• No results found

Kredietverlening aan particulieren Beschrijving van de producten

Ad 1. De functionele dimensie

4 Relevante markten in de Nederlandse banksector

4.3.1 Kredietverlening aan particulieren Beschrijving van de producten

internationaal * * ** ** * ** nationaal nationaal=>internationaal nationaal nationaal=>internationaal *** *** *** *** ** * ** **

4.3 Kredietfunctie

4.3.1 Kredietverlening aan particulieren Beschrijving van de producten

In deze cel worden drie producten besproken: consumptief krediet, hypotheek en autofinanciering/leasing.

Consumptief krediet

De producten die tot deze cel behoren kunnen worden ingedeeld op basis van het onderpand voor het verstrekte krediet. Het onderpand voor consumptief krediet, waaronder RC-krediet, persoonlijke leningen en eventueel ook huurkoop kunnen worden gerekend, wordt (impliciet) gevormd door het toekomstig inkomen. Daarom worden ze veelal gekoppeld aan de betaalfaciliteit. De omvang en de duur ervan zijn gewoonlijk beperkt. In toenemende mate worden consumptieve kredieten aangeboden die onafhankelijk van de salarisrekening zijn.

De andere kredieten hebben een onderpand dat verband houdt met het object dat wordt aangekocht. Het onderpand voor een hypotheek is veelal de woning die wordt aangekocht, bij een autofinanciering is het onderpand de auto. Het onderpand voor een effectenkrediet zijn effecten die in depot worden gegeven.

85

Voor de kredieten zonder vast onderpand kan gesteld worden dat ze met enige frequentie voorkomen, en dat er weinig advies is vereist.

Hypotheek

De hypotheek is veruit de belangrijkste kredietvorm voor particulieren. Hypotheken worden onder allerhande vormen verkocht. Er is dan ook sprake van een sterke mate van productdifferentiatie (zie Box: productdifferentiatie in de hypothekenmarkt). Tevens worden samen met een hypotheek vaak andere producten verkocht, in het bijzonder verzekeringen.

Box: productdifferentiatie in de hypothekenmarkt

Hypotheken zijn zeker geen homogeen product. Elke hypotheek is evenwel een combinatie van een aflosvorm en een renteformule. Zo onderscheidt ABN AMRO in zijn brochure “Hypotheekadvies en hypotheken” de volgende hypotheekvormen volgens aflosvorm:

§ Aflossen aan het einde van de looptijd: Spaarhypotheek, Beleggingshypotheek, Meegroeihypotheek, Levenshypotheek

§ Aflossen met annuïteit: Annuïteitenhypotheek § Lineair aflossen: Lineaire hypotheek

§ Niet aflossen: Aflossingsvrije hypotheek

De brochure vermeld ook een aantal rentevarianten: § Vaste renteperiode voor 1, 5, 10 of 15 jaar

§ Vaste renteperiode voor 2, 3, 7, 12, 17 jaar met de laatste 2 jaar bedenktijd § Variabele rente

§ Bufferrente voor 5, 10 of 15 jaar § Groene rente voor 5 of 10 jaar

De distributiekanalen voor kredieten zijn het loket en callcenters. Hypotheken worden ook verkocht door bemiddelaars en recent ook via het internet.

Hypotheken kenmerken zich door hun incidentele karakter, de grote behoefte aan advies, de sterke relatie met de fiscaliteit en de doorgaans grote omvang.

Autofinanciering/leasing

Het leasen van auto’s kan bij vele aanbieders. Dit product is zo verfijnd en omkleed met diensten (onderhoud, inruil), dat dit als een apart marktsegment kan worden gezien.

Vraagsubstitutie Consumptief krediet

De kredieten zonder vast onderpand zijn onderling in redelijke mate uitwisselbaar, ondanks de verschillen in looptijd, de omvang van het krediet en het object van het krediet. Ze zijn doorgaans niet uitwisselbaar met hypothecaire kredieten. Zo zal men de

aankoop van een huis niet financieren met een persoonlijke lening. De financiering van de uitgaven met eigen middelen is wel een mogelijk alternatief, maar (bijna per definitie) beperkt in zijn toepassing. De aanwending van eigen spaarmiddelen is wel een substituut voor het klantenkrediet, eventueel ook voor een autolening maar veel minder voor een hypotheek.

Een mogelijk vraagsubstituut voor consumptief krediet is het krediet dat verbonden is aan het gebruik van een creditcard. De interest op creditcards is evenwel veel hoger dan die op consumptief kredieten zodat ze niet als een goed substituut kunnen worden beschouwd.

Hypotheken

Binnen de hypothekenmarkt kan een onderscheid worden gemaakt op basis van het distributiekanaal. Vermoedelijk zullen niet alle klanten die een hypotheek afsluiten via een bank of een bemiddelaar overschakelen naar een aanbieder op het internet in het geval die banken en bemiddelaars de prijs van een hypotheek zouden verhogen. Niet iedereen beschikt over een internetaansluiting. Belangrijk is ook het feit dat het afsluiten van een hypotheek een belangrijke beslissing is waarbij persoonlijk advies op prijs wordt gesteld. In dit rapport wordt de relevante markt niet nader afgebakend op basis van het distributiekanaal.

Autofinanciering/leasing

Voor de financiering van een auto zou een middellang krediet als substituut kunnen dienen. De rente zou dan echter aanzienlijk hoger zijn. Voor het leasen van auto’s zijn er geen alternatieven, behalve het huren of kopen van een auto.

Aanbodsubstitutie

Aanbieders en marktaandelen

Op de markt voor consumptief krediet zijn alle banken actief, maar daarnaast ook gespecialiseerde instellingen (zoals de Frisia bank). Een indirecte markt wordt gevormd door huurkoop van duurzame consumptiegoederen. De Postbank en de Rabobank zijn de grootste aanbieders.

Aanbodsubstitutie en toetreding

Consumptief krediet

De kredietverlening aan particulieren gebeurt niet alleen door de banken. Voor het consumptief krediet treden grootwinkelbedrijven, gespecialiseerde instellingen en ook creditcardmaatschappijen op als alternatieve aanbieders. Autofinanciering gebeurt ook door de autoproducenten en autoverkopers via financieringsmaatschappijen. Niettemin is het grootste deel van de markt in handen van de grootbanken.

Voor vormen van particulier krediet die gekoppeld zijn aan de betaalfaciliteit van de klant komen alleen alternatieve aanbieders in aanmerking die eveneens betalingsverkeer aanbieden aan particulieren. Specifieke kennis of ervaring is voor het aanbieden van

87

deze producten geen belemmering. Veelal gaat het om standaard producten en is de markt tamelijk transparant.

Hypotheken

Hypotheken waren tot in het begin van de jaren ‘70 alleen verkrijgbaar via banken. Na die periode ontstonden er hypotheekbemiddelingbedrijven die een intermediaire maar relatief neutrale rol spelen tussen particulieren die geld willen lenen om een huis te kopen en bedrijven die dat geld kunnen verstrekken, vaak in combinatie met een verzekering. Zo zijn er naast de banken ongeveer 500 onafhankelijke hypotheekbemiddelingwinkels, waaronder 170 “Hypotheekshops” en 115 kantoren van “De Hypotheker”. Ook verzekeringsmaatschappijen bieden hypotheken aan. Voor hen gaat het evenwel vaak om een bijproduct voor de verkoop van verzekeringen. Over het algemeen geldt wel dat hypotheekbemiddelaren een grotere keuze aan hypotheekformules aanbieden aan hun klanten dan individuele banken en/of verzekeraars. Van belang is ook het onderscheid tussen partijen die hypotheken genereren/bemiddelen en partijen die financieren. Tot de partijen die hypotheken financieren behoren de banken, de verzekeraars en pensioenfondsen. Banken en verzekeraars vervullen dus beide functies. Zo bemiddelt ING 25 % van de hypotheken die het financiert zelf terwijl de overige 75 % wordt bemiddeld door 12.000 tussenpersonen. De partijen die financieren geven een provisie aan de partijen die bemiddelen en soms, bij grote afname/omzet, een korting.

Bijzondere wettelijke belemmeringen spelen voor de kredietverlening aan particulieren geen rol. Een zogenaamd B-diploma moet worden gehaald om (levens)verzekeringen te mogen verkopen. Dit diploma kan binnen 1 jaar worden gehaald.

Omwille van de fiscale implicaties van hypotheken dienen alternatieve aanbieders wel goed op de hoogte te zijn van het Nederlands fiscaal recht om hun klanten goed te kunnen adviseren.

Om tot de markt toe te treden kan niet alleen gebruik worden gemaakt van de traditionele kanalen maar ook van callcenters en internet. Zo biedt bijvoorbeeld de Bank of Scotland hypotheken aan op de Nederlandse markt via Internet. Het succes van dit initiatief zal onder meer afhangen van de bereidheid van klanten om een hypotheek af te sluiten zonder zich daarover persoonlijk te laten adviseren. Hoe belangrijk dit persoonlijk advies is, is moeilijk in te schatten en zal bovendien verschillen van persoon tot persoon. OHRA bijvoorbeeld realiseert aanzienlijk omzetten met de verkoop van hypotheken en doet dit voornamelijk zonder tussenpersonen en hoofdzakelijk met de telefoon als distributiekanaal.

Autofinanciering/leasing

Op deze markt zijn vele aanbieders actief, ook buiten het bankwezen. De aanbodsubstitutie is groot.

Geografische markt

Op basis van de vraagsubstitutie is de kredietverlening voor particulieren hoofdzakelijk een lokale markt. Men sluit bijvoorbeeld een hypotheek af bij de bank waar men klant is of via een hypotheekbemiddelaar in de buurt. Zo gebruikt De Hypotheker het aantal geregistreerde kadastermutaties per postcode als criterium voor het openen van nieuwe vestigingen. De postcodes die onder die grens uitkomen, worden veelal bediend door lokale bankagentschappen, bijvoorbeeld van de Rabobank die veel kantoren heeft in kleine steden en dorpen.

Of de aanbodsubstitutiemogelijkheden de geografische markt verruimen is afhankelijk van de mogelijke distributiekanalen. Wanneer de kredietvorm enkel via bankkantoren kan worden aangeboden, blijft de geografische markt lokaal. Voor die kredietvormen waarvoor er naast de bankkantoren ook andere distributiekanalen bestaan die voor de klanten een reëel alternatief vormen, is de geografische markt mogelijk ruimer. Zo is voor hypotheken toetreding vanuit een aangrenzend gebied relatief eenvoudig, onder andere omdat men via bemiddelaars kan werken. Rekening houdend met deze aanbodsubstitutiemogelijkheden is de relevante geografische markt dus lokaal, neigend naar nationaal voor klantenkrediet, effectenkrediet en autofinanciering terwijl ze voor hypotheken waarschijnlijk nationaal is. Wanneer buitenlandse aanbieders die via internet hypotheken verkopen erin zouden slagen een significant marktaandeel te verwerven, is de geografische markt voor hypoheken zelfs nog ruimer.

Relevante productmarkten

De hierboven uitgevoerde analyse suggereert dat in de cel ‘kredietfunctie voor particulieren’ drie relevante markten kunnen worden onderscheiden. Het onderscheid is gemaakt op basis van de vraag- en aanbodsubstitueerbaarheid.

De relevante markt voor consumptief krediet is de markt waarbij een persoonlijke lening, rc-krediet, huurkoop en effectenkrediet als substituten worden beschouwd. Dit zijn geen perfecte substituten. De keuze voor een van de producten hangt onder meer af van de renteverwachting en de transactie (huurkoop is alleen mogelijk als je iets koopt). Voor deze analyse werd de overlap als voldoende gezien om de producten tot een markt te rekenen. Deze markt blijkt zich te ontwikkelen van een lokale naar een nationale markt. De belangrijkste reden hiervoor is de ontwikkeling van nieuwe distributiekanalen, zoals de callcenters en het internet. Deze maken de interactie tussen particulieren en kredietverleners eenvoudiger en minder afhankelijk van een locatie. Op basis van de geringe vraagsubstitueerbaarheid, lijkt de markt voor

autofinanciering/leasing een aparte relevante markt.

Hetzelfde geld voor de markt voor hypotheken. Deze markt lijkt hoofdzakelijk een nationale dimensie te hebben. Als internet een succesvol distributiekanaal blijkt, dan wordt deze markt eerder internationaal.

89

Marktmacht

Dit deel zal vooral gericht zijn op hypotheken, omdat deze verreweg de belangrijkste kredietproducten voor huishoudens zijn. Het grootste deel van wat volgt is in de interviews naar voren gekomen.

s De hypotheekmarkt kenmerkt zich door verticale controle: de twee belangrijkste input, financiering en verzekering, worden aangeboden, gecombineerd en verkocht aan klanten. Het aanbieden van elke input kan door verschillende ondernemingen en het combineren en de verkoop kan weer door een derde gedaan worden. Tegelijkertijd kan ook één onderneming het gehele productieproces controleren, in die zin dat zij haar input niet koopt van andere ondernemingen. In alle stadia is een groot aantal ondernemingen actief: voor het aanbieden van de financiering, voor het aanbieden van de verzekering en voor de samenvoeging en verkoop van het hypotheekpakket. Dit werd door twee banken bevestigd. Dit maakt de markt tamelijk competitief, hoewel zeker het opduiken van concurrentiebeperkende praktijken voorkomt, die typerend zijn voor verticaal gestructureerde markten. s Reputatie en een goede kennis van de Nederlandse belastingwetten zijn de

belangrijkste toetredingsbarrières. Wettelijke toetredingsbarrières zijn laag (enige vereiste: een B-graad verzekeringen, die in 1 jaar gehaald kan worden). In feite waren alle geïnterviewde bankiers en bemiddelaars het erover eens dat de toetredingsbarrières laag zijn.

s Door het groot aantal aanbieders in elk stadium is de prijsconcurrentie intensief. De concurrentie breidt zich uit naar andere elementen dan de prijs, zoals hypotheekvoorwaarden. Een topman van een grote bank legde uit dat er voor de intensieve concurrentie twee redenen zijn. Ten eerste is er op de kapitaalmarkt een overschot aan beschikbare middelen. Ten tweede heeft de grote groei van de vraag naar hypotheken (door de lage rente en het groeiend aantal tweeverdieners) geleid tot een stijging van de prijzen en winstmarges, die de sector voor toetreders aantrekkelijker heeft gemaakt. De verwachting van verdere groei (het huizenbezit groeit naar verwachting van 50 naar 60 à 70 procent) maakt deze markt erg aantrekkelijk.

s Vanouds worden twee distributiekanalen onderscheiden: de banken en de ‘bemiddelaarbedrijven’; een derde is in ontwikkeling: internet.

s Hoewel het eenvoudig is gratis informatie te verkrijgen, is de transparantie van de markt beperkt. De reden voor dit gebrek aan transparantie is de enorme productdifferentiatie en de complexiteit van het hypotheekpakket: er zijn veel verschillende soorten hypotheken en elk bevat een ingewikkelde combinatie van tarieven, looptijden en voorwaarden voor zowel de financierings- als de verzekeringsaspecten. Een geïnterviewde bank liet ook weten dat de gemiddelde particulier meer aandacht besteedt aan het rentepercentage van de hypotheek dan aan de voorwaarden. Een geïnterviewde medewerker van de Consumentenbond vertelde ons dat zij een telefoondienst runnen, die de leden een ‘second opinion’ biedt over de geplande hypotheek.

s Het zijn vooral kleinere banken die met nieuwe hypotheekformules op de markt komen. Een gesprekspartner bij zulk een kleinere bank vermeld als reden het feit dat zij enkel door productinnovatie kunnen ontsnappen aan de prijsconcurrentie.

Deze is in het bijzonder nadelig voor kleinere banken omdat zij door een slechtere rating meer betalen voor de funding van de gegenereerde hypotheken.

s Tijdens een interview vestigde een nieuwe aanbieder in de markt onze aandacht op het feit dat een dochteronderneming van Bouwfonds (Stater) alle ‘clearing’ voor hypotheken doet en dat dit de reden zou kunnen zijn waarom ABN-AMRO belangstelling toont in de overname van Bouwfonds.

s Consumptief krediet: Hoewel er vele aanbieders zijn, lijkt er een legitimiteitprobleem te zijn bij niet-bancaire aanbieders. Deze spelers zijn vaak agressieve, kleine direct marketing type bedrijven. In het geval van hypotheken zijn alternatieve aanbieders juist solide pensioenfondsen en verzekeraars. Dit verklaart wellicht waarom banken meer macht hebben op de markt voor consumptief krediet dan op de markt voor hypotheken.

Conclusies

De hypotheekmarkt lijkt competitief, maar de transparantie zou verbeterd kunnen worden. De markten voor consumptief krediet en voor autofinanciering lijken voldoende open.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste bevindingen samengevat.

Tabel 4.3.1 Kredietfunctie Vraag substitutie Aanbod substitutie Geografische dimensie Concen-tratie Gevaar voor Marktmacht AII Consumptief krediet

Hypotheek Leasing/autofinanciering *31 * ** *** ** *** lokaal=>nationaal nationaal nationaal ** * * ** * *

4.3.2 Kredietverlening aan kleine en middelgrote bedrijven