• No results found

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie. "

Copied!
59
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

Thisfilm is supplied by the KlTLVonly on condition that neither it nor part of it is further reproduced without first obtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. lf the material ftlmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also be required for such reproduction.

Application for permission to reproduce should be made in writing, giving details of the proposed reproduction.

SIGNATUUR

MICROVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA0724

(2)

/1.-

_ 00_ 1

I

(ONTSPANNINGS LECTUUR VOOR INLANDERS)

0 L V I

530

~ .. _LIOTHEEK VAN ROMANS

IN HET HOLLANDSCH EN IN DE VOORN~AMSTE INLANDSCHE TALEN

onder redactie Vlln

B. J. Visscher. R. Sasrasoegonda en M. Abdullah

i9

er .

,,~ ... - nderwjJ~ft

SRISOEMI

Uitgaveendruk van G. KOLF'I~ & Co .. Batavia - Weltevr(!den

(3)

IIIII II1II IIIII 1III

1~\ï\I~

0101 3364

\I\ïl~ ïll~il\\1

IIII IIII IIII1I IIII1

. ,

lVI Ontspannings-LBctuur Voor Inlanders OLVI

..

UBLIOTHEEK VAN ROMANS

het Hollandsch en in de voornaamste Inlandsche talen

onder redactie van

J. VISSCHER. R. SASRASOEGONDA EN M. ABDULLAH

SRISOEMI

BEWERKT NAAR EEN HANDSCHRIFT VAN

:--:

SEMBOD]A

:-:

IET 5 PLAATJES VAN W. VAN DER DOES

TGAVE EN DRUK VAN G. ~F. _ Co. - BATAVIA

,." ,\\\{l JK I NS1/

1. ...

( ~f:j "11)'

' ; VOOR ll.I

~.. ~J ,_, '" ~~

, • ttlt/)-enVOl\l.t.~~

. '.

#

(4)

'f ,r i-~ Cl"

HOOfDSTUK 1.

Eenig

e jaren geleden lag er ergens op Mid- den-lava een suikeronderneming, Soekalegi

geheeten. Ongeveer in het midden van de met suikerriet beplante velden stond de groo te

fabriek , en in de nabijheid daarvan de ruime woning van

den administrateur.

De honderden inlandsche opgezetenen war .n zeer tevreden op Soekalegi, want de loonen waren hoog, het werk was niet te zwaar, en - wat het voornaamste was-de administrateursfamilie was

zeer humaan en strikt rechtvaardig.

Onder de bedienden van het "groo te

huis", waarin de "toean besaf" woonde , bevond zich

een flinke en knappe javaansche vrouw , die reeds jaren de "njonja besar" diende.

Srisoemi was haar naam· Zij was op Soekalegi

g~boren en grootgebracht , en kende alle opge~

zetenen. Zil had vroeger altijd gehoopt te trouwen

met een javaan van hooge geboorte , want zil

was een m ooie vrouw. Dit was haar echter niet

(5)

2 -

gelukt, en daarom vestigde ZIJ 10 de toekomst haar hoop op haar dochtertje Delima, die evenals

zij kon bogen op groote schoonheid.

Dikwijls sprak de eerzuchtige vrouw tot haar kind: "Jij bent blanker en knapper dan ik vroeger was, en jij zult alle erven wat je moeder voor je heeft opgespaard; jij moet later de vrouw van een priaji worden, dat i veel beter dan bediende."

Ook de administrateur familie had een dochter, Anita geheeten. Zij was iets ouder dan Delima, maar tot deze veld zij zich zeer aangetrokken.

Bijna da elijk kon men de beid meisjes op het erf zien p len en nooit ont tond er tusschen haar twi t. Deze vri nd happelijke verhoudmg kwam vooral do r de groote 0\ reen kom t in kar akter: zoowel Anita als Delima waren zeer zacht van aard, hielden beiden veel van dieren en bloemen, waren telSenover anderen altijd vriendelijk, . . kortom, hoewel zeer ver- schillend van uiterlijk, waren ze elkaars evenbeeld wat het innerlijke betreft.

l

1

- 3 -

Srisoemi zag met welgevallen, dat haar dochter met het Europeesche meisje opgroeide en dagelijks met haar omging. Zij dacht: "Delima zal op die wijze een beetje Hollandsch leeren spreken, en zij zal zich beschaafde manieren eigen maken;

het zal mij dan later gemakkelijker vallen, haar uit te huwelijken aan een "Raden" of een "Raden Mas".

Wij zullen hieronder zien, dat Sri oemi's harte- wen ch niet werd vervuld.

Eenige jaren later gebeurden er groote dingen op Soekalegi: kort na elkaar kwamen de ad- ministrateur en zijn vrouw te overlijden.

Wie zou nu de nieuwe administrateur worden?

Wel, niemand anders dan een zekere heer van Waarde, met wien Anita gedurende eenige maan- den verloofd was, en met wien ze kort na den dood harer ouders in het huwelijk trad.

Anita bleef dus in hetzelfde huis wonen, nu niet meer als administrateursdochter maar als admlnistrdt ursvrouw. Zij was nu zelf "njonja besar" geworden, doch bleef even nederig en

(6)

4 -

eenvoudig als vroeger. Geen oogenblik dacht ze er aan om haar vroegere speelkameraad te ver- geten. Delima werd nu de vertrouwde dienst- bode, die toegang had tot alle vertrekken van het "groote huis", en die door haar meesteres meer als vriendin dan als ondergeschikte werd behandeld. Srisoemi mocht in een kamer van de bijgebouwen blijven wonen, maar behoefde bin-

nen niet meer te werken.

Ook de heer Van Waarde had spoedig op- gemerkt, dat Delima een beschaafde jonge vrouw was, die in alle opzichten vertrouwen verdiende, en altijd I~et zachtheid kon worden toegesproken. Geen wond~r, dat het DeUma niet ontbrak aan aanbidders, doch geen der inlandsche opge- zetenen had den moed haar ten huwelijk te vragen.

Dit kwam deels door den vertrouwelijken om- gang van Delima met de "njonja besar" , deels door de bemoeienis van Srisoemi.

De trotsche moeder liet namelijk duidelijk aan andere Javanen op Soekalegi merken, dat geen van hen in aanmerking kwam om haar schoon- zoon te worden.

- 5 -

.. Mijn dochter", sprak ze altijd, "is geen vrouw voor een tuinjongen, een koet ier of een water- drager; zij moet ambtenaarsvrouw worden".

De administrateursfamilie dacht er echter anders over.

Zoow I Mijnheer al Mevrouw Van Waarde v nden Delima te braaf, m overgeleverd te wor- den aan een Javaan van hooge geboorte, die haar mis chien na eenige jaren we r als vrouw zou v r tootell. Zij vonden het beter, dat Delima de echt en ote werd van een oppassenden Javaan, die haar trouw zou blijven, en die voldoende ver- diende om later zijn kinderen netje grootte brengen.

Toen zij dan ook een vernamen, dat een der jong mandoers, Pont jo naar Delima's hand dong, en ook Delima wel van hem hield, wisten zij het huwelijk te bewerk telligen, tot groote teleur telling ~an Sri oemi.

De hooghartige moeder zag wel, dat het jonge echtpaar zeer gelukkig was, maar zij kon toch haar woede niet verkroppen, dat de heer en mevrouw Van Waarde haar plannen hadden gedwarsboomd.

(7)

Daar kwam nog bij dat veel inlanders uit haar omgeving haar uitlachten, en zij verborg zich dikwijls van schaamte voor de trotschheid, die ze vroeger altijd had getoond.

In de eerste dagen wilde zij van Delima en haar man niets weten; daar zij geen werk meer te doen had, bleef ze dagen lang alleen in haar kamer, nadenkende over alles wat er gebeurd was.

Door die eenzaamheid en ledigheid maakten zich booze gedachten van haar meester. Haar woede tot de familie Van Waarde groeide steeds aan, en het duivelsch plan kwam bij haar op zich op die Europeanen te wreken.

HO FDSTUK 11.

De mandoer Pont jo en zijn vrouw Delima bewoonden een huisje vlak achter de admini- strateurswoning gelegen, en Anita kwam hun bijna dagelijks een bezoek brengen. Zij kon zich overtuigen, dat de beide jonge menschen roote genegenheid tot elkaar gevoelden, en in haar hart wa zij voldaan, dat zij en haar man tot die echtverbintenis hadden meegewerkt.

Wij weten al, dat Srisoemi in de eerste weken weg bleef, en daarmee te kennen wilde geven, dat hei huwelijk niet haar goedkeuring wegdroeg.

Deze minder hartel~ke houdinG verbeterde echter gaandeweg, en de boosaardige vrouw scheen langzamerhand te berusten in het noodlot.

Zoo nu en dan bracht zij haar dochter een bezoek, en deze bezoeken vermeerderden, nadat zij had vernomen, dat Delima moeder zou worden.

Haar hoop, dat de jonggeborene een meisje zou zijn, werd vervuld want ongeveer een jaar na het huwelijk werd er in de mandoerswoning

(8)

een dochtertje g boren, dat den naam van Kenanga ontving.

Srisoemi was dus voor de eer te maal groot- moeder geworden, en evenals alle grootmoeder gaf ze zich met haar geh ele hart aan de opvoeding van haar kleindocht r.

Een week na de bevalling van Delima werd

et ook in h t "gro te huis" een jonaetje ge- boren, dat d n v ornaam ntvin a van Jan

Deze gebeurteni verwekte groote blijd chap bij allen, die de famillie Vön Waarde kendell, want met eenia bez rgdheid had men de be- valling van de t ngere Àni[a t gemoet gezi n.

Er was dan ook al te voren afge proken, dat het kind ni t door zijn m eder zou worden gevoed maar door een ezonde min.

En daar de bevalling bijna samenviel met die van Delima, werd deze voor die gewichtige taak aangewezen.

Delima, de gezonde en sterke vrouw, vond het een hooge eer het zoontje van haar meesteres te mogen zoogen ; het sprak van

- 9 -

zelf, dat zij daarvoor even goed zou zorgen als voor haar eigen kind.

De administrateursfamilie wa Delima zeer dankbaal:, dat zij de taak van min op zich had g n men en dat zij Jantje evenveel liefde be-

w e al Kenanga.

o

beide kinderen groeid n al kool en De- lima' gezondheid leed er niet het min t ond r.

AI p cdig kwamcn er echter moeilijkh den.

Kenànga bleek een driftig meisje te zijn, dat niet k n zien, dat haar zoogbroertje evenzeer d or haar moeder werd bemind als zij. Telkcn al Jantje aan de bor t van haar m eder laa,begon zij te ,chreeuwen, n later zelfs begon zij Jantj te slaan. Di jaloerschheid bleef bestaan. toen de kinderen al rooter waren en al konden loopen.

peen rlag gebeurde het zelf , dat ze met een brand nd tukje hout op het zachtaardige kereltje toeliep, en een ongeluk zou hebben begaan, indien haar mo der niet tu schenbeide was gekomen.

o

ze vijandige h uding w kte bij de lieve Delima groote bezorgdheid, en P een keer prak

(9)

ze tot Anita: "Wees niet boos op mij, dat mijn kind zoo ondeugend i,! Maar wat kan ik er aan doen? Telken al Kenanga mij naar het groote hui ziet gaan gooit ze zich woedend op den grond, of smijt mij met steenen. Och, vergeef het mij! Ik houd van Uw kind evenveel als van het mijne, maar wat kan ik er aan doen?"

Anita hoorde de lieve vrouw aan met tranen in de oogen, doch zij begreep dat er maatregelen moesten worden genomen, om de beide kinderen van elkaar t verwijderen.

Ook begr ep ze wel, dat de grootmoeder schuld had aan alles.

Srisoemi, die zeer goed op de h ogte was van Kenanga's ondeu d, strafte het kind no it, maar vertroeteld het al een aap zijn jongen.

Op een avond zaten Anita en haar man in de achtergalerij van hun woning, en spraken er met elkaar over, wat er in het belang van hun zoontje gedaan moe!'t worden.

,,'t Is zeker", zoo sprak de heer Van Waarde,

"dat Srisoemi hier niet op het erf kan blijven.

o

.:::

u

N

<IJ

-

N

o bJ)

(10)

- 11 --

Zij stijft het ondeugende meisje in het kwade, en ongelukken zullen op die manier niet uitblijven."

"En waar moet Kenanga dan blijven?", vroeg zijn vrouw. "De grootmoeder zal geen afstand van haar willen doen, maar haar willen mee- nemen."

"Ik zal er een met Pont jo over spreken", hernam de administrateur. ,Hij is de vader van het kind, en moet daarin gekend worden".

Intusschen bleef de toestand zooals hij was.

Zoo wel Anita als Dclima sloegen met groote oplettendheid de kinderen gade, en zorgden er voor dat ze zoo min mogelijk in elkaars nabij- h id kwamen.

De zachtmoedige Delima had reeds een voor- gevoel gekregen, dat er spoedig een groote verandering zou plaa1s hebben betreffende haar moeder en haar dochter, want ze had reeds lang opgemerkt, dat Srisoemi de achting der admi- nistrateursfamilie had verloren.

Delima zelf ondervond van haar meesteres voortdurend groote hartelijkheid, vooral in den tijd, dat zij haar tweede kind verwachtte.

(11)

Zij was niet meer zoo sterk als vroeger, en ed in stilte.

Uit bezorgdheid voor Delima wilde Anita een Europeesche vroedvrouw laten komen, die bij de bevalling zou helpen, maar Sri 'oemi wilde daarvan niet w t n.

Do r allerlei midd len '" i t zij daan te krijgen, dat er e n inlandsche doekoen werd ontboden 0111 haar dochter behulpzaam te zijn.

Het kind kwam: en gezond doch teer jongetj . Het werd Oerip genoemd, ómdat men gedacht had, dat het niet levend ter wereld zou kom n.

Oelima, die reed vo r de bevallin ze r verzwakt was, bi ef ukk len, en z velde haar eind naderen.

peen oogenblik, dat ze met Anita alleen in de kamer was, prak ze Hui trend: "Be te njonja, chenk mijn moeder, al ze er m vraagt, haar lieveling Kenanga!"

"Dat zal ik doen, Delima", was het antwoord,

"maar de kleine Oerip blijft voorloopig bij mij;

ik zal op hem pas en al op mijn eigen kind".

,,0, dank u!" kon de zieke nog uitbrengen,

en nadat Pont jo Sri oemi en Kenanga wart n eroepen, gaf zij den

aee

t.

Als een gebroken man tond POl1tjo bij het lijk van zijn brave echtgenoote.

In zijn hart gaf hij Sri oemi de schuld van Delima's dood.

De oude vrouwen de kleine Kenanga knielden neer voor het dood bed, luid nikkende en met de handen voor de oogen.

Anita en haar man, die inmiddels wa bin- nengekomen, waren 0 k ten zeerste ond ... r den indruk van het dro vig terfgeval.

Den volgenden morgen had de begrafenis plaat Het werk op de fabriek werd op last van den administrateur eenige uren gestaakt, en onder groote deelneming werd het lijk met alle plechtigheid ter aarde be teld.

De suikeronderneming So kalegi had een van haar edelste vrollwen verloren.

(12)

HO FDSTUK 111.

Eenige dagen na Delima's dood kwam Pont jo den heer Van Waarde en zijn vrouw meedeelen, dat hij besloten wa Kenanga met haar groot- moeder mee te geven. Deze zou dan gaan verhuizen naar een lndo-Europeesche dame, die op een naburige koffieonderneming woonde, en een vrouw zocht, die haar moest helpen bij den verkoop van medicijnen, juweelen en arongs.

., Waar woont die dame?" vroeg de heer Van

Waarde, "ik ken hier geen k ffieland in de buurt. ,-

,Neen mijnheer", antwoordde Pont jo, "het land i ook al lang bankroet en be ta at niet meer, maar die dame i' daar blijven wonen."

"Weet je wat," vervolgde de administrateur,

"wij gaan morgen samen daarheen, en .als dat land te ver w g is, mag wel Srisoemi vertrekken maar Kenan a blijft hier."

Den volgenden morgen heel vroeg reed de heer Van Waarde naar het bewu te land, en

-- 15

na twee uren rijden riep Pont jo, die \lem ver- gezelde: "Kijk mijnheer, daar ginds in die des a ziet U een r od dak; dat i het huis van Mevrouw Pieters, waar veel mannen en vrouwen werken.

Dit i de dame, die Srisoemi bedoelt".

Inderdaad lag daar, verscholen in 't b<Jl11- boegroen, een klein dorpje, omringd do r awah's en klappertuinen.

Bij den ingan prongen plotseling tw e Java- nen op den rijweg. repen het paard bij den teugel, en leidden het langzaam voort ov r het grove grint, waarmee de weg opzettelijk was be tr oid.

Later be are p d h er a!1 Waarde, dat Mevrouw Pieter dez rder had ge ven. 111

niet plot eling door bez ekers te worden 0\ er- vallen. D bendy kwam I cht langzaam voor- uit; eer t na tien minutel1 tond het ·til vo r het huis van de lndo-Europc che bewoon. tcr.

Zoodra de heer an Waarde uit de bendy wa gesprongen, kwam de vrouw de huizes uit de

binneng~lerij aansloffen. Het leek een goedige dikkerd van ongeveer 40 jaar, maar met een

(13)

paar kleine limme oogen in haar hoofd.

"Goeden morgen, Mevrouw! Ik ben Van Waarde, admini trateur van de suikerfabriek Soekalegi", groette de aangekomene.

,,0

ja, ik weet het al," was het antwoord,

"ik ken Mevrouw Van Waarde al lang; zij is de dochter van de overleden Mevrouw van Es en."

En met haar irihmond grijnsde zij zoo tegen den bezoeker dat deze moeite had zijn afschuw te overwinnen.

"lk kom hier, 'I sprak hij beleefd, .,om te ill- formeeren of U meisjes van buiten aanneemt al leerlingen in Uw batikwerkplaats. .:n als het niet te brutaal is, zou ik gaarne die inrichting eens willen zien."

De huisvrouw werd blijkbaar wat onru tig. Haar kleine, gitzwarte oogjes dwaalden door de galerij, alsof ze iets zochten. Heel ru tig ant- woordde de diklippige mond echter, dat zij alleen sarongs en kain in de dessa liet maken, en dat er dus geen werkplaats in het huis bestond.

"Dat Waarde, kinderen

pijt me wel", vervolgde de heer Van

"ik had gehoord, dat U vrouwen err onder Uw toezicht liet werken. Wij hebben thuis een oude bediende, die graag met haar kleinkind hier in dienst zou willen komen."

M vrouw Pieters chrikt een weinig, maar schijnbaar rustig sprak ze: "Wat zal ik U zeg-

n! U bedoelt zeker de oude Sri oemi? Or dat kan wel. Zij mag wel hier komen met haar kleinkind."

,Jawel" was het antwoord, ~maar U moet wel bedenken, dat Kenanga - z heet het meisje - de dochtcr is van mijn mand er Pont jo, en dat mijn vrouwen ik voor haar verantwoordelijk zijn. Ik moet duo w ten wat Kcnanga hi r leeren zal, en in welk omgeving zij hier zal wezen. Als mij alles bevalt, kunt U haar onder Uw toezicht nemen, en zal ik Uw zorgen ruim- schoot vergoeden."

Denkende aan het geldelijk voordeel, dat zij zou behalen, gaf Mevrouw Pieters haar toe- stemming om de werkplaat en te zien.

2

(14)

- 18-

Zij geleidde den administrateur, gevolgd door Pont jo, naar een groote pendopo, waar een vijftigtal ]avaansche vrouwen en meisjes zaten te batikken.

Op zijn vraag, waarom zij eerst had gejokt, antwoordde Mevrouw Pieters: "Natuurlijk ben ik bang andere men chen mijn batikkerij te laten zien. Zij zullen mij dan nadoen, en dan verkoop ik niets meer."

Opeen zag de heer van Waarde haar driftig een zijvertrek invliegen, om de daar zittende vrouwen met scheldwoorden weg te jagen, doch hij was haar op den voet gevolgd.

,,0 zoo," prak hij, "zitten die menschen hier medicijnen te maken? Verkoopt U veel van dat goedje?"

De huisvrouw was haar drift niet meester. Zij schopte een jong meisje, dat bezig was iets fijn te maken, zoo hard, dat ze met een schreeuw op zij viel, terwijl de andere vrouwen haastig wegvluchtten.

Het slachtoffer probeerde zich op te richten, doch zakte kreunend weer in elkaar.

- 19 -

"Kunsten, allemaal kunsten I"~ riep de woedende vrouw tot haar bezoeker. "Ze speelt comedie;

ze houdt zich maar zoo!"

Verontwaardigd vroeg de heer van Waarde:

"Behandelt U op die wijze Uw werksters? Dan

vrees ik, dat Pont jo zijn dochtertje Kenanga niet bij U in de leer zal willen doen. Help dat meisje; als er een dokter noodig is, zal ik hem dadelijk ontbieden."

Toen de heer van Waarde zich wat had ver- wijderd, fluisterde de booze vrouw het zieke meisje toe: "Kom Minah, sta maar gauw op, en bedank mijnheer voor zijn goedheid. Hij laat je dit geven."

Meteen wierp ze een kwartje in Minah's schoot.

Het meisje draaide zich zittend om, schoof zich met moeite vooruit naar den administrateur en bedankte hem met een huilend gezicht.

Deze liet onopgemerkt een gulden in haar hand glijden, en met wrevel in het hart nam hij af- scheid, zonder zijn hardvochtige gastvrouw een hand te geven.

~Misschien kom ik nog eens terug," sprak hij,

"in allen gevalIe krijgt U bericht van me."

(15)

Vrouw Pieters putte zich uit in mooie beloften. Ze zou LIltstekend op KenanO"a pas en, en de grootmoeder zou immer altijd bij haar zijn •

. De heer van Waard en Pont jo verwijderden zIch, beiden in gedachten verdiept.

HOOFDSTUK IV.

De oude Sriso mi bad en smeekte Pont jo om Kenanga aan haar af te staan.

"Maar Bok," riep hij verontwaardigd uit, "hoe durft U toch een kind meenemen naar die Njonja Pi t r ! Ik heb U immers verteld, hoe zij die Minah heeft geschopt. Verbeeld U, dat zij ook Kenanga zoo een behandelde !"

"Maar Pont jo," antwoordde ze, . beO"rijp je dan niet, dat zij alleen zoo durft handelen tegenover arme kamponglieden ? KenanO"a i toch mijn klein- kind, en ik ben altijd bij haar. Ik vraag voor mijn diensten aan dat slechte wijf geen betaling, zooals die andere vrouwen. Voor mijn hulp zal Kenanga van die njonja les krijgen in Hollandsch spreken, in handwerken en zoo. Kenanga moet net zoo opgevoed worden al het zoontje van den ad- ministrateur. Ik heb geld en juwcelen genoeg, en mijnheer van Waarde heeft immers beloofd ook met eenig geld te zullen helpen."

Pont jo hoorde zwijgend zijn schoonmoederaan.

(16)

- 22 -

"En dan," vervo g e nsoemi, "is er nog wat I d S ' anders. Die njonja Pieters zal bang voor mij worden. Wacht maar! Ik weet alles van haar geknoei met obatjes, enzoovoort. Geloof mij, uit vrees zal zij heel lief voor Kenanga zijn, en haar heel knap maken."

Met deze woorden had de oude, slimme vrouw een gevoelige snaar aangeroerd. Het streelde Pontjo's ijdelheid, dat zijn dochter later Hollandsch zou kunnen spreken. Hij geloofde nu ook wel~ dat Kenanga bij de nieuwe mevrouw een heerlijk leventje zou hebben.

Hij liet zich dus overhalen, en trachtte van zijn meester toe temming te verkrijgen.

Na lang aarzelen werd die eindelijk door Meneer en Mevrouw van Waarde verleend , mit Pont jo verzekerde, dat Kenanga dikwijls.

een bezoek aan het groote huis zou brengen.

Zoo werd dan het kleine mei je aan de groot- moeder meegegeven; met een karretje zou Pont jo zelf beiden wegbrengen.

Op den dag van het vertrek werd Kenanga

_ 23 - 1 ~ ~r Hl

ar

'J;'t: . keurig uitgedoscht in zijde, en behangen met koralen en juweelen.

Anita stond voor het groote huis, om van het kleine kind afscheid te nemen, welks moeder altijd zoo goed voor haar was geweest.

Toen de kar voorreed, en Kenanga haar in 't oog kreeg, rukte ze zich plotseling los uit de armen van haar grootmoeder, en sloeg haar armpjes om de beenen van Anita, al maar gillende: "Lieve njonja, waar is moeder? Moeder moet ook mee!"

Anita kwamen de tranen in de oogen.

"Stil maar, Kenanga," troo tte zij, "ik zal je moeder niet vergeten. hoor! Ik zal geregeld bloe- men naar haar graf laten brengen . . . . en al je 't rlaar ginder niet prettig vindt, dan ma je geru t hier weer t rug komen."

Bevreesd, dat het kind niet mee zou will n gaan, stapte nu ook Sri oemi de kar uit, flui t rde haar eenige woordje in h t oor, en maakte lang- zaam haar handje 105.

Kenanga volgde toen zonder tegen tribbelen haar grootmoeder in d kar, terwijl Pontj zich naast den koet ier op den bok neerzette.

(17)

Nu eerst merkte Anita, hoezeer het kleine meIsJe van haar hield; het kind keek telkens om, totdat eindelijk bij een bocht van den weg de kar uit het gezicht verdween.

"Goddank," liet de heer van Waarde zich ontvallen, "eind lijk zijn ze weg. Een pak van mijn hart, hoor vrouwtj !"

To n hij zag, dat Anita hem met bezorgde -Qogen aankeek, sprak hij: "Hoor een ,vrouw-

tje, j moet nu daarover niet gaan tobben.

't Is een kind van P nt jo, en als hij nu wil dat Kenanga weggaat, wat kunnen wij er dan aan ,doen ?"

"Geloof mij, man," zei Anita, "het is niet zijn wil, dat Kenanga weggaat. Die slechte Srisoemi heeft hem door ik weet niet welke middelen gedwongen zijn toestemming te verlee- nen. Hoe zal dat alles afloop 11 l"

En na enkele oogenblikken vervolgde ze:

"Maar dit weet ik wel de kleine Oerip blijft bij ons, en wij zullen heel goed voor hem wezen."

Zoo kwam Kenanga het kind met veel aan-

leg, in een omgeving van list en bedrog. Het eenige goede in haar karakter was de groote liefde en vereering voor haar m eder en voor haar Mevrouw te Soekalegi, zo al' zij Anita noemde.

Pont jo gelo fdc wel in de liefde van Srisoe- mi voor zijn dochtertje, maar geheel vertr uwen deed hij haar toch ni t.

Sri ocmi van haar kant durfde niet te hate- lijk wezen t gen Pont jo, omdat zij dan vreesde, dat hij zijn kind z u komen terughalen. De

Iimme vrouw gebruikte alle mogelijke midde- len, om hem onder haar invloed te brenO'cn : nu een maakte zij hem bang, dan weer treel- de zij zijn ijdelheid, nu een herinnerde zij hem zijn lage afkom t, dali wecr ro mde zij zijn werk op de suikerfabriek.

Er was echter maar één zaak, waarmee zij onbekend wa .

Di een zaak was de waarschuwing, die Delima voor haar dood aan haar man had ge-

geven: ..

"Ik zal je in je slaap vervolgen met mIJn wraak, als je durft doen wat ik verbied. Ons

(18)

- 26 -

zoontje geef je aan njonja en toean van Waarde, en nooit mag hij alleen bij zijn grootmoeder wezen. Nooit mag moeder alleen met Anita zijn, daarvoor moet jij zorgen. Ik zal niet van de aarde weggaan, voordat ik weet, dat njonja en kleine Oerip veilig zijn. Kenanga is gesne- den uit het hart van haar grootmoeder; zij hoort bij haar, jij hoort bij Oerip. Jij mag wel hertrouwen, maar dan verlies je mijn ziel en de liefde van je zoon."

In het hotsende karretje zat Pont jo over deze woorden van zijn overleden vrouw na te denken, en geen woord kwam over zijn lippen.

Zood ra zij te Gedong-anjar - zoo heette de nieuwe de sa - waren aangekomen, begroette Mevrouw Pieters haar 'gasten he I vriendelijk.

Koffie en allerhande gebakje liet zij hun voor- zetten.

Na eenigen tijd besloot Pont jo terug te keeren; zonder tranen te storten zag Kenanga haar va- der vertrekken.

Sri oemi kreeg een kamer in het hoofdge- bouw, die met een eheime deur in verbinding '

- 27-

stond met de goedang, waarin de bereide obat werd bewaard.

Het houten ledikant, dat Mevrouw van Waar- de als aandenken aan Delima had meegegeven, werd voor die geheime deur geplaatst; daarin zouden Kenanga en haar grootmoeder slapen.

Wanneer het kind liep, nam het het kussen harer moeder in de armen, alsof het haar moedertjes hoofd was.

Indien deze gevoelige plaats in haar hartje was ontwikkeld, en de minder goede eigen- schappen wat waren onderdrukt, wellicht dat er dan iets goeds uit het meisje was gegroeid.

Doch haar slechte grootmoeder deed precies het tegenovergestelde.

r Ik ben nederig en dom gebleven, omdat ik geen moeder of grootmoeder had, die mij voor- uit kon helpen," loog zij, wanneer Kénanga soms liever speelde dan leerde.

Als Kenanga naar Anita verlangde, was het:

"Waarvoor wil je toch naar Soekalegi? Mevrouw hondt toch niet van jou, omdat jij vroeger altijd zoo lecht voor haar zoontje Jantje bent geweest.

(19)

Waarom heeft ze jou niet daar gehouden, om met Jantje Hollandsch te leeren praten? Waarom niet? Wel, omdat jij veel mooier en sterker bent dan haar zoon, en dat kan ze niet verdra- gen. Al ze werkelijk van jou hield, zou ze je toch niet weggezonden hebben ?"

En om haar gedachten af te leiden, gaf Sri- oemi haar allerlei lekkers en moois.

Geen wonder, dat op die wijze de liefde van Kenan

aa

tot haar vroegere njonja gaandeweg verminderde. Haar grootmoeder was heel lief Voor haar, wanneer ze maar goed leerde en gehoorzaam was. In de nieuwe omgeving werd het meisje al een prinses behandeld.

AI heel gauw merkte ze echter, dat er door anderen voor haar betaald werd. Dat de fami- lie van Waarde dat deed, vermoedde ze aller- minst. Haar grootmoeder liet haar steed in het geloof, dat men te Soekalegi niets van haar weten wilde, en dat zij haar lekker leventje alleen aan haar grootmoeder had te danken.

Zoo nu en dan bracht de oude vrouw met haar kleindochtertje een bezoek aan de suiker-

fabriek, zoogenaamd omdat ze behoefte had haar vroegere mee ters terua te zien, inderdaad echter om met het volk daar te spreken en zoo op de hoogte te blijven van wat cr gebeur~e.

Anita had wel op emerkt, dat de houdll1g van de kl ine Kenanga veranderde, en daarom deed ze geen moeite 0111 haar aan zich te binden.

Toen zij op een dag Pont jo vroeg, hoe het met zijn zesjarig dochtertje gin ,antwoordde hij:

"

Mevrouw, ze is zoo goed voor mij! En

ze wordt zoo knap! ze kan al Holland ch spreken!"

Opeens zweeg hij, als had hij zich ver proken. Hij had namelijk aan ri oemi moeten be~?ven over die Holland che I en te zullen zWijgen.

Anita en haar man konden niet nalaten om die woorden te glimlachen, in aanmerking nemen- de

,

dat Mevrouw Pieters zelf de Holland che taal zeer krom en g brekkig sprak.

n Ga je gang maar. hoor Pont jo !" sprak de heer van Waarde "laat Kenanga maar heel knap worden. Zorg alleen, dat zij daar ginder niet afgebeuld wordt!"

(20)

- 30-

En Anita voegde daaraan toe:

"En Pont jo, ze moet ook leeren naaien, was- schen, strijken en koken, want met Hollandsch alleen kan ze later haar brood niet verdienen.

En dan moet ze van een gewonen goeroe haar eigen taalleeren ; dat is in de eerste plaats noodig!"

"Dan zal ik Mevrouw Pieters eens hier laten komen, om over die zaken met u beiden te spreken," hernam Pont jo.

Een paar maanden later bracht Srisoemi met haar kleindochter weer het gewone bezoek, te Soekalegi en verzocht zij aan Anita om den kleinen Oerip voor eenige dagen bij zich te mogen hebben.

Zij vertelde, dat er op Gedong-anjar een groot feest zou worden gegeven, en dan wou ze hem eens laten zien aan de gasten.

Anita wenkte even met haar hand, om Sri- soemis woordenvloed te stuiten. Doordringend keek ze de oude vrouw aan, en met nadruk sprak ze rustig: .. Dat zou voor Oerip niet goed wezen!"

- 31 -

Meer sprak ze niet, maar dat weinige wa voor de slimme Srisoemi voldoede, om niet weer op haar verzoek terug te komen.

De oude vrouw kreeg langzamerhand de over- tuiging, dat Anita in 't geheel niet bang voor haar was, en dat ze door vrees aanjagen van haar niets gedaan zou krijgen. Zij beareep dus, dat ze andere middelen moest aanwenden om haar plannen te verwezenlijken. Dat ze nog geen onbeperkte macht had over haar kleindochter was haar groote grief tegen Anita.

Intusschen liet zij het kind geregeld les nemen.

Daardoor, meende Srisoemi, zou Kenanga een- maal gelijk staan met Jantje en hooger klimmen op den maatschappelijken ladder dan Oerip, de anak mas van Soekalegi. Druppel voor druppel goot ze haar eigen hoogmoed in het kinderhart. Ze liet Kenanga door een baboe bedienen en helpen, en met voldoening hoorde ze haar kleinkind aan anderen bevelen geven. Het gevolg van die ver- derfelijke opvoeding was natuurlijk, dat het kind zeer heerschzuchtig werd, en in het huis van Mevrouw Pieters de baas begon te spelen.

(21)

Srisoemi leerde medicijnen maken tegen allerlei kwalen. Ze bracht ze rond in de tad, en kwam altijd met een goedgevulde beurs terug. Daar- door bezorgde ze haar mesteres groot voordeel, terwijl zij in 't geniep wel zorgde vlJor zich zelf, en op die wijze een aardig duitje wi t te verzamelen. Dit geld gebruikte ze dan weer VOor pre nt jes aan de werksters, om deze aan zich te verplichten.

Een en ander zag Mevrouw Pieters met grooten afgun t. Ze zag wel in, dat all 0111 K nanga draaide, en toen dez hoe langer hoe vrijpostiger werd, n ook de wp.rkster llrutaler tegen haar beg nnen op te tr den wilde zij zich van het kind ontdoen. Kenanga moest haar huis UI't , maar hoe?

nwillekeurig deed Anita haar daarvoor het middel aan de hand.

HOOFDSTUK V.

Op een morgen kwam er van Soekalegi een brief- je met het verzoek aan Mevrouw Pieters 0111, al ze geen verhindering had, daar te komen. Den vol·

genden dag zou dan een rijtuig haar komen hal 11.

De b de, die het briefje bracht, was e n vertrouwde mandoer, wiens werk alleen be t nd in het doen van boodschappen, en die reed van zijn vijftiende jaar op de uikerfabriek in dien t wa .

Hij beh orde n eh tot de famili van Srisoemi, noch tot die van Pont jo.

Kasim. zoo heette de 30-jarig mando r, droeg den bijnaam van Berani, omdat hij zoo moedig was.

Zoodra Kenanga den bode te paard zag aankomen, liep zij hem tegemoet. Ook Mevrouw Pieters was spoedig aanwezig, om de boodschap in ontvangst te nemen.

"

Daar heb j'e 't al," riep het brutale kind,

3

(22)

- 34

IIU wordt a ro p n. U krijgt zeker n tandje van Mijnheer van So kalegi,"

Mevrouw zw

e

a, las den brief, en haa tte zich het antwoord mee te geven dat zij gaarne dcn volgenden dag zou komen.

Bcrani had geen tijd, om een k pjt' koffie te blijvcn drinken, maar ertrok ter tond.

Hij wa no niet v r van het hui verwijderd, toen plot elin bij een bocht van den weg een jonge vr uw h m taande hield.

,Wat i er, Minah?" vroeg hij, "waarom h u je mij p?"

"Ja," wa h t anh,\' rd "je moet cn af- tijaen en net do n of cr wa( aan het tui kapot i. Ik moet je even wat z gen."

Daarop trok ze den man ter zijde, en flui - terdc hem in het oor:

"Ik moet uw heer en mevrouw waar chuwen.

Srisoemi voert wat in haar schild. Zij heeft mij een obatje laten maken, dat langzaam werkt en iemand heelemaal suf maakt."

"Wat zou dat?" sprak Berani, "zulke obatjes zullen toch wel meer gemaakt worden, niet?"

- 35-

J

awel " vervolgde Minah, "maar dez obat

" ,

is be temd voor een slecht doel. Het moet dienen, om mijnheer van Waarde te verdooven."

Van wie weet ~e dat?" herhaalde Berani.

" J

"Ik heb een aesprek afgeluisterd tusschen Sri oemi en Docriat, den zoon van den koet- sier van So kalegi. Die komt hier dikwijl , maar altijd in het geheim !" wa het antwoor .

,,1 dat al lang geleden T

"Neen, gisteren avond i Doeriat hier gcweest, ik denk m obat te halcn. Wie weet, of van avond die obat al niet zal w rden gebruikt."

" H e zal dat dan moeten gebeuren T vroeg Bcrani, teeds nieuwsgieriger w rdend .

Wel, men is van plan het poeder te strooien tusschen het kussen en de kus en loop, waarop uw heer gewoon is te slapen," antwoordde Minah, terwijl ze angstig om zich heen keek, of iemand hen ook beluisterde,

De mandoer, die met schrik alles had aan- gehoord, bedankte Minah voor haar mededeeling, en besloot zoo spoedig mogelijk naar huis terug te keeren.

(23)

Het wa intusschen donker geworden, n d mtr k viel niet meer duidelijk waar te nemen.

Plot elinO' hoorden ze eenig gerit cl tusschen de bamboestammen .

o

nk nde dat het een of ander dier naderde nam 8erani een steen, en sm et dien met kracht in de richting vanwaar het geluid kwam.

Opeens klonk er een pijnlijke schreeuw in de tilte; blijkbaar had de teen geen dier maar een mensch geraakt.

De chrik si eg d beiden om het hart bij de gedachte een misdaad te hebben begaan, die zwaar zou worden gestraft.

Blik emsnel prang Berani op zijn paard en holde den weg op naar Soekalegi.

Ook Minah maakte zich ijling uit de voeten naar het huis van·Mevrouw Pieters, en verstopte zieh in diens badkamer.

Op het hulpgesehreeuw van den gewonden inlander waren de men ehen komen aanloopen en het nieuwtje was in een ommezien aan iedereen bekend.

Het was een in dienst zijnde waterdr.ager, die

c

Q)

"0

...

o

.:: o

t:l.O

(24)

-- 37 -

plot eling een 'teen t gen zijn hoofd had gekregen en hevig blo dde.

Do dsble k vert ld de man dat e n nzicht- baar pook hem had aang allen; hij had niet

ezien of aehoord.

Ook M vrouw Pieters en ri. mi war 11 naar buiten g komen om te vragen wat er gaand\.:

wa, 11 m ten ang tig hart ho rden zij van het g h imzinnige ngeluk. Beiden rtrotlwden echter de zaak niet, 11 men z u ter tomi een onderzoek in tellen.

lntu chen had Minah eenjac alla tiae oog n- blikken in de badkamer doorgebracht.

Van h t 0 g nblik, dat Mevrouwen ri ocmi naar de voorgalerij ingen om het nieuw t hooren, maakte zij gebruik, 111 naar buit n e

komen. Zij wa zo Iim g weest, om haar lichaam n haar kain klet nat t maken, om daard or de chijn aan te nemen, dat ze werk lijk een bad had genomen.

Nadat Sri oemi van den er ten chrik wa bekomen, gluurden haar og n zo kend rond.

Haar argwaan viel tcr tond op Minah di ze met

(25)

een onder de schouders opgeslagen kain zag aankomen; zij had haar niet bij den put zien baden, wat ander altijd haar gewoonte wa .

Daarom vroeg ze:

"Waar heb jij ebaad MinahT

De jonge vrouw verteld haar dat zij ebaad had in Mevrouws badkamer, omdat zij zoo gaarne haar lichaam met de lekkere zeep wa chte, die aar altijd bewaard bleef. Zij meekte de vrouw, haar niet te verraden, wel wetende dat zij dan voor haar brutaliteit treng zou worden ge traft.

"Goed," sprak Srisoemi, rik zal 't niet tegen Mevrouw zeggen, maar dan 1110et jij mij later ook helpen al het 1100dig i :'

Blij, dat haar leugen geloofd werd, knikt Minah toe temmend.

Toen de lampen reeds waren aange t ken, gaf Mevrouw Pieters aan eenige mannen la t, 0111 te trachten inlichtingen te verkrijgen omtrent de oor- zaak der verwonding.

Gewap nd trok men r op uit; de geheele buurt werd afgezocht, maar onverrichterzake keer- de men na een half uur terug.

n lef' HOOFDSTUK VI.

In h t vori e h ofc!stuk hebben wij gel- z n, dat de mandoer Berani uit \'n.:e' vo r

'erv 19ing te paard wl:gvluchtte, dL:n \-\'eg P

naar oekalegi.

Wij weten re ,dat hij door Minah op d h ogte wa gekomen van een geh im, waarvan het leven zijn m t r afhing.

een wond r dus, dat hij zoo p edi 1110aelijk thui wilde zijn, om zijn heer te en h t dreigende gevaar te behoeden.

Wet nde, dat de r ot weg niet de kort. te wa, I e hij een pad in, waarlang" hij zeker een half uur erd r thui zou zijn.

Hij kend dit pad, en ok zijn paard wa' daar m ennalen lang g reden: het \i p lang een klein des a, b staande uit enige arm edige w ningen.

Het was inmidd I 7 uur gew rden, en alle a du al in dui t rni gehuld.

Bij het naderen van de kleine kamp ng, zag hij echter in een hui je aan den kant van den

(26)

40 -

w g een lamp branden, en verbeeldde hij zich eenige mannen te zien bewegen.

Onbevree d reed hij stapvoet verd r; hij b - gr p, dat die bew ging op dit late uur iets ongewoon aankondigct.

Nieuw.gierig om dat te weten, st eg hij af, bond zijn paard aan e n boom en naderde te voet de woning, toen hij gemerkt had, dat al de manJ1 n naar binnen waren gegaan.

Stil loop hij 0111 't huisje heen, totdat hij aan de achterzijde binnen stemmen meende te hooren. Doordat men zacht .prak, k n Berani slecht enkele woorden opvangen.

Toch kon hij voldoende uit die worden p- maken, dat er binnen een zieke lag met gloeiende koorts; e 11 vreemde jongen, die een pakje moe t br ngen naar Soekalegi; dat pakje moe t gegeven worden aan den koet ier.

Daar ging Berani een licht op I Hij dacht opeens aan Minah, die hem had verteld, dat Doeriat, .de zoon van den koet ier, den vorigen avond een bezoek had gebracht aan Sri Demi te GedonO'- anjar. Hij zou vermo~delijk de per Don zijn, die

- 41 -

op weg naar Soekalegi zwaar ziek wa g worden, en het pakje zou zeker de obat b vatten, waarmee de admini trateur moe t worden verdoofd.

Hij verlangde zeer te weten, of zijn ven110 den juist wa , en zon p een middel om te worden binnengelaten.

"AI ik eens aanklopte. en wat te drinken vroeg," dacht hij. "Ik zal voor \ n verdwaald te zijn. Niemand kent mij hier."

Zoo gez gd, zo gedaan.

Een paar nlÎnut n lat r tond hij bij zijn paard.

Hij trok zijn baadje uit ver topte zijn dolkmes.

veranderd zijn hoofddoek, bracht zijn paard op een verb rgen plaat en beg n om hulp troep n.

o

brekkiO' voort tromp lende, naderde hij het hui je, n poedig kwamen eeniO'e mannen met een klein lampje naar buiten.

Op hun vraag, waar hij heen moe t antwoordd hij, dat hij een koeli wa , op weg naar een veraf gel gen suikerfabriek en verdwaald wa. Op de nederig te wijz vroeg hij wat te eten en t drinken, tn meekte hij de meilschen hem der rechten weg te wijzen.

(27)

De goede kamponglieden kregen medelijden met den takker, en hielpen hem met alle .

E n

van

hen kwam op de gedachte, om hem het pakje, welk inhoud onbekend wa , mee te

geven

naar Soekalegi, dat hij moest pa eeren.

Berani lui terde geduldig t e, en hield zich van den domm

Zijn h op, om den zieke tntmoeten, werd niet

v

rvuld; hij kon zich dus niet

vertui

n of het Doeriat was, die daar binnen werd verpleegd.

Nadat de mannen eenigen tijd met Ikaar had- den aepraat, werd hem het pakje

van

den zieke ter hand steld, met de opdracht lit ver te r iken aan den k et ier van Soekalcgi.

Zood ra Berani zich weer alleen bevond, buiten het g zicht

van

de men eh en haa tte hij zich naar zijn paard, leidde het zacht bij den t ugel de de a uit, pron toen in den zade\, en rende naar hui .

Het wa half tien, toen Berani heel in d v rte een groot vuur zag branden. en daarnaa t was duidelijk een waehthui je

van

de fabriek waar te nemen.

.Ja ja," prak hij bij zich zelf, "de koetsier is zeker ongeru t over het lange uitblijven van zijn zoon; daar zal hij stellig op hem zitt n te wachten."

Hij hield even til. maakte zijn kleeding weer in orde en reed stapvoets een zijweg in, waar- door hij op cle gew ne wijze het rf van de admini trateur wonin kon binnenkomen.

Zoo al altijd, reed hij e r t naar h t kantoor van zijn heer en gaf de brieven en bo dschap·

pen af. Van zijn wederwaardigheden vertelde hij geen woord.

In den regel st nd bij zijn aank mst Doeriat er ed, om het paard naar den tal te br ngen, maar dien avond wa d jongen afwezig. Berani liet daarom het paard alleen lIaar d n tal aan, overtuigd als hij wa , dat Doeriat vader nog niet liep, en du w I verder v or het dier zou zorgen.

Berani deed al altijd: hij baadde zich bij den put en strekte daarna zijn moede ledel11at nuit op een baléh-baléh in zijn kam rtie. Zijn brie- ventasch, waarin het geheimzinnige pakje wa geborgen, topte hij voorzichtigheid halve onder zijn hoofdkussen.

(28)

44

Wat hij verwacht had, gebeurde.

Hij lag nauwelijk , toen de deur van het kamertje werd geopend, n de koetsi r binnen- trad.

" laap je al?" vro hij vriendelijk. "Ik kom je vragen, of je niet eten wilt. Ik heb ,vat rij t voor je bewaard.'

" leen, dank je, KallO', ik h bond rweg al gegeten; ik ben meen verlang te ru ten," wa

Berani antwoord.

"Heb je nderweg niemand ntmoet?"

"Neen, hoe zoo?"

"Waar kom j dan vandaan ?" vroeg de koet, ier weer.

"Van

de tad." wa het kalme b ch id van den mandoer.

"Ik verwacht iemand van Gedong-anjar," her-

nam de koetsier. Bok Srisoemi heeft me bel ofd een pakie lekkere k ffi te zullen zenden."

Na h t ho ren van deze worden twijfelde Berani geen oogenblik meer aan de waarheid van Minah' woorden.

Het. wa nu wel zeker, dat de koets i r in het

- 45 -

komplot zat dat zich ten doel ge teld had zijn heer ong lukkig te maken.

Hij loot de deur van zijn kam rtje, en viel eer t laat in laap.

(29)

HOOFDSTUK VII.

De koet i r had den afgeloopen nacht bijna geen 00 toegedaan; al maar wa hij m t zij gedachten bij zijn z on 0 eriat, die niet wa teruggeke rd.

Hij v rdiepte zi h in allerlei i ingen, wa daarvan d oorzaak kon zijn.

Bovendien had hij d njonja voorg logen.

Anita had de afwezigheid van 0 eriat al e n paar dagen opgemerkt, en op haar vraag, waar- om de jongen niet aan zijn \ erk wa , had d vader tecd geantwoord, dat hij ziek wa .

Wetende, dat Mevrouw altijd vol belang tel- ling was voor de zieken, en dezen gewoonlijk zelf behandelde, maakte de koetsi r zich zeer bezorgd, dat zijn leugen zou uitkomen, indien Doeriat nog lang uitbleef.

Berani had ook niet te best geslapen; hij had gedroomd van den inhoud, dien het pakje be- vatte, hetwelk hij in bezit had.

Volgens de afspraak zou hij Mevrouw Pieters

met het wagentje gaan afhalen; een ander inlander, Doellah, zou de paarden mennen.

Spoedig was alle in gereedh id gebracht, cn al rookende en pratende vertrokken ze. B rani had uit voorzichtigheid het b wu te pakje viIi in zijn buikband acb rgen, no

hoe hij daarmee z u hand I n.

Bij een waron lieten ze d rusten, cn de beid pa agier binnen om i t t gebruiken.

ni t wet nde,

paarden even gi ngen naar

Daar h orden z , dat 0 eriat werk lijk daar- lang wa gekomen; hij sch cn aroote haa t t hebben gehad; men had h m herkend aan zijn lange beenen en aan zijn ho fddek el.

Dit wa voor Berani alweer een nieuwe aan- wijzing, dat Doeriat de verbrenger van het pakje moest zijn.

Na een poosje zetten ze hun reis voort. Daar de weg wat gevaarlijk was" moest Doellah goed op zijn paarden letten, en had geen lu t om

veel te spreken.

Berani verdiepte zich weer in zijn geheim.

Wat zou hij met het pakje doen? Indien hij

(30)

- 4

het aan zijn IJ r afgaf. en hem alle meedeeld wat hij wist, zouden tellig de koetsier dien zoon en mi schicn nog anderen van het erf w rden wcO"gejaagd.

En dat lag niet in zijn b doeling. Hij zou alleen di men chen verraden, al ze hem zelf in zijn eer 2anta tten of al haat of li fd hem daartoe dreven. Hij vond h t alleen maar prettig, dat hij door zijn Jimheid de lechte plannen van Sri 'oemi, om de familie van Waarde nge- lukkig te maken, had verijdeld.

Dit war n cle gedachten, clie h m bezighielden. Toen hij weer tot bezinning kwam, was de woning van Mevrouw Pi ter reed' te zien.

AI gewo nlijk prangen twee Javanen voor cle paarden en geleidden z stapvoet tot voor het hui .

B rani betrapte er zich zelf op, dat hij ver- langde Minah te zien.

De jonge vrouw, die hem het geheim van het pakje had medegedeeld, en dus een groot vertrouwen in hem stelde, had bij hem meer dan gewone belangstelling. Van zijn kant wilde

_.- 49 -

hij Minah ook op de hoogte stellen van wat hem den vorigen avond was overkomen.

Op een handig manier wist hij met haar in aanraking te komen.

[n het korte oogenblik dat hij zich met haar kon onderhouden, stopte hij haar een pakje tabak toe, en vertelde haar in 't kort het gebeurde.

Dit alles was in een paar minuten afgesp e}d,. zonder dat de vrouw des huize het had gemerkt.

In een oogwenk was Berani weer naar het wagentje en de paarden teruggekeerd, en wachtte op de komst van Mevrouw Pieters.

Deze ha? den vorigen avond een lang gesprek gevoerd met Sris emi. De slimme vrouw had ver- zocht om ook mee te mogen gaan naar Soekalegi, maar Mevrouw Pieters had bezwaar gemaakt.

omdat zij - zooals ze voorgaf - het huis met- de bedienden niet zonder toezicht durfde laten.

En toen Srisoemi bleef aandringen, had ze kortweg het verzoek geweigerd.

Daarover gevoelde de grootmoeder van Ke-- nanga zich erg beleedigd.

4·

(31)

Ze begreep heel goed, dat het Mevrouws be- doeling was Anita alleen te spreken, zonder dat anderen er bij tegenwoordig waren.

Den heelen nacht had zij er over nagedacht, op welke wijze zij op de hoogte kon komen

':van het gesprek, dat er op Soekalegi zou worden

gevoerd. Ze wa te luw om niet te begrijpen, dat daar plannen zouden worden gemaakt ten opzichte van Kenanga's toekomst.

Tegen het aanbreken van den dag had zij een besluit genomen: de zevenjarige kleindochter zelf moe t zij voor het doel gebruiken.

Ze maakte Kenanga voorzichtig wakker, gaf haar wat lekkere koekjes, beloofde haar een paar juweel en oorknopjes, en nog veel meer moois, als ze deed wat haar grootmoeder zei.

"Mijn kind," sprak ze fluisterend, "je bent nu al zeven jaar; je bent knap en je kunt Hollandsch praten. Maar dat is niet genoeg: je moet ook rijk worden, niet waar?"

"Ja," knikte het kind.

"Nu ga je vandaag mee naar Soekalegi, waar je vroeger woonde. Ik mag niet mee, dus moet

je slim zijn, en alles goed afluisteren, wat tus- schen Mevrouw Pieters en Mevrouw van Waarde wordt gesproken. Zou je dat wel kunnen?"

"Jawel," knikte het kind opnieuw, terwijl ze in een koekje beet.

.. Je moet heel lief zijn voor je zoogbroer Jantje, en ook voor je broertje Oerip, hè? Doe maar in alle hun zin, begrepen?"

"Ja," knikte het kind voor de derde maal.

"Onderweg moet je heel gehoorzaam zijn, en Mevrouw Pieter vriendelijk stemmen. Als je niet doet, wat je grootmoeder zegt, word je hier vandaan genomen, en moet je op Soekalegi zwaar werk doen, n t als de bedienden."

Kenanga knikte zonder meer. Ze was onder den indruk gekomen van de woorden harer

slechte grootmoeder.

Tot slot sprak deze nog:

.. En da moet je ook de menschen uithooren, of Doeriat ziek is, en of de menschen ook onder elkaar ruzie hebben.

AI

je dat alles doet, ben je een knappe meid. Jij mag om niets vragen, en ook niets wegnemen, ho r! Want je moet

(32)

- 52 -

nog knapper en rijker worden dan je zoogbroer Jantje."

Dit laatste had Kenanga al zoo dikwijls ge- hoord, dat zij er geheel van doordrongen was.

Ze begreep, wat haar grootmoed r bedoelde.

En zoo bracht Srisoemi haar kleindochter, van wie ze toch zooveel hield, op het pad, dat naar het ongeluk voerde.

De nagedachtenis harer lieve moeder Oelima was langzamerhand geheel weggewischt; al het goede in haar hart werd stelselmatig verstikt.

Een uur later was men op weg naar Soekalegi.

HOOFDSTUK VIII.

Ze hadden nog niet ver gereden, toen Berani en Ooellah, die voor op den bok zaten, een groepje mannen zagen aankomen, die kennelijk iets droegen.

Dichterbij gekomen, zagen ze in hun midden een draagbaar, waarop het lichaam van een jongen man lag uitge trekt.

Tot hun grooten schrik herkenden zij daarin duidelijk Doeriat, den koetsier 'zoon, die naar Gedolll1-anjar werd gedragen, teneinde daar te worden behandeld met een obatje uit de bekende apotheek van Mevrouw Pieters.

De paarden werden wat aangezet om te voorkomen I d en de beide vrouwelijke pa agiers de draagbaar zouden opmerken.

Dit gelukte ook inderdaad met Mevrouw Pieter , die door het rijden wat in den dommel wa geraakt. Maar aan de kleine, wakkere Kenanga was niet ontgaan. Op haar tot Berani gerichte vraag, wie die zieke wa , antwoordde de man- doer, hij dat niet wi t.

(33)

.. Van het eene woord kom je op het andere,"

dacht hij, "en ik wil voor geen geld van de wereld mijn geheim aan dat kind v rklappen.o,

Het verwende meisje, dat gewoon was in al- les haar zin te krijgen, en het antwoord van Berani niet vertrouwde, wierp zich boos op haar zitplaats terug.

Hoe meer m n de fabriek naderde, hoe stiller Berani werd.

Hij was weer geheel verdi pt in h t geheim van het pakje, dat hij bij zich droeg.

Hoe zou hij h t aanleggen om het dreigend gevaar voor den heer van Waard af te wenden, zonder toch zijn ra enooten t verraden! Hij wenschte aarne de vertrouwde mando r te blij~

ven, maar van den anderen kant vree de hij voor de wraak van hen, die door den rechter streng zouden worden gestraft.

Toen het rijtuig het erf van de administra- teurswoning opreed zetten alle vier zich in pos- tuur. Zood ra het stil tand, prong Berani van den bok tilde Kenanga uit het rijtuig en hielp daarna de zwaarlijvige Mevrouw Pieters om uit te stijgen.

Anita stond reeds in de voorgalerij de gasten op te wachten.

Met een vriendelijk woord werd Kehanga ver- welkomd, en in de kamer gebracht, waar Jantje en Oerip onder toezicht van een Europeesche kinderjuffrouw aan het spelen waren.

Mevrouw Pieter en Anita namen plaats in de voorgalerij, en terstond nam het gesprek over KeJlanga en aanvang.

"Ik zou gaarne een van u zelf hooren, ho het met Kenanga

aaat,"

vroeg de administra- teursvr uw.

Mevrouw Piet r deelde haar to n met \'l.~el omhaal van wo rden mee, hoe brutaal het kind wa . Zij met echter rkenncll, dat h t mei je zeer vlug van begrip wa n hand i?" in alle . Lapje, kantje, haakwerk, en and re werden Anita getoond, 0111 te latE:n zien wat er alzoo was geleerd. Ten lotte drong ze er bij Mevrouw op aan 0111 Srisoemi te verbieden, haar klein- dochtertje zoo te verwennen.

.. En wat zou U dan eigenlijk wenschen, dat ik deed?" vroeg Anita.

(34)

- 56 -

Hierop volgde geen antwoord. Mevrouw Pieters wilde noch Srisoemi, noch haar klein- dochter missen: de eerste niet, omdat deze haar geheimen kende en haar groot voordeel be- zorgde de laatste niet om het kostgeld, dat zij geregeld van de familie van Waarde voor haar ontving.

"U ziet," vervolgde Anita, "die moeilijkheid i niet gemakkelijk op te lossen. Kenanga mag niet verder zo opgroeien, daar moet verandering in komen. IJl de eerste plaat moet ze haar cig n taal leeren I zen en chrijven, en daarvoor zal een gewone g er e komen op Ged ng-anjar. om haar met nog enkele andere kinderen Ie t geven. p die wijze komt het kind onder betere leiding, en heeft ze geregeld omgang met andere meisje

van

haar leeftijd."

In haar hart gevoelde Mevrouw Pieter zich gekrenkt, dat de opvoeding, die Kenanga van haar ontving, zo weinig werd gewaardeerd. Ze moe t echter wel toegeven, uit vree dat anders het meisje met de gr ohnoeder van haar zouden worden weggenomen.

- 57 -

Opeens klonk er een woest gegil in de kinder- kamer.

De beide dames spoedden zich er heen, en wat ze daar zagen, zou de pa gemaakte af- spraak geheel te niet doen.

Kenanga had zich driftig op den grond gewor- pen, en loeg met handen en beenen, terwijl ze almaar riep: r Grootma! Grootma !"

De juf;rouw vertelde, dat het mei je in een Holland ch prentenb ek wa gaan bladeren, toen de beide kinderen niet uit wilden scheien met krijg rtje sp len. Boo , dat Jantje en Oerip geen notitie van haar namen, had ze blijkbaar de aan- dacht willen trekken, n wa enige zinnen hardop gaan lezen. Jantje wa toen bij haar gekomen, en had haar uitgelachen 0111 d kromme uit praak van nkele H lIandsche wo rden. Dat wa alle .

nl11iddellijk \ erd P nt jo ger epen, m zijn dochter mee te nemen naar zijn kamer, en haar

tot bedaren te brengen.

Anita had nu zelf waargenomen, hoe driftig en verwend het mei je wa geworden door den ver- derfelijken invloed van haar grootmoeder.

(35)

Na eenig nadenken sprak ze tot Mevrouw Pieters :

,Vrouw Pieters, ik heb nu zelf het kind iJl haar ware natuur gezien. Dat kan zoo niet blijven.

Ik zal er met mijn man over spreken. Maar rekent U er maar vast op, dat Kenanga niet meer bij U terugkomt. Al u straks naar huis gaat, blijft zij hier voorIo pi bij haar vader. Dan zullen we later wel zien, wat er verder gedaan moet wor- den. Wee zoo goed, om ri oemi te ze gen, dat zij J110ra n md het rijtuig hi rheen komt!"

Mevrouw Pi t r werd bleek. Dat cheelde haar minsten 25 ulden per maand ink0l11en. Er was niet aan te verancl ren, dat begr p ze h el goed.

Dè b li te t n, waarop 'v\evrouw Van Waard ad

ae

proken, de d haar afzien van alle pogingen m het pa genomen be luit ingetrokken t krijgen.

Teleurgesteld zou ze nog di nzelfden avond naar Gedong-anjar terugkeeren.

Zij z u weggebracht worden do r B rani en Doellah, omdat d koet ier in verband met de terugkomst van zijn zoon verlof had gevraagd thuis te mogen blijven.

!:,- - - ,1

I

II -

I

!ll\1

~ :~ I ~

(36)

- 59-

Berani was in zijn schik, omdat hij weer in de gelegenheid zou zijn de lieve Minah te ontmoeten.

Toen het rijtuig voorkwam, en Mevrouw Pieters instapte, kwam de kleine Kenanga aan- rennen, om mee te gaan. Haar vader zette haar

na, pakte het van woede tierende kind op, en bracht het weg.

Om half zeven was Gedong-anjar bereikt. Mevrouw Pieter wa nauwelijk uitgestegen, of Srisoemi kwam naar haar toe. De oude vrouw had reed met chrik bespeurd, dat haar kleindochter niet wa tent gekeerd, en du was ze verlangend t hooren, wat daarvan de oor- zaak was.

Al or ze di p verontwaardigd en dodelijk beleedigd wa , deed Mevrouw Pieters en verhaal over het ebeurde. In dat verhaal vervulde zij natuurlijk de rol van heldin, Ke- nanga die van het lachtoffer en Anita die van

de schuldige.

De slimme Srisoemi geloofde echter niet alles, wat haar meesteres vertelde. Op ver cheiden van haar vragen was zeer vaag geantwoord.

(37)

- 60 -

Daarom vervoegde ze zich tot Berani, die toch zeker ook wel wat van de zaak zou weten.

Zoo als ze verwacht had, klonk diens verhaal geheel anders.

Wie van de twee moe t ze nu gelooven?

Zij zou echter -volgens afspraak- den volgen- den morgen zelf naar Soekalegi vertrekken, en dan zou ze daar haar oogen en ooren goed den kost geven.

De lezer zal zich den zieken Doeriat herinneren, die op een draagbaar naar Gedong-anjar wa gebracht, en daar door ri oemi werd verpleegd.

De \imme vrouw beareep heel oed, dat Doeriat uitblijven den koet ier te ~ ekaleai zeer onaerust zou maken, en dat het du zaak wa , den zoon zo gauw mogelijk bij zijn vader terug

te brengen.

De gelegenheid daart e wa nu gun tig.

Het rijtuig, waarmee Sri oemi den volgen- den morgen naar Soekalegi zou t rugkeeren, kon ook wel den zieke terugbrengen. Daartoe was alleen de medewerking noodig van Berani

en Doellah.

Voor een rijksdaalder per persoon werden de beide mannen omgekocht, onder voorwaarde, dat Doeriat niet mee zou binnenrijden, en dus voor den ingang van het erf zou uitstappen.

(38)

HOOFDSTUK IX.

Den volgenden morgen vóór dag en dauw verliet het rijtuig het erf van Mevrouw Pie ers.

Voor op den bok zaten 8erani en Doellah, achterin Srisoemi met naa t zich de zieke Doeriat.

Nog nooit had de oude vrouw zich zoo ongerust gevoeld al nu. Zij had ruim choots den tijd om over alles na te denken, en ze trachtte v rband te zoeken tusschen de verschillende gebeurtenis- sen der laatste dagen.

n Wie zou de bode geweest zijn die het pakje obat, dat zij Doeriat had meegegeven, naar Soekalegi had gebracht? Zou dat pakje zijn bestemming wel hebben bereikt? Of was het misschien in handen gevallen van iemand, die haar zou kunnen verraden?"

Zij begreep, dat er nu twee per onen waren, die van het pakje wisten, namelijk Doeriat en de onbekende bode. Niet het min te vermoeden had zij, dat die bode vlak voor haar op den bok zat, en het pakj bij zich droeg in den buikband.

- 63-

Verder was er nog iets anders, dat haar zeer bang maakte.

"Hoe toevallig was het toch, dat de geheim- zinnige verwonding van den waterdrager, el het geheimzinnige bezoek van den verdwaalde

koelie zoo kort na elkaar plaats hadden, p denz Ifden dag en bijna op dezelfde plaat l"

bedacht z .

Het bijcreloof kwam bij haar boven, en ze dacht aan een gee t die haar plannen wilde verij-

delen. Verschillende malen had ze al geprobeer zich op Anita te wreken, en steeds wa haar opzet mi lukt. Zou een machtige geest Soekalegi willen beschermen?

Hoe verder ze reed, hoe meer die gedachte zich bij haar opdrong, en hoe banger ze werd.

Het ang tzweet kwam haar op 't gezicht, en ze beefde over al haar leden.

Opeen ging ze rechtop zitten, n sprak bij zich zelf:

"AI de ge sten mij tegenwerken en Anita helpen, dan i al mijn werk toch vruchteloos.

En als ik toch maar blijf volhouden, dan zullen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te

't Was veilig! Nog nooit was er een ongeluk mee gebeurd en al zou 't kunnen gebeuren, John wist dat zijn Moeder ver- trouwen had in 't werk van haar man en dat stelde hem gerust.

karweitjes op te knappen. Zoo goed hij kon, ruimde hij op, wat er op te ruimen viel. En dat was héél wat. Zoo af en toe kwam er wel eens een van de bemanning naar beneden en zette

_ ... 0, wat dat betreft, daarvoor behoefde zij geen angst te hebben, want in de laatste dagen was el' niets ernstigs gebeurd, en als er dooden waren, dan zou dit al dadelijk naar

witkoppen, rondom de boot, dic het duidelijkste bewijs wa- ren, dat zij het land naderden. Een zeeooijevaar is ongeveer zoo groot als een eend, een witkop heeft

blies Jacob door zijn tanden, wien deze tirade te kras werd, en mevrouw haastig, om te voorkomen, at hij iets zeggen zou, want zij zàg den spottenden hoon

Nu het uit zijn isolement (loor Be tuurs-beschaving en Zending is uitgedreven.. Hun mooi gezond land wordt door velen bezocht. Landskinderen worden in

M t bijna bazig sprongetj stond mevrouw Van der Kooy naast het wagentje, knikte in ronde hart lijkh id naar de heeren, die haar uit de voorgalerij tegcmo t kwam