• No results found

Opvoedingsproblemen in Afrikaanse gezinnen na gezinshereniging: hulpverlening in een multiculturele context en het belang van herstel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Opvoedingsproblemen in Afrikaanse gezinnen na gezinshereniging: hulpverlening in een multiculturele context en het belang van herstel"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bachelorproef Professionele Opleidingen Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Academiejaar 2015-2016

Opvoedingsproblemen in Centraal- en West- Afrikaanse gezinnen na gezinshereniging:

Hulpverlening in een multiculturele context en het belang van herstel

Bachelorproef aangeboden door

Mary Edna Jaila LAMNTEH

tot het behalen van de graad van

Bachelor in de Gezinswetenschappen

Eindproefbegeleider: Hans Van Crombrugge

(2)
(3)

Voor mijn moeder Terese Lamnteh, Mijn dochter Sheena Berinyuy en Mijn zoon Bankui Fomonyuy

If I had my child to raise over again, I’d finger paint more, and point the finger less.

I’d do less correcting, and more connecting.

I’d take my eyes off my watch And watch with my eyes.

I’d care to know less, and know to care more.

I’d take more hikes and fly more kites.

I’d stop playing serious, and seriously play.

I’d run through more fields, And gaze at more stars.

I’d do more hugging, and less tugging.

I would be firm less often, and affirm much more.

I’d build self-esteem first, and the house later.

I’d teach less about the love of power, And more about the power of love.

Diana Loomans

(4)

Inhoudstafel

FASE I: PROBLEEMSTELLING 1

1.1 Inleiding en de achtergrond van de probleemstelling 1

1.2 Beschrijving van de casussen 3

1.2.1 Vergelijking van de drie gezinnen 3

1.2.2 Gezin A: gezin MUTUMBA, het gezin van Zavier 5

1.2.2.1 Gezinsleden 5

1.2.2.2 Voorgeschiedenis 5

1.2.2.3 Aanmelding en de betrokken diensten 6

1.2.2.4 Beschrijving van het POS-dossier bij aanmelding 6

1.2.3 Gezin B: gezin OJELEDE, het gezin van Linda 7

1.2.3.1 Gezinsleden 7

1.2.3.2 Voorgeschiedenis 8

1.2.3.3 Beschrijving van het VOS-dossier bij aanmelding 9

1.2.3.4 Aanmelding en de betrokken diensten 9

1.2.4 Gezin C: gezin KWAMEH, het gezin van Happy 10

1.2.4.1 Gezinsleden 10

1.2.4.2 Voorgeschiedenis 10

1.2.4.3 Beschrijving van het POS-dossier bij aanmelding. 11 A. De rol van de stiefzus; Een onhoudbare situatie voor Happy 11

B. De begeleiding 12

C. De invloed van de familie en de kerk 13

D. Herstel van de geschonden relaties 14

1.3 Vraagstelling 14

(5)

FASE II DE LITERATUUR EN THEORETISCHE INVALSHOEKEN:

EEN DIEPTEANALYSE VAN DE GEZINSSITUATIES 16

2.1. De literatuur 16

2.2. Bedenkingen in het licht van de casussen:

een analyse aan de hand van de drie invalshoeken 16

2.2.1. De psychologische invalshoek 17

2.2.1.1 De humanistische en de behavioristische benaderingen 17

2.2.1.1 Verwachtingen en verlangens 17

2.2.1.2 De adolescentiefase, een uitdaging voor herenigde gezinnen 19 2.2.1.3 Gedragsproblemen; Vertrekken vanuit een positief-constructieve visie 20

2.2.1.4 Dankbaarheid 22

2.2.2 De pedagogische invalshoek 23

2.2.2.1 De opvoedingsgeschiedenis, de opvoedingswaarden

en de opvoedingstaak 24

2.2.2.2 Opvoedingsstijl, ouderlijk gezag en de ouderlijke verantwoordelijkheid 25

A. Communicatie tussen de ouders en de kinderen 25

B. Lichamelijk en mishandelend straffen 26

C. Een verkeerd begrip en gebruik van kinderrechten door de jongeren 26 D. Evenwicht tussen autoritaire opvoedingsstijl en westerse beschouwing 27

E. De gevolgen van inconsistente opvoeding 28

2.2.2.3 Loyaliteit en loyaliteitsconflicten 28

2.2.2.4 Stiefmoeder-stiefkind relatie 30

2.2.3 Culturele verschillen en culturele factoren 33

2.2.3.1 Taken verdelen en thuis meehelpen 33

2.2.3.2 Verantwoordelijkheid en zorg voor elkaar in de Afrikaanse cultuur 34

(6)

2.2.3.3 Complimenten geven 35

2.2.4 Geloof, religie en voodoo 35

2.2.4.1 De plaats van het geloof 35

2.2.4.2 De nadelen en voordelen 35

2.2.4.3 Geloof in de casussen 36

FASE III CONCLUSIES

HERSTEL EN HULPVERLENING:

LUISTEREN NAAR EN SPREKEN MET DESKUNDIGE 38

3.1. De brug tussen het opvangcentrum en veilig terugkeren naar huis 38

3.1.1 Onderzoekmethoden: het interview en vragenlijst 39

3.1.1.1 Het interview 40

3.2. Herstel en de herstelprocedure 41

3.2.1. Het belang van herstel 42

3.2.2. De belangrijke voorwaarden en elementen van herstel 43

3.2.2.1 Herstel is een communicatief proces 44

A. De sancties van de ouders: de straf 45

B. Zich verontschuldigen: wie zet de eerste stap? 48

3.2.2.2 Herstel als zelfherstel 50

3.2.2.3 Uniciteit 50

3.2.2.4 Herstel is het herwinnen van wat voorafging 51

3.2.2.5 Herstel, een proces of procedure 51

A. Herstel vraagt tijd en geduld 52

B. Herstel als procedure en proces 52

3.2.2.6 Herstel is contextueel verbonden: herstel van context 53

A. Relationele aspecten van de context 53

(7)

B. Herstel van context en loyaliteit 54

C. Materiële aspecten van de context 54

D. Financiële aspecten van de context 54

3.3 Herstel en hulpverlening:

luisteren naar en spreken met deskundigen 55

3.3.1 Groeiend aantal dossiers van herenigde gezinnen,

de onderliggende mechanismen 56

3.3.1.1 De stap zetten naar de hulpverlening, politie of school 59 3.3.1.2 Het begeleidingspakket en de opties voor de jongeren 59

3.3.1.3 Eenzaamheid 60

3.3.2 De begeleiding naar de gezinnen toe;

hulpverlening binnen een multiculturele context 60

3.3.2.1 Omgaan met interculturele verschillen 61

3.3.2.2 Matrilineaire of patrilineaire afstamming 62

3.3.2.3 Communicatiestijl, vertrouwen in hulpverlening en de angst van de ouders 63

3.3.3 Weerstand, wantrouwen, ontkenning,

achterhouding van informatie en liegen 63

3.3.3.1 Omgaan met wantrouwen, weerstand, en verzet 64

3.3.3.2 Liegen, achterhouden van informatie en ontkenning:

omgaan met tegengestelde verhalen 64

3.3.4 Van hulpverlening vanuit een westerse visie

naar een cultuur sensitieve hulpverlening 65

3.3.4.1 De westerse bril 66

3.3.4.2 Omgaan met die tegengestelde visies; cultuur sensitieve hulpverlening 67 A. Inschakelen van intercultureel bemiddelaar,

vertrouwenspersoon of bemiddelaar van het gezin 68

(8)

B. De kerk 69

3.3.4.3 Omgaan met geloof en of bijgeloof; religie, voodoo en juju 69 3.3.4.4 Een structurele, methodische en wetenschappelijke aanpak 70

3.3.5 Kinderen terugsturen naar Afrika; beleid en hulpverlening 71

3.4 Aanbevelingen voor de hulpverlening 73

3.4.1 Voorstellen 73

3.4.1.1 Algemene uitgangspunten 73

3.4.1.2 Inzicht in de familiale problemen 74

3.4.1.3 Werken aan de herstelprocedure 75

3.4.1.4 En tenslotte … 76

4 NAWOORD 78

LITERATUURLIJST 79

BIJLAGEN

(9)

FASE I: PROBLEEMSTELLING

1.1 Inleiding en de achtergrond van de probleemstelling

Uit statistieken van aankomstkanalen per migratie in België (cijfers 2009) blijkt

gezinshereniging de hoogste ranking met 49%.1 Uit het demografisch rapport van Gent (Oost- Vlaanderen) blijkt dat gezinshereniging de belangrijkste migratie factor is voor de stad.

Uit het aantal gezinsherenigingen bij Belgen (553) in 2012, waren 77% (424) huwelijksmigranten, 15% kinderen en 8% ouders. De meeste herenigde gezinsleden kwamen uit Turkije, gevolgd door Marokko, en Ghana. Gezinshereniging bij derdelanders bestaat uit 52% kinderen en 46%

uit echtgenoten of partners. De herkomstlanden met de hoogste cijfers voor kinderen waren Bulgarije, Slowakije, Nederland, Turkije, Ghana en India2 Gezinshereniging is dus de

belangrijkste immigratiereden in België3 waarvan de hereniging met kinderen hoger ligt bij derdelanders (52%) in vergelijking met Belgen (15%) in Gent.

Gezinshereniging is bedoeld om onder andere de eenheid van het gezin te behouden en de integratie van de gezinshereniger te vergemakkelijken (European Commission DG-Home Affairs - Unit B1. 2013). Maar het behoud van de eenheid is niet altijd evident na

gezinshereniging.

Heel vaak denken de ouders dat, na de eventuele aankomst van de kinderen in België, het gezin in een rollercoaster van geluk en liefde zal belanden. De problemen stoppen echter niet noodzakelijk. Vanaf de eerste dag van aankomst komt het herenigde gezin in een uitdagende fase terecht.

De herenigde kinderen werden opgevoed door de achtergelaten ouder, gezinsleden of vrienden in Afrika. Ze groeiden op in een andere structuur en cultuur, opvoedingsstijl en opvoedingscontext. Hier in België is de vader of de moeder een andere persoon geworden wegens de immigratie- en integratie procedure. De vader of de moeder is vaak zelf getrouwd of woont samen met een andere partner, met of zonder kinderen.

1 Laurent Hanseeuw, ‘België, immigratienatie: Statistieken en evoluties.’ Itinera Institute 09/2012.

www.statbel.fgov.be

2 Migratie van niet-Belgen in 2012. Bron; rijksregister –stad Gent, Dienst Burgerzaken.

3 Een daling van de cijfers rond gezinshereniging wordt verwacht in de jaren na een strengere nieuwe wet

(10)

De procedure van integratie, opbouw van een nieuwe relatie met ouder(s) of nieuw gezin in België is niet evident noch voor de ouder(s), noch voor de kinderen en het gezin. Ouders en kinderen ontmoeten elkaar als vreemden. De verwachtingen van beide kanten (zowel van de ouders als van de kinderen) kunnen ervaren worden als een diepe teleurstelling.

Het kind van Afrika en de ouder moeten elkaar opnieuw leren kennen. Langs beide kanten blijken hoge verwachtingen vaak niet ingelost. Het kind moet zich aanpassen en zijn plaats verwerven in een nieuw gezin met de nieuwe stiefouder en stiefzussen en -broers. Alles op school en in de maatschappij is vreemd. Met de zoektocht naar een plaats op school, in de omgeving en thuisloopt het vaak fout zeker voor het kind dat in de puberteit zit.

Opvoedingsproblemen kunnen ontstaan. Soms loopt het helemaal fout: Kinderen en jongeren die van huis weglopen, een depressie doormaken, met drugs experimenteren, spijbelen, enz.

Ze worden hangjongeren en lopen allerlei risico’s. Misdrijf omschreven feiten (MOF) en verontrustende opvoedingssituaties (VOS) komen voor. Veel van deze jongeren komen in de Bijzondere jeugdzorg (BJZ) terecht. De plaatsing van de jongeren of kinderen en

gezinsbegeleiding komen meestal voor.

Herstel van de geschonden relaties is een belangrijk deel van het begeleidingspakket bij sommige voorzieningen en bij anderen niet (zie deel III). Een veilig terugkeren van de jongeren naar huis is in de meeste gevallen het allereerste doel van de begeleiding. De begeleiding duurde meestal langer dan verwacht en in de meeste gevallen keren de jongeren niet terug naar huis. Zij zetten de stap naar alleen wonen.

Plaatsing biedt voordelen en kansen voor de jongeren maar ook nadelen. Opgroeien in een warm en veilig gezin kan je niet vergelijken met opgroeien in een voorziening. Hoewel het moeilijk is, kiezen de jongeren meestal voor de veilige en menswaardige aanpak van de opvangcentra.

Voor veel Afrikaanse jongeren is het een bron van eenzaamheid en meestal zoeken ze troost, geluk, plezier en liefde in de verkeerde omgeving. De kans is dan ook groot dat ze belanden in een drugsmilieu en/of de criminaliteit. Meer herenigde jongeren belanden in de criminaliteit of stellen delinquent gedrag. Meestal stoppen ze vroeg met studeren (secundair onderwijs) of kunnen zij hun weg of plaats niet vinden in het gezin of in de maatschappij.

Spijbelen, agressief gedrag, delinquentie, plotse daling van prestatie op school wijzen vaak op een onderliggende problematiek. Dergelijk gedrag van de jongeren is een signaal van een problematiek in het gezin, school of de maatschappij. Jongeren die problemen maken kampen meestal met problemen. Meestal is het signaal, een oproep of schreeuw om hulp. De

onderliggende problematiek kan gelinkt worden aan mistoestanden binnen het gezin of de

(11)

maatschappij, trauma, mishandeling, verwaarlozing, armoede, culturele verschillen, onder andere.

De frustratie en het wangedrag bij herenigde jongeren of de opvoedingsproblemen thuis hebben vaak ook te maken met socio-economische factoren. Hier ga ik focussen op de ouder- kindrelatie.

Ouders worden door deze uitdagingen en gebeurtenissen gefrustreerd, wanhopig en agressief.

Sommigen sturen de kinderen terug naar Afrika, anderen bedreigen de kinderen dagelijks met een mogelijke terugkeer naar Afrika. De kinderen moeten zich dankbaar tonen voor de kansen die ze krijgen, terwijl de kinderen vaak het verdriet over het verlies van hun vertrouwde milieu proberen te verwerken.

De multidimensionale en culturele aspecten die meespelen bij de opvoedingsproblemen in herenigde gezinnen maken het uitdagend en moeilijk om de situatie te begrijpen en te verwerken.

Voor een diep en breed inzicht op de opvoedingsproblemen in herenigde gezinnen en de verschillende elementen die daarin meespelen te schetsen, heb ik besloten om 3 gezinnen op te volgen.

Ik zal in de volgende analyse de bovenstaande probleemstellingen proberen te beantwoorden.

De analyse zal in 3 fasen opgedeeld worden:

 De eerste fase is een objectieve beschrijving van de 3 casussen;

 de tweede fase gaat over de probleemstelling en een conceptualisatie van de verschillende thema’s, vragen, elementen en hypothesen die opgeroepen worden vanuit de casussen. Hier ga ik informatie opzoeken om antwoord te geven op de vragen - dit doe ik aan de hand van een literatuurstudie en de theoretische benadering (de drie invalshoeken);

 in de derde fase zal ik een grondige analyse van de begeleiding en de gezinssituatie maken aan de hand van interviews en een vragenlijst. Wat denken de deskundigen?

Hoe gaan ze hiermee om?

De scriptie besluit met voorstellen vanuit de ervaren knelpunten in de analyse.

(12)

1.2. Beschrijving van de casussen

1.2.1. Vergelijking van de drie gezinnen

Het gaat over de opvoedingsproblemen in 3 nieuw samengestelde gezinnen; een gemengd nieuw samengesteld gezin (gezin A: de Mutumba's) en twee nieuw samengestelde gezinnen met twee migrantenouders, oorspronkelijk van Centraal- en West-Afrika (gezin B: de Ojelede's en gezin C: de Kwameh's). Met de opvolging van de eerste casus, gezin A, is de

herstelprocedure afgebroken. Het contact met de ouders en een verdere opvolging van het gezin was niet meer mogelijk.

Daarom is het volgens mij noodzakelijk om een vergelijking te maken tussen een gezin waarin de herstelfase bijna afgerond is met een gezin waarin het herstel goed afgelopen is en een derde gezin waar de nood en het belang van het herstel van de geschonden relaties in aanmerking komt.

Door een diepteanalyse en vergelijking van 3 casussen zullen de doelstellingen en de

hypothesen van dit onderzoek grondig uitgewerkt worden. Met deze drie casussen zullen de verschillende typische opvoedingsproblemen, -patronen en -situaties aan bod komen.

De drie gezinnen zijn herenigde nieuw samengestelde gezinnen met dezelfde typische kenmerken van nieuw samengestelde gezinnen (Vandemeulebroeke e.a., 1999). Maar ze verschillen in samenstelling en context. De herenigde kinderen komen uit drie verschillende landen in Afrika (Kameroen, Nigeria en Ghana) en zijn allemaal opgevangen in opvangcentra in Antwerpen, Brussel en Gent.

Alle drie de jongeren zijn in de adolescentiefase van hun levensloop. De gezinnen hebben opvoedingsproblemen die te maken hebben met de herkomst van de kinderen. De herenigde kinderen zijn kinderen van de papa's. Er zijn biologische kinderen van de vader en de

stiefmoeder thuis. In twee van de gezinnen zijn er 1 of meer kinderen van de mama's uit een vroeger huwelijk. Bij gezin B, het gezin van Linda, was het gezin een kerngezin voor de herkomst van de uithuwelijk geboren kinderen van de vader.

Bij de drie gezinnen is het moeilijk geweest voor de herenigde kinderen om hun plaats in de gezinnen te verwerven. De stiefmoeder - stiefkind relatie in de gezinnen loopt zeer moeilijk en heeft een grote invloed op de opvoedingsproblemen en het herstel van de relaties.

Alle drie de gezinnen krijgen gezinsbegeleiding vanuit de betrokken voorzieningen. De omgang en aanpak van de begeleiding en het herstel van de geschonden relaties in de gezinnen door de

(13)

Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) betrokken. Vzw OTA Oost- en West-Vlaanderen is een tweedelijnsdienst binnen de jeugdhulpverlening. Ze geven advies, training, coachen en ondersteunen begeleiders in de begeleiding van allochtone gezinnen.

Werkend vanuit een multiculturele achtergrond legt OTA de nadruk op het veilig terugkeren van de jongeren naar huis, het belang van het gezin als belangrijkste opvoedingscontext en het belang van het herstel van de geschonden relaties in het begeleidingspakket. Rekening houden met de culturele aspecten binnen de gezinscontext en de opvoedingsproblemen, een diepe kijk in de opvoedingsgeschiedenis en de achtergrond van het gezin zijn de focus van OTA.

Gezin C is betrokken in een begeleiding waar herstel van de relaties wel belangrijk is maar komt niet aan boord als één van de belangrijke fasen van de begeleiding. Gezien het belang van familie in de Afrikaanse cultuur heeft de stiefmoeder gewerkt aan een volledig herstel van de relaties tussen haar en het herenigde kind, tussen het kind en haar vader en tussen het kind en de stiefzus.

Bij de analyse van beide gezinnen zal er rekening gehouden worden met de culturele aspecten, de achtergrond van de gezinnen, de opvoedingsgeschiedenis, de opvoedingsstijl, de

opvoedingsproblemen, het ouderlijk gezag en de context van de gezinnen. De persoonlijkheid van de betrokken jongeren, de verschillende (psychologische) aspecten, de groeifase en de invloed daarvan, de invloed van de omgeving (school, centrum, maatschappij, thuis, enzovoort) en de gevolgen ervan zullen bekeken worden.

Met het oog op de deontologische code van de hulpverlening, de privacywet en om de privacy van de gezinnen te respecteren zullen de betrokken partijen en andere duidelijke details zoals plaatsen en namen van begeleid(st)ers en diensten fictief benoemd worden. Vzw OTA blijft de echt benoemde organisatie hier. Om de privacy van de gezinnen te garanderen worden de opvangcentra en de begeleid(st)ers niet bij hun echte naam genoemd. Hierover is een akkoord tussen de betrokken begeleid(st)ers, de ouders en ik.

1.2.2. Gezin A: gezin MUTUMBA, het gezin van Zavier

Het gezin van jongere A, Zavier. Hij is 16 jaar oud. Aanmeldingsdatum 27 augustus 2010.

1.2.2.1. Gezinsleden

Vader (33) Didier Mboko Mutumba is afkomstig uit Kameroen en stiefmoeder (51) Annelies van Impe is Belg. Ze leven samen met hun 7 kinderen (4 stiefkinderen en 3 biologische kinderen).

De stiefmoeder heeft 3 kinderen uit haar eerste huwelijk met een Belg. De oudste is 22, zij is

(14)

(meisje) en 17 jaar (jongen) en wonen thuis. De moeder van Zavier (16) woont nog in Kameroen, de 2 meisjes (10 en 6) en de jongen van 3 zijn de kinderen van de vader en stiefmoeder samen.

1.2.2.2. Voorgeschiedenis

De vader is geboren in Kameroen. Op de leeftijd van 17 wordt hij door zijn vader naar België gestuurd voor een betere toekomst. De vader stelde in Kamroen wangedrag, zijn vriendin van 14 was zwanger van hem. Volgens de cultuur moesten ze trouwen en moest hij de

verantwoordelijkheid en de zorg voor de zwangere vriendin en het later geboren kind

opnemen. Dit was een schande en een ondenkbare situatie voor de vader die een rijke politicus was. De jongen naar Europa sturen was volgens zijn vader de enige oplossing.

Zijn vriendin werd na de geboorte van het kind door haar ouders weggestuurd zonder haar kindje dat werd opgevoed door de grootouders.

In België kwam de vader terecht in een moeilijke migratieprocedure. Als vluchteling kende hij niemand en moest op straat slapen met niets te eten, geen passende kleren en geen geld. Toen kwam hij in contact met een vrouw (de latere stiefmoeder) die hem geholpen heeften met wie hij ging samenwonen. Na een jaar trouwden ze en kreeg de vader zijn verblijfsvergunning. Ze kregen 2 dochters en een zoon. Volgens vader en stiefmoeder vormden ze tot de aankomst van de zoon uit Kameroen een gelukkig gezin.

De vader voelde zich altijd schuldig over zijn achtergelaten zoon (Zavier) en wou hem een betere toekomst geven. Daarom heeft hij zijn zoon, met de steun en hulp van zijn vrouw (stiefmoeder), van Afrika naar België laten komen. Nu hebben ze hierover spijt. De aankomst van Zavier zeiden ze, heeft gezorgd voor problemen thuis, onrust en schaamte voor het gezin.

De vader werkt heel hard en lange uren. Hij werkt in Horeca en is elke dag weg van 6u tot 21u van maandag tot vrijdag en soms op zaterdag. De stiefmoeder werkt niet, zij blijft thuis en neemt de zorg voor het gezin op zich.

1.2.2.3. Aanmelding en de betrokken diensten

Aanmeldingsdienst is het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ) dat het dossier naar een voorziening verwijst. De voorziening ondervindt een sterke weerstand van de ouders. Door de complexiteit van de multiculturele context en omwille van de behandeling en de begeleiding tot begeleiding, neemt het contact op met het Ondersteuningsteam Allochtonen (OTA) voor advies en begeleiding.

De voorziening en OTA werkten samen voor wat betreft de behandeling van het dossier. Het dossier wordt ook opgevolgd door de OCJ Kortrijk. Er wordt een 6-maandelijkse

(15)

Zavier samen met het gezin. Nu zit het dossier bij de Jeugdrechtbank en wordt gevolgd door de consulent. Maar hoe is het gezin in begeleiding gekomen? Hoe zit het met het gezin?

1.2.2.4. Beschrijving van het POS-dossier bij aanmelding

Zavier Mutumba is geboren in Mbalmayo (Kameroen) op 1 september 1999. Hij is opgegroeid bij zijn paternale grootouders vanaf de leeftijd van 1 maand. Hij heeft nooit zijn biologische mama gezien. Op de leeftijd van 10 jaar is hij naar België gekomen. Voordien werd hij opgevoed door de grootouders. Tot de leeftijd van 9 jaar dacht hij dat een van zijn ooms zijn vader was, tot zijn vader opdook om Zavier naar België te brengen.

In België is Zavier in een gezin terecht gekomen met stiefmoeder, stiefbroers en stiefzussen.

Hij wist niets van een stiefmoeder, stiefbroers en stiefzussen af. Zavier moest zijn plaats niet alleen verwerven binnen een vreemde maatschappij en school, maar ook binnen zijn nieuw gezin waar iedereen en alles anders is in vergelijking met zijn vroeger leven in Kamroen . De relatie tussen Zavier, zijn vader en stiefmoeder loopt fout. Er ontstaan ruzies tussen vader en oom en tussen zoon en stiefmoeder. De vader zou Zavier verschillende keren geslagen hebben.

Zavier werd door het OCJ geplaatst in de voorziening omdat de situatie thuis onhoudbaar werd. Zavier is naar school gekomen met een gezwollen rood oog en kneuzingen overal. Hij was bang en wou niet terug naar huis gaan. Hij blijft in uithuisplaatsing sinds 09 mei 2010 tot nu toe. Hij heeft sindsdien weinig contact gehad met de grootouders en zijn familie in Kameroen.

Zavier vertoont gedragsproblemen, hij is agressief. Hij maakt veel stuk en heeft al een hoge schulden. Vechten is zijn eigen manier om conflicten op te lossen. Daardoor heeft hij problemen in de voorziening, op school en met de politie. Hij heeft moeilijkheden met zijn studies, hij studeert niet graag. Hij is een kalme jongen die weinig zegt en die graag en goed voetbalt.

Vóor de plaatsing en tot heden is er geen relatie tussen Zavier en zijn vader, geen vader- zoonrelatie, noch vriendschap. Ze praten weinig met elkaar. Vader geeft gewoon instructies en Zavier moet die volgen. Zijn mening telt niet en Zavier mag niets zeggen. Als Zavier iets nodig heeft moet hij dat aan zijn stiefmoeder vragen.

Na jaren van begeleiding en werken rond herstel, is de geschonden relatie tussen Zavier en vader beter geworden. Zavier kan af en toe tijdens het weekend naar huis. Als Zavier weer op school gevochten heeft, komt de politie langs en moet hij naar een andere voorziening, de situatie in de leefgroep loopt fout. Het dossier is naar de jeugdrechtbank verwezen. Zijn vader heeft besloten om Zavier terug naar Afrika te sturen. De ouders weigeren en willen geen

(16)

begeleiding meer. Nu zit het dossier in gedwongen begeleiding. De herstelprocedure is weggevallen en moet opnieuw worden opgestart.

1.2.3. Gezin B: gezin OJELEDE, het gezin van Linda 1.2.3.1. Gezinsleden

De vader Ojelede Peter Odua (59) is afkomstig uit Nigeria en woont samen met zijn vrouw Ngozie Peace Ojelede (50) en 4 kinderen in Gent. Odua en Ngozie zijn getrouwd in Nigeria en hebben samen 5 kinderen en ook 4 kleinkinderen. Paul (29) is getrouwd, woont in Gent en heeft 2 kinderen. Mercy (25) is ook getrouwd, heeft 2 kinderen en woont in Schaarbeek. James (23) woont alleen in Brussel.

De 2 jongste kinderen, Ngozi (19) en Kelechi (16) wonen thuis bij de ouders. De herenigde kinderen: Linda (17) verblijft in een voorziening en Anne (14) woont thuis met stiefmoeder en de vader. Zij gaat elke dag van maandag tot vrijdag naar een dienst na school tot 7u s' avonds.

1.2.3.2. Voorgeschiedenis

11 jaar na zijn huwelijk met de stiefmoeder, had de vader een minnares. Dit zorgde voor problemen thuis. Een jaar later kreeg hij met zijn minnares een dochter (Linda). Hij had toen zijn minnares (22) aan zijn familie gepresenteerd als zijn tweede vrouw. Van zijn vrouw (stiefmoeder) mocht hij die nieuwe vrouw niet naar huis brengen. Zij woonde apart en kreeg een tweede dochter.

De vader was in Nigeria een rijke zakenman en politicus met een hoge positie in de regering.

Tijdens de verkiezingen heeft zijn partij verloren. Toen er een conflict ontstond met de nieuwe regering moest de vader vluchten voor zijn leven, samen met zijn vrouw (stiefmoeder). De kinderen van de stiefmoeder zijn achter gebleven met zijn tweede vrouw. Hij vertrouwde toen niemand van zijn familie.

Na 2 jaar in België hebben de vader en de stiefmoeder na een moeilijke migratieprocedure een verblijfsvergunning gekregen. Met hulp van stiefmoeder hebben ze hun kinderen naar België laten overkomen. 5 jaar geleden kwam er een nieuwe regering en kon de vader naar Nigeria op bezoek gaan. Elk jaar ging hij minstens 3 keren naar Nigeria omwille van zijn nieuwe zaak in Nigeria en om het contact met zijn dochters te behouden.

Volgens de stiefmoeder was het eigenlijk om contact te houden met zijn tweede vrouw. De vader is ondertussen werkloos geworden en mama die voltijds werkt is de kostwinner van het gezin. Ze wou niets horen van de tweede vrouw van de vader. De kinderen van de tweede

(17)

vrouw naar België laten komen was een voor haar manier om het contact tussen de vader en zijn tweede vrouw te verbreken.

Sinds de komst van de kinderen zijn er voortdurend ruzies tussen de stiefmoeder en de meisjes van haar ‘rivale’ (volgens stiefmoeder) en tussen de kinderen en de stiefkinderen.

1.2.3.3. Beschrijving van het VOS-dossier bij aanmelding

Linda is geboren op 14 januari 1997 in Abudja. Ze is opgegroeid bij haar moeder (Stella Chikoze Moji) en zus Anne. Op de leeftijd van 13 is Linda samen met haar zus naar België gekomen om samen te wonen met papa, stiefmoeder, stiefzussen en-broers. Ze vonden het tof om naar België te komen en bij haar vader te wonen. Hij heeft de moeder van de meisjes beloofd dat alles goed zal komen.

In België werd het voor Linda moeilijk om haar plaats in ‘het gezin van de stiefmoeder’ te verwerven. De stiefbroers en -zussen zijn niet vriendelijk tegen haar. Er werd altijd gevochten tussen de herenigde kinderen en de stiefbroers en -zussen. Ze missen hun moeder en hebben geen contact met haar. Als hun moeder belt om met hen te spreken, wordt ze beledigd door de stiefmoeder of haar kinderen en er wordt gevraagd om nooit meer te bellen. In de nabijheid van Ngozie (de stiefmoeder) neemt vader de oproepen van de moeder van Linda niet op. Als hij dat toch doet ontstaan er ruzies tussen vader en stiefmoeder. De oproepen en de pogingen van de moeder om contact te hebben met haar dochters maken de situatie thuis nog erger.

Na een jaar in België is Linda plots veranderd. Ze steelt op school, thuis en ook in winkels. Ze komt te laat thuis (soms om’ twee uur ‘s nachts). Haar prestaties op school worden slechter.

Vader kan het niet meer aan en vraagt haar om het huis te verlaten en niet meer terug te komen. De buurvrouw die het huilen van het meisje om drie uur ‘s nachts niet meer kon aanhoren belt de politie.

1.2.3.4. Aanmelding en de betrokken diensten

Het dossier is naar het parket gestuurd om eventueel door te verwijzen naar de rechtbank.

Linda wou niet meer naar huis. De ouders hadden ook genoeg van het slechte gedrag van Linda. Vader vroeg plaatsing in een voorziening. Linda werd geplaatst op 15 februari 2012. Tot op vandaag verblijft ze daar.

De ontkenning van de feiten door de ouders die blijven liegen om de goede naam van het gezin te beschermen maakt het moeilijk om voor een goede begeleiding te zorgen. Een jaar later neemt de begeleider contact op met Vzw OTA voor ondersteuning. Tot nu toe werkt Vzw OTA

(18)

De plaatsing was een opluchting voor Linda en haar ouders. In het begin was de eenzaamheid groot voor Linda, ze miste haar familie en vooral haar zus. Toch zag ze haar elke dag op school.

De zus vertelde hoe slecht het thuis was voor haar, zonder de bescherming van haar grote zus.

Op een dag zag Linda haar kleine zus op een bank in het park slapen. Ze was sinds 3 dagen niet naar huis gegaan.

Het is een hel thuis, vertelde ze haar. Ze moest bij haar nicht blijven slapen maar daar was zij niet echt welkom.

Na 3 jaar in begeleiding is Linda kalm geworden. Ze presteert zeer goed op school maar blijft bezorgd om haar kleine zus. Het herstel van de geschonden relaties thuis verloopt goed. Linda komt af en toe thuis op bezoek. Ze kan nu rustig met haar vader bellen. Op vraag van Linda komt hij af en toe naar de voorziening met de kinderen van zijn oudste zoon. De relatie met de stiefmoeder is nog niet volledig goed maar ze kunnen rustig met elkaar praten. De stiefmoeder kan niet tegen het feit dat Linda rechtstreeks contact heeft met haar moeder in Nigeria.

Volgens de stiefmoeder vertelt Linda haar allerlei dingen over de situatie van haar kleine zus thuis. Die gaat dan klagen bij de grote broers van haar man over de slechte behandeling van haar jongste dochter. Dit zorgt voor conflicten tussen de vader en de stiefmoeder, tussen de stiefmoeder en de schoonfamilie en tussen stiefmoeder en de herenigde kinderen.

Loyaliteitsproblemen4 tussen stiefmoeder en de biologische moeder van de meisjes hebben gevolgen voor het welbevinden van de herenigde kinderen, de relaties thuis (stiefmoeder en de herenigde meisjes, de biologische kinderen en de stiefkinderen, de relatie tussen vader en stiefmoeder, de relatie met de familie van vader in Nigeria) en het verloop van de

herstelprocedure. Hoe gaan de begeleiders hiermee om?

1.2.4. Gezin C: gezin KWAMEH, het gezin van Happy

1.2.4.1. Gezinsleden

De vader, Henry Nimeh Kwameh en de stiefmoeder Stella Adussi Kwameh. Twee kinderen van vader en stiefmoeder; een meisje van 9 en een jongen van 6. Happy is de herenigde dochter van vader, en Peace de herenigde dochter van de stiefmoeder. Het gezin woont in Gent.

(19)

1.2.4.2. Voorgeschiedenis

De vader van Happy was getrouwd met de moeder van Happy en het gezin verbleef in Kumassi Ghana voor de vlucht van vader naar België. Hij was docent aan de universiteit van Kumassi en een politicus. Wegens problemen met de regering, moest de vader vluchten naar België.

Na een moeilijke asielprocedure, heeft de vader zijn verblijfsvergunning bekomen. Hij leerde de stiefmoeder kennen die toen haar studies afrondde in Leuven. Ze trouwden en gingen in Gent wonen. De moeder van Happy wou nooit in België verblijven, er was nooit ruzie of een conflict bij het huwelijk van de vader of rivaliteit tussen beide vrouwen.

De vader werkt voltijds en de stiefmoeder deeltijds als ziekenverzorgster. Soms werkt ze ‘s nachts en tijdens het weekend. In 2009 is Peace (19), de achtergelaten dochter van Stella naar België gekomen. Een jaar later is Happy (19) de achtergelaten dochter van vader ook naar België gekomen.

1.2.4.3. Beschrijving van het POS-dossier bij aanmelding

Happy is geboren op 5 januari 1996 in Kumasi Ghana. Ze is een maand ouder dan Peace, de dochter van stiefmoeder. Voor dat ze naar België kwam, woonde ze in Kumassi samen met een nicht en haar moeder die lerares is. Na een moeilijke asielprocedure kon haar vader eindelijk werken en af en toe geld naar Kumassi sturen voor haar studies. Happy sprak af en toe

telefonisch met vader en soms met de stiefmoeder. Toen was de stiefmoeder lief voor haar en gaf haar ook cadeautjes.

Happy wou naar België komen, ze miste haar vader erg en wou graag bij hem blijven. Ze was benieuwd naar haar stiefbroer en -zus en wou hen graag zien. Haar moeder was niet tevreden met haar vertrek naar België. De vader en de stiefmoeder hebben moeder beloofd dat ze goed voor haar dochter zouden zorgen. Happy zal elke zomervakantie in Kumassi bij haar moeder doorbrengen, was de afspraak.

Na 3 maanden thuis bij de vader liep alles fout. Stiefmoeder en vader zijn plots veranderd.

Volgens hen is Happy een slecht kind geworden, haar moeder belde ook te veel en wilde alles vanuit Kumasi controleren. Dat konden ze niet aanvaarden. Volgens haar vader en de

stiefmoeder was Happy een lui en verwend kind, ze moest alles opnieuw leren en een goed kind worden.

Het eerste jaar was zeer moeilijk voor Happy, de relatie met vader en stiefmoeder liep niet goed. Alles wat ze deed werd slecht voor vader en stiefmoeder. Ze werd behandeld met geweld, terwijl de andere ‘brave’ kinderen, hoewel ze slechte dingen deden, rustig werden

(20)

geschreeuwd en gedreigd met allerlei straffen. Voortdurend werd ze bedreigd met terugkeer naar Afrika en keer op keer kreeg ze slaag van haar vader, terwijl de andere kinderen nooit geslagen werden. Haar moeder werd beledigd en kreeg de schuld voor alles wat Happy niet goed kon of wat ze verkeerd deed.

A. De rol van de stiefzus, een onhoudbare situatie voor Happy

Peace was niet tevreden met de aandacht die de ouders aan Happy besteedden. Happy had de aandacht van de ouders voor haar weggenomen. Peace is opgegroeid met de 4 kinderen van haar tante. Ze kreeg weinig aandacht van tante die altijd onderscheid maakte tussen Peace en haar eigen kinderen. Met haar vertrek uit Accra keek ze uit naar een leuke tijd met haar

moeder. In België moest ze de aandacht en liefde van haar moeder delen met stiefvader, kleine broer en zus die nog jong waren en veel werk vroegen. Nu is Happy er ook bij gekomen, de weinige aandacht die ze kreeg moest ze nu ook nog delen met Happy.

Dit kon ze niet aanvaarden. Daarom deed ze haar best om de relatie tussen Happy en de ouders te verstoren. Peace vertelde altijd slechte verhalen over Happy, die meestal niet waar waren.

Dit verslechtte de al moeilijke relatie tussen Happy en de ouders.

Happy moest veel huishoudelijke taken doen en de zorg voor de kleinere kinderen opnemen.

Ze had geen tijd voor huiswerk en was altijd moe. Ze viel in slaap tijdens de les. Op een dag heeft vader Happy heel erg geslagen die bij vriendin van haar moeder (ook een vriendin van papa en stiefmoeder) is gaan klagen. De vrouw heeft haar direct weer naar huis gebracht, ze wil geen problemen met vader en stiefmoeder en wil haar vriendschap met hen bewaren. Happy moest leren luisteren en begrijpen dat ze niet meer in Afrika was, was de opdracht en

boodschap van de vrouw. Vader heeft haar dan opnieuw geslagen. Bang voor haar leven belde Happy de politie.

Vader vertelde de politie dat het de eerste keer was dat hij zijn dochter sloeg en beloofde dat hij het nooit meer zou doen. Hij wou zijn dochter terug thuis. Maar Happy wou niets meer te maken hebben met haar vader. Het dossier is bij de politie gebleven voor onderzoek en Happy werd opgevangen in een voorziening.

B. De begeleiding

De ouders, vooral de vader, wou niets te maken hebben met de begeleiding. De begeleider had een veroordelende westerse en aanpak van de situatie, zei de stiefmoeder. Volgens hem (de begeleider) mocht Happy thuis niet meehelpen, dat was naar zijn mening parentificatie en slavernij. Vader wou bijgevolg niets te maken hebben met de begeleider. Volgens hem heeft de ‘alwetende’ begeleider zijn dochter thuis weggenomen en haar aangemoedigd om in de voorziening te blijven.

(21)

Na 6 maanden pogingen (3 afspraken met de ouders) om de weerstand van het gezin te breken besloot de begeleider om verder te werken met Happy, zonder de ouders. Er werd geen herstel voorzien. Volgens de begeleider was dat niet nodig, noch belangrijk. Naar de mening van de voorziening is een herstelprocedure duur en vraagt veel tijd. Daarom maakt dat geen deel uit van het begeleidingspakket. Happy is verantwoordelijk en kan goed voor zichzelf zorgen. Ze heeft haar agressieve ouders niet nodig, zei de begeleider. Begeleiding naar een eventuele terugkeer naar huis was niet haalbaar, de gezinscontext was volgens de begeleider geen veilige haven voor het meisje.

Het algemene welzijn van Happy, ondersteuning bij haar studies en haar voorbereiding op zelfstandig wonen vormden de focus van de begeleiding. Psychotherapie werd ingeschakeld om de agressieve ervaring thuis te verwerken. Happy had last van angst, slaaploosheid en mogelijk ook depressie.

Bang dat de moeder van Happy naar België zou komen voor haar dochter, eiste vader altijd dat zijn dochter terug naar huis kwam, anders wou hij niets te maken hebben met de begeleider.

Door die sterke weerstand heeft de begeleider het opgegeven. Er werd geen verdere poging gedaan om de weerstand te breken en tot een herstel van de relatie tussen ouders en dochter te komen. De terugkeer naar huis werd uitgesloten, het was niet veilig, was de conclusie van de begeleider.

Happy miste haar kleine broer en zus maar was bang voor vader en durfde niet op bezoek te gaan. De stiefmoeder is een goede vrouw maar heeft samen met haar dochter een stelling genomen tegen haar. Beide ouders waren boos op haar, ze was een slecht kind dat haar gezin te schande maakte. Happy is in de voorziening gebleven tot februari 2015. Nu woont ze zelfstandig op een studio en doet het heel goed. Ze studeert ingenieur wetenschappen aan de KU Leuven.

C. De invloed van de familie en de kerk

Er werd over de situatie geroddeld in de vriendenkring van de ouders, in de Ghanese gemeenschap in Gent en ook in de kerk. Stiefmoeder is sterk gelovig en is een van de voorgangers in de kerk. De pastoor is het verhaal te weten gekomen via de klacht van een gelovige die het gehoord had van haar kinderen. Het verhaal over de daden en de

gebeurtenissen thuis en de rol van stiefzus Peace. Volgens de klacht is stiefmoeder een slecht voorbeeld voor de kerk. Na een gesprek met de pastoor en het gedwongen biechten van Peace bij de pastoor kreeg stiefmoeder de opdracht om de situatie recht te trekken. Zo niet zou ze haar plaats en positie in de kerk verliezen.

Als gevolg van roddels in de gemeenschap van stiefmoeder in Ghana en het geklaag van de moeder van Happy bij haar eigen moeder, kreeg stiefmoeder ook vanuit Afrika de opdracht om Happy terug thuis te brengen. Het was een schande voor de familie van stiefmoeder.

(22)

Beschaamd over het gedrag van haar dochter en overtuigd van haar geloof, het belang van familie en na veel nadenken, besloot stiefmoeder om de relaties te herstellen en Happy te vragen weer naar huis te komen. Ze was niet blij met het feit dat Happy de politie gebeld had of met de roddels, maar ze moest iets doen om rust te vinden.

Ze wist zeker dat het geen gemakkelijk parcours zou zijn. Haar man was teleurgesteld in zijn dochter en wou niets van herstel horen. Happy heeft de politie voor hem gebeld en zijn gezin in schande gebracht, ze moest een goede les leren. De vader heeft Happy gebeld en haar

gevraagd om onmiddellijk terug naar huis te komen of terug naar Kumasi bij haar moeder te gaan. Dit had een negatieve invloed op de crisissituatie en op Happy die het ervaarde als agressie.

Happy was boos op haar vader, zij kon niet begrijpen dat haar vader haar op deze manier behandelde. Hoewel ze het gezin miste, vooral haar kleine broer en zus, durfde ze niet op bezoek gaan, zelfs niet voor het weekend. Haar moeder die spijt had over de beslissing om haar dochter naar België te laten vertrekken vroeg Happy om terug te keren naar Kumassi. Happy miste haar moeder erg maar vreesde dat, als ze daar op vakantie zou gaan, haar moeder haar zou beletten om terug te keren naar België. Ze wou graag studeren en na haar master kon ze eventueel terug in Afrika gaan wonen.

D. Herstel van de geschonden relaties

De stiefmoeder vertelde dat ze de gebroken relaties in haar gezin herstellen door haar gebeden, haar geloof en met hulp van de pastoor. Ze heeft de moeder van Happy gebeld en haar excuses gevraagd. Het was niet eenvoudig om Happy te overtuigen om thuis op bezoek te komen, maar het is eindelijk gelukt. De eerste keer in afwezigheid van de vader.

Nu komt Happy in het weekend naar huis, tijdens de vakanties en ook tussendoor. Haar relatie met haar vader zal nooit meer dezelfde zijn. Vader is ook wat veranderd, hij luistert naar de mening van Happy maar blijft streng in verband met vriendinnen en sociaal leven. Op feestjes daagt de stiefmoeder meestal op met haar stiefdochter. De band tussen de twee is gegroeid en Happy geeft toe dat de stiefmoeder een goed mens is. In het gezin van Happy is het herstel van de geschonden relaties gelukt maar bij de andere twee gezinnen niet.

1.3. Vraagstelling

 Hoe kunnen deze gezinnen geholpen worden?

 Hoe kunnen deze jongeren hun plaats verwerven in het gezin en de maatschappij?

 Hoe kunnen de jongeren buiten een gezinscontext een heldere toekomst opbouwen?

(23)

 Hoe gaat men om met het herstel van de geschonden relaties en de begeleiding naar het gezin toe?

 Waarom lukt het niet in de meeste gevallen voor een herstel van de geschonden relaties en een veilig terugkeren van de jongeren naar huis?

 Hoe kunnen de begeleid(st)ers in de gezinnen geraken? Waarom is het de begeleid(st)ers niet gelukt om de geschonden relaties te herstellen?

 Welke invloed kunnen de culturele aspecten hebben op de begeleiding? Moet de begeleiding rekening houden met culturele verschillen?

 Wat zijn de verschillen tussen de opvoedingspraktijk in Afrika en in België en welke invloed hebben deze verschillen op de opvoeding, de relaties tussen de gezinsleden en de gezinsfunctionering van de herenigde gezinnen?

 Moet de hulpverlening daarmee rekening houden en hoe gaan de begeleiders daarmee om?

 Hoe kijken wetenschap en hulpverleners naar de opvoedingspraktijk, de

opvoedingsproblemen en de begeleiding van deze gezinnen? Wat is de aanpak en de praktijk van de verschillende voorzieningen?

 Welke rol en welke invloed kunnen de Kerk en de familie hier inspelen?

In wat volgt ga ik proberen vanuit een contextuele, multiculturele en brede psychologische invalshoek de gezins functioneren en de opvoedingsproblemen te kaderen. Dit door een analyse van de hierboven beschreven gezinssituaties.

(24)

FASE II DE LITERATUUR EN THEORETISCHE INVALSHOEKEN:

EEN DIEPTEANALYSE VAN DE GEZINSSITUATIES

2.1. De literatuur

Er is veel grootschalig onderzoek gebeurd naar opvoeding en ontwikkeling van

migrantenkinderen van voornamelijk Marokkaanse en Turkse afkomst. Onderzoek naar kinderen afkomstig uit Sub-Saharaans Afrika is schaars. Er is veel geschreven over de problematiek van gezinshereniging en integratie.

Onderzoek rond gezinshereniging en de opvoedingsproblemen die daardoor ontstaan is schaars, laat staan onderzoek naar Afrikaanse kinderen na gezinshereniging. Toch is de Afrikaanse gemeenschap in België snel aan het groeien met gezinshereniging als een veel voorkomende gebeurtenis in de gezinscyclus.

Hier moet ik duiden dat, als gevolg van het gebrek aan onderzoek en literatuur in deze richting, ik me zal baseren op literatuur rond migrantengezinnen met een multiculturele contextuele achtergrond en natuurlijk op mijn eigen ervaringen als iemand van Afrikaanse afkomst. Hier ligt het verhoogde risico op persoonlijke, niet geverifieerde opvattingen en is dus een kwestie van neutraliteit. Dit zal vermeden worden door een strikte empirische analyse en gebruik van de 3 casussen als voorbeelden om bepaalde feiten en ideeën te toetsen, te controleren en te verduidelijken.

Er is veel geschreven over opvoeding in het algemeen en opvoeding in een migratie- en multiculturele context. Deze literatuur zal gebruikt worden om tot een empirische evaluatie te komen van de opvoedingsproblemen in Centraal- en West-Afrikaanse gezinnen na

gezinshereniging en de zoektocht naar het herstel van de geschonden relaties. ‘Opvoeding in de migratiecontext, review van onderzoek naar de opvoeding in gezinnen van nieuwe Nederlanders’

van Trees Pels en collega's (Trees e.a., 2009), Cultuur en Opvoeding van Lotty Eldering (Eldering 2011), Arnold Burms ‘Moreel toeval en symbolisch herstel’ (Claes 2012-2013), ‘Ouders in Soorten’

van Hans van Crombrugge (Van Crombrugge 2009) en het handboek van Vandemeulebroeke, et al (Vandemeulebroeke e.a., 1999) bieden een aanvulling van deze tekorten. Deze bronnen ga ik grondig gebruiken om het onderzoeksthema en de casussen in de diepte te bekijken en te analyseren.

(25)

2.2. Bedenkingen in het licht van de casussen:

een analyse aan de hand van de drie invalshoeken

De drie hoofdthema’s:

 Bij de psychologische invalshoek ga ik uit van de humanistische en behavioristische benadering. Hier worden elementen zoals de verwachtingen en de verlangens van de betrokken partijen in de casussen bekeken met dankbaarheid, de adolescentiefase en de gedragsproblemen die voorkomen uit de casussen als sub thema’s.

 Onder de pedagogische invalshoek ga ik me verdiepen in de opvoedingsgeschiedenis en de opvoedingsstijl van de ouders en de relationele aspecten vooral de stiefmoeder- stiefkind relatie, loyaliteit en de pedagogische benadering van gedragsproblemen.

 De culturele invalshoek zal focussen op de culturele verschillen die ontstaan vanuit de omgevingsfactoren en de culturele aspecten van het dagelijkse leven van migranten gezinnen of multiculturele gezinnen, de rol van religie en de morele aspecten in de opvoeding van allochtone kinderen.

2.2.1. De psychologische invalshoek

Voor een dieper inzicht en begrip van de verwachtingen en verlangens van de betrokken partijen, het gedrag van de jongeren, de beslissingen en het denkbeeld van de ouders en andere psychologische elementen vanuit de casussen zullen we een combinatie van de humanistische en de behavioristische visies gebruiken.

2.2.1.1. De humanistische en de behavioristische benaderingen

De subjectiviteit van de persoon staat centraal bij de humanistische psychologie. Gedrag wordt gevormd door de ervaringen, de belevingen en de gedachten van de mens. De mens is bewust van en kan over zijn gedrag en gedachten nadenken en deze zelf beïnvloeden en controleren.

Er is dus een persoonlijke inbreng op gedrag. Alles komt van binnenuit en niet van buiten uit (Rigter, 2010: 139).

De behavioristische opvatting geeft toe dat het gedrag volledig bepaald wordt door de omgeving. Dit levert een begrip voor de invloed van de context en hoe de behandeling en beslissingen van de ouders het gedrag van de kinderen kan beïnvloeden en vice versa (De Man et al., 2011: 143).

(26)

Ik vertrek hier vanuit het standpunt dat hoewel de omgevingsfactoren de ouders en de kinderen beïnvloeden, de mensen wel een kans hebben om deze invloed te matigen door het vermogen om bewuste keuzes te maken om de invloed te verminderen/controleren.

2.2.1.1. Verwachtingen en verlangens

In de meeste gevallen zorgen de verwachtingen voor meer opvoedingsproblemen en

teleurstelling bij zowel de ouders als de kinderen. Soms zijn de verwachtingen niet realistisch en in vergelijking met de context en opvoedingsgeschiedenis van de partijen. De achtergrond van de geschonden relaties vindt meer plaats in de onrealistische verwachtingen die botsen tegen elkaar.

In de casussen zien we dat de vader van Zavier (gezin A) denkt dat hij een slecht kind is omdat hij niet luistert naar zijn stiefmoeder. Hij verwacht een respectvol kind dat hem trots zal maken in de ogen van iedereen. De moeilijkheden van Zavier, zijn noden als kind die in moeilijke omstandigheden is opgegroeid en blijft opgroeien heeft hij nooit gezien. Zavier moet dankbaar zijn voor hem en zijn vrouw, ze hebben hem van de armoede in Afrika gered.

Zavier verlangt naar houvast en liefde. Hij droomde en verwachtte dat hij eindelijk in een normale gezinsrelatie zijn leven zal doorbrengen met zijn vader. Tot nu toe wacht hij op de dag waarop zijn vader hem zal zien voetballen en hem zal steunen in zijn passie. Hij mist zijn moeder en verlangt naar haar. Tijdens gesprekken heeft hij verschillende keren gezegd ‘...als jullie me willen helpen, dan moeten jullie mij in contact brengen met mijn mama’. Deze

verwachtingen botsen met mekaar en zorgen voor conflicten en van daaruit opvoedingsproblemen en geschonden relaties.

Met de conflicten komt de teleurstelling. De vader is teleurgesteld in Zavier en vice versa. De vader van Happy (gezin C) was teleurgesteld in Happy en vice versa. Linda (gezin B) kan niet begrijpen waarom haar vader de slechte behandeling van stiefmoeder naar haar kleine zus niet kan stoppen. Ze is teleurgesteld en verwacht dat haar vader iets doet. De vader was ook teleurgesteld in Linda maar nu is hij blij met zijn dochter.

Als Afrikaanse vader en man zegt hij dat niet tegen zijn dochter, anders gaat Linda arrogant worden en vergeten dat ze harder moet werken. De vader, op een typische Afrikaanse manier, doet wat verwacht wordt van een man, namelijk geen emoties tonen en hard blijven. De ouders moeten ook niet veel complimenten geven. Volgens de vader van Linda (en de andere

Afrikaanse ouders) krijgen de kinderen daardoor een hoge dunk van zichzelf en gaan niet harder werken.

(27)

Hij vergeet dat hij zijn kinderen in een westerse maatschappij opvoedt, en dat beloning een belangrijke troef kan zijn. Dat wordt noodzakelijk als er plots positieve veranderingen te zien zijn bij zijn dochter. Linda heeft zijn aanmoediging nodig en verlangt daarnaar.

Volgens Verhofstadt (1998) spelen de verwachtingspatronen en de opvoedingsprocessen een belangrijke rol bij kinderen die in crisissituaties zitten. Het ervaren van crisissen is niet

noodzakelijk negatief. Een meer hoopvol vooruitzicht kan een vruchtbare pedagogische atmosfeer ten goede komen (Verhofstadt, 1998: 22).

De verwachtingen van jongeren en ouders, ook vanuit de Afrikaanse maatschappij, botsen vooral inzake ontwikkelingstaken en de ontwikkelingsfase. Dit blijkt duidelijk in de

opvattingen, verwachtingen en de omgang van de ouders tijdens de adolescentiefase.

2.2.1.2. De adolescentiefase, een uitdaging voor herenigde gezinnen

De plotse fysiek-seksuele veranderingen, de ouder-kind-conflicten (de generatie conflicten) en de identiteitscrisis zijn de centrale kenmerken van die leeftijd (Verhofstadt, 1998: 37).

Zowel het individu als de sociale omgeving spelen een actieve rol in de ontwikkelingsfasen en deze rollen gaan gepaard met de ontwikkelingstaken en de verwachtingen van zowel het individu als de sociale omgeving over bepaalde gedragsveranderingen, bedenkingen en omgang (De Man et al., 2011:143).

De meeste herenigde kinderen komen naar België tussen de leeftijd van 9 tot 18 jaar. De integratie en de adolescentiefase lopen samen. Culturele verschillen en opvattingen maken het moeilijker. De communicatieproblemen en de uitdagingen inzake de opbouw van een nieuwe relatie en hechtingsband in deze context maken het meer gecompliceerd.

 De jongeren

Zavier moet niet alleen de identiteitscrisissen van deze fase verwerken, hij moet ook zichzelf vinden ten opzichte van de ouderlijke relatie. Vader is er nooit voor hem, hij verlangt naar contact en een mogelijke relatie met zijn moeder. Hij heeft houvast nodig. Dit heeft een grote invloed op zijn zelfbeschouwing en zelfbeeld ‘wie ben ik?’, het sociaal-zelf ‘kennen mijn ouders en de anderen mij?’, en de eventuele zelfevaluatie en ideaal-zelf.

Zelfevaluatie, volgens Verhofstadt-Denèvre, omvat zowel het persoonlijke zelfbeeld en het beeld van de belangrijke anderen van waaruit een toekomstbeeld wordt gebouwd. De vader van Zavier begrijpt deze belangrijke aspecten van het leven van zijn zoon niet. Verhofstadt- Denèvre verwijst naar Eriksons opvattingen van het identificatieproces en vermeldt dat; ‘Het is duidelijk dat geheel dit identiteitsproces noodzakelijkerwijze in relatie staat tot de herziening van de autoritaire oudermoraal en de opbouw van een waardeschaal die eveneens moet rekening

(28)

houden met de persoonlijke noden en met de omringende sociale werkelijkheid.’ (Verhofstadt, 1998:39).

De autoritaire aanpak van de ouders roept allerlei gedragsproblemen op bij de jongeren zoals uit de casussen blijkt. De vader van Zavier heeft geen oog voor de persoonlijke noden van de jongen.

 De ouders

Anderzijds is het voor de ouders zeer moeilijk om de jongeren te leren kennen en een nieuwe hechtingsband op te bouwen. Tegelijkertijd moeten ze de jongeren die allerlei onverwachte gedragingen vertonen opvoeden. Kinderen die werden opgevoed in een andere omgeving met een andere opvoedingsstijl, waarden en normen. Die botsen met de eigen opvattingen en opvoedingsstijl van de migrantenouders. In de meeste gevallen werden de kinderen opgevoed door de grootouders die minder grenzen stelden.

De adolescentiefase maakt het moeilijker met jongeren die denken dat ze alles weten en ouders die worden beschouwd als storend en ouderwets. Jongeren die denken dat ze te oud zijn voor de straffen en grenzen van de ouders. Jongeren die op straat of buiten blijven hangen met vrienden en om 2 uur ‘s nachts thuis komen. Ze respecteren geen regels.

De aanpak van een autoritaire Afrikaanse opvoeder zal zeker botsen met het denkbeeld van de jongeren die denken dat ze hun eigen baas zijn geworden. Linda was meestal buiten met haar vrienden en kwam meestal te laat naar huis. Zavier zegt dat hij met andere kinderen buiten kon spelen tot 21u ’s avonds en dat dit normaal was voor de grootouders en de gemeenschap. Hoe leer je een kind of jongere die pubert inzien dat het niet normaal is om buiten te spelen tot ’s avonds laat? Of dat het niet normaal is in zijn nieuwe gemeenschap?

 Omgaan met seksuele opvoeding

Seksuele opvoeding is blijkbaar een uitdaging en zeer moeilijk voor de ouders die zelf geen seksuele opvoeding hebben gekregen. De eigen cultuur van de ouders maakt het moeilijker voor de ouders om een haalbare en passende aanpak rond seksuele opvoeding te scheppen.

In de westerse wereld mogen de liefjes van jongeren in de meeste gezinnen op bezoek komen.

Op deze manier kunnen de ouders de relatie in het oog houden en passend advies geven. In de meeste Afrikaanse gezinnen en gemeenschappen mag dat niet. Het wordt gezien als een tekort aan respect voor de ouders. De geliefde thuis toelaten wordt in het idee van de ouders geïnterpreteerd als een erkenning van de relatie en toestemming voor de relatie. De jongere ziet helemaal iets anders bij Belgische klasgenoten.

Seksuele vorming is tot nu toe in de meeste gezinnen een taboe of de ouders kunnen dat gewoon niet. Jongeren vinden informatie bij de vrienden, via internet en andere bronnen. De

(29)

liefdes of seksuele relaties gebeuren buitenshuis verborgen voor de ouders, met alle risico's en gevolgen van dien.

In Brussel, Antwerpen en ook in Gent komen veel tienerzwangerschap voor bij herenigde of hier geboren meisjes. Anticonceptie voor jongeren is een taboe, de meeste Afrikaanse ouders beschouwen het als toestemming, aanmoediging en erkenning van seks voor kinderen. Je dochter adviseren om naar de gynaecoloog te gaan voor anticonceptie of jongens aanraden om condooms te gebruiken wordt beschouwd als slechte raad, alleen slechte ouders doen dit.

Anticonceptie is voor volwassenen en niet voor kinderen/jongeren.

2.2.1.3. Gedragsproblemen, vertrekken vanuit een positief-constructieve visie

De herenigde kinderen in de casussen stellen gedragsproblemen. Zavier stelt agressief gedrag;

Linda is grenzeloos, komt bewust en gepland te laat thuis en steelt; haar kleine zus is op school agressief tegen medeleerlingen en leerkrachten; Peace, de dochter van de stiefmoeder van Happy liegt uit jaloezie.

Volgens Eldering zijn dit geen onderliggende psychische problemen maar manifeste probleemgedragingen (Eldering, 2011: 321). Er is een groot verschil tussen een zeldzaam voorval, een probleem en een stoornis (Baert et al., 2009: 13).

Dr. Dieter Baeyens in zijn voorwoord in het boek ‘Waar is de grens Omgaan met

gedragsproblemen bij kinderen’ (Baert et al., 2009: 15), verwijst naar het onderzoek van Moffi en collega's (1996) en geeft een mooie beschrijving van gedragsproblemen: "Onderzoek van Moffi en collega's (1996) toont aan dat slechts zes procent van de adolescenten op geen enkel moment antisociaal gedrag stelt en dat net deze kleine groep extreem conventioneel, angstig en sociaal incompetent is. Dit verrassende cijfer geeft aan dat grenzen overtreden tot op zekere hoogte deel uitmaakt van een normale ontwikkeling. Blijkbaar leren veel jongeren pas echt grenzen kennen door er eerst eens over te gaan en behoort regelovertreding tot de normale

identiteitsontwikkeling." (Baert et al., 2009: 15).

 Vertrekken vanuit een positief-constructieve visie

Hier gaan we de gedragsproblemen vanuit een positief-constructieve bril bekijken met de nadruk op het feit dat hoewel deze gedragingen hun piek tijdens de adolescentie bereiken, ze niet noodzakelijk problematisch hoeven te worden. Ze vormen wel een overlast voor het gezin en de maatschappij. Jongeren moeten de kans krijgen te leren verantwoordelijkheid voor hun daden op te nemen en de juiste weg te vinden. Dit door begeleiding en de herstelprocedure.

Dat zal bekeken worden in deel 3.

(30)

De rol van de opvoedingsgeschiedenis, de context waarin de kinderen opgroeien of zijn opgegroeid, de opvoedingsstijl en andere sociale en culturele aspecten in het ontstaan, de prikkels en de bevordering van deze gedragen zijn niet te onderschatten en vormen dus een belangrijk stuk van de analyse in deze studie. Karl Baert en collega's (2009) noemen het de 'voorgeschiedenis van de omgeving'. De omgeving waarin het kind opgroeit en zich ontwikkelt beïnvloedt zijn gedrag.

Zavier heeft twee keer een psychiatrisch onderzoek ondergaan en de resultaten tonen aan dat er geen gedragsproblematiek is. Hij is normaal gezien een kalme jongen die weinig zegt. Hij heeft geleerd om conflicten te regelen door te vechten. Hij moet leren zijn mening op een rustige manier te uiten.

Na begeleiding en sessies inzake stelen, is Linda een kalm, verantwoordelijk meisje geworden.

Ze denkt er niet meer aan om buiten rond te hangen met vrienden of te laat weg te blijven.

Nadat Happy uit huis was, is Peace gestopt met liegen. Het hoeft niet meer, ze heeft nu weer de aandacht van haar moeder.

 Leren omgaan met agressie;

aanpak van de ouders en de kinderen en de gevolgen daarvan

Volgens Timmers-Huigens (2004) is leren omgaan met onze eigen agressie of die van medemensen een belangrijke opgave. Agressie ontstaat uit bepaalde specifieke opvoedingssituaties; voorbeelden van verschillende vormen van geweld en agressie,

voorbeelden van ouders die agressie oproept, agressiviteit door omstandigheden en agressie tussen broers en zussen. Agressie is ook gemakkelijk te imiteren (Timmers-Huigens, 2004:316).

Agressie op school, pesten, geweld zit in de maatschappij of de cultuur van de mens.

Zavier vertelt dat hij zijn agressief gedrag van vader en zijn oom in Congo geleerd heeft. Zijn oom vocht altijd met zijn vrienden of buren. De politie werd nooit gebeld en kwam nooit.

Daarom begrijpt hij niet waarom de politie altijd moet langskomen als hij hier op straat vecht met andere jongens. Zavier moet leren om de schuld en verantwoordelijkheid van zijn gedrag te dragen en zich op een betere manier te uiten. Hij loopt al grote risico's om uit de voorziening weggestuurd te worden.

Timmers-Huigens verduidelijkt verder dat bepaalde gedragingen van ouders zoals schelden, slaan, dubbele informatie, te snel nee zeggen onder andere agressie bij de kinderen kan oproepen. Zo zijn er ook omstandigheden die agressiviteit in de hand werken zoals gebrek aan ruimte, zien en beleven van geweld, stemming en fysieke gesteldheid van jongeren, stemming en fysieke gesteldheid van opvoeders (Timmers-Huigens, 2004 326).

(31)

Jongeren die antisociaal en delinquent gedrag stellen, stellen ook wel probleemgedrag op school en hebben slechte prestaties. Voortijdige schooluitval is meestal het gevolg. Zonder diploma's lopen de jongeren risico's op marginalisering. Zonder verbinding met gezin,

onderwijs, arbeidsmarkt en andere belangrijke instituties van de samenleving, belanden deze jongeren meestal in de criminaliteit (Eldering, 2011:322).

2.2.1.4 Dankbaarheid

Het blijkt duidelijk uit de verhalen en klachten van de ouders dat ze de wijze waarop de

kinderen zich gedragen ervaren als een teken van ondankbaarheid. Volgens de ouders hebben ze de kinderen gered van de armoede in Afrika en hen naar een land van melk en honing gebracht. Ze begrijpen niet waarom de kinderen niet gewoon dankbaar kunnen zijn.

Dankbaarheid wordt hier vertaald naar de verwachtingen van de ouders. Om te tonen dat ze dankbaar zijn, moeten de kinderen respect tonen voor de ouders. Zij moeten de ouders helpen met de zorg en opvang van de kleinere zussen en broers, huishoudelijke taken doen, goed presteren op school, een job zoeken en de ouders financieel ondersteunen met geld uit hun vakantiejobs, de ouders niet in schande brengen. Kortom, een goed kind zijn.

Respect voor de ouders is hier: de bevelen, instructies van de ouders volgen zonder te klagen, alles wat verwacht wordt te doen ondanks de omstandigheden. Jij hebt geen recht om te klagen. Alles moet gedaan worden zoals verwacht. Anders worden de kinderen beschouwd als ondankbare en respectloze kinderen. Respect is hier: zwijgen en de regels volgen. Tegenspraak of klagen wordt gezien als een tekort aan respect, een grote misdaad die heel hard gestraft moet worden.

Om dankbaarheid te tonen moeten de kinderen in sommige gevallen alles wat de ouders gespendeerd hebben voor de aankomst van het kind in België terugbetalen. Hier wordt het betaald in geld of je moet een ander gezinslid van Afrika naar België brengen.

De vader van Zavier is teleurgesteld en boos om zijn ondankbare zoon, hij wil niets te maken hebben met iemand die zijn gezin kapot maakt. Daarom zegt vader tegende begeleiders dat Zavier terug moet naar Kameroen. De stiefmoeder beweert dat Zavier een slecht, ondankbaar kind is. Haar andere kinderen zijn goede, lieve kinderen die niet voor problemen zorgen en goed presteren op school in vergelijking met Zavier die een mislukkeling is. Volgens haar moet Zavier terug naar Afrika gestuurd worden, niet alleen als een straf maar omdat hij hier niet hoort noch bij haar gezin, noch in België.

Dankbaar zijn aan de hereniger is een element waar de begeleiding moet bij stilstaan. De

(32)

gezin niet te verstoren. Ze moet gewoon dankbaar zijn dat de stiefmoeder haar kinderen naar België gebracht heeft en zwijgen.

2.2.2 De pedagogische invalshoek

De elementen die relevant zijn voor elke analyse van opvoeding bevatten de normen en waarden, de opvoedingsdoelen, de culturele denkbeelden van de opvoeders en hoe ze de opvoeding beleven. Controle is de wijze waarop opvoeders het gedrag van kinderen reguleren (Pels et al., 2009: 16). Controle wordt onderscheiden in twee groepen; de autoritaire controle gerealiseerd door machtsmiddelen zoals waarschuwen, dreigen, of straffen. Aan de andere kant is er de autoritaire controle door uitleg, redeneren en het maken van afspraken. De autoritaire controle kan het best de opvoedingsstijl van de meeste migrantenouders beschrijven (Pels et al., 2009: 20).

Dit wordt gemengd met slaan. In de casussen worden de herenigde kinderen opgevoed met een sterk autoritaire opvoedingsstijl, met slaan als een normale manier om de kinderen te corrigeren, te controleren en gedrag aan te leren. De hier geboren kinderen in hetzelfde gezin worden opgevoed met een autoritaire stijl.

Een mengeling van de autocratische opvoedingsstijl als beschreven door Baumrind (Cit. In Van Crombrugge, 2009), en de autoritaire opvoedingsstijlen bevinden zich in de meeste herenigde gezinnen.

2.2.2.1 De opvoedingsgeschiedenis, de opvoedingswaarden en de opvoedingstaak De pedagogische context waarin alochtone kinderen zich ontwikkelen en opgroeien is van belang want opvoeding speelt zich niet af in een vacuüm (Pels e.a., 2009). Het is een samenhang van culturele en ecologische factoren.

Pels et al, verwijzen naar de rol van de opvoedingsgeschiedenis in de migrantencontext en vermeldt dat ‘Opvoedingspatronen hebben een historische en collectieve dimensie, omdat

individuele levensgeschiedenissen geproduceerd worden in culturele arena's van veel langere adem (Holland en Lave, 2000) maar vindt ook plaats in antwoord op nieuwe omstandigheden.’ (Pels et al., 2009: 23).

In de casussen is het de herhaling van de autoritair beleefde opvoedingsstijl van de ouders en ook bij de stiefmoeder van Zavier die een autoritaire opvoeding heeft gehad.

 De opvoedingswaarden van de ouders

Vanuit de opvoedingsgeschiedenis kunnen de verschillende standpunten van de betrokken

(33)

opvoedingssituatie beleven. Belsky legt de nadruk op de rol van de opvoedingsgeschiedenis van de opvoeders en hoe ze de opvoedingstaak vervullen en hoe deze het kind beïnvloedt en vormt.

Tijdens gesprekken met de ouders heb ik veel geleerd over hun opvoedingsgeschiedenis. De migrantenouders in de casussen zijn opgegroeid en opgevoed in een omgeving waarin het gezin van collectief belang is. De patronen zijn dezelfde, de verhouding tussen man en vrouw, oud en jong is hiërarchisch bepaald. De autoriteit van de ouders, vooral de vaders binnen de relatie met de kinderen binnen of buiten het gezin, kan formeel zijn. Respect en

gehoorzaamheid zijn van groot belang. Eerbied voor ouderen hoort sterk bij goede manieren (Pels et al., 2009: 29).

Zich conform aan de collectieve waarden gedragen blijft sterk aanwezig bij de

migrantenouders. Ze voeden hun kinderen op met het oog op en conform dezelfde patronen en waarden, ook wanneer er gemakkelijk mee te breken is of niet binnen de context en dagelijkse leven valt van de kinderen hier in België. Deze culturele continuïteit wordt

geneutraliseerd en wordt minder sterk met de groeiende individualisering van de ouders en van de komende generaties. Pels en collega's (Pels et al., 2009: 30) verdedigen dat het absolute en onvoorwaardelijke respect voor de ouders minder is bij de jongeren die hier geboren zijn of die pas gemigreerd zijn en die nu gezinnen vormen.

De opvoedingspraktijken en opvoedingswaarden horen bij deze conformiteit. De regulerende rol van personen in de collectieve samenleving waarin de ouders zijn opgegroeid is minder sterk in de westerse omgeving. Sociale controle door toezicht, roddel en controle door overreding zijn aanwezig in migrantengemeenschappen. Deze heeft een invloed gehad op de stiefmoeder van Happy die haar heeft gepusht om herstel in haar gezin te zoeken.

2.2.2.2. Opvoedingsstijl, ouderlijk gezag en de ouderlijke verantwoordelijkheid In de meeste herenigde gezinnen horen twee verschillende opvoedingsstijlen thuis. De meeste kinderen uit Afrika worden opgevoed in een autoritaire opvoedingsstijl. Kinderen van het gezin die hier geboren zijn worden opgevoed door een semi-autoritaire opvoedingsstijl.

De opvoedingsgeschiedenis van de ouders speelt een belangrijke rol. Ze zijn opgevoed in dezelfde stijl en kennen niets anders. In de Afrikaanse gezinnen is er sprake van disciplineren.

Timmers-Huigens (2004) beschrijft disciplineren als onder tucht stellen en ongehoorzaamheid uitbannen.

Disciplineren komt over de jaren heen in allerlei vormen voor. Deze maatregelen omvatten onder andere ‘… van lijfstraffen tot het uitoefenen van geestelijke druk; van omkopen en paaien

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

OVJNK'80EW , VROUWENLEVEN.. Er had een belangrijke gebeurtenis plaats gegrepen ac hter de vier mmen: er wa een kindje geboren; een aardig, mollig meisje had er zoo even

Ze gingen de woning in door de open voorgalerij naar het woonvertrek, waar zij zich bij de andere huisgenooten, moeder, schoondochter, kinderen en kleinkinderen op

iets weigeren en daarom werd er helaas wel eens misbruik van zijne welwillendheid gemaakt. Hoewel hij als troepenofficier zeer bruikbaar was, vooral daar allen

De sultan zwijgt een oogenblik. Hij weet dat Europeesche geneesmiddelen niet helpen tegen het vergift dat hij Sariti deed toedienen. Het meisje moet dus

Want ontoegankelijk zijn de moerassen Waar geen den doodelijken misstap waagt, Natuur in haren sluimer te verrassen En enkel een verlaten vogel klaagt .••... Maar

Doch als de trein eindelijk die hooggeroemde groene weiden achter zich laat, wanneer het coup I raam langs zandheuvels en bosschen vliegt, bekruipt de angst

De hooghartige moeder zag wel, dat het jonge echtpaar zeer gelukkig was, maar zij kon toch haar woede niet verkroppen , dat de heer en mevrouw V an Waarde

't Was veilig! Nog nooit was er een ongeluk mee gebeurd en al zou 't kunnen gebeuren, John wist dat zijn Moeder ver- trouwen had in 't werk van haar man en dat stelde hem gerust.