• No results found

Hoe kunnen we meer en beter signaleren

In document Voorst onder de Loep (pagina 146-155)

Deel B: Krijgen mensen de juiste hulp?

Hoofdstuk 4: Vroegtijdig signaleren en in actie komen

4.7 Hoe kunnen we meer en beter signaleren

Zoek mensen thuis op

Ik zou het mooi vinden als we als gemeente iets meer uit ons bastion komen. Iets meer achter de voordeur. Dat hoeft niet allemaal geld te zijn, maar het gaat om aandacht. Iemand met schulden komt naar de gemeente. Dan vraagt de gemeente wil jij al je papieren meenemen en dan maken we een afspraak. En dan komt iemand niet op een afspraak en dan zegt de

medewerker, ja hij komt niet opdagen. Dat is exemplarisch, daar gaat het mis. We hebben 2 miljoen mensen met een IQ onder de 80. Die begrijpen die wereld niet, het bij elkaar halen van al die spullen is al een opgave. En dus op tijd komen op de afspraak ook. In die zin zou ik het fijn vinden als we uit ons bastion komen en door de mechanismen van die mensen heen kijken.

Het zou goed zijn om veel meer de groep zestig tot tachtig jarigen in beeld te krijgen. Eigenlijk zou je veel meer preventief huisbezoek moeten doen, maar niet bij de tachtig plussers, want dan ben je eigenlijk al te laat. De problematiek zit veel meer tussen de zestig en tachtig. De tachtigplussers zijn al eerder bekend bij de huisarts en zo. Als je te laat bent, moet je eerst de bende van daarvoor oplossen dan kun je pas beginnen. Het scheelt al heel veel dat er binnen MNV meer wordt samengewerkt. Maar ik denk dat het nog veel beter kan. En dan met name het stukje huisarts, thuiszorg en gemeente, daarin kan veel meer beter verbeterd worden.

Wat je zou moeten willen bereiken dat je alle probleemgroepen in kaart moet zien te brengen, 100% is het streven, weten waar de probleemsituaties zitten is belangrijk. We zouden een scouting apparaat moeten hebben. Je zou veel mensen moeten bezoeken en in beeld krijgen wat behoeften zijn. Dan kan daarna ook gerichte communicatie opgang komen en de mensen aandacht geven. Ik merk in de praktijk vanuit de praktijk bij de Koepel dat het soms lastig is om zaken te organiseren.

Je zou de huisartsen moeten zeggen: elke casus waar jullie over twijfelen, hoeft niet eens een niet-pluis gevoel te zijn, maar gewoon het idee dit kan in de toekomst problemen opleveren, laat een preventief huisbezoek uitvoeren. Biedt huisartsen die mogelijkheid. De huisartsen zijn

145

heel vaak ik zie het wel, moet ik er nu wat mee, die zijn al hartstikke druk, kunnen het zelf er niet allemaal bij doen. Als je de huisartsen die optie biedt om preventief huisbezoek uit te voeren. Ik weet nu al, dan gaat MNV zeggen, dat kunnen ze al, maar je moet het altijd even vertalen in hoe huisartsen er baat bij hebben. Als je het brengt op een manier: je kunt het MNV benaderen bij twijfel of als u een niet pluis gevoel heeft, dan gaan ze dat veelal niet doen. Als jij een soort afspraak maakt bij elke patiënt waarvan jullie het idee hebben dat in de

toekomstproblemen ontstaan, en daar een aantal voorbeelden bij noemt om een soort van pilot te starten, huisartsen zijn gek op dat soort termen en als het voor hen wat oplevert, dan heb je ze binnen. Nu bellen ze af en toe, maar dan gaat het veelal over dementie en dat soort dingen of het is al drie keer te laat. Daar is een heleboel winst te behalen.

Je kunt wel overal langs de deuren gaan. Aanbellen… vind ik ook goed. Soms krijgen mensen als ze 75/80 jaar een brief krijgen of zo. Vind ik ook goed. Vaak als je bij de ouders zelf komt.

Die weten het zelf helemaal niet. Dat moet bij de kinderen terecht komen. Dan moet je het ook heel breed doen. Belangrijk is; signaleren. Dan krijg je pas preventie. Je moet eerst weten wat er speelt. Dan weet je wat er in de samenleving speelt. Je kunt zoveel voorkomen. Dan ben je alles net voor. Dat willen ze toch. Mensen moeten toch steeds langer thuisblijven. Kan wel, maar dan moet je wel weten wat er speelt.

Helemaal in het begin toen de indicaties via de gemeente gingen lopen werden er

keukentafelgesprekken bij de mensen thuis gepland, was er tijd voor. Nu is dat al weer terug gedraaid, de gesprekken worden op kantoor gehouden. Ik denk dat je daardoor dingen mist en daardoor problemen gaat krijgen. Ik vond het ook mooi dat mensen bij je thuis kwamen, echt bij je aan de keukentafel zaten. Echt voelde, in welke omgeving woon je nou. Dat vind ik jammer, dat dat steeds minder wordt. De gemeente is altijd bereid om te helpen en mee te denken. Maar dat stukje mis ik wel. Nu wordt er een afspraak gemaakt op kantoor, dat is natuurlijk veel sneller en goedkoper. Soms wordt de vraag nog wel gesteld, wat wil je? Maar ik zie dat wel steeds minder worden. Bij iemand thuis proef je en voel je wel de sfeer. Of het armoedig of heel netjes is. Of het een stinkende bende is. Vaak beginnen mensen gelijk over dingen die je op kantoor niet zou vertellen. Iemand kan wel twintig honden en zeggen; ik heb helemaal geen geld om te eten. Dat zie je niet op kantoor. Ik denk dat het gevolg hiervan is dat er minder goede zorg gegeven kan worden. Of misschien wordt er helemaal geen indicatie afgegeven of light. Dit is de basis, waar je begint. En als je basis goed is dan is het veel makkelijker om daar vanuit te werken. Ik ben bang dat dat gaat gebeuren vooral. Dit komt door tijdgebrek.

Betrek het sociaal netwerk bij een keukentafelgesprek

De gemeente heeft er lang over gedaan om de Wmo voor elkaar te krijgen. Betrek mensen in de omgeving als er keukentafel gesprekken zijn. Zeker al het om indicatie afgeven gaat.

Cliënten zijn vaak stoer en overschatten zich zelf. Of ze schamen zich voor hun beperkingen, of als deze zijn verergerd of toegenomen dat willen ze vaak niet weten. Daardoor valt de indicatie voor hulp vaak tegen en krijgen de mensen niet de hulp die ze nodig hebben. Dus betrek familie, buren en partners etc. bij dit soort gesprekken.

146 Ontwikkel een antenne voor kleine signalen

Daar moet je een soort van antenne voor ontwikkelen. Dat merk je op een gegeven moment wel. Bijvoorbeeld in het schriftelijk contact; zijn ze wel in staat om zinnen te formuleren. Nou met de inkomenspositie is het zo. Weten we als mensen een kleine huurschuld hebben dan kan er iets zijn. Dit hoeft niet veel te betekenen, maar het kan een signaal zijn voor grote

problemen op dit gebied. Dus dan kan je mensen uitnodigen om daar eens naar te kijken.

Kijken of je samen een budgetoverzicht kan maken en op die manier kom je wel tegen waar mensen soms missers maken.

Creëer leuke activiteiten waar mensen komen

De grootste ambitie is te zorgen dat iedereen zich vertegenwoordigd voelt door de

voorzieningen. Daarmee zorg je voor de ‘voelsprieten’ in de samenleving, waarmee je signalen kunt oppakken als vereenzaming om vervolgens hierop in te kunnen spelen. Het moet niet zorg gerelateerd worden, het moet ‘leuk’ zijn! Partijen als Trimenzo en andere

thuiszorgorganisaties kunnen ook een rol spelen in de signalering, maar zij moeten niet verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van welzijn. Activiteiten van de buurtsportcoaches zijn hierin een goed voorbeeld van hoe het moet. Dit is leuk en zorgt voor een goed gevoel.

In het onderwijs kom je natuurlijk tegen, mensen met opvoedingsonmacht, maar ook

overgewicht is natuurlijk wel iets bij kinderen wat je tegenkomt. Laaggeletterdheid hebben we mee te maken. Ouders die schulden hebben. Ik denk dat eenzaamheid een lastige is. Dat kom ik niet tegen. Dat wil niet zeggen dat het er niet is, maar dat is verborgen. Verslaving komen we ook weleens tegen. Je komt alles wel tegen, maar als dan de vraag is, welke ontwikkelingen zie je op je afkomen. De ontwikkeling is hoe ga je dat boven tafel krijgen en hoe ga je mensen er de regie in geven dat dat boven tafel komt en dat deze mensen hulp krijgen.

Geef voorlichting op scholen

Bij voorlichting in scholen zie je welke kinderen over vijf jaar aan de detox afdeling zijn. De manier waarop ze naar de drugskoffer kijken, de manier waarop ze bewegen. De drukste kinderen van de klas die de hele dag door de juf gecorrigeerd moeten worden, zitten bij die voorlichtingsbijeenkomst muisstil. Geobsedeerd. Zoals jij naar je favoriete voetbalteam of rockband kijkt. Zo zitten naar de spreekbeurt te luisteren. Met ogen die alles in zich opnemen.

Dan zijn ze 11 jaar. Je weet dat als je voorlichting geeft, als professional die ziet dat. Dan kan de professional met de docent napraten. Zorg dat al die kinderen voorlichting krijgen. En je moet zorgen dat de school die professional weet te vinden, je moet een gesprekje regelen met een professional als de docent het vermoeden heeft dat het mis kan gaan. Je moet dingen kunnen uitsluiten. Je moet dus ook de gelegenheid weten te creëren om het te zien. Je moet met alle brugklassers samen met hun ouders voorlichting krijgen. Ouders moeten er scherp op gemaakt worden, snappen hoe het werkt, wat ze wel en niet moeten accepteren en waar ze moeten kijken. Dit gebeurt ook wel, maar het wordt hier en daar weg bezuinigd en het staat onder druk. Dit moet in stand blijven. Wat ook in stand moet blijven dat vanuit die

preventieactiviteiten contacten gelegd kunnen worden met de hulpverlening. Dat zie ik onder

147

druk komen. Om die reden worden bij ons nu hulverleningsteams samengevoegd met preventie teams, om te zorgen dat dat naadloos in elkaar over gaat.

Bied scholing aan voor alle burgers

Eigenlijk zou het ook mooi zijn als er scholing zou zijn voor ‘alle burgers’ over dementie.

Bijvoorbeeld instructie van caissières hoe om te gaan met ouderen, die moeite hebben bij het afrekenen. Dementerende ouderen ondervinden problemen met het betalen met een pasje bijvoorbeeld.

Stimuleer een burgerwacht

Een ontwikkeling die ik zie is eenzaamheid. Ik merk bij de gasten van de Zonnebloem dat er voldoende te doen is, maar er moet een drempel over om iets te gaan doen. Signalering hiervan is vanwege de wet op de privacy soms een probleem. Dat komt wel op ons af, dat neemt toe. Dat komt door het langer moeten thuis blijven wonen. Ik wil niet zeggen dat de zorg onvoldoende is, die is goed. Onze gasten zijn fysiek gehandicapt. Wij organiseren bijvoorbeeld eens per twee jaar bezoek aan de markt voor onze doelgroep. Dan doen de marktmensen iets leuks voor onze gasten. Er zijn mensen die daarbuiten nooit meer op een markt komen. Terwijl dat iets is met mensen tegen komen, onder de mensen zijn, iets wat goed is voor mensen. Een van de afdelingen in de gemeente Voorst van De Zonnebloem gaat nu zelf een marktbezoek in Twello organiseren, los van de marktkooplui. Dan regelen zij vooral het vervoer. De gemeente schrijft wel 80-jarigen aan. Het is goed dat de gemeente dat doet. Mensen ontkennen het – eenzaamheid – soms ook, misschien een beetje uit schaamte.

Dan komen ze er niet echt voor uit. Je ziet ook die mensen echt opbloeien tijdens bijvoorbeeld een weekend in Denekamp. Er zijn gelukkig ook mensen die wel veel afleiding zoeken en hebben. Als mensen willen is er genoeg te doen. Kerk, Zonnebloem en gemeente doen veel.

Wat kan de gemeente verder nog doen? Weinig, want ze doet al veel. Als mensen niet gaan, dan kun je er in principe niet zo heel veel aan doen. Misschien is een soort “burgerwacht” van bijvoorbeeld huisartsen en thuiszorg iets. Zodat ze samen kunnen signaleren. Of dat mag is een ander verhaal. Je zit met privacywetgeving. Als Zonnebloem mogen we ons alleen

bemoeien met mensen met een fysieke handicap. Bij ouderen is dit (eenzaamheid) meer aan de hand. Ik ga niet zozeer om met jongeren.

Wees zichtbaar en kom in gesprek

Waar is behoefte aan? Meer zichtbaarheid op scholen. Vroeger belden scholen: wanneer kom je? Nu kom je het hele jaar door, zijn er veel meer contactmomenten. Overleggen we met de scholen over hoe dit te verdelen over het jaar. De school bepaalt en het verschilt per plek. Niet alleen voor onderzoek en overleg, maar ook er gewoon zijn voor kinderen, ouders en de school. Als je het gewoon maakt; daar zijn de vindplaatsen, dan is het geen belastende vraag.

Je komt gewoon in gesprek. Je moet het samen doen met gemeente, school en GGD. De

vindplaats is op school. Als het zo gewoon mogelijk is, stelt iemand ook gewoon de vraag. Dan is het geen belastende vraag omdat je denkt dat je te kort schiet, of omdat je denkt dat je het niet goed hebt gedaan of omdat je denkt dat het een rare vraag is, maar dat is het helemaal niet. Je komt in gesprek. Dan kan iemand zijn zorgen kwijt. Dan kan ik signaleren. Ze iets laten

148

zien waar ze wat aan hebben. Ze als gids begeleiden naar hun eigen vraag en naar het besef dat ze als ouder veel meer kunnen dan ze zelf denken. Ouders ook zeggen dat ze het goed doen. Ik vind het top wat je doet. De ouders benaderen met wat ze goed doen en dat er meer mensen zijn met vragen. Mensen kunnen verbinden. Mensen denken dat ze alleen zijn met hun vraag.

Zet consultatiebureau zo breed mogelijk in

Het zou mooi zijn als het consultatiebureau meer tijd en expertise zou hebben om op sociaal emotioneel vlak, dat stuk van het kind, hoe ontwikkelt een kind zich sociaal emotioneel, hoe is de interactie tussen ouder en kind, wat zie je daarin. Dat ze daar veel meer in getraind zouden kunnen zijn en dan zit je bij preventie. Het consultatiebureau moet zo breed mogelijk worden neergezet. Want een ouder kan wel een vraag stellen bij het CJG, maar de vraag is of ze dat willen, maar meer nog of ze zelf wel een probleem zien. Want dat is al het eerste. Want rust, reinheid regelmaat dat is bij lang niet iedereen meer de standaard en het gaat en doet… en soms kunnen kinderen daar prima mee omgaan. Ik denk dat op het consultatiebureau

onderwerp zou moeten zijn: hoe is de hechting tussen kind en ouder gegaan. Hoe reageert het kind op een ouder, op geluid, een beweging die de ouder maakt. Als wij op een huisbezoek zijn, zijn dat wel de details waar wij heel erg op letten, die non-verbale informatie. Wat gebeurt er in de interactie, wat wordt er gezegd en wat laat het kind eigenlijk zien. Klopt dat, soms matcht dat helemaal niet. De mensen op een consultatiebureau zullen hier wel in

getraind zijn, maar een consult is maar zo kort. Dan is training niet voldoende. Ze moeten daar eigenlijk heel veel ervaring mee opdoen omdat dat ook belangrijk is. En misschien gewoon is een keertje een huisbezoek brengen. En wij kunnen nog een keer onverwachts op huisbezoek gaan. Want dat geeft ook vaak informatie. Dan bellen we: een afspraak is uitgevallen, ik ben in de buurt en ik ben er over 5 -10 minuten kan dat? En dan zie je de ander kant, het huis niet opgeruimd, eigenlijk de “eerlijke” situatie. Het kind in zijn omgeving zien geeft ook andere informatie als op bureau. Een licht kind daar wordt iets over gezegd maar een kind in nood wordt minder herkend. De maat ligt meer op de gezonde toet terwijl het daarmee misschien wel veel minder goed kan gaan. Als wij soms informatie vragen aan het consultatiebureau, want wij krijgen soms ook wel hele kleine kinderen, krijgen we: de groei zit in de curve … Kijk breder: ook andere signalen checken

We moeten zorgen dat ouders en kinderen die zorg krijgen die nodig is. Als iemand komt voor een uitkering ook checken naar andere problemen die kunnen spelen. We moeten ons niet verstoppen achter de wet op de privacy. Op het moment dat de ontwikkeling van het kind in het gedrang is ben je verplicht om het op te pakken, in plaats van het geheim te houden.

Het is oplosbaar. Op internet zijn er speciale chatgroepen voor kinderen en op scholen zijn er vertrouwenspersonen. Door deze problemen in de omgeving van het kind vroegtijdig op te sporen kunnen we heel veel problemen op latere leeftijd voorkomen. De afdeling

jeugdgezondheidszorg ziet alle kinderen van 5 jaar en van 13/14 jaar. Daarnaast zijn er

spreekuren op scholen. Scholen en huisartsen kunnen breder kijken dan alleen naar het kind of de patiënt. Ook naar de omgeving en de gezinssituatie. Je vraagt ouders om kinderen gezond

149

te laten opgroeien, maar als je eigen basis niet goed is, kun je de aandacht niet aan je eigen kind geven. Het is zaak dat we de problemen van ouders oplossen. Dat is een voorwaarde om aandacht aan de kinderen te kunnen geven.

Er moet oog voor zijn. Mensen kunnen snel vereenzamen. Ook kunnen zij niet altijd aangeven wat zij nodig hebben of de samenhang vermelden van de dingen die gebeuren in hun leven. Bij de gemeente Voorst doen ze dat heel goed in de gesprekken omdat zij het hele sociale domein langs gaan. Er wordt dan gevraagd naar de financiën, verslaving, vrije tijd, relaties, etc. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat daardoor, onverwachts, aspecten van iemands leven

tevoorschijn kwamen die we niet wisten (bijvoorbeeld alcoholmisbruik). Hierdoor kon de juiste hulp aangeboden worden en keerde iemands leven zich ten goede. Dat signaleren is erg belangrijk, daar moet je ook oog voor hebben en je verantwoordelijk voor voelen en willen samenwerken met de andere hulpverleners of instanties die rond een persoon of gezin staan.

In de gehandicaptenzorg is hetzelfde gebeurd [red: verkeerde keuzes rondom bezuinigingen].

Er zijn en blijven te veel leidinggevenden en de medewerkers en de cliënten vangen de klappen op.

Als je kijkt, eenzaamheid, schulden, verslaving, opvoedingsonmacht, huiselijk geweld, dat haakt allemaal in elkaar. En ik denk dat dàt heel mooi is, dat zou wat mij betreft een van de ontwikkelingen zijn van hoe kun je daar juist goed in met elkaar samenwerken, hoe weet je elkaar daar goed in te vinden. Weg van al die eilandjes die er zijn en juist ook vanuit preventie,

Als je kijkt, eenzaamheid, schulden, verslaving, opvoedingsonmacht, huiselijk geweld, dat haakt allemaal in elkaar. En ik denk dat dàt heel mooi is, dat zou wat mij betreft een van de ontwikkelingen zijn van hoe kun je daar juist goed in met elkaar samenwerken, hoe weet je elkaar daar goed in te vinden. Weg van al die eilandjes die er zijn en juist ook vanuit preventie,

In document Voorst onder de Loep (pagina 146-155)