• No results found

Sociale vaardigheidstraining (VERSIE 2011)

In document Angststoornissen (pagina 84-88)

6. Behandeling Sociale angststoornis (versie 2011)

6.2 Psychologische interventies sociale angststoornis (VERSIE 2011)

6.2.3 Sociale vaardigheidstraining (VERSIE 2011)

Richtlijntekst: VERSIE 2011

Dit hoofdstuk is onderverdeeld in subhoofdstukken/paragrafen. Om de inhoud te kunnen bekijken klikt u in de linkerkolom op de subhoofd- of paragraaftitel.

6.2.3.1 Effectiviteit (VERSIE 2011)

Richtlijntekst: VERSIE 2011

De richtlijntekst in deze paragraaf omvat geen verdere inleiding.

Aanbevelingen:

Sociale vaardigheidstraining kan als behandeling aangeboden worden aan patiënten met een sociale angststoornis waarbij duidelijk sprake is van tekorten in de sociale prestatie na een standaard cognitieve gedragstherapie.

Wetenschappelijke onderbouwing:

In een sociale vaardigheidstraining is de aandacht gericht op tekorten in sociale prestatie (vroeger ook wel sociale vaardigheidstekorten genoemd), waarmee een patiënt met een sociale angststoornis in sociale situaties in de problemen komt en mogelijke negatieve reacties bij anderen veroorzaakt. Binnen een sociale vaardigheidstraining worden verschillende procedures gebruikt, zoals modelling, gedragsherhaling,

rollenspelen, feedback en sociale bekrachtiging. In de meta-analyses kwam sociale vaardigheidstraining als een effectieve behandeling naar voren, al zijn er wel aanwijzingen dat exposure in vivo en cognitieve

herstructurering effectiever waren dan sociale vaardigheidstraining (Feske & Chambless, 1995; Taylor, 1996; Gould, 1997; Moreno, 2001; Powers, 2008). Ook tonen recente RCT's aan dat sociale vaardigheidstherapie effectief is (Bogels & Voncken, 2008; Herbert, 2005; 2009). De studie van Bögels en Voncken (2008) richtte zich op de groep sociale angstpatiënten met specifiek bloos-, zweet- en trilangst. Hier werd geen standaard sociale vaardigheidstraining gebruikt maar een sociale vaardigheidstraining gericht op voor hen individueel toegesneden angstopwekkende sociale situaties (blozen, zweten en trillen). Deze toepassing van sociale vaardigheidstraining liet een effect grootte zien van 1.6. In de studie van Herbert (2005) wordt sociale

vaardigheistraining individueel toegesneden en geïntegreerd maar gebruikt na cognitieve therapie. Hier wordt een effectgrootte gevonden van d=2.0.

In de review van Ponniah & Hollon (2007) wordt weinig ondersteuning gevonden voor de effectiviteit van sociale vaardigheidsstrainingen. Een argument hierbij is dat veel sociaal angstigen wel over adequate sociale vaardigheden beschikken, maar deze alleen niet durven toe te passen.

In een onderzoek van Herbert (2005) bleek sociale vaardigheidstherapie wel degelijk iets toe te voegen aan de cognitief gedragstherapeutische behandeling van patiënten met gegeneraliseerde sociale angststoornis. Patiënten die beide behandelingen kregen verbeterden meer dan patiënten die alleen de standaard cognitieve gedragstherapie voor sociale angst kregen. Het lijkt raadzaam sociale vaardigheidstrainingen te reserveren voor patiënten waar ook duidelijk tekorten in de sociale interactie zijn gediagnosticeerd.

Literatuur

Feske U, Chambless DL. Cognitive-behavioral versua exposure only treatment for social phobia: a meta-analysis. Behavor Therapy 26: 695-720, 1995.

Bogels, S.M. & Voncken, (2008). Social skills training versus cognitive therapy for social anxiety disorder Characterized by fear of blushing, trembling, or sweating International Journal of Cognitive Therapy, 1(2), 138-150.

Gould RA, Buckminster S, Pollack MH, Otto MW, Yap L. Cognitive-behavioral and pharmacological treatment for social phobia: a meta-analysis. Clinical Psychology: Science and practice 4: 291-306, 1997.

Herbert, J.D., Gaudiano, B.A., Rheingold, A.A., Myers, V.H., Dalrymple, K.L., & Nolan, E.M. (2005). Social skillstraining augments the effectiveness of cognitive behavioral group therapy for social anxiety disorder.

Behavior Therapy, 36, 125-138.

Herbert, J.D., Gaudiano, B.A., Rheingold, A.A., Moitra, E., Myers, V.H., Dalrymple, K.L. & Brandsma, L.L. (2009). Cognitive behavior therapy for generalized social anxiety disorder in adolescents: A randomized controlled trial. Journal of Anxiety Disorders, 23, 167-177.

Moreno, P.J., Carrillo, F.X.M., & Meca, J.S. (2001). Effectiveness of cognitive behavioural treatment in social phobia: A meta-analytic review. Psychology in Spain, 5, 1, 17-25.

Ponniah, K., & Hollon, S.D. (2007). Empirically supported psychological interventions for social phobia in adults: a quantitative review of randomized controlled trials. Psychological Medicine, 1-12.

treatments for social anxiety disorder. International Journal of Cognitive Therapy, 12, 94-113.

Taylor S. Meta-analysis of cognitive-behavioral treatments for social phobia. J Behav Ther Exp Psychiatry 27: 1-9, 1996.

Conclusies:

Niveau 1 Sociale vaardigheidstraining is een effectieve behandeling bij sociale angststoornis. Het lijkt raadzaam sociale

vaardigheidstrainingen te reserveren voor patiënten waar ook duidelijk tekorten in sociale prestatie zijn gediagnosticeerd. A1 Feske & Chambless, 1995; Gould, 1997;Taylor, 1996; Moreno, 2001; Powers, 2008

A2 Herbert, 2005; 2009; Bogels & Voncken, 2008.

Overige overwegingen:

Sociale vaardigheidstraining kan gemakkelijk worden uitgevoerd in zowel een individueel als in een

groepsformat. De behandeling kan worden geprotocolleerd, zodat de toepassing betrekkelijk eenvoudig is. Het lijkt raadzaam sociale vaardigheidstrainingen te reserveren voor patiënten waar ook duidelijk tekorten in de sociale prestatie zijn gediagnosticeerd, na een standaard cognitieve gedragstherapie.

6.2.3.2 Wijze en duur van toepassing (VERSIE 2011)

Richtlijntekst: VERSIE 2011

De richtlijntekst in deze paragraaf omvat geen verdere inleiding. Aanbevelingen:

Sociale vaardigheidstraining kan het beste in groepsverband worden aangeboden.

Wetenschappelijke onderbouwing:

In een sociale vaardigheidstraining is de aandacht gericht op tekorten in de sociale prestatie, waarmee een patiënt met een sociale angststoornis in sociale situaties in de problemen komt en mogelijke negatieve reacties bij anderen veroorzaakt. Binnen een sociale vaardigheidstraining worden verschillende procedures gebruikt, zoals modelling, gedragsherhaling, rollenspelen, feedback en sociale bekrachtiging. Waarschijnlijk wordt het zelfvertrouwen binnen een vaardigheidstraining versterkt. Vaak worden ook exposure elementen en cognitieve herstructurering aan een sociale vaardigheidstraining toegevoegd. Er zijn geen studies bekend binnen 'pure sociale vaardigheidstrainingen' (dus zonder expliciete exposure en expliciete cognitieve herstructurering), waarin een directe vergelijking is gemaakt tussen individuele behandelingen en

groepsbehandelingen. Uit een meta-analyse blijkt dat voor de behandeling van sociale angststoornis er geen verschil is in effectiviteit tussen behandeling in groepen en individuele behandeling (Moreno, 2001; Powers, 2008).

De duur van behandelingen verschilt in de diverse onderzoeken (Bogels & Voncken, 2008; Dam-Baggen & Kraaimaat, 2000; Heimberg, 2002). Doorgaans duren zowel individuele als groepsbehandelingen tussen de zeven en vijftien bijeenkomsten. De duur van sessies bij een groepsbehandeling is doorgaans zo'n 90 minuten.

Literatuur

Feske U, Chambless DL. Cognitive-behavioral versua exposure only treatment for social phobia: a meta-analysis. Behavor Therapy 26: 695-720, 1995.

Bogels, S.M. & Voncken, (2008). Social skills training versus cognitive therapy for social anxiety disorder Characterized by fear of blushing, trembling, or sweating International Journal of Cognitive Therapy, 1(2),

138-150.

Dam-Baggen R, Kraaimaat F. Group social skills training or cognitive group therapy as the clinical treatment of choice for generalized social phobia? J Anxiety Disord 14: 437-51, 2000.

Gould RA, Buckminster S, Pollack MH, Otto MW, Yap L. Cognitive-behavioral and pharmacological treatment for social phobia: a meta-analysis. Clinical Psychology: Science and practice 4: 291-306, 1997.

Heimberg RG. Cognitive-behavioral therapy for social anxiety disorder: current status and future directions.

Biol Psychiatry 51: 101-8, 2002.

Mersch PP, Emmelkamp PM, Lips C. Social phobia: individual response patterns and the long-term effects of behavioral and cognitive interventions. A follow-up study. Behav Res Ther 29: 357-62, 1991.

Moreno, P.J., Carrillo, F.X.M., & Meca, J.S. (2001). Effectiveness of cognitive behavioural treatment in social phobia: A meta-analytic review. Psychology in Spain, 5, 1, 17-25.

Powers, M.B., Sigmarsson, S.R. & Emmelkamp, P.M.G.(2008). A meta-analytic review of psychological treatments for social anxiety disorder. International Journal of Cognitive Therapy, 12, 94-113.

Taylor S. Meta-analysis of cognitive-behavioral treatments for social phobia. J Behav Ther Exp Psychiatry 27: 1-9, 1996.

Conclusies:

Niveau 1 Sociale vaardigheidstraining is een therapievorm die zowel in individueel als in groepsverband kan worden gegeven. A1 Feske & Chambless, 1995; Gould, 1997; Taylor, 1996; Moreno, 2001; Powers, 2008

A2 Dam-Baggen & Kraaimaat, 2000; Heimberg, 2002; Taylor, 1996; Bogels & Voncken, 2008.

Overige overwegingen:

Hoewel sociale vaardigheidstraining in groepsverband danwel individueel even effectief lijken te zijn, verdient het groepsverband toch de voorkeur. Ten eerste biedt een groep meer mogelijkheden om te oefenen met allerlei vaardigheden. Ten tweede is een groep waarschijnlijk kosteneffectiever.

6.2.3.3 Duurzaamheid (VERSIE 2011)

Richtlijntekst: VERSIE 2011

De richtlijntekst in deze paragraaf omvat geen verdere inleiding. Aanbevelingen:

Voor afsluiting van de therapie lijkt het zinvol om samen met de patiënt een

signaleringsplan te maken om mogelijke signalen van terugval te herkennen, zowel voor de patiënt zelf alsook voor diens naaste omgeving. Aansluitend kan hem worden geleerd om anders met deze signalen om te gaan dan voor de start van de behandeling. Het anders omgaan met deze signalen kan bestaan uit het anders duiden en interpreteren ervan en uit andere coping.

Nadat een behandeling met goed resultaat is afgesloten, is het verstandig om goede afspraken te maken met de patiënt en de huisarts over mogelijkheden om snel in te grijpen bij mogelijke terugval.

Wetenschappelijke onderbouwing:

Er zijn geen specifieke studies bekend naar de lange termijn effecten van ‘pure sociale vaardigheidstrainingen' voor sociale angststoornis. In verschillende follow-up studies zijn de lange termijn effecten van cognitieve en

gedragsmatige interventies in meer algemene zin bij de behandeling van sociale angststoornis onderzocht (Scholing & Emmelkamp, 1996a; Scholing & Emmelkamp, 1996b; Mersch, 1991; Heimberg, 1993; Turner, 1995). Over het geheel kan gezegd worden dat de vooruitgang tijdens de behandeling twee tot vijf jaar na die behandeling behouden bleef. Het gaat hierbij wel om zogeheten naturalistische follow-up studies, waarbij niet geheel duidelijk is hoeveel aanvullende behandeling de patiënten in de tussen tijd hebben ontvangen.

Bij verschillende studies zijn de drop-out percentages gerapporteerd. Uit meta- analyses blijkt dat het drop-out percentage gemiddeld 15% bedraagt (Feske & Chambless, 1995; Taylor, 1996).

Literatuur

Feske U, Chambless DL. Cognitive-behavioral versua exposure only treatment for social phobia: a meta-analysis. Behavor Therapy 26: 695-720, 1995.

Heimberg RG, Salzman D, Holt CS, Blendell K. Cognitive-behavioural group treatment for social phobia: effectiveness at five-year folow-up. Cognitive therapy and Research 17: 325-39, 1993.

Mersch PP, Emmelkamp PM, Lips C. Social phobia: individual response patterns and the long-term effects of behavioral and cognitive interventions. A follow-up study. Behav Res Ther 29: 357-62, 1991.

Scholing A, Emmelkamp PM. Treatment of fear of blushing, sweating, or trembling. Results at long- term follow-up. Behav Modif 20: 338-56, 1996a.

Scholing A, Emmelkamp PM. Treatment of generalized social phobia: results at long-term follow-up. Behav

Res Ther 34: 447-52, 1996b.

Taylor S. Meta-analysis of cognitive-behavioral treatments for social phobia. J Behav Ther Exp Psychiatry 27: 1-9, 1996.

Turner SM, Beidel DC, Cooley-Quille MR. Two-year follow-up of social phobics treated with social effectiveness therapy. Behav Res Ther 33: 553-5, 1995.

Conclusies:

Niveau 1 De geboekte vooruitgang in een cognitief

gedragstherapeutische behandeling in het algemeen (met inbegrip van sociale vaardigheidstraining) van sociale angststoornis blijft twee tot vijf jaar nadien behouden. Het percentage drop-outs is gering.

A1 Feske & Chambless, 1995; Taylor, 1996; A2 Turner, 1995; Scholing & Emmelkamp, 1996a; Scholing & Emmelkamp, 1996b; 1996b; Mersch, 1991; Heimberg, 1993

Overige overwegingen:

Er zijn geen speciale onderzoeken gedaan naar maatregelen die terugval voorkomen. ‘Good clinical practice' suggereert dat duidelijke afspraken met patiënt en huisarts over de mogelijkheid om bij (dreigende) terugval snel te kunnen worden gezien voor een of enkele ‘herhalingsgesprekken' zinvol kunnen zijn.

In document Angststoornissen (pagina 84-88)