• No results found

2. Gezamenlijke Afstemming

6.3.1 Conclusie Achterhoek

De regio Achterhoek heeft in tegenstelling tot de regio‘s in Groningen pas sinds enkele jaren te maken met een afname van haar bevolking. De verschillen binnen de regio zijn opmerkelijk, maar in geen van de gemeenten is vooralsnog sprake van duidelijke sociale en ruimtelijke gevolgen. Deze worden in de toekomst echter wel verwacht. In 2020 verwacht men namelijk naast de bevolkingsdaling ook een huishoudensdaling. Om de (negatieve)

gevolgen van dez e ontwikkeling in de t oekomst zo veel mogelijk te beperken, a nticiperen de gemeenten in de Acht erhoek nu al op demografische krimp. De gemeenten (zonder Montferland)

Niet - Volledig 1 2 3 4 5 Case: Achterhoek Oordeel: 1 2 3 4 5 O n d e rzo e k s e le m e n t 1. Samenwerkingsgebied x 2. Regionale afstemming x 3. Vertegenwoordiging x 4. Gemeentelijke inspraak x 5. Strafsysteem x 6. Sociale infrastructuur x 7. Mogelijkheid zelforganisatie x 8. Taakverdeling x

Tabel 6.6: Overzichtstabel Achterhoek

hebben gezamenlijk een regionale woonvisie opgesteld waarin zowel kwantitatieve als kwalitatieve afspraken tot 2020 zijn gemaakt omtrent het woningbouwbeleid voor de Achterhoek. Het betreft hier net als in de regio‘s in Groningen een strategisch plan welke de komende periode op lokaal niveau verder uitgewerkt dient te worden.

De anticiperende werk wijze in de Achterhoek kan op twee manieren beoordeeld worden. Enerzijds kan deze als vooruitstrevend worden bestempeld en anderzijds kan de regionale woonvisies als enkel ‗strategisch‘ worden gezien. In het eerste geval spreekt men van een bewuste en gecoördineerde verdeling van de pijn. Het aantal toevoegingen wordt met 7.650 gereduceerd. De andere ‗bril‘ stelt dat het opstellen van een dergelijk regionale woonvisie niet moeilijk is, omdat het nauwelijks van een pijnverdeling uitgaat. De visie gaat immers, in tegenstelling tot in bijvoorbeeld de Eemsdelta , nog van een uit breiding van de woningvoorraad uit. Daar komt bij dat er vooralsnog geen concrete aanpak voor hadden is om de visie ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen. Deze opvatting gaat er van uit dat wanneer men ‗echte‘ maatregelen omtrent de aanpak van krimp moeten maken dat regionale samenwerking dan moeilijker van de grond komt. De gemeenten in de Achterhoek stellen hier echt er tegenover dat hun anticiperende aanpak een dergelijke situatie probeert te voorkomen. De Achterhoekse gemeenten wo rden in hun opvatting gesteund door de rijke historie op het gebied van regionale samenwerking en de gezamenlijke Achterhoekse identiteit. Naast de toegenomen aandacht voor demografische krimp (veel regio‘s hebben – gesteund door de landelijke politiek en de media- het thema de afgelopen anderhalf jaar actief opgepakt), vormen ook dez e regiospecifieke kenmerken een belangrijke verklaring voor het feit dat de Achterhoek, in tegenstelling tot de overige regio‘s het thema zo vroegtijdig heeft oppakt. De regio profileert zich immers als een eenheid. Hetgeen zijn uit werking vindt in de regionale woonvisie; ondanks dat niet alle gemeenten het eens zijn met de opvattingen en uitwerkingen in de visie conformeren ze zich er wel aan.

De kanttekening die hierbij geplaatst moet worden, heeft betrekking op de regionale vertegenwoordiging en de gekozen taak verdeling. De Achterhoek kent naast het instituut de Regio Achterhoek ook een ‗informeel‘ overleg waarbinnen enkele thema‘s die niet bij de Regio zijn ondergebracht gecoördineerd worden. Deze verdeling is enerzijds door effectiviteit en efficiency en anderzijds door de autonomie van de individuele gemeenten ingegeven. Dit betekent dat de Achterhoek zowel een ‗formele‘ en legitieme regionale vertegenwoordiging als een praktische regionale samenwerking heeft. Dit heeft voor - en nadelen. Het voordeel spreekt voor zich; naast een officiële regionale vertegenwoordiging kan men ook op een effectieve wijze regionale opgaven daadkrachtig oppakken. Het nadeel wordt met nam e door de autonomie van de gemeent en ingegeven. De Achterhoekse gemeenten hebben namelijk, ondanks de sterke sociale focus, moeite om belangrijke beleidstaken naar de Regio over te hevelen. Hierdoor ontstaat er een omslachtige manier van handelen. Welke taken brengen we bij de Regio onder?

Met het oog op de analyse van het strafsysteem, kan in de Achterhoek dez elfde conclusie worden getrokken als voor de regio‘s in Groningen; een strafsysteem is niet voor handen. Ondanks de sterke identiteit van de Achterhoek is een dergelijk systeem – of een beloningsysteem- in de regio wel gewenst. De regio Achterhoek bevindt zich namelijk wat betreft de pijnverdeling in de derde fase. In deze fase worden de strategische visies in uitvoeringsprogramma‘s geconcretiseerd. Deze derde fase

wordt als meest complex gezien. Vooralsnog heeft geen enkele onderz ochte regio (P arkstad kan als een uitzondering worden gezien) deze laatste fase reeds doorlopen. Het ont beert de gemeenten in veel gevallen aan de financiële mogelijkheden, kennis en instrumentarium om de strategische programma‘s ook daadwerkelijk uit te voeren. De verwachting is dat de uitwerking van deze fase, ondanks de nog beperkte ruimtelijke opgave, ook voor de Achterhoek niet eenvoudig zal zijn. Daarbij komt dat de gemeenten nog nooit met dergelijke uitkomsten – opgaven- te maken hebben gehad, hetgeen de intergemeentelijke samenwerking in de toekomst onder druk kan zetten. Een regionaal strafsysteem is, ondanks de rol van de provincie Gelderland, in dit geval een welkome ‗stok achter de deur‘.

Ondanks de vraagt ekens omtrent de uit werking van de regionale woonvisie 2010-2020, is het hebben van een dergelijke visie, kijkend naar de situatie in de Achterhoek, een teken dat de Achterhoekse gemeenten de kop niet in het zand steken wat betreft het verschijns el krimp. Men is zich bewust van het verschijnsel en probeert zo mogelijk voorbereidt de toekomst in te gaan. De regio voldoet weliswaar nog niet aan alle ontwerpprincipes van Ostrom, maar bezit wel belangrijke voorwaarden om hier in de toekomst invulling aan te kunnen geven.

6.4 Parkstad Limburg

In het casegebied Parkstad Limburg zijn vijf interviews afgenomen. De afgenomen interviews zijn gehouden met Parkstad Limburg (mevr. L. van Tilburg en dhr. J. Merks, medewerker programma Wonen en beleidsontwikkeling effecten demografische ontwikkeling), gemeente Simpelveld (dhr. R. Ridderbeek, Wethouder RO), gemeente Heerlen (dhr. G. Meijers, beleidsmedewerker Wonen), Gemeente Nuth (mevr. C. Gulpen, Projectassistent KCC en Project Vergrijzing), Provincie Limburg (dhr. M. Wilbers, projectmanager gebiedsontwikkeling).

Documenten die gebruikt zijn om de analyse verder uit te voeren en de gegeven antwoorden te verifiëren zijn het Regionaal Actieplan B evolkingsdaling Pa rkstad Limburg (2007), Pact van Parkstad (2010), Regionale Woonvisie op hoofdlijnen Parkstad Limburg 2006-2010 (2006), Regiodialoog Parkstad Limburg (2009), De nieuwe groei heet krimp: een perspectief voor Parkstad Limburg (2009), het Regioprogramma (2010), Herstructurerings visie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg (2009) en de rapportage van het Topt eam Krimp (2009).

1. Afbakening Samenwerkingsgebied

Stadsregio Parkstad Limburg bestrijkt een gebied van acht gemeenten in Zuidoost -Limburg, met in totaal 253. 383 inwoners. Parkstad Limburg ligt tussen het groene Limburgse Heuvelland en de uitlopers van de Eifel. Het karakteristieke van de omgeving is de gr ote verwevenheid tussen het platteland en de stad. In de stedelijke gebieden liggen vele groene eilanden en groenstroken die doorlopen naar het platteland, zodat de overgang van stad naar landelijk heel natuurlijk verloopt.

Hellingbossen, beekdalen en plateaus worden afgewisseld met glooiende akkerbouw en imposante natuurparken. Parkstad heeft na de mijnsluitingen (Oostelijke Mijnstreek ), in de zestiger jaren een behoorlijke metamorfose ondergaan. Industrie maakte plaats voor groen, het project ‗Van zwart naar groen‘ stond hierbij centraal. De belangrijkste economische sectoren voor de regio zijn op dit moment de zorgsector, toerisme, onderwijs en overheid. Daarnaast probeert de regio zich te profileren op het gebied van duurzame energie. Vanuit Europees perspectief ligt Parkstad Limburg, op nog geen 15km van Aken verwijderd, tussen de economische centra van de Randstad (Rotterdam/ Amsterdam), het Ruhrgebied (Dusseldorf), en Brussel/ Antwerpen. Het gebied heeft een strategische economisch ligging. De regio is goed bereikbaar per auto of openbaar vervoer. Het wegennet werk sluit goed aan op de internationale wegen, er is een lightrail verbinding naar Aken en luchthaven Maastricht Aachen Airport ligt om de hoek.

Opvallend aan de afbakening van het samenwerkingsgebied in Limburg is niet alleen de beperkte omvang maar ook het stedelijke karakter. Parkstad Limburg bestaat uit vier stedelijke (Heerlen, Kerkrade, Landgraaf en Brunssum) en vier landelijke gemeenten. Daar komt bij dat Parkstad – in tegenstelling tot de overige onderzoc hte regio‘s- in meerdere overlappende samenwerkings verbanden gelegen ligt. Een greep uit deze samenwerkings verbanden laat zien dat er wordt samengewerkt in het stedelijk netwerk Tripool Zuid Limburg (Maastricht, Heerlen en Sittard - Geleen) en de MHAL-regio (Maastricht-Heerlen, Hasselt-Genk, Aken en Luik ). Dit leidt tot verschillende betrekkingen en samenwerkings verbanden. Zo hebben de inwoners van de gemeente Onderbanken een sterkere focus op het stedelijke centrum Sittard-Geleen. Hetzelfde geldt voor Nuth en de gemeent e Beek en Simpelveld met de gemeente V aals. Daar komt bij dat de regio niet gekenmerkt door een gezamenlijke identiteit. Integendeel zelfs, iedere gemeent en wordt gekenmerkt door een grot e diversiteit aan dorpen en gemeensc happen. De culturele verschillen – niet alleen tussen de stedelijke en landelijke gemeenten - in de regio zijn groot.

Niettemin is de regio wel formeel afgebakend en heeft het zelfs de Wgr-plus status. Deze afbakening is dus voornamelijk op geografische en regiospecifieke (verleden) kenmerken gebaseerd. De provincie Limburg spreekt in dit verband ook wel van woonregio‘s. Ondanks deze formele afbakening, hebben veel gemeenten ook bet rekkingen met andere buurgemeenten. Een goede ontwikkeling, ware het niet dat het ten koste gaat van het eenheidsgevoel binnen de eigen regio. Men voelt zich niet altijd even betrokken tot elkaar. Een goed voorbeeld hiervan is de Gemeenschappelijke Belasting- en Registratiedienst (GB RD). Een samenwerkings verband van zes gemeenten in P arkstad Limburg, namelijk Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Onderbank en, Simpelveld en Voerendaal. De GBRD is een uit voeringsorganisatie die de volledige verant woordelijkheid draagt voor taken met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeent elijke belastingen en de uit voering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Opvallend is dus dat Kerkrade en Nuth geen deel uitmak en van dit (praktische) samenwerkings verband.

Oordeel

Niet - Volledig

1 2 3 4 5