• No results found

Resultaten ondernomen acties

In document Marjan Olfers & Anton van Wijk (pagina 155-158)

Ervaringen van oud-sporters

5.9 Resultaten ondernomen acties

In de survey hebben de oud-sporters de gelegenheid gehad om de resultaten van hun (of die van hun ouders) acties om het grensoverschrijdende gedrag aan te

pakken te beschrijven. In totaal hebben 87 oud-sporters daarover iets gezegd. Uit onderstaand figuur wordt duidelijk dat een groot deel van de acties volgens de oud-sporters niet tot resultaat heeft geleid. Op deze en andere resultaten wordt na de figuur verder ingegaan.

Figuur 5.9 Resultaat ondernomen acties (n=87)9

5.9.1 Geen resultaat ondervonden

De grootste groep respondenten, die antwoord op deze vraag heeft gegeven, zegt dat er niets met hun actie is gedaan. Deze respondenten hebben geen reactie ont-vangen of er simpelweg geen resultaat van gezien. In 2013 is er veel media-aan-dacht geweest voor grensoverschrijdend gedrag in de turnsport, maar uiteindelijk is het stil geworden en er is volgens de respondenten niets mee gedaan.

Respondenten voelen zich niet gehoord door de manier waarop er met hun klachten is omgegaan. Oud-sporters die jaren na beëindiging van de sport besluiten toch naar buiten te komen met een verhaal of een klacht in te dienen bij de KNGU vinden dit teleurstellend. Het is voor de sporters een grote stap om dit na een aan-tal jaren te doen en het haalt een hoop negatieve emoties naar boven. Deze respon-denten hebben jaren nodig gehad om sterk genoeg te zijn om hun verhaal te doen en zien dan dat er niets met hun klacht gebeurt. Een respondent vertelde dat zij een melding heeft willen doen, nadat verhalen in de media veel hadden losgemaakt. “Er is uiteindelijk niks mee gedaan, terwijl het heel heftig en eng was om te doen.”

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%

Geen reace ontvangen/niks mee gedaan/geen resultaat van gezien Psycholoog/therapie hee geholpen Er is iets mee gedaan Trainer is ontslagen Het onderzoek loopt nog Overig Geen hulp aangeboden gekregen/nazorg Grensoverschrijdende gedrag werd minder, maar stopte niet KNGU was het oneens met kriek

5.9.2 Psycholoog/therapie zinvol

Uit de resultaten blijkt dat een psycholoog of therapie bij diverse oud-sporters heeft geholpen of zinvol is geweest. Na een carrière in de sport waar grensover-schrijdend gedrag heeft plaatsgevonden is het volgens hen cruciaal om psychische begeleiding te krijgen. Degenen die gebruik hebben gemaakt van therapie, zijn niet in staat geweest om zelfstandig door te gaan met hun leven of te functioneren in de maatschappij. Velen vertellen dat psychotherapie voor hen een redding is geweest en zowel tijdens de carrière als daarna noodzakelijk was.

De oud-sporters hebben naar eigen zeggen psychologische hulp nodig om na zo’n heftige periode hun identiteit opnieuw te vormen. Ze hebben nooit de kans gehad om een eigen identiteit te vormen, want ze moesten altijd precies doen wat ze werd opgedragen. De respondenten vertellen dat bepaalde overtuigingen die ze hebben aangeleerd heel erg diep zitten. Deze overtuigingen zijn bijvoorbeeld dat ze nog steeds het gevoel hebben dat ze nooit goed genoeg zijn, ze hebben weinig zelf-vertrouwen en ze hebben altijd iemand nodig om iets te bereiken. Verder noemen de oud-sport(st)ers dat ze vooral de negatieve aspecten ergens van zien, ondanks dat er gezegd is dat ze iets goed hebben gedaan. Ook stellen ze enorm hoge eisen aan zichzelf.

Psychische hulp heeft de respondenten geholpen om een nieuwe eigen iden-titeit te vormen, om autonomer te zijn, een positiever beeld van zichzelf te kwe-ken en minder proberen te doen wat anderen blij maakt, ook wel ‘please-gedrag’

genoemd. Tijdens therapie is hun turnverleden veel en vaak besproken. Dat was nodig om alles een plekje te geven, om te accepteren wat er is gebeurd, maar ook om in te zien dat ze geen vervelende individuen zijn. Het beeld dat de oud-sporters in hun hoofd hadden of hebben, is dat wat bijvoorbeeld de trainer jarenlang tegen ze gezegd heeft. Ze ervaren het in het begin als erg lastig om van iemand te horen dat ze er mogen zijn en dat ze het leven waard zijn. Samenvattend heeft therapie veel respondenten geholpen om het grensoverschrijdende gedrag een plekje te geven en om te groeien als persoon.

In de interviews is zoeken van hulp vaak aan de orde gekomen. Eerder in dit hoofdstuk is daarbij stilgestaan. Deze oud-sporters hebben over het algemeen baat (gehad) bij die hulp, ook al kon dat traject lang duren of is het nog niet geheel afgesloten.

5.9.3 Er is iets mee gedaan

Ook een deel van de respondenten, namelijk dertien, valt onder de groep van oud-sporters die wel vinden dat er iets met hun actie is gedaan. Van deze oud-oud-sporters zeggen er zes dat de trainer is ontslagen als gevolg van hun klacht. Ook schrijft een

oud-sporter dat er in 20xx een zaak is geweest die tot gevolg had dat de KNGU zich aan heeft gesloten bij het Instituut Sportrechtspraak.

Een andere oud-sporter schrijft dat hij in twintig keer al zijn moed verzameld heeft om met een bondsbestuurder om de tafel te zitten en hem alles te vertel-len. Toen is ook het grensoverschrijdende gedrag ook met fysio’s, artsen en ande-re hulptrainers besproken. Er is naar de sporter geluisterd en alles is vervolgens besproken met de trainer. De trainer mocht echter bij de vereniging blijven en trai-ning blijven geven. De sporter kreeg het de volgende traitrai-ning extra zwaar te voor-duren. Na een aantal keer zo hard gestraft te zijn, zag hij er liever vanaf om zijn verhaal te delen met anderen.

5.9.4 Overige resultaten

Enkele oud-sporters stellen dat er geen nazorg is geboden door de KNGU of de vereniging. Het is al duidelijk hoe belangrijk nazorg of therapie kan zijn voor het verwerken van grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen het aanbieden van een psy-choloog is noodzakelijk, ook is gezegd dat er geen begeleiding was bij het afbouwen van zijn of haar trainingsschema.

Daarnaast is door vijf oud-sporters genoemd dat het onderzoek naar hun inge-diende klacht nog loopt. Ze hebben nog geen resultaten ondervonden van hun acties, maar dit kan nog komen. Een ander stelt tot slot dat als gevolg van de actie het grensoverschrijdende gedrag minder is geworden, het stopte echter niet.

In document Marjan Olfers & Anton van Wijk (pagina 155-158)