• No results found

Een sprekende ezelin?

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 141-144)

De volgende morgen stond Bileam op, zadelde zijn ezelin en ging met de vorsten van Moab mee. De toorn van God on tbrandde echter, omdat hij op weg ging, …

Numeri 22:21-22 God had tegen Bileam gezegd dat hij kon gaan als de mannen hem

‘s morgens kwamen ophalen (zie vers 20). Aangezien er niet staat dat ze dat deden, geloof ik dat toen Bileam zag dat God bereid was hem te laten gaan, hij gewoon ging. Blijkbaar wilde hij de Israëlieten v er-vloeken. Hij dacht: ’Ik kom hier mee weg.’ En dus wachtte hij niet tot de mannen hem kwamen ophalen. Hij begon eigenwijs te worden (2 Petrus 2:16). Hij had het loon van de ongerechtigheid lief. Het maakte God boos, omdat Bileam Zijn instructies niet opvolgde en God voorzag dat het er mogelijk van ging komen dat er een vervloeking over Zijn volk uitgesproken zou worden.

De toorn van God ontbrandde echter, omdat hij op weg ging, en een engel van de HEERE ging hem in de weg staan als zijn tegenstander. Bileam reed op zijn ezelin, en twee van zijn knechten waren bij hem. Toen de ezelin de engel van de HEERE op de weg zag staan, met het getrokken zwaard in zijn hand, week de ezelin van de weg af en ging het veld in. Toen sloeg Bileam de ezelin om haar weer naar de weg terug te drijven.

Maar de engel van de HEERE ging nu op een nauw pad tussen de wijngaarden staan, met een muur aan de ene en een muur aan de andere kant. Toen de ezelin de engel van de HEERE zag, drukte ze zich tegen de muur aan en drukte Bileams voet tegen de muur; daarom ging hij door met haar te slaan. De engel van de HEERE ging nog verder en ging op een nauwe plaats staan,

waar geen weg was om naar rechts of links af te wijken. Toen de ezelin de engel van de HEERE zag, ging ze liggen, onder Bileam. Toen ontstak Bileam in woede en hij sloeg de ezelin met een stok. Toen opende de HEERE de mond van de ezelin en ze zei tegen Bileam: Wat heb ik u misdaan, dat u mij nu driemaal geslagen hebt?

Numeri 22:22-28 Wonderlijk! De ezelin begon tegen Bileam te praten en het leek Bileam helemaal niet te choqueren. Hij ging gewoon het gesprek aan met zijn ezelin. Sommige mensen denken dat dit alleen maar sy mbolisch bedoeld is, maar ik geloof dat dit echt gebeurde. Papegaaien praten. In de dierentuin in Fort Worth was een olifant die kon praten. Net als een papegaai, kon je er dingen tegen zeggen en de olifant herhaalde het.

Ik geloof dat alle dieren oorspronkelijk konden praten. De slang sprak immers ook tegen Adam en Eva (Genesis 3:1-5).

Toen zei Bileam tegen de ezelin: Omdat jij de spot met me drijft. Had ik maar een zwaard in mijn hand, dan zou ik je nu doden! De ezelin zei tegen Bileam: Ben ik niet uw ezelin, waarop u gereden hebt sinds u mijn heer werd, tot op deze dag?

Was ik ooit gewend u zo te behandelen? Hij zei: Nee!

Numeri 22:29-30 Bileam sprak tegen zijn ezelin alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Hij voerde een gesprek met haar, en de ezelin redeneerde v erstandiger dan Bileam (2 Petrus 2:16). De ezel was slimmer dan die man!

‘Ik ga niet’

Toen ontsloot de HEERE de ogen van Bileam, zodat hij de engel van de HEERE zag staan op de weg, met zijn uitge trokken

zwaard in zijn hand. En hij knielde en boog zich neer met zijn gezicht ter aarde. De engel van de HEERE zei tegen hem:

Waarom hebt u uw ezelin nu driemaal geslagen? Zie, ik ben zelf uitgegaan als uw tegenstander, want deze weg wijkt van mij af.

Maar de ezelin heeft mij gezien en driemaal is ze voor mij uit-geweken. Als ze niet voor mij was uitgeweken, zou ik u nu zeker hebben gedood, maar haar zou ik hebben laten leven. Toen zei Bileam tegen de engel van de HEERE: Ik heb gezondigd, want ik wist niet dat u hier stond om mij onderweg te ontmoeten; nu dan, als het slecht is in uw ogen, zal ik wel terugkeren. En de engel van de HEERE zei tegen Bileam: Ga met deze m annen mee, maar alleen het woord dat ik tot u spreken zal, mag u spreken. Daarop ging Bileam met de vorsten van Balak mee.

Numeri 22:31-35 Eindelijk gaf Bileam zich over en zei: ‘Als U het niet wilt, dan ga ik niet.’ Maar de Heer zei: ’Oké, je mag gaan. Maar zorg wel dat je alleen spreekt wat Ik zeg.’

Toen Bileam aankwam, vroeg Balak hem: ‘Waarom ben je niet gekomen toen ik je de eerste keer riep?’

Toen zei Bileam tegen Balak: Zie, ik ben nu naar u toe gekomen; zal ik nu echter ook maar iets kunnen spreken? Het woord dat God mij in de mond legt, zal ik spreken.

Numeri 22:38 In Numeri 23 bracht Balak Bileam naar een hoogte waar hij u it-zicht had op heel Israël, met inbegrip van hun kudden en al het vee.

Er waren miljoenen Israëlieten. Balak bouwde zeven altaren en Bileam bracht op elk ervan een offer. Vervolgens ging Bileam in gebed. Toen hij terugkeerde, zegende hij Israël in plaats van hen te vervloeken. Wat werd Balak woedend! Hij zei: ‘Ik heb je hier naartoe gehaald om mijn

vijanden te vervloeken, maar in plaats daarvan zegen je ze nu. Het probleem moet wel zijn dat je die grote menigte mensen ziet en dat overweldigt je. Ik zal je ergens naartoe brengen waar je er maar een klein aantal van hen kunt zien.’ Balak bracht hem ergens anders naartoe en bouwde nog eens zeven altaren. Er werden nog eens zeven offers gebracht. Bileam ging weg, bad en kwam weer terug. Toen sprak hij een krachtige zegen uit over de Israëlieten.

In document Leef vanuit het beste van God (pagina 141-144)