• No results found

Betrokkenheid van de overheid

In document Marjan Olfers & Anton van Wijk (pagina 59-63)

Gymsport: specificiteit en structuur

2.10 Betrokkenheid van de overheid

Hoewel in Nederland de organisatie van sport, vooral een private aangelegenheid betreft, heeft ook de overheid betrokkenheid bij sport. In deze paragraaf gaan wij kort in op deze betrokkenheid.

2.10.1 Rijksoverheid

Het Ministerie van VWS stimuleert beleid op het gebied van sport en bewegen, de sportinfrastructuur, de stimulering van top- en breedtesport en heeft een regie-functie op landelijk niveau. De rijksoverheid financiert de topsport, bijvoorbeeld via de financiering van trainings- en wedstrijdprogramma’s, talentontwikkelingspro-gramma’s en kennis van talentcoaches. De rijksoverheid financiert ook topsporters.

Dit loopt via de stipendiumregeling voor topsporters. Zij kunnen gebruik maken van een kostenvergoedingsregeling om kosten te declareren. Als het gaat om de sport-infrastructuur financiert de overheid CTO’s, waar sporters kunnen wonen, studeren en trainen. Er is in de CTO-structuur sprake van medische zorg, lifestyle-coaching en mentale begeleiding. Op Topsport-talentscholen kunnen sporters hun trainin-gen goed combineren met school. Het beleid van VWS kent op het moment van schrijven drie prioriteiten en programma’s: ‘Sport en bewegen in de buurt’ (breed-tesport), ‘Werken aan een veiliger sportklimaat’ (breedtesport) en ’Uitblinken in de

sport’ (topsport). Voor topsport geldt de doelstelling dat Nederland bij de beste 10 landen van de wereld behoort (top-10 ambitie).

De voormalig minister van VWS heeft in 2018 het Nationaal Sportakkoord geslo-ten. Dit is een akkoord tussen verschillende maatschappelijke partners. Daarin zijn zes ambities geformuleerd:

ƒ inclusief sporten & bewegen

ƒ duurzame sportinfrastructuur

ƒ vitale sport- en beweegaanbieders

ƒ positieve sportcultuur

ƒ vaardig in bewegen

ƒ ‘topsport die inspireert’

Op regionaal en lokaal niveau worden sportakkoorden binnen deze kaders geslo-ten en uitgevoerd. De regionale en lokale partijen maken onderling afspraken met elkaar, waardoor recht wordt gedaan aan de eigen regionale/lokale cultuur en aan het lokale en regionale beleid.

2.10.2 Provinciaal niveau

Voor provincies is de sport geen primaire kerntaak. Dit betekent dat provincies vooral een ondersteunende rol hebben richting gemeenten indien het gaat om bovenlokaal beleid. Op provinciaal niveau verschilt het beleid enorm (Nederlandse Sportraad, 2019). Sommige provincies zetten veel in op sport, via provinciale sport-akkoorden, bijvoorbeeld de provincie Gelderland. Gelderland werkt het beleid uit langs verschillende lijnen, waaronder ‘meedoen en ontmoeten, evenementen en talenten, gezonde inwoners in een gezonde omgeving’ en een duurzame spor-tomgeving. Indien provincies actief zijn, zetten zij veelal in op sport als middel om maatschappelijk wenselijke doelen te bereiken. Voor andere provincies lijkt het veel minder een beleidsterrein.

2.10.3 Gemeenten

Het ontwikkelen en uitvoeren van sportbeleid is in Nederland een taak van de sportorganisatie. De gemeente is vooral voorwaardenscheppend. Bijna iedere gemeente heeft het nationale sportakkoord vertaald naar een eigen sportakkoord in de gemeente. Veel gemeenten hebben inmiddels een sportakkoord gesloten en geven uitvoering aan de afspraken die in dit sportakkoord zijn gemaakt. Als het gaat om topsport organiseert de gemeente bijvoorbeeld topsportevenementen of draagt zorg voor topsport-accommodaties. Gemeenten zien dergelijke activiteiten als middel om de gemeente te promoten.

2.11 Resume

In dit hoofdstuk hebben we de specifieke kenmerken van de gymsport geschetst.

De samenstelling van kenmerken maken de gymsport uniek. De gymsport is bijvoor-beeld zowel een basissport, maar ook een esthetische en acrobatische sport. Het is ook een intense sport, omdat een hoge mate van concentratie nodig is. De gym-sport is een aanrakingsgym-sport, omdat bijvoorbeeld de gym-sporter moet worden opge-vangen. De gymsport wordt overwegend binnen beoefend. Het is een gevaarlijke sport waarvoor niet alleen concentratie nodig is maar ook goed geluisterd moet worden naar aanwijzingen omwille van de veiligheid. De sporter moet in grote mate vertrouwen dat er wordt gevangen en kunnen vertrouwen op de trainer/coach bij het uitvoeren van ingewikkelde en gevaarlijke oefeningen. Daarmee is de sporter in hoge mate afhankelijk van de trainer/coach. Het is een sport waar al vroeg wordt geselecteerd voor topsport, een zogenaamde vroeg-ontwikkelsport. De gymsport is een jurysport, waardoor de beoordeling van de prestatie in de wedstrijdsport in handen ligt van juryleden. Al deze kenmerken samen onderscheiden de gymsport van andere sporten. Tegelijkertijd is nog steeds sprake van sport, omdat net als in andere sporten sprake is van competitie volgens bepaalde spelregels, waarna door vergelijking van de prestaties een winnaar wordt aangewezen.

Er is kort ingegaan op de ontwikkeling naar topsport. Opvallend zijn de ver-schillen tussen turnen heren en dames. Bij de KNGU worden de dames top-sporters ingedeeld in de Oranjeselectie: senioren, verdeeld in twee groepen.

Meerderjarigen, ervaren senioren (vanaf 19 jaar): prestatie fase. Beginnende seni-oren (16 t/m 18 jaar): ontwikkelfase. De weg naar de topsport verloopt in het tur-nen dames bijvoorbeeld eerst via de eigen vereniging, dicht bij huis. De jongste kinderen die kunnen deelnemen aan selectiewedstrijden zijn acht jaar en worden in ieder geval dat seizoen negen. Bij het turnen heren wordt een andere werkwijze en structuur gehanteerd dan bij turnen dames. De topsporters bij turnen heren zijn ingedeeld in een senioren kernteam, een instroomteam met potentie maar nog niet presterend op niveau van kernteam, Team 2028 (Jong Oranje) en een talentpool. Er is (anders dan bij de dames) sprake van talentherkenning maar er vindt geen selec-tie plaats. De KNGU verschilt verder niet of nauwelijks van andere sporten als het gaat om kwalificatiewedstrijden en de weg naar de topsport via de CTO’s.

In dit hoofdstuk is ook de sportstructuur in kaart gebracht, waarbij niet alleen aandacht is geschonken aan de piramidale structuur, waar de internationale fede-ratie, de KNGU, de clubs en atleten deel van uitmaken, maar ook is ingegaan op de interne structuur van de KNGU. De KNGU bestaat uit verschillende organen en aangeslotenen die gezamenlijk de sportbond vormen. Het bestuur en de bondsraad

zijn organen van de bond. Het tuchtrecht is sinds 2011 uitbesteed aan het Instituut Sportrechtspraak en is meer op afstand komen te staan.

Medio 2020 telde de KNGU 924 clubs. De clubs zijn afzonderlijke entiteiten met een eigen bestuur en zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de veiligheid bij de club. De meeste trainers zijn in dienst van de clubs/verenigingen, bijvoorbeeld als zzp’er of vrijwilliger of in betaald dienstverband. De KNGU heeft slechts enkele trainers in dienst. De clubs/verenigingen vallen uiteen in clubs/verenigingen die wel en die geen topsport aanbieden. Ongeveer 15% van de clubs biedt disciplines aan op de hoogste niveaus.

De KNGU is aangesloten bij de internationale federatie (FIG). De FIG organi-seert internationale wedstrijden en stelt op internationaal niveau de spel- en wed-strijdregels vast. De FIG is aangesloten bij het IOC, de KNGU is op haar beurt bij NOC*NSF. NOC*NSF kent in haar gelederen het Centrum Veilige Sport Nederland.

Ten slotte is stilgestaan bij de rol van de overheid. Van belang is vooral dat de gemeentelijke overheid steeds nadrukkelijker een rol speelt bij het overheidsbe-leid, onder meer vanwege de lokale sportakkoorden. Als het gaat om topsport organiseert de gemeente bijvoorbeeld topsportevenementen of draagt zorg voor topsport-accommodaties.

Eindnoten

1. https://dutchgymnastics.nl/beweegdiploma/assets/Sportakkoord-Bewegen-met-nijntje-Stappen-plan.pdf, website bezocht 20 februari 2021.

2. https://dutchgymnastics.nl/nieuws/50-000-nijntje-beweegdiplomas, bezocht op 20 februari 2021.

3. Artikel 4 statuten KNGU d.d. 21 december 2020

4. Artikel 14 lid 1 en 4 statuten KNGU d.d. 21 december 2020 5. Artikel 13 lid 2 statuten KNGU d.d. 21 december 2020

6. https://nocnsf.nl/wat-doet-nocnsf/sport-in-nederland/goed-sportbestuur 5 maart 2021 7. Artikel 23 lid 2 Algemeen Tuchtreglement

8. Artikel 23 lid 7 Algemeen Tuchtreglement 9. Artikel 24 lid 1 Algemeen Tuchtreglement.

10. Artikel 23 lid 15 Algemeen Tuchtreglement 11. Artikel 23 lid 16 Algemeen Tuchtreglement

12. Artikel 8.1.03 huishoudelijk reglement KNGU d.d. 23 april 2020 13. https://nocnsf.nl/leden-van-nocnsf, bezocht 19 februari 2021.

14. https://nocnsf.nl/media/2953/totaalbestand-av-22-juni-2020.pdf, bezocht 28 februari 2021.

15. horen (https://nocnsf.nl/topsport), bezocht 19 februari 2021.

16. De laatste Blauwdruk is vastgesteld in de jaarvergadering van NOC*NSF op 19 november 2019 en is te downloaden via de website van NOC*NSF. www.watisjouwgrens.nl/grensoverschrijdend-gedrag/

blauwdruk-si. Bezocht 1 februari 2021.

17. Dit reglement is te downloaden via de website van het Instituut Sportrechtspraak (www.isr.nl).

3

Grensoverschrijdend gedrag in de

In document Marjan Olfers & Anton van Wijk (pagina 59-63)