• No results found

Betalingsverkeer voor particulieren Beschrijving van de producten

Ad 1. De functionele dimensie

4 Relevante markten in de Nederlandse banksector

4.2.1 Betalingsverkeer voor particulieren Beschrijving van de producten

Betaalrekening

De gemiddelde Nederlander heeft minimaal één betaalrekening. Met deze rekening worden betalingen gedaan en komt geld binnen. Als een integraal onderdeel van de betaalrekening worden beschouwd: overschrijvingen, periodieke overboekingen, acceptgiro, en machtigen. Bij de rekening wordt standaard een pasje afgegeven ter identificatie bij het opnemen van geld. De betalingstransacties kunnen contant worden gestort/opgenomen, elektronisch worden verricht, gepind, maar ook telefonisch of per computer worden afgehandeld.

Extra faciliteiten

Naast het standaardpasje kunnen extra faciliteiten/service ontvangen worden, (soms) tegen betaling. De extra services kunnen bestaan uit; betaalkaarten (cheques); de bankpas kan worden uitgebreid met de mogelijkheid om internationaal geld op te nemen bij geldautomaten (Europas); daarnaast is uitbreiding met een chipknip/chipper mogelijk.

Creditcard

Kenmerkend voor de creditcard is dat de afrekening van de betalingen later plaats vinden. Voor een creditcard is meestal een bepaald minimum inkomen vereist. Creditcards kunnen ook worden gebruikt om betalingen en geldopnames te doen in het buitenland.

Vreemde valuta/reischeques en buitenlands betalingsverkeer

Andere betalingsverkeer-activiteiten zoals het ophalen van vreemd valuta/reischeques kunnen bij de balie worden afgehandeld. Het overmaken van bedragen naar buitenlandse rekeningen kan via de bank worden uitgevoerd. Buitenlandse cheques kunnen worden ingewisseld bij de balie van de bank. Voor particulieren zijn dit eerder incidentele handelingen.

De meeste handelingen die met de betaalrekening samenhangen komen zeer frequent voor. Het gaat meestal om kleine bedragen en de producten zijn sterk gestandaardiseerd.

Vraagsubstitutie Betaalrekening

Er zijn weinig alternatieven voor het betalingsverkeer via de bank. Vele transacties vereisen een betaalrekening, zoals het ontvangen van salarissen en uitkeringen. Contant geld kan als substituut dienen, evenals klantenkaarten van warenhuizen en supermarkten.

Bij deze kaarten heeft de klant de mogelijkheid om aankopen te doen die aan het eind van de maand worden verrekend. Deze substituten zullen de betaalrekening echter nooit geheel kunnen vervangen. De hierboven genoemde extra faciliteiten zijn onlosmakelijk met de betaalrekening verbonden.

Het distributiekanaal waarmee men betalingen kan laten uitvoeren is naast balietransactie of per post uitgebreid met pc-banking en de telefoon. Met name betalingen per computer nemen enorm toe. Uit een enquête van de consumentenbond blijkt dat 75% van haar leden een computer heeft waarvan 40% gebruik maakt om transacties uit te voeren. De telefoon wordt slechts mondjesmaat toegepast voor overboekingen. Er zijn vaak restricties op het overmaken naar rekeningen buiten dezelfde bank.

Buitenlands betalingsverkeer

Het maken van internationale overboekingen komt relatief weinig voor bij particulieren. Het alternatief voor buitenlandse betalingen via de bank is de creditcard of de Europas. Dit zijn maar deelsubstituten, zo kan de Europas alleen worden gebruikt bij een fysieke aanwezigheid in het buitenland. Contant geld of reischeques zijn tevens (primitieve) alternatieven. Vreemde valuta kan bij vele verschillende aanbieders worden verkregen. De huisbank lijkt slechts een klein deel van de vraag te dekken, zo wordt bijvoorbeeld veel gebruik gemaakt van grenswisselkantoren.

Aanbodsubstitutie

Aanbieders en marktaandelen

Voor betalingsverkeer aan particulieren zijn de traditionele algemene banken (ABN-AMRO en ING), de coöperatieve banken (Rabobank) en de handels- en de spaarbanken (SNS Bank en VSB) actief. De markt wordt verdeeld tussen de vier grote banken en Fortis (VSB). De Rabobank en de ING (de Postbank) zijn de grootste aanbieders.

Aanbodsubstitutie en toetreding

Betaalrekening

Het verzorgen van het betalingsverkeer is een typische loss-leading activiteit. Slechts aanbieders die ook een breed dienstenpakket op de markt willen brengen komen in aanmerking. Uitbreiding van de capaciteit op korte termijn en zonder aanzienlijke kosten lijkt dus niet te verwachten. Wel kunnen ondernemingen, zoals grote supermarkten, de mogelijkheid aan klanten bieden om betalingen met de klantenkaart

71

uit te voeren die later pas voldaan hoeven te worden. Het gebruik van de betaalrekening bij de bank kan hierdoor afnemen.

Creditcard

De markt van creditcards wordt gedomineerd door enkele mondiaal opererende partijen. American Express, Diners club, Visa en Mastercard lijken de markt stevig in handen te hebben. De uitgifte van creditcards vindt plaats door financiële instellingen (bijvoorbeeld ABN-AMRO) en op diensten georiënteerde ondernemingen (bijvoorbeeld de ANWB). De concurrentie vindt plaats via het uitgiftepunt.

De uitgifte van creditcards is nationaal. Er is echter geen reden voor buitenlandse aanbieders om op de Nederlandse markt geen creditcard uit te geven. Toetreding tot deze markt van nieuwe spelers naast AMEX, Diners, Visa en Mastercard is op korte termijn onwaarschijnlijk, gezien de enorme IT investeringen en de reclamekosten voor het verwerven van een naam en reputatie.

Buitenlands betalingsverkeer

Hier zijn alle grote Nederlandse banken actief. Het verzorgen van internationale overmakingen is technisch en juridisch complex. Er schijnen in Nederland maar enkele banken in staat te zijn om dit goed uit te voeren. Toetreding op korte termijn is daarom niet te verwachten. Ondanks deze observatie moet worden opgemerkt dat het verrichten van internationale betalingen zich bij uitstek leent voor het internet.

Voor het wisselen van valuta zijn er vele aanbieders. Denk aan de wisselkantoortjes in de grote steden.

Relevante geografische markt Betaalrekening

Men kiest doorgaans de bank in de omgeving van het werk of het huis. De retailmarkt is daarom overwegend een lokale markt en wordt beheerst door lokale banken. De Postbank is de belangrijkste uitzondering. Postbank klanten maken immers niet of nauwelijks gebruik van een fysiek kantorennet. In de toekomst zullen de fysieke afstanden groter worden door de toename van het telefonisch en elektronisch bankieren. Er vindt dan een verschuiving plaats van een lokale naar een nationale dimensie. Volgens één van de geïnterviewde banken is het zelfs mogelijk dan vanuit het buitenland een betaalrekening met bijhorende diensten wordt aangeboden. In de praktijk haalt men immers zelden geld aan het loket van een bank. Omgekeerd zijn het enkel nog bepaalde categorieën van middenstanders die chartaal geld ontvangen en dit naar het bankkantoor brengen.

Creditcard

De creditcardmarkt is internationaal. De locatie van de aanbieders (AMEX etc. ) is niet van belang. De uitgifte van creditcards heeft een nationale dimensie.

Buitenlands betalingsverkeer

Het verrichten van buitenlandse betalingen vanuit Nederland via de bank rekening lijkt vooral lokaal te zijn, gezien het vereiste contact met de bank. Deze betalingen kunnen ook telefonisch of door middel van pc-banking worden overgemaakt. Ook hier verschuift de geografische dimensie van lokaal naar internationaal; indien de creditcard wordt gebruikt voor buitenlandse betalingen is de dimensie internationaal.

Wisselen van valuta is internationaal. Die activiteit kan bij het lokaal bankkantoor, het wisselkantoor, of in het buitenland plaats vinden.

Relevante productmarkten

Op basis van de vraagsubstitueerbaarheid kunnen er twee relevante markten worden afgebakend.

Betaalrekening

De eerste relevante markt is gericht op de bankrekening en omvat alle aanpalende producten, zoals de bankkaart, de Europas, chipknip, chipper enz. Die als (vraag-) substituten kunnen worden gezien. Door de grote frequentie van de transacties –die deze producten kenmerkt- is het marktsegment voor de bankrekening lokaal.

Buitenlands betaalverkeer

De tweede relevante productmarkt bevat alle substituten voor buitenlands betalingsverkeer: overmakingen naar het buitenland, buitenlandse valuta, reischeques en creditcards. Deze markt dient onder meer van de eerste relevante markt onderscheiden te worden, omdat de koop en verkoop van deze producten niet gekoppeld hoeft te zijn aan een bankrekening.

Creditcard

De creditcard biedt een substituut voor buitenlands betalingsverkeer (en ten dele voor de betaalrekening). Je zou de creditcard ook als een aparte relevante markt kunnen beschouwen. Onderscheidend van de andere wijzen van buitenlands betaalverkeer is het gemak en de status. Men kan zich afvragen of klanten de creditcard zullen verruilen voor een ander betaalmiddel als de prijs met bijvoorbeeld 10% zou worden verhoogd. De vraagsubstitutie zal het laagst zijn voor producten zoals de Goldcards, die zijn bedoeld om een soort statussymbool te creëren. Dit is een productkenmerk dat niet door substituten kan worden overgenomen.

Marktmacht

De informatie over marktmacht in de drie hierboven besproken relevante marktten kan als volgt worden samengevat:

s Een rekening is het basisgereedschap voor het uitvoeren van betalingstransacties. De betaalrekening is meestal een loss-leading product. Vaak koppelen banken verschillende andere producten aan deze rekening, waarmee de verliezen op de

73

betaalrekening worden gecompenseerd. Sommige van deze producten zijn gekoppeld aan betalingsdiensten; andere zijn gekoppeld aan diensten op het gebied van sparen en kredietverlening. Een directeur van een grote bank gaf aan dat deze koppeling betekent dat het openen van een rekening voor banken van grote waarde zijn, omdat het bijna automatisch leidt tot het aanbieden van andere producten. Dit betekent ook dat de prijsvorming van de betalingsdiensten complex is: deze weerspiegelt vaak de genoemde koppeling door kruiselingse subsidies tussen de verschillende producten.

s De Consumentenbond gaf aan dat hoge omschakelingskosten een typisch kenmerk van de betaalrekening zijn. Dit is het gevolg van administratieve problemen (de kosten van het informeren van alle betrokken relaties over de nieuwe rekening). Het is voor toetreders dus moeilijk om nieuwe klanten te trekken en het is voor de huidige marktpartijen relatief makkelijk om hun klanten te behouden.

s Met betrekking tot de Chipper en de Chipknip beweerde één van de gesprekspartners dat er zeker in het verleden afspraken werden gemaakt tussen de aanbieders voor wat betreft de prijszetting van deze betaalfaciliteiten. Het feit dat deze systemen niet op elkaar afgestemd waren was volgens deze geïnterviewde een bewijs van marktmacht. Klanten (de middenstand) moeten immers de beide systemen beschikbaar hebben.

s Het lage prijsniveau van de meeste betalingsdiensten is volgens een directeur van een grote bank een toetredingsdrempel: een toetreder moet innoveren (op een ander gebied dan de prijs) om winstgevend toe te kunnen treden.

s Volgens een topman van een grote bank is de prijsconcurrentie op nationale transacties hevig en spreidt de concurrentie zich uit over andere elementen dan de prijs. Dezelfde persoon illustreerde zijn woorden door te zeggen dat als een grote bank één procent marktaandeel bij een andere grote bank weghaalt, deze onmiddellijk reageert door één procent marktaandeel in een ander segment bij de eerstgenoemde bank weg te halen.

s Volgens de Consumentenbond is de concurrentie op andere variabelen dan de prijs minder duidelijk. Bijvoorbeeld valutering (deze term verwijst naar het tijdsverschil tussen de feitelijke afboeking van een rekening en het moment dat het geld de bank verlaat en het tijdsverschil tussen de feitelijke aankomst van geld bij de bank en het moment dat het op de rekening wordt geboekt) wordt zelden duidelijk als een kostenpost voor de klant genoemd. Het is duidelijk dat dit valuteringsysteem in termen van tijd kosten voor de klant en winst voor de bank met zich meebrengt. Op dezelfde wijze lijken de productvoorwaarden (zoals debetrentepercentages, boete bij vertraging enz.) en de kosten voor buitenlandse transacties aan minder concurrentie bloot te staan, zo er geen sprake is van een samenwerkingsovereenkomst.

s De transparantie is matig op deze markt. Tijdens een interview werden door de Consumentenbond de volgende voorbeelden gegeven. De voorwaarden voor de chipknip/chipper zijn klantonvriendelijk: de klant moet van tevoren aangeven dat hij deze dienst niet wil en moet anders betalen om deze dienst te beëindigen. Veel medewerkers aan de balie van de bank begrijpen niet wat valutering inhoudt, waardoor het niet aan klanten uitgelegd kan worden.

s Klantenorganisaties proberen als ‘countervailing power’ te fungeren door hun informatieve publicaties en door de aandacht van de autoriteiten en ondernemingen voor specifieke aandachtspunten te vragen. Ze protesteren bijvoorbeeld tegen het voornemen van de banken om de cheques als betaalmiddel af te schaffen. Over het algemeen vinden zij de prijs van betalingsdiensten niet hoog, maar vrezen zij collusie voor sommige andere tarieven (bijvoorbeeld pinnen in het buitenland). Ook denken zij dat de grote banken erg machtig zijn, onvriendelijk bij de behandeling van klachten en dat zij op dit segment afgeschermd zijn van concurrentie.

s De prijsvorming op de markt voor buitenlandse valuta voor particulieren lijkt op het patroon van een leider en volger(s). De grote banken hebben de leiding en de kleine banken en de onafhankelijke wisselkantoren volgen. De laatste vragen vaak een premie voor het gemak van de locatie en de openingstijden.

s Het overmaken van geld naar het buitenland door een bank brengt hoge transactiekosten met zich mee; er bestaan in de gemeenschappen van immigranten alternatieve netwerken.

Conclusies

Drie factoren lijken cruciaal te zijn in de verklaring van het ontbreken van recente toetreding en de onaantastbaarheid van de markt voor betalingsrekeningen: reputatie, hoge omschakelingskosten en loss-leading prijsstelling. Hoge omschakelingskosten maken de particulieren kwetsbaar voor concurrentiebeperkende praktijken.

In onderstaande tabel worden de belangrijkste bevindingen samengevat.

Tabel 4.2.1 Betalingsfunctie Vraag Substitutie Aanbod substitutie Geografische dimensie Concen-tratie Gevaar voor Marktmacht AI Betaalrekening Creditcard Vreemde valuta/reischeque Buitenlands betalingsverkeer * * * ** lokaal=>nationaal nationaal=>internationaal *** ** *** *

4.2.2 Zakelijke betalingsverkeer voor kleine en middelgrote bedrijven