• No results found

De bereikbaarheid van de gemeente

In document Voorst onder de Loep (pagina 166-174)

Deel B: Krijgen mensen de juiste hulp?

Hoofdstuk 5: Hoe bereik je mensen

5.2 De bereikbaarheid van de gemeente

Mensen moeten bij de gemeente terecht kunnen

Ambitie, krijg ik jeuk van dat woord. De burger, zou bij de gemeente Voorst gewoon bij een loket terecht moeten kunnen met alle vragen. En ze hebben hier het Maatschappelijk Netwerk Voorst (MNV) en daar moeten ook de mensen voor een uitkering zitten. Of eigenlijk moeten mensen van het MNV hier zitten. Mensen moeten gewoon bij de gemeente terecht kunnen. En dan kun je zeggen van daar heb je een loket. En ik snap het ook wel dat het fysiek lastig is.

Maar bij de gemeente moet je terecht kunnen met je vragen. Zodat je kunt vragen, he kan je even komen want jij weet hier meer van dat moet je tegen je collega kunnen zeggen. En niet heen en weer gestuurd worden naar het Kulturhus en weer terug. Ja, het gebeurt wel dat mensen niet weten waar ze moeten zijn. De schutting ligt bij mij, vragen over een uitkering komen bij mij terecht. Vragen over uitkeringen verbinden ze met mij door. Terwijl vragen over een uitkering kunnen ze beter bij die zijn. Want dat is de uitkeringsadministratie, wanneer ze uitbetaald worden. Nou ik heb een hekel aan pingpongen met mensen of schuiven. Bij

voorkeur niet. En ik snap ook wel dat je niet alles kunt oplossen bij een loket.

In die vier weken tijd, en dat gebeurt bij andere gemeenten wel dan moet er contact zijn met het UWV werkbedrijf van de gemeente. Om te bezien wat gaan we nu doen. Om toch een stap te zetten richting een opleiding. En met alle respect dat zie ik hier niet. Hier krijgen mensen een brief wat ze moeten doen, ga een opleiding zoeken. En na vier weken wachten, mogen ze een aanvraag indienen. Die vier weken nu en dat over de schutting gooien, is we houden de deur nu even dicht. Maar de deur die moet open zijn, het moet een lokaal zijn waar je gaat kijken van welke kant gaan we op. Meteen aan de poort moet zo’n jongere opgepakt worden.

En niet, we houden eerst even de deur voor jou dicht. Kom binnen, maar daar is de poort naar de uitkering maar nu nog niet. In deze ruimte gaan we kijken of je toch niet naar school kan.

Want voor elke jongeren is het beter dat je een vak leert en een opleiding volgt. Dan heb je wat waar je verder meekunt. En als dat niet kan dan moet je kijken wat er dan is gebeurd hoe je hier gekomen bent. Kijk om je heen wat heb je achter je en wat zou voor je kunnen liggen.

Als die zich melden voor een uitkering dan krijgen zij een zoektijd opgelegd van vier weken.

En vaak zijn zij uitgevallen van school of hebben een opleiding klaar. Okay, dan is het ook duidelijk. Maar ook dan moet je een gesprek aangaan, wat kan jij nu het beste doen om aan het werk te komen. Of zou je toch ook weer verder kunnen leren met name voor jongeren? En voor mensen die al heel lang in de bijstand zitten, daar kan ik heel moeilijk een oordeel over

165

geven. Ik zie dat ze hier er wel hard mee aan het werk zijn aan die participatienota om daar handen en voeten aan te geven. En dat is heel goed, en het mooie van hier is dat het vanuit de werkvloer is ontwikkeld. Dat is veel beter. Nou zie ik vanuit mijn functie, zie ik daar heel weinig van. Maar er is wel contact als jongeren binnenkomen en wat we daar dan aan gaan doen.

Ik weet niet hoe we het zo kunnen inrichten dat we toch iets in die vier weken kunnen. Dat is onderdeel van de participatienota, dat weet ik niet. Zij moeten daar invulling aangeven. En eigenlijk zou je het zo moeten organiseren dat een jongere zich eerst meldt bij de

klantmanagers. Dus ben je een jongere, okay wel een gesprek maar dan met een

klantmanager. En die gaat met je bespreken wat we kunnen doen. Dat is mijn mening. Want bij het UWV werken ze niet anders, kom maar hierheen en hoe vaak heb je gesolliciteerd en meer is het niet. En ik vind dat het daar vaak aan schort. De mensen zelf worden daar niet gezien. Er is een aanvraag, maar wie die aanvraag is, en waar die vandaan komt en hoe die nu verder komt daar wordt in eerste instantie niet naar gekeken. En ik moet je er bij zeggen, ik heb er ook geen tijd voor en daar ben ik niet voor. Maar ik moet vaak de neiging onderdrukken als ik met mensen zit om te vragen, hoe kom je hier? Waardoor zit je hier?

De ambitie die je moet hebben is dat je op zoek moet gaan naar creatieve oplossingen, meer aansluiten, zorgen dat je gaat faciliteren, niet organiseren. Mensen meer betrekken, het moet van hen zelf uit gaan ontstaan, meer betrokken voelen, meer eigenaarschap voelen. In plaats van dat inwoners zich bij jouw preventie aansluiten.

Vanuit de inwoners verschillende middelen faciliteren. Vanuit bewoners komen met een plan, hoe preventie te doen. Maak aanbod waarvan ze gebruik kunnen maken, eigen ideeën zijn ook welkom. Niet te groot, mensen kunnen zich dan niet binden. Verenigingen meer stem gaan geven. Ook als je het hebt over eenzaamheid. Mensen voelen zich verantwoordelijk binnen verenigingen. Zelf organiseren. Altijd iemand die wil helpen, buurvrouw / buurvrouw. Dingen voor elkaar doen, vanuit bruisend: De Bruismethode. Vanuit Bottom Up gaan bruisen. In

gesprek met de bewoners, signaleren. Observeren, Signaleren. Goed in gesprek blijven. Dingen bespreekbaar maken. Voorwaarden creëren om zaken bespreekbaar te maken. Insteek op schaamte bijvoorbeeld als je te maken hebt met armoede, dat kinderen zich hiervoor schamen.

Bespreekbaar te maken in de klas, bijvoorbeeld ten aanzien van kleding dat het te maken heeft met financiën, begrip – acceptatie. Jongeren meenemen in het proces. Insteek op

zelfvertrouwen. Maakt het voor ouders weer bespreekbaar.

Ik ben wel eens bij een rondetafelgesprek geweest. Dat zie je de mensen die overdag gewoon als jouw patiënten op de tafel liggen in de gemeenteraad. De gemeente is wel toegankelijk, maar mensen moeten nog makkelijker kunnen aankloppen. Ik zeg wel tegen mensen dat ze bij de gemeente kunnen vragen of ze gebruik kunnen maken van de gemeentepolis.

Een andere ontwikkeling is dat de gemeente Voorst samen werkt met de stadsbank in Apeldoorn voor wat betreft de schuldhulpverlening. Deze afstand is een grote drempel.

Mensen die in zo’n situatie terecht zijn gekomen hebben vaak geen eigen vervoer en zijn aangewezen op het openbare vervoer. Ook krijgen zij daar weer met een nieuwe klantmanager

166

te maken. Deze wordt wel aan de persoon gekoppeld maar is moeilijk bereikbaar aldus de mensen die ik gesproken heb. De afstand tot de klant is heel groot en de drempel hoog. Je moet een afspraak maken in Apeldoorn, je kunt niet even binnenlopen om iets te vragen of voor informatie. Elburg heeft om deze reden een extern bedrijf ingehuurd (sociaal.nl) die de schuldhulpverlening regelt als een soort tussenpersoon zodat mensen niet naar Apeldoorn hoeven te reizen. Epe is ook aangesloten bij de stadsbank Apeldoorn maar doet de intake zelf door de klantmanager die iemand al heeft en kent. Daardoor is de drempel lager en de lijnen korter. Er zitten daar drie dames en die zijn iedere dag bereikbaar. In Voorst is dat maar een middag, de donderdagmiddag. Mijn werk wordt betaald uit subsidies en deze subsidie is niet erg groot. Vorig jaar wilde ik een extra spreekuur oprichten in Hattem maar daar was geen extra subsidie voor. De financiering en organisatie van een kleine gemeente. De afhandeling en begeleiding bij de bijstand daar hoor ik heel goede verhalen over. Medewerkers zijn goed bereikbaar en betrokken, de lijntjes zijn kort.

De gemeente moet zichtbaar zijn

Niet aangeboren hersenletsel kan je niet voorkomen. Maar je moet als gemeente zichtbaar zijn, omdat sommige mensen ook niet weten waar ze naartoe moeten. Omdat je er nooit mee te maken hebt gehad, omdat het hersenletsel niet aangeboren is. Natuurlijk zie je in het Voorster nieuws wel staan van het Wmo-zorgloket, maar als je zelf nooit hulp nodig hebt gehad dan gaat er een nieuwe wereld voor je open. Om eerst uit te zoeken welke hulp via de Wmo en zorgverzekering gaat, al die gesprekken met verschillende mensen. Ik liep toen aan tegen de leveranciers die geselecteerd waren bij de Wmo. Daar heb ik toen wel een paar keer een klacht over ingediend omdat de kwaliteit die de leverancier bood onvoldoende was en dit niet zo werd ervaren door de gemeente. Er was zelfs een aparte facebookpagina opgericht met klachten. Ik zou het prettiger hebben gevonden als ze een keer die leverancier hadden…dat was niet tof. Maar je hebt het nodig. Je hebt als ouder ook niet altijd de puf om er iets aan te doen, want je hebt al genoeg aan je hoofd. Misschien is dat nu al veranderd hoor.

Contact met gemeente is prettig

In de gemeente Voorst is het wel goed en positief dat je gemakkelijk bij de gemeente aan de bel kunt trekken en zaken voor elkaar kunt krijgen als hulpverlener, dat is wel een verschil met andere/grotere gemeentes. Het gaat om welzijn van de burger en de samenleving. Als je daar niets aan doet en er niet in investeert dan worden de problemen nog groter en kost het alleen maar nog meer geld voor de samenleving.

En voor de administratie te verminderen en druk bij de gemeente weg te halen? Ja,

duidelijkheid, rechtlijnigheid en structuur. Dit is een aanvraag en dit moet er gebeuren, niet meer en niet minder. En na de aanvraag staan we wat meer los van de gemeente. Het contact met de gemeente vind ik wel altijd heel prettig en de lijnen zijn heel kort. We hebben wel heel makkelijk het contact. En wat ik heel waardevol vind is dat het vertrouwen echt heel groot is van de gemeente. Dat vind ik echt heel fijn. Ze laten het grotendeels echt aan ons over.

167

Het loket is op bepaalde tijden open: soms lastig te bereiken

Er wordt nu goed samengewerkt tussen Wmo en de wijkverpleegkundige. Ik heb nu een

rechtstreeks nummer van de Wmo consulent, maar voor cliënten is het soms… je kunt alleen ’s ochtends bellen. En zelf heb ik privé ook wel een gebeld met het loket en dan kan je alleen tussen een bepaalde tijd bellen. Dat is soms best lastig, want dan was degene die ik moest hebben die was er niet. Dat kan natuurlijk, maar ik kon ‘s middags ook niet terugbellen. Een terugbelverzoek kan hier wel. Ik heb wel toen twee, drie dagen achter elkaar gebeld, en uiteindelijk wel contact gekregen, maar dat is niet fijn. Zeker als je ’s ochtends zelf moet werken. Of het anders kan weet ik niet, maar dat is wel iets wat ik opmerk. Maar ik merk ook van cliënten dat het toch als heel vervelend wordt ervaren. Het verschilt per gemeente, in Apeldoorn is het precies hetzelfde maar daar hebben wij als zorgaanbieder ook een ander nummer waar we rechtsreeks naartoe kunnen bellen.

Het meest knellende vind ik de slechte bereikbaarheid. En als ik ze bel krijg ik standaard een antwoordapparaat. Dat de gemeentes, zoals het CJG hé die heeft een mandaat namens de gemeente, van 9 tot 12 bereikbaar zijn. En ik bel om half 1. Nou het CJG die zicht moet hebben op wat er speelt in de stad in de wijk en dergelijke zou gewoon in ieder geval de hele dag telefonisch bereikbaar moeten zijn.

Van het kastje naar de muur: waar kan ik terecht met mijn hulpvraag

Mensen weten vaak niet waar ze terecht kunnen. Ik denk dat een gemiddeld iemand bijvoorbeeld niet eens weet wat Wmo is. Wanneer dus iemand met een Wmo-vraag bij de receptie van het gemeentehuis komt, worden ze weer doorverwezen naar een andere balie op een andere locatie. Dat is dan het Kulturhus. Een ander voorbeeld hiervan is dat mensen uit deze gemeente eerst naar het gemeentehuis moeten om hun probleem uit te leggen. Daarna worden ze vaak doorverwezen naar de Stadsbank in Apeldoorn, waar ze het probleem weer uit moeten leggen. Dan moet je dus 2 keer al een drempel over.

Waar kan ik terecht met mijn vraag? Nu worden mensen van kastje naar de muur gestuurd. Er zijn te veel loketten en mensen weten de weg niet te vinden. Er zou één

instantie/groep/persoon moeten zijn waar men met alle vragen naar toe kan en die de organisaties en instanties benaderen die de vraag moeten oppakken/oplossen. En dan heb ik het niet over dat de vuilnis niet opgehaald wordt maar over maatschappelijke en sociale problemen. Zo’n persoon of groep moet dan wel gesitueerd zijn in een klein gebied, bijvoorbeeld in het dorp en moet bekend zijn in het dorp. Heel laagdrempelig aanwezig en bekend zijn in het dorp. Dus iemand die een vraag op kan pakken en bij de juiste organisatie neer kan leggen. Dan wordt het laagdrempelig en worden mensen niet van kastje naar de muur gestuurd.

Als ik kijk naar de gemeente Voorst en ik vergelijk het met andere gemeenten dan denk ik dat in de communicatie en afstemming, 1 loket als iets binnenkomt, dat dat ontbreekt. En die dan ook gelijk de volgende dag de ouders belt. Er valt in de preventie nog wel wat te halen. Komt ook door wet- en regelgeving. Je hebt onderwijswetgeving van de landelijke overheid en je hebt gemeentelijke regelgeving.

168

De verwijzing moet ook goed gaan. Dat niet naar ons verwezen wordt als het om een ander probleem gaat. Dus dat organisaties van elkaar weten wat ze doen. En niet doorverwijzen naar iets en dan daar horen dat ze toch weer ergens anders moeten zijn. Dat gebeurt nog te veel denk ik. Dus we moeten goed op de hoogte zijn van wie, wat, doet. En stap één is dat

Maatschappelijk Netwerk Voorst dat moet weten. Maar ook andere organisaties van elkaar. Ik denk niet dat iedereen weet wat wij allemaal doen en wat wij kunnen betekenen. Maar dat is niet alleen voor onze organisatie ook voor anderen. En dat komt ook omdat er zoveel

organisaties zijn dus kan je dat dan ook weten? En maak het niet te ingewikkeld voor mensen.

En dit moeten we bereiken om maatschappelijke problemen te voorkomen. Hierin kan ik zelf nog als je met iemand spreekt goed doorverwijzen. En ook intern er voor zorgen dat het bij de juiste persoon terecht komt. En zorgen dat er contact met deze persoon wordt opgenomen. En als het niet bij ons hoort zorgen dat het dan terecht komt waar het wel moet. En als je wel dingen signaleert het bespreekbaar maken. En als burger probeer je er te zijn voor de mensen om je heen. Maar nogmaals ik heb zelf ook een heel druk leven dus daar ga je al. Maar

natuurlijk probeer je te ondersteunen in je omgeving.

En om beter te signaleren is vooral een ding dat als het gemeld wordt dat we daar dan gelijk op kunnen inspelen. En ervoor te zorgen dat mensen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Dat goed wordt gekeken van wat is hier nodig en dat niet gebeurt dat mensen weet ik hoe lang moeten wachten voordat er wat gebeurt omdat het over zes schijven moet. Want mensen haken dan gewoon af als ze drie keer hun verhaal moeten doen of als ze drie keer hun verhaal moeten doen. Of moeten wachten op een beslissing. Ik denk dat je daar al heel veel mee kunt voorkomen. En als organisatie dat je als je al in beeld bent niet alleen kijkt naar waar je zelf mee bezig bent maar ook wat is er nog meer aan de hand. En zelf mensen in beeld krijgen, zichtbaar zijn en niet te ingewikkeld maken voor ze.

Iemand die dus in de schulden zit gaat al met een rode kop van schaamte naar het

gemeentehuis en dan wordt hij weer doorverwezen naar een ander gebouw waar hij helemaal niemand kent. Dat is hetzelfde met het Jeugdsportfonds en Stichting Leergeld. De 1e keer meld je je voor het Jeugdsportfonds, daarna hoor je via via dat je ook nog Stichting Leergeld kan krijgen en dan moet je dus weer naar de gemeente om alles te regelen. Dubbelop en onnodig lijkt mij. Ze moeten hier gewoon veel vraaggerichter werken. De ambtenaren moeten weten, wanneer ze de hulpvrager niet kunnen helpen naar wie ze door moeten verwijzen. Dit ontbreekt veel te vaak en hierdoor schiet de hulpverlening te kort.

Ik weet niet of we dat kunnen oplossen. Ik denk dat het een soort ongewenste bijkomstigheid is van het feit dat je die verandering aan het inzetten bent. Er zullen altijd mensen tussen de wal en het schip blijven. Dus je kunt het niet voorkomen, ik denk wel dat je met elkaar moet afspreken dat als het gebeurt en hoe gaan we dat dan doen? Dus hoe gaan we als zorgland daarin de samenwerking zoeken. Zodat iemand niet van het kastje naar de muur wordt gestuurd wordt. Maar dat er twee zijn die zeggen en dit gaan wij oppakken, hier gaan wij wat mee doen.

169

Wanneer je bij het loket van de gemeente komt, moet je gewoon antwoord kunnen krijgen op je hulpvraag. Wanneer je een omgevingsvergunning aanvraagt is dat natuurlijk wel een ander verhaal. Ik heb in een nabij gelegen gemeente stage gelopen, en daar hebben ze gewoon een hele telefooncentrale met mensen die de bewoners helpen met hun vragen. Dat is wel bijna fabriekswerk, maar je wordt wel bijna direct geholpen. Dit voorkomt veel zaken die achteraf dus tot grote problemen kunnen leiden. Het kost natuurlijk wel geld om deze afdeling met bijvoorbeeld telefonistes te laten draaien, maar je bent wel veel beter vindbaar voor de

inwoners en kunt ze wel direct helpen. Omdat je op die manier de inwoners uit deze gemeente echt kan helpen. Nu blijven veel mensen met hun hulpvragen zitten en worden ze óf niet geholpen of ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Hierdoor worden ze niet

inwoners en kunt ze wel direct helpen. Omdat je op die manier de inwoners uit deze gemeente echt kan helpen. Nu blijven veel mensen met hun hulpvragen zitten en worden ze óf niet geholpen of ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Hierdoor worden ze niet

In document Voorst onder de Loep (pagina 166-174)