus steken wij de loftrompet over onszelf. Wij geloven het vers dat zegt:

‘Hij die zijn eigen loftrompet niet steekt, die zal zelf niet gestoken worden’

(Meningen 5:11). Ik maak natuurlijk een grapje. Dat staat niet echt in de Bijbel. Maar Spreuken 27:1-2 staat er wel in:

Beroem u niet op de dag van morgen, want u weet niet wat een dag kan baren. Laat een vreemde u prijzen en niet uw eigen mond, een onbekende en niet uw eigen lippen.

Maar Gods soort liefde is gedisciplineerd en gedraagt zich correct.

Zij ‘handelt niet ongepast’ (1 Korinthe 13:5). Als iemand zegt: ‘O, wij zijn verliefd. Wij kunnen niet wachten tot wij getrouwd zijn. Laten we maar seks hebben, omdat we zo verliefd zijn’, dat is niet Gods soort liefde. Dat is lust. Als iemand zich niet kan beheersen, dan leggen zij niet Gods soort liefde aan de dag (Galaten 5:22-23). Toch kijken wij

(38)

voortdurend naar films en luisteren we naar liederen die zeggen: ‘Ik hou zoveel van je; ik kan mijn ogen niet van je afhouden. Ik moet je gewoon nu hebben.’ Ik word daar onpasselijk van. Dat is lust, en geen liefde!

Toen Jezus aan het kruis hing, was dat liefde (Romeinen 5:8). Liefde is zelfopofferend en niet zelfgericht. Als jij kwetst, misbruik maakt en profiteert van iemand anders, dan is dat geen liefde; dat is lust. Gods soort liefde gedraagt zich niet onbehoorlijk.

Vergaat nooit

Liefde ‘zoekt niet haar eigen belang’ (1 Korinthe 13:5). De meeste mensen zijn tegenwoordig egoïstisch en egocentrisch. Ik heb iemand eens horen zeggen dat Amerika geen samenleving meer is; wij zijn allemaal individuen geworden. Individuen hebben in dit land het heft in handen genomen en alles draait om de rechten van de eenling. Wij hebben geen samenleving meer, waarin wij met elkaar door één deur kunnen en samenwerken. Nu gaat het allemaal om ‘mijn rechten’. Dat is niet Gods soort liefde. Wij hebben de liefde niet eens tot een doel gemaakt!

Ik wed dat het meeste van wat wij hier in onze studie samen bekijken, totaal nieuw voor je is of, als je het al eens gehoord hebt, dan heb je het afgewezen en gedacht: ‘Als ik niet voor mijzelf opkom, wie gaat dat dan voor mij doen? Ik moet mijn eigen belangen voorop stellen.’ En dan vraag jij je af waarom je het beste van God niet ontvangt. Jij biedt weerstand aan God en hebt je aan het vlees onderworpen. Het behoort andersom te zijn: Onderwerp u aan God en bied weerstand aan de wereld, het vlees, de duivel ( Jakobus 4:7).

(39)

[De liefde] wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad, zij verblijdt zich niet over de ongerechtigheid, maar verheugt zich over de waarheid, zij bedekt alle dingen, zij gelooft alle dingen, zij hoopt alle dingen, zij verdraagt alle dingen. De liefde vergaat nooit.

1 Korinthe 13:5-8, [haken door mij toegevoegd]

Gods soort liefde vergaat nooit. Toch zijn er vandaag de dag mensen die zeggen: ‘Ik kan er gewoon niet meer tegen. Ik kan het niet langer verdragen. Ik kan niet meer geloven dat alles goedkomt. Ik heb alle hoop verloren. Ik hou het niet meer uit.’ Wij geven daarmee simpelweg toe dat wij niet in Gods soort liefde te werk gaan. Zijn liefde die naar ons toe en door ons heen stroomt, kan alles dragen, alle dingen geloven, alle dingen hopen en alle dingen verdragen. Gods soort liefde vergaat nooit.

De meesten van ons hebben zich niet eens ten doel gesteld om in Gods soort liefde te wandelen. Wij komen met uitvluchten en denken: ‘Nou, ik ben ook maar een mens.’ Jij bent niet ‘maar een mens!’ Eénderde van jou is van top tot teen Heilige Geest. Jij kunt beginnen te leven door de kracht van God. Jij hoeft niet als ‘maar een mens’ te leven. Wat is dat gaaf!

(40)

Hoofdstuk 5

s

Tot je dood?

W

ij worden afgehouden van het ontvangen van het beste van God doordat wij op veilig willen spelen. Wij willen geen risico nemen. Wij doen veel te voorzichtig.

Er waren vier melaatse mannen bij de ingang van de poort.

Zij zeiden tegen elkaar: Waarom blijven wij hier totdat wij sterven? Als wij zeggen: Wij zullen de stad binnengaan – er is honger in de stad, dan zullen wij daar sterven; en als wij hier blijven, zullen wij ook sterven. Nu dan, kom, laten wij naar het legerkamp van de Syriërs overlopen. Als zij ons laten leven, dan zullen wij leven, en als zij ons doden, laten we dan maar sterven.

2 Koningen 7:3-4 De Syriërs waren gekomen om Israël te belegeren. De hongersnood in de stad werd zo nijpend, dat de Israëlieten in het voorgaande hoofd- stuk abnormale sommen geld vroegen voor dierenmest, mensen aten zelfs hun eigen kinderen op. (2 Koningen 6:24-29).

Deze vier melaatsen zaten bij de stadspoort hun situatie te bespreken. Zij zeiden: ‘Laten wij hier vertrekken en onze vijanden om hulp vragen. Het ergste wat kan gebeuren is dat zij ons doden. Als wij hier blijven zitten, sterven we in elk geval. Als wij de stad ingaan, komen wij om van de honger. Wij maken alleen kans om te overleven

(41)

als wij onze vijanden opzoeken. Als die ons doden, sterven we. Maar als die ons helpen, overleven we het. Laten we dat doen!’

En in de avondschemering stonden zij op om het legerkamp van de Syriërs in te gaan. Toen zij aan de rand van het legerkamp van de Syriërs kwamen, zie, was er niemand. De Heere had het leger van de Syriërs namelijk een geluid laten horen van strijdwagens en een geluid van paarden – het geluid van een groot leger – zodat zij tegen elkaar zeiden: Zie, de koning van Israël heeft de koningen van de Hethieten en de koningen van de Egyptenaren tegen ons ingehuurd om ons aan te vallen. Zij waren opgesprongen en in de avondschemering weggevlucht.

Zij hadden hun tenten achtergelaten, hun paarden en hun ezels, en het legerkamp zoals het was, en waren gevlucht voor hun leven. Toen nu deze melaatsen aan de rand van het legerkamp kwamen, gingen zij een tent binnen, aten en dronken, namen vandaar zilver, goud en kleren mee, en gingen het verbergen.

Daarna keerden zij terug, gingen een andere tent binnen, namen ook daaruit het een en ander weg en gingen het eveneens verbergen.

2 Koningen 7:5-8

Van nullen tot helden

Toen zeiden zij tegen elkaar: Wij doen hier niet goed aan.

Deze dag is een dag met een goede boodschap en wij zwijgen erover. Als wij wachten tot het morgenlicht, staan wij schuldig.

Nu dan, kom, laten wij dit in het huis van de koning gaan ver- tellen. Zij kwamen, riepen naar de poortwachter van de stad en vertelden hun: Wij zijn naar het legerkamp van de Syriërs gegaan, en zie, daar was niemand meer – geen geluid van mensen,

(42)

alleen de paarden, vastgebonden; en de ezels, vastgebonden; en de tenten, zoals zij waren. En deze riep de andere poortwachters en die vertelden het binnen in het huis van de koning.

2 Koningen 7:9-11 De Heer had de Syriërs een geluid laten horen en zij werden zo bang dat zij op de vlucht sloegen. Hun eten stond nog te sudderen en al hun goud, zilver en mooie kleren lieten zij in de tenten achter.

Hun dieren — zowel paarden als ezels — stonden nog vastgebonden.

Zij namen niet eens de tijd om de paarden op te zadelen en weg te rijden, zo’n haast hadden ze om te ontsnappen. Toen die melaatsen in het Syrische kamp aankwamen, lag die overvloed op ze te wachten.

Honderdduizenden Syrische soldaten waren gevlucht en hadden al hun spullen laten liggen.

De vier melaatsen begonnen te eten en te drinken. Zij gingen een tent binnen en namen alles mee wat zij dragen konden, en toen verstopten zij hun buit en kwamen terug voor meer. Toen drong tot hen door: ‘Wij doen hier niet goed aan. Dit is een dag van blijdschap.

Wij moeten de hongerlijders in de belegerde stad gaan vertellen wat er gebeurd is.’ Dus gingen zij terug en vertelden het hun. Binnen een paar uur tijd veranderden die vier melaatse mannen van nullen in helden, omdat zij bereid waren geweest een risico te nemen. Zij vroegen zich af: ‘Hoe lang blijven wij hier nog zitten? Tot onze dood?’

Misschien ben jij niet tevreden met waar je nu bent, maar je doet er niets aan, omdat je bang bent dat het misschien niet goed uitpakt. Je moet begrijpen, dat je situatie niet zal veranderen, als je niet bereid bent om een risico te nemen.

Zelf neem ik op dit moment een enorm risico. Dit project van 60 miljoen waar ik het eerder over had, is maar het topje van de ijsberg. De Heer heeft mij gezegd dat ik een Bijbelschoolcampus moet beginnen

(43)

met studentenkamers, centra voor activiteiten en nog meer. Wij hebben honderden miljoenen dollars nodig om dat te realiseren, en ik heb nog geen cent op de bank staan. Ik neem een risico. Het gemakkelijkste zou zijn om nu te gaan zitten en niks meer te doen. Op dit moment zijn er wereldwijd ongeveer 6.000 mensen, die getraind worden op de verschil- lende Charis Bible College-campussen, of door de thuisstudie of met online cursussen. Wij beïnvloeden landen! Wij hebben presidenten en hun echtgenotes van verschillende landen ontmoet. Wij zien wonderen gebeuren. Ik beleef, als het gaat om outreach en bediening, een paar van de geweldigste dingen die ik ooit in mijn leven beleefd heb. Ik zou er nu mee kunnen stoppen, gaan zitten, en mijn tent opslaan. Ik zou op veilig kunnen spelen, maar God heeft mij een grotere visie gegeven.

Hoe lang blijf je daar nog zitten?

Ik geloof voor meer dan ik ooit in mijn leven geloofd heb! Het is riskant. Sommige mensen denken: ‘Nou, mogelijk mislukt het.’ Och, ja, dat zou kunnen. Maar wat dan nog? Ik geloof dat, zelfs als het mislukt, God naar me zal kijken en zeggen: ‘Je hebt het tenminste geprobeerd.’

Weet je nog toen jouw kind ging leren fietsen? Het deed niet meteen alles goed. Het maakte fouten en viel een paar keer. Het stapte weer op en wankelde een beetje, dan viel het weer en schaafde zijn knie. Maar welke ouder gaat naar zijn kind nadat het gevallen is en zegt: ‘Sufferd!

Als je gedaan had wat ik je gezegd heb, was dit niet gebeurd. Jij bent een mislukking!’ Zo zou je niet tegen je kind praten. Je zou zeggen: ‘Hé, je hebt drie meter gefietst. Zie je wel dat je het kunt! Stap weer op en probeer het opnieuw.’ Zo gaat God ook met ons om.

God moedigt ons aan. Ja, sommigen zullen misschien sterven ter- wijl ze proberen om God te geloven. Maar wanneer zij voor de Heer

(44)

staan, zal Hij zeggen: ‘Zo mag Ik het zien. Je hebt Mij geloofd. Je hebt, voordat je thuiskwam, niet de volle manifestatie ontvangen van wat Ik voor je had, maar je hebt geloofd!’

Ben jij iemand die nog nooit gefaald heeft, omdat je nooit iets geprobeerd hebt? Iedereen kan zo leven. Jouw buurman die niet gered is, kan zo leven, want voor die manier van leven is geen geloof nodig.

Ik wijs je hier niet op om je te veroordelen; ik probeer je alleen maar te stimuleren. Hoe lang blijf je daar nog zitten? Tot je dood? De klokt tikt verder. Je bent misschien niet piepjong meer en je tijd hier is mogelijk al voor de helft verstreken. Wat heb je gedaan? Wat gaat er veranderen?

Wat zal de dingen in de toekomst veranderen? Je zult moeten opstaan en wat gaan doen!

Het is waanzin hetzelfde te blijven doen, maar andere resultaten te verwachten. Bid jij om andere resultaten? Hoop jij dat alles zal veranderen, maar ben je bang om het anders aan te pakken? Misschien ben je zo gesteld op je eigen veiligheid dat je de sprong niet wilt wagen.

Je voelt je liever veilig en ellendig tegelijk, dan iets te veranderen. Je blijft liever als slaaf in Egypte zitten en eet prei en knoflook, dan God te volgen de woestijn in op weg naar het Beloofde Land. Sta je op de grens, maar ben je bang om er naar binnen te gaan omdat je dan misschien een reus moet verslaan? Sta op en ga je land innemen!

De Heer sprak op 31 januari 2002 tegen mij en zei dat ik Hem door mijn bekrompen denken beperkte. Twee jaar daarvoor was ik begonnen met tv-uitzendingen en tussen januari 2000 en januari 2002, was onze bediening verdubbeld. Ik vond dat best goed, maar toen zei de Heer tegen mij dat ik Hem begrensde. Je kunt hier meer over lezen in mijn boek ‘Beperk God niet’. Het punt is, dat ik besloot ermee te stoppen Hem op die manier te beperken. Ik begon anders te denken — groter te denken. Dat is nu veertien jaar geleden, en sindsdien is onze bediening

(45)

minstens twintig keer zo groot geworden. Alles is totaal getransfor- meerd. Ik heb op het randje geleefd. Telkens wanneer het ernaar uitziet dat wij er bovenop gaan komen en het gaan halen, geeft God een grotere visie en dan strek ik mij gewoon een beetje verder uit. Amen!

Helemaal opgebruiken

Soms is dat een echte uitdaging voor mijn staf en mijn gezin. Jamie en ik zaten een keer in de kerk, en de predikant was erover aan het spreken dat wij onszelf moeten aanwakkeren en God geloven. Hij zei:

‘Als je een grotere visie nodig hebt, sta dan op, en dan zal ik voor je bidden.’ Mijn vrouw legde haar hand op mijn knie, boog zich naar mij toe en zei: ‘Waag het niet op te staan! Wij geloven op dit moment groot genoeg.’ Die manier van leven jaagt sommige mensen de stuipen op het lijf, maar ik ga ervoor!

Als ik sterf, wil ik dat ik er alles uitgehaald heb wat maar mogelijk was. Ik wil alles geven wat ik heb voor het Koninkrijk van God — ik wil het HELEMAAL opgebruiken. Ik wil niet voor de Heer staan en Hem horen zeggen: ‘Ik heb je gevraagd om dit en dat te doen, maar je hebt het niet gedaan omdat je bang was dat het niet goed zou aflopen.’ Ik probeer het liever en vertrouw God en loop het risico dat het mislukt, dan dat ik helemaal niets doe en daarin uitblink.

Ik geloof dat dit je wakker schudt. Voordat je het beste van God kunt ontvangen, moet je begrijpen dat de ogen van de Heer op dit moment op jouw hart gericht zijn. Is het totaal aan Hem toegewijd, of omarmt het het leven zoals iedereen dat doet? Kies jij ervoor hoge verwachtingen te hebben, of doe je gewoon maar wat? Zijn er diverse angsten en kleine, onveranderlijke verwachtingen, waardoor Hij beperkt

(46)

wordt in wat Hij in je leven kan doen? Heb jij niet naar het beste van God gestreefd?

De eerste stap die je moet zetten om het beste van God te ontvangen, is dat je stopt met genoegen te nemen met minder dan het beste van Hem. Je moet de lat hoger leggen, maar niet door je schuldig en veroor- deeld te voelen. Zeg niet: ‘O God, wat is het toch erg met mij gesteld, want ik ben niet in geloof uitgestapt.’ Nee, de Heer houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt zoveel van je, dat Hij niet wil dat je blijft zoals je bent. Hij wil je naar een hoger niveau tillen. God wil dat je gelooft voor het beste van Hem, maar het zal niet bij toeval voor jou gebeuren.

Je zult het beste van God als je doel moeten vaststellen en dat najagen.

Net als wat die melaatse mannen deden, zul je jezelf moeten opporren en zeggen: ‘Hoe lang blijf ik hier nog zitten? Tot mijn dood?’

Hoe lang ga je nog zitten wensen en hopen in plaats van een stap in geloof te zetten? Je moet wat ondernemen. Je moet jezelf prikkelen, anders ben je zo weer terug bij af.

Geloof voor iets groters

Ik weet dat dit niet comfortabel voelt. Waarschijnlijk had je een dergelijke boodschap niet verwacht; misschien bevalt het je maar niks.

Maar ik probeer je uit te lokken, zodat je het juiste doet en de stap in geloof gaat zetten die God je toont.

Voordat je voortgang kan maken in het leren hoe je het beste van God kunt ontvangen, moet je je verwachtingsniveau aanpassen.

Je moet je doel veranderen en beginnen uit te zien naar meer. Laat je niet veroordelen en doe geen domme dingen, maar blijf niet zitten waar je zit. Zeg: ‘God, ik wil het beste van U. Ik wil alles bereiken wat U voor mij heeft!’ Wij dienen een grote God! Hij denkt groot. Geen

(47)

mens ter wereld heeft al alles aangeboord wat God voor hem heeft. Het maakt niet uit hoever je al gevorderd bent, hoeveel je al geloofd hebt, of hoeveel je ontvangen hebt — God heeft meer! Hij is kolossaal. Hij is bovennatuurlijk!

Als jouw leven niet bovennatuurlijk is, dan is het oppervlakkig. Als mensen naar jou kijken en zeggen: ‘Zo, zo, hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ en je kunt uitleggen hoe jij dat gefikst hebt, dan heb je de diepte van God nog niet aangeboord. Als je naar jezelf kunt wijzen en trots kunt zijn op alles wat je gedaan hebt, dan was God daar niet echt bij betrokken. Hij zal je boven jezelf doen uitstijgen. Hij zal je vragen iets te doen wat groter is dan jijzelf bent, zodat je op Hem moet vertrouwen. Dan is het enige antwoord dat je kunt geven: ‘Ik ben dat niet. Het is de Heer. Hij heeft het gedaan. Alleen Gods zegen kon deze dingen op deze manier tot stand brengen.’

De meeste christenen hebben zich nog niet echt uitgestrekt. Zij geloven niet voor zoveel. Zij willen alleen dat hobbeltje nemen, zodat ze weer tv kunnen kijken, of verder kunnen gaan met wat zij aan het doen waren. Ik zeg je, het leven heeft meer mogelijkheden in zich dan dat. Jij behoort te leven voor iets wat groter is dan jijzelf. Jij behoort te leven voor iets wat de moeite waard is om voor te sterven. Als je

‘s morgens wakker wordt, moet je eigenlijk opgewonden zijn. Je hebt meer te doen dan wat je in een mensenleven afkrijgt. Elke dag behoort opwindend te zijn, omdat je het zo druk hebt met je in geloof uit te strekken naar datgene waarin God je geleid heeft om het te doen.

Voor mij voelt het aan alsof ik op een achtbaan zit en me uit alle macht vasthoud. Ik heb de touwtjes niet in handen. God geeft mij opdrachten en ik zeg: ‘Oké, daar gaan we!’ Man, wat is dat opwindend!

Heb je je al eens afgevraagd waarom jouw leven niet opwindend is?

Dat komt omdat God jou niet het gevoel van voldoening, blijdschap en

(48)

vrede kan geven over wat je aan het doen bent, omdat Hij je voor meer heeft gemaakt. Hij wil je visie vergroten en je hoofd omhoog richten. Ben je klaar om geloof te hebben voor iets groters?

(49)

s

Reeds gezegend

Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, …

Efeziërs 1:3

L

et op de woorden die de Bijbel gebruikt: ‘Die ons gezegend heeft’ [voltooide tijd]. Het is al gedaan. God heeft je al gezegend.

Door genade heeft Hij al in alles voorzien wat je ooit nodig zult hebben. Ik bespreek deze waarheid, die je leven zal veranderen, uitvoerig in mijn onderwijs getiteld ‘Je Hebt Het Al!’ en ‘Leven in de Balans tussen Genade & Geloof ’.

Als je genezing nodig hebt, hoeft God je niet te genezen. De Heer wist dat je genezing nodig zou hebben, en Hij heeft er al in voorzien.

Je hoeft God niet te bidden en vragen of Hij je geneest. Wat jij nodig hebt, is leren de genezing, die Hij al voor je klaargelegd heeft, te ont- vangen. Dat is kolossaal!

Je vraagt je misschien af: ‘Wat is het verschil?’ Er is een groot ver- schil. Als je denkt dat je moet proberen God zo ver te krijgen, dat Hij iets doet wat Hij nog niet heeft gedaan, dan zit daar een element van twijfel in. Je weet tenslotte niet of Hij wel voor jou in beweging zal komen. Maar hoe kun je twijfelen aan iets dat God al gedaan heeft?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Opnieuw sprak de HERE tegen Mozes en droeg hem het volgende op: Zeg Aäron en zijn zonen dat zij zorgvuldig moeten zijn en Mijn heilige naam niet mogen schenden door de heilige

En dan hebben we misschien niet hetzelfde gedaan als David, en ook worden we niet op dezelfde manier – rechtstreeks door een profeet – geconfronteerd met Gods oordelen over ons

In werkelijkheid is het een puinhoop in de wereld, mijn kinderen hebben het af en toe best wel moeilijk, mijn man en ik zijn het niet altijd met elkaar eens, er is niet

Maar ook wij, die aan deze kant van het leven blijven, moeten de grens van de dood overschrijden, zodat we ons over ‘de nieuwe geboorte’ van onze lieve doden

720 God maakt vrij In de naam van de Vader, In de naam van de Zoon, In de naam van de Geest Voor uw troon,.. Zijn wij hier gekomen En verhogen

De leerlingen Latijn, Natuurwetenschappen en Moderne Talen in het 4de jaar kiezen zelf een van bovenstaande pakketten, voor 1 of 2 uur per week.. Deze keuze kan gemaakt worden om

De vorige uitzending lazen we als laatste vers uit de eerste brief van Johan- nes, 1Joh.5:12 waar de apostel aan zijn lezers schreef: Wie dus de Zoon van God heeft, heeft het

voorbereid. Het zijn drukke dagen geweest voor de burgers en de bezetting van Woerden. Alle schansen en versterkingen zijn opgehoogd. Er is zoveel mogelijk voedsel opgeslagen in