• No results found

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie. "

Copied!
108
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

This film is supplied by the KlTL V only on condition that neither it nor part of it is further reproduced

without first obtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. IJ the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also be required for such reproduction.

Application for permission to reproduce should be made in writing, giving details of the proposed reproduction.

SG

Me

ATUU

OVO

SHELF NUMBER MICROFORM.-

MMETA 1179

M:

(2)
(3)

~III I

00043412

I 1I1I1 1 m~

(4)
(5)

t

(6)

SUIKERFREULE

INDISCHE ROMAN

DOOR

HENRI VAN WERMESKERKEN

- Is ie stapel? Of word ik het?

L.

J.

VEEN UITGEVER AMSTERDAM

(7)

I

- Ocssin I

H t bi f stil in d voorga1 dj.

- 0 s in 11

Maar weer bleef het stil. Stil in het huis, stil op het erf, vanwaar Oessin's: - Nja I altijd dadelijk als antwoord klonk. Stilte zoo b kl mm nd, dat mevrouw Van der Kooy in scherper luist ren even omkeek ... het huis door, dat in contrast met fel zonlicht ov I' h t

re,

nu

bijna donker scheen.

- Waar blijft dan die nare jongen toch weer, bazigde ze voor zich he n en stond op om langs den ho k d r voorgalerij over het achtererf te zien.

En w r ri p ze, nu voor de derde maal en zeer luid:

- 0 ssi-ién I

De roep indigdc:: in hoog uithaalt je, dat ver klonk door de tropische middagstilte ... over het verlaten rf, over den slofgrijzen weg ... tot ver in d kebon ... Maar als antwoord hoorde ze alleen d vag echo, die bijna hoonend Si-i én I nabouwde, w erkaatsl tegen d witte fabrieksgebouw n aan overzijd , die te blakeren lagen in schro iende kenteringszon.

Maar t rwijl die echo naar haar over klonk, schrok ze.

Van d r Kooy had haar toch g vl'aagd ni t zoo t gill n ...

dat kón-j niet doen in Indië, had hij gezegd, in Indië riep j zoo niet. ...

Als hij het op de fabri k gehoord had? Ze tuurde naar d wilte gebouwen, als v rwachtte ze hem uit een deur te zien komen. Maar als het groote fabri kserf ver- lat n bI f, zonk ze terug in haar stoel en nam zich voor gelalen te wachten. Die lamme jongen, altijd als ze riep was hij weg ... Naar de kampong... ... of

(8)

6

baden ... of wat anders do n. Nu kwam hij wéér ni t.

Met matten, reeds Indisch-Ioomen middagblik zocht z het erf ov r en den w g lanlls ... Ze hoopte er enig b weg 11 te bespeuren, dat haar zich nu minder eenzaam zou do n vo I n. G n m nsch en geen di r was te zi n.

Bijna vijandig stond daar d fabriek, die ... dat wist z ... in haar muren levende w'zens loot, maar ze zorgvuldig verborg n hield... ... Vijandig stond n daar de enkele klapperboomen, met loom hangende blad ren, vijandig lag het zonlicht als kokend lood over de erven gegot n. Nog meer vijandig, bijna geh imzinn!g stond daar ver tegen de lucht de wazige vulkaankeae1. Daar- bov n een grauw wolkgevaart , in dreiging van ouwe r.

Als i d ren dag.

Zij voelde de onzegbare vijandigheid van het tropische landschap... In alles wat zich daar nu in slaperige middaghitte aan haar toonde. Maar het meest vijandige leek haar de stilte.

Even sloot ze mat de oOfTen ... maar dan met ruk hief ze zich op, schokte zich moedwillig wakker. N e, al had Van d r Kooy het haar nu gezegd ... slapen ging ze toch ni t ... W Ik fatsoenlijk m n h lag nou 's middags in bed ... In bed I En dan zóó'n bed bov n- di n, waarin je je ni t eens fatso nlijk kon toedekken.

Tjik-tjik-tjik ... snerpt e n tjitjak. Ev n schrok ze van h t geluid, dat fel de stilte reet. Maar dan bIe f ze kijken naar het diertj ,dat roerloos op muggen loerend , teg n de muur kleefde. Ze herinnerde zich, hoe z ge- schrokk 11 was, de eerste maal, dat ze r in Weltevr d n een op en Indischen muur had gezien ... Nu kon ze er al rustig naar kijken.... ... Kwade beestj s waren het eigenlijk ni t. En hct was tenminste leven ... b - wegen, n geluid, in di angstig stille roerloosheid van tropischen middag. Waar bI ef die jong 11 nou ... . We r wilde z roepen, maar als voorlaatst geluid hing nog in haar oor n de echo van hoogen stemaalm, en ze zw efT . Ze voelde zich zoo verlaten, midden in dit heete v rre

7

tropische binnenland, waar ze nu a kom n was, en al ti n dagen leefde tcmidd n van schokkende en onver- wachte indrukk n, di z te mo ilijk r verw rk n kon, na het emoli looze I v n in c n Amst rdams hslraat ... . - Si-i én I bouwd d ho nog in haar oor n ... Als in droom vo rd di haar w Idadig v n lerug naar h t mili u, waar di klank fT wóón was, waar z zèlf riep, n waar m n hàtir ri p met di n nagalm ... "Juffrouw Van der Koóy-óy?! I uwce thui-is? I" Waar m n 's avonds de stemmen van moed l'S 1100rd , die hare kin de- r n binnen riep n door d s h m r nde straat.. .... Mien- tjé-' ... Jans- ié. Binn kommé ... Boterham cte 1. ....•

En in w> mo d zat ze te luist r n ... de hand n ge- vouwen in d 'n schoot naar de reeds zoo verre herinne- ring n. Die ze nu we r bijna verwcz nlijkt hoorde ... De geluiden van straat ... Een klapp ude bakl<erskar, ue b I van hààr wink I, die van d n gro nt , inkel aan de over- zijde ...

or

het waars huw nd Vóllik 1.. .... Het voorbij- dreunen van een wag n ... De gill nde st mmen van ruziënde jong ns... ... De ro p van en koopman ... . Rooiekool, b ste kwalit it ... Ro pen waarin deseizoenen Ie Cd n ... Val'sch aar bij 1.. .... Mooie k l'S 1. ... P er , sappige p r !... Kant 10 p 1... Kwaliteit dalia ...

Appelesien ... Tcrul1k er nde Ik jaar weer.

Geluiden die doordrongen tot in haar huis ... zoodat ze zelfs in d n winter met gesloten ramen h t straat- rumoer meclc Cde ... 'n r nooit /lzaam was. En hi r ....

hier enkel die stilt , het zwijg n. Die vr emde vijandig enzame verlat nh id.

Haar huisj ... Altijd wat te do n. Nu ging ze koppies- spoel , in haar ig n klcine kcuk ntj ... In haar ig n vat nbak, m t lekk r warm s 'huimend sop, dat ov r je hand 11 spo lde. Was nog te het, effc wat koud bij- do n ... Zóó, ja zóó was h t Iekk r ... Zo m rig snorde de kaduke waterkraan. Rook ze wat, daar walmde het petroleumstel wcer. Most noodig c n ni uw pit hcbbc. Hc-h ... wat rook dic koffj I kker. En in d n

(9)

ketel begon het water al weer te neuriën ... Zangerig- babbel nd g luid dat g zelligheid was. Nou nog effe de kachel oppoken ... en dan de aardappel n schillen ...

En die war n b st.. .... fijn blommig 1. ...

- Tjiek-tjiek-tjiek 1... sneed de scheIl roep van tjitjak haar peinzen af.. .... rukte haar cru w g uit het kleine keukentj , waar z' in gedachten druk b zig was met afstrijk n van pit ... kwakte haar wecr t rug in de Indisch werk lijkh id, die vijandig haar blc·f beloeren.

Met en kramp in de keel herdacht ze al de v rIoren levensdingen, achtergebi ven in het land, waar nu mis- schi n d regen door de boom n zwi pte.

Als z to n niet naar nicht Sjaane was gegaan, waar die men ruit d Oost komen zou, om de gro ten te brengen van der zoon ... dan zat ze nou, ja nou nog in dat keukentje, dan hoorde ze nog de kind ren in de straat ... Maar Sjaane had gezegd, ze zou n ze most kom n. J hoort allicht wat uit de Oost. En je man schrijft ook niet druk. Goed, had ze gezegd, ik kom ... . want ze had toch ook wel weer eens wat will n weten ... . mèèr dan uit Van der Kooy's korte bricv n, die ze niet eens heelemaal begreep vanwege de Mal isch' woorden, die er altijd in stonden ... Maar hij was ook zoo ver- indischt, sinds ze hem had leeren kennen. Vijftien jaar alleen in den Oost. Daarvoor was-ie der ook al. Bij nicht Mien in Rotterdam had ze hem leeren kenn n. Toen hij voor 't eerst met verlof was. Dan waren ze al spoedig getrouwd. Een zegen, dat-ze toen al niet me was gegaan.

Der eigen zuster had haar gewaarschouwd ... Bet, zei zc ... wat ben je begonnen, zei ze ... Dat is geen land voor fatsoenlijke menschen, d r ben ne allemaal zwarte n ze staan je naar je leven. En hct zit er vol be ste, zei ze.

Toen was ze bangerig geworden ... had er met hem over gesproken en Van der Kooy had niet aang drongen, dat ze mee zou gaan. Hij ging alleen. Na zevcn jaar was-ie weer met v rlof geweest. Een heel jaar 1 Samen in de beste harmonie 1 ... .

Met een glimlach zat z te d nken aan dien tijd ...

Hij was zoo jolig. Zoo blij w r in het Hollandsch lev n te staan ... Maar toen zijn tijd om was, n haar m egaan opni uw t r sprake kwam, had z geaarz ld. Waarom ook, als hij er vrede mee nam. Zij had haar eigen I v ntj en engoei zaak in Amsl rdam. Waarom zou z m naar Indië gaan. Maar loen had ze ste ds minder g hoord ...

en soms w 1 eens g dacht, dal h t verkeerd was g wce t, die arme go ic Van der Kooy daar allijd maar all enig in dat apenlalld te laten ziLLcn, maar was h t ook weer vergeten. All en toen, bij d r nicht, had di m neer, die de gro ten kwam ov rbrengen van der zoon... en toch een nette mene r ook, die een toko had in Surebaja, van allerhand Indische dingen vert ld ... Al was het dan tegen der nicht, maar zij zat er ond rwijl ook maar zelf bij ... dat alle mannen in Indië cr Minas op na hielden ... En zij had gez gd, dat Van der Kooy zooi ts nóóit zou do n ... Hij had zoo g lach n, dat ze der verlegen onder wier. En was aan het prakiseeren g gaan ....

Och, ze had nict mollen prak is eren. Dan zou z hier nooit gekomen zijn ... Ze had er toch ook in een paar bri ven naar gevraagd. Maar hij antwoordd daar nooit op ... N e, ze had ni l argwanig mo ten worden ...

Dat was verkeerd... Maar h t was gaan knagen, knagen ... Zij kon el' ni t meer van los kom n ... Ze begon ervan te droomen. Van dcr Kooy, waarvan z het niel g looven kon,... n Mina 1 ... En dan, al was het all n maar om haar gocd n naam ... Z zou toch zeI vers cens gaan zien ... Dcr ging omm rs ov r v rtien dagen enkennis, óók naar Indië ... Kon zc toch licht met hem meegaan. En z had h t dadelijk ges hrcv 11,

dat ze komen zou ... en nu ze hier was, nu bI ek dat't all s leugen en laster was, dat di goeie Van der Kooy ...

- Saja, Njonja 1

Met een schok vloog ze overeind .... Vlak achter haar had die stem geklonken ... Van Oes in, die, op bloote voeten, ge- ruischloos door de binncngalerij achter haar gekomen was.

(10)

Leelijke lamm ling 1 Mot-je me zoo late sch~ikke ? Goeie got, mc hart staat stiL ... is dat en mClller om ine ns vlak a hter i mand te komm , en je de dood- stuip op 'l lijf te ja n ...

Nog hija nd met beide handen aan haar hart stond ze voor d n jong n.

- Njonja pangkil ?

_ Wa- eCTgic? Ik waarschouw je, lap me dat noger s.

b .

Dat loop maar op d rlui bloote vo t n... ,Ja, waar blijft nou de wag , ik mot ommer inkoope doen?

- Apa Nja? vroeg d jongen. .

_ Waar of nou de wag n blijft. Het rijtuig t Ik mo tUIt!

Met haar handen als aan leidsels, toond ze denjongen wat haar bedoeling was en herhaald nu wat luider, omdat ze meend ,dat hij haar Hollandsch beter zou verstaan, als ze hard r sprak ... - Ik zit hier te wachten op de wàge. Ik zou toch naar de passar, om in te koopen ... ik heb se p noodig en boend rs en nog véél méér. Of docht-je, dat ik nog lang in die vuile rommel kon zitt n ... D r mot schóóngemaakl worre ... Versta-jc me, schoon-gè-mààkl, n de wage mot direct komm ook 1

En omdat 0 ssin haar met half op n mond vrag nd bleef aanstar n, nam zij hem ineens m t goedige maar tege- lijkertijd gedecideerde bazigheid bij ecn slip van zijn mouw, en trok hem voort door binnengalerij naar achtererf en stal, n w cs hem daar erst de paarden en dan den wagen, h m beduidende, dat hij moest in!lpannen ...

- Njonja, Amat pigi di kampong 1

Mevrouw Van d r Kooy keek hem even aan, als trachtte ze uit zijn oog n te lez n, wat hij mocht hebben bedoeld ...

Nog eens trachtte Oes in haar aan h tv rstand te brengeI~~

dat de ko lsi r Amat naar de kampong was. En hIJ enkel huisjollgen was I ...

Voor mevrouw Van der Kooy zou het geen ver chil heb- ben gemaakt, indi n ze hàd beg rep n I ... Oessin was een

"zwartc" en Amat was ook en "zwarte", of ze den een of den and r op de bok had, maaktc voor haar ge~n

.'1.,; , . . _ • ~,

grein verschil. Z kon z zelfs nog niet ns goed uit Ikaar houd n... Het stand b wuslzijn van n hui 'jong 11

teg nover e n koctsi r, zou bij haar ni t zij n opa gaan ... . Dus zett ze met één enk 1 resoluut g baar al zijn onv rstane argum nt n l I' zijde nbsloot:

- En nou gauw anspann ook ... ik wil m borslels z lf uilzoek n n me dweiIe moet ik ook erst zi n. I Iet huis mot grondig s h onaemaakL. In zoo'n fuile romm I wil ik nu lIi t langer zitl 11 ... Fooruit en haast je wat.

Oessin was van plan een belcedigd nezicht te z llen.

Z Us te w ig ren. Maar de korte geb i d nd t on de d h maarzeI n. H t fit, dat hij nu n Njonja had, die ni t eens mo ite de d zijn taal le spr k n, die niet g - br kkig iets tegen h m stolterde, maar rad haar igen taal sprak, alsof het haar dóód-koud liet, of hij haar v 1'- stond of niet, indien haar b v>1 maar w rd uitgevo rd, overtuigde hem radicaal van haar supcriorit it.

Hij ging gedw e de paard n hal n.

En m vrouw Van der Kooy haa ttc zich weer h t hui in... sloot nog sn I nigc deur n af, waarvan z den slcutel veilig in haar tas 'h slopte, aing in de slaap- kamer h t bri fje halcn, waarop Van der Kooy om haar t helpen, toch enige Maleis 'he namen van d gewen cnl ingr diënl n had gcschrev 11, en liep dan naar d 11 slal om te zicn of Oessin zich werkelijk wel haastt, t rwijl z oyerlegd ... twe ni uwe b z rus moesten het zijn, drie handschrobbers, een paar go ie linnen dweilen, 'n z p ....

vooral héél ve I go ie vette z cp ...

II

Van der I(ooy k ek nog 115 m t tevr d n blik naar d n molen, dien hij had 11a r 2,i n, gaf d n mandoer nige opdrachten over smeren 11 inv tten n]i p dan mo , na zware licham lijke inspanning van r pare r 11, d

(11)

12

zaal uit naar de hall, om t zien of Schuit nog niet kwam.

Dat was zoo zijn g woonte, altijd op Schuit te wachten, voor hij naar huis ging. Maar m stal was het Schuit, die daar l' ed op hem t wachten stond.

Waarom hij h t d ed wist hij z If niet, evenmin als Schuit wist, waarom hij allijd op Van der Kooy wachtte.

H t was tegelijk sI UI' n sympathi . Van d r Kooy ging nooit naar huis zonder Schuit en chuit nooit zonder Van d'r Kooy, ook al was d af te legg n afstand maar enkele minuten. Vijfli n jaar g led n had hij huit leer n kenncn op n onderneming in h t Besoekische, waar ze sam n geëmployeerd waren ... Toen hij naar To 10 ng Baroe ging als tweed machinist had hij Schuit m egenom n... Het was een der condities geweest.. ....

Schuit mee I ... Hij wist weer niet waarom ... Schuit wa aan hem gehecht, zooals Van d r Kooy gehecht was aan Schuit. In vijftien Indische jaren waren ze als sam ngegro id. Bijna als hoord n ze bij Ikaar.

Vijftien jaar hadden ze samen in één huis gewoond, . én kokkie gehad, aan . én tafel gegeten. Ze war n van denzelfd n leeftijd, vijftigers nu, ze hadd n als oud- word nde vrijgez llen het Indisch I v n doorgescharreld, met al zijn wel en wee. En het was bijna ondenkbaar, dat ze ooit van elkaar zouden gaan.

Nooit hadden ze elkaar gezegd, dat ze vrienden waren ....

Ze hadd n e nvoudig samen g woond en geleefd ... En op een dag, dat Schuit rnstig ziek was, had Van der Kooy plotseling het gevoel, of hij op het punt stond c n igen broer te verli zen. Schuit was een stil ingetogen menseh, eenig zins v rl gen van aard. Hij sprak nooit ve I, en wat hij sprak was meestal een echo van hetg en Van der Kooy zeide. Omdat jaren van Indische hitt ook Van der Kooy zwijgzaam hadden gemaakt, h erschte er dus meestal stilzwijgen tusschen beiden. Maar ook dat stilzwijgen was in het eenzame vrijgezellenleven gezellig- heid geworden ...

. .

.---

13

De wetenschap, dat I' e n ho wcl onuitg sprol n g negenh id b stond, was voor b ide mann n 11 be/wette g word n, di ze niet konden ontb r n.

En vooral Schuit's li fde voor Trude.

Trude was g bor n in d rste Indische period van Van der Kooy. Hij had, als zoov I and re, en huis- houd st r g had, stil Soendan eh meisje, dat h 111 uit d n Preangcr naar d n Oostho k was gevolgd en dat kort na de geboorte van Trudc slicrf. Het moed rlooze kind, dat nu door en oude kokkie w rd opg voed, bleef hem als en h rinnering aan d stille gedweeë Marij m, die hij toch zeer had Ii fg had.

Overdag, als Van der Kooy op de fabriek was, scharreld het kind altijd rond in de bijgebouwen. spelend m t een kleinkind van kokkie, dat d ze tot zich g nomen had.

Bruingebrand door de zon, dart 1 nd in de tjilana moniet, verschilde Trude weinig van het Inlandschc misje. Maar ied I' n avond weer, kJ edde kokkie het kind Europ esch aan. En als Van der Kooy van d fabri k terugk rde, stond h t al wenkend m t kl in. handj aan h t hek ... . en sp elde met hem tot h t uur van slap n gaan g komen was. In die dagen leerde hij Schuit kennen, die als luin- employé op de ond rn ming kwam.

En toen hij eindelijk voor het eerst met verlof zou gaan, betrok Schuit zijn eenzam wonina, en m t de zorg voor die wonina, nam hij ook op zich die voor het kind. Daardoor was het Van der Kooy mog lijkg wor- den met v rlof te gaan.

De vijf n dertig jarige Van d I' Schuit \ as toen rc ds een stille ingetogen man... di automatis h h t h m opg dragen werk deed, n voorb schikt sche n om zijn leven lang employé te blijv n. Hij had g n vriend n, maar ook geen vijand n. Hij leefde zijn tropische lev nt je, als een plant. die m n ergens had neer-gepoot, groeide, oud werd, en sterven zou op die plaats. Bijna gedachteloos had hij de taak op zich gellom n, te zorgen voor huis en kind. Maar dat driejarige kind

(12)

bracht in zjjn ven een f He motie. Re ds den eerst n dag, dat hij mo , komend van d fabriek het wuivende handje zag, werd er iets, wat hij nooit gekend had, warm in zijn hart. Nooit had i mand op zijn komst staan wacht n ... Nu stond daar een kind, nog m t tran n in d oog n ov r het hengaan van vadertje. Hij verO'[ü die avond t mandiën, nam h t op schoot, luist rde naar de Mal 'ische kinderbabb Is, voelde zachte armj s om zijn hals ... Die avond was de eerste vol- maakt g lukkige in zijn lev n.

Hij leerde het Oompje zegg n en andere lieve Hol- land che woorden.

En zoo I efdcn ze samen voort.

Uren voor het sluiten der fabri k kwam er reeds zachte ontroering in zijn cnzame hart bij de gedachte, dat daar een kind zou staan wuiven bij het hek... dat zich nu r eds liet baden en opknappen voor zjjn komst.. ....

Dat er een wez nt je was, dat verlangend naar hèm uitzag.

In die grootc vr mde, eenzame Indische wereld ... . één hartje, dat voor hèm klopte.

En hij leerde het de Hollandsche sprookj s, welke hij zich herinnerde uit zijn jeugd, verteld door zijn goede moeder in Holland, die even eenzelvig geweest was als hij ... En er eenzaam was gestorven.

Moedwillig aan Ic rde hij het Hollandsch praten, de zelfde woordjes zeggen, die zijn moeder hem enmaal had toegefluisterd, en die in zijn ziel waren blijven voort- klinken, als de weemoedige melodie van oud lied.

En iederen avond weer wenkte van verre h t kleine handje ... sloegen mollige armpjes zich om zijn hals ... . fluisterden kinderlippen woorden, die de echo schenen van zijn verre maar dierbare jeugd. Zijn leven kreeg ineens nieuw doel.. .... Het kind ... de kleine Trude.

Op e n avond had zij hevige koorts. Den volgenden dag liep hij drie maal uit zijn werk om naar het kind

te zi n... waaraan kokki met Inlandsch obatj s dokl rd . Hij zond om n Europ sch dokte!' ... Di sehudd h t hoofd ... seh n hem op i ts V Ol' te willen ber id n, maar zei het toch b -tr -kkelijk cru, to n hij hoord , dat S JlUit de vader ni t wa :

H t kind zou het niet halen, dysenterie, malaria ... . 's Morgens gin n Schuit nog, maar mo ilijk, lIaar de fabriek. To n hij r n uur was, kon hij h t ni t meer uithouden, li p bijna in draf naar huis. En bI d daar.

Hij z tt zich bij h t b dj , v rtelde alle oud sprookj s, die hij k nde, zong li djes m t door tran n erslikte tem, ook al wist hij, dat het kind h m Hiet altijd meer hoord . Bood chapp n uit de fabriek met bedreiging tot ontslag raakten h m niet. Hij bI ef bij het kind rbedje, bij h t eenige mondje, dat lieve dingen tot hèm had gefluisterd, het eenige hartje, dat hem to geneg n was. Soms vo lde hij niet meer, dat het klopte ... Dan was het of hij zelf sterven zou, scheen h t I ven do Hoos, als hij dit niet meer zou kunnen wijd n aan de kl ine Trude ... .

Maar na en week van dood trijd ging n de oogj smind r mat open .... kek n stil rond, zan n hem bij h t bedj > zitten.

En om d dorre lippen kwam en week la hj ... . Dat lachje was het hoogste geluksmoment in zijn leven g west... Lar.hj , bevredigd, rustig, omdat zij hem daar bij zich zag.

De kl ine was daarna stil ingeslapen. Maar Schuit had tw e uur ligg n huilen... ... Huilen als e n kind ... . huil n van geluk. Ook d e nin keer in zijn I ven, na zijn kinderjaren, dat hij gehuild had.

Daarna nog eenmaal.. .... tocn Van der Kooy na zijn jaar verlof.. .... t rug zou k 'r n, toen hij mcend' van Trude w er heen te moet n gaan.

Hij I ed er nog meer onder dan in de dagen, dat hij meende het kind door den dood te zullen v 'fliezcn ... . Van der Kooy kwam, dankte h m ontroerd voor alle zorgen, en vro g hem of hij nu al w er een huis had.

chuit had vergel n daarnaar te zo ken.

(13)

De armpjes sloegen zich erst om zijn hals.

En de oogjes keken verbaasd naar den vreemden man, di r naast stond.

Toen dien avond het kind haar oude plaats op Schuit's schoot zocht, en samen met hem de oude liedjes zong, z i Van der Kooy all en met iets vreemds in zijn stem, dat ontroering wilde verbergen:

- Je bent je carrière misgeloop n ... je hadt kinder- misje moeten worden.

- Ja, ja ... kindermeisje worden, had Schuit ge- lachen, en zong dan we rvoort: Er zaten zeven kik- kertjes, al in een bóerensloot·· ... '"

Bij ... boeren ... '" sloeg zijn stem over.

Sindsdien had Van der Kooy nooit meer gesproken over een ander huis ... .

111

Loom, do zelig van hitte binnen fabrieksmur n, slenter- d n ze nu sam n Haar huis ... Het gro te fabriekserf af, den weg over... en h t eigen rf op.

Zwijgend gingen ze naast lkaar de weinige af te leggen schr den.

H t Indische zwijgen na schro iheeten dag.

Binnen het hek trok Van der Kooy snel het boordje van zijn toeto p los, maakte herad mende halsbewe- ging van ruimte ... schoof de kree opzijde en liep de voorgalerij door, in weldadige verheuging dadelijk te kunnen mandiën.

Er was niemand.

- Vrouw' riep hij, even gedempt.

Maar dan herinnerde hij zich, dat ze naar de passar zou gaan ... en liep de gang in naar zijn kamer.

De deur was gesloten.

eigen kamerdeur en beteuterd naar Van der Kooy omzag.

- He? zei Van der Kooy... geslóten?

- Ja, gesloten, mijne ook.

Van der Kooy voelde nog eens ... keek dan weer vragend naar Schuit.

Schuit knikte.

En als begreep die ineens, zei hij: Schoonmaak I - Schoonmaak? Moet me kamer daarvoor op slot?

- Ze zal direct wel komen ... dan kunnen we erin.

Schuit zei het gelaten, als had hij zich reeds geheel aangepast bij den nieuwen toestand ... Een vrouw in huis, schoonmaak ... gesloten deur na gedane kamer.

Maar op Van der Kooy's voorhoofd zwollen de aderen ....

- Is ze be ... Hij hield zich in, probeerde nog eens aan de deur, als kon hij niet gelooven ... keek dan we r vragend naar Schuit.

Dan klonk door de voorgalerij een schaterlach. Daar stond Nittel, de fabricagechef.

- Daar boffen jullie bij!

- Ja, daar boffen we bij, herhaalde Schuit met nog eenigszins vragende intollati in de stem ... we kunnen

der ni tin.

- Wist ik al. zei Nittel, die juist uit zijn paviljoen was kom n aanloopen. Sarina vertelde 't me, mevrouw heeft de leutels m egenom n. Er is vanmorgen schoongemaakt in die kam rs ... .

- Maar mag ik dan ni t in die schoongemaakte kamer? vro g Van der Kooy ... ze lijkt wel gek, wat zijn dat nou weer voor kmcn.

- Niks als schoonmaak ... tr k het je ni taan ...

kalm erde Nittel... dat h bb n alle vrouwen als ze pas in den Oost kom n, schoonmaakmanieën, slijt w .. l.

Zij willen non alles op zijn Hollandsch doen, en op zIJn Holland ch zien ... Slijt wel.. ... In den Oost slijt all s ... ..

Kom hi r bij me zitten. Maak je niet druk.

- Ja maar ik wil mandiën ... ik wil me kebaja hebben.

Van Wtrmeskerken. Suikerfreule. 2

(14)

En nog eens, ongeloovig voeldc hij aan de dcur.

Nittel . chaterlachte. Hij was een van die oersterke ras-typ s, waarop zonnehitte noch tropen vat schenen te h bb n, die, jong in den Oost g komen, zich met breede onverschillige schouders even gemakkelijk door d vr ugde, als dc moeilijkhed n van 't Tropen- lev n heenslocg. Onverstoorbaar humeur, ontembare

nergi , onverwoestbarc gczondheid ... was hij, na d n suikercursus, op een dag in Indië g land met het vasle plan er zijn w g te bancn. Moeilijke opdrachten, lastige en soms treiter nde ch fs hadden h m koud gelaten ... . hij ging zijn weg. En was nu op dertigjarigen leeftijd r eds fabricagechef op Toeloeng Baroe, en feitelijk de spil waarom alles draaide. Het person cl en vooral de Inlanders zagen door de tactvoll prettigc wijze waarop hij met hen omging, in h m eigenlijk meer den to ·wan besar dan in Van Wielandt, die all n door familie- relati s aan h t hoofd van d onderneming was g - kom n, maar het m est van zijn tijd in oerabaja of in d bergen doorbracht ... blij de verantwoording op andere schouders, sterker dan d zijn, te kunnen laden.

Als jonggczel was Nittel in het lee staalld paviljocn bij Van d r Kooy getrokken. Eerst tijdelijk, maar omdat het hem er bevi I, was hij gebleve.'.l en huisgenoot geworden.

Hier had hij, als hij 's avonds moc van de fabriek kwam, t nminste aanspraak, hier bchoefde hij geen huishoudster te nemen... Wie kon beter rijsttafel klaar maken dan dc oude Sari na.. .. hier zatcn ze m t hun dri ën aan tafel.. .... hier dronk n ze gezamenlijk thee ... Het deed dc doodende eenzaamheid van ond r- nemingsl ven vergcten. Het maakte de lange avonden licht.

En als hij e ns uitbrak ... naar Soerabaja, dan liet

~h~n~~~. .

Nu stond hij met zijn groote staalblauwe oogen 10

verbruinden kop lachend naar de twee mannen te zien ...

En de schaterlach, waarin hij weer uitbarstte omdat hij hen bciden zoo beteut rd voor hun deuren zag staan, wcrkte zoo aanstekelijk, dat Schuit ook wecr in lach schoot n de laatste woorden van Nittcl hcrhaald ...

nu tot Van der Kooy:

- Maak je niet dik 1

- Ik maak me niet dik, maar ik wil crin... Dat zijn toch ge n manieren, neem me nict kwalijk ... Kom je warm n bezweet van de fabriek ... wil jc je lekk r in je k baja stek n ... mandiën ... Deur op slot 1. .... . Slaapkam r op slot.. .... Schuit zijn kamer op slot .... ..

Op slot omdat-ie schoongemaakt is. En me vrouw uit.

Dat heet nou s-c-h-o-o-n-m-a-a-k ... echte Hollandsche schoonmaak 1. .... .

- Als we ... zei Schuit ... eens door het raam gingen. - Door het raam?

- Ja ... door het raam I

- Hoeven jullie niet tc probeeren, lachte Nittel we r, de luiken zijn ook stijf toe ... heb ik al gezien ... Kom nu rustig hier zitten, clk oogenblik kan mevrouw terugkom n ...

Bij het woord "mevrouw" kc k Van der Kooy h m even aan... maar Nittel's gczicht drukte op dat oog nblik zoovecl medelijd nden ernst uit, dat hij er g n cnk Ie ironie op lezen kOll.

- Kom we gaan rustig daar zitten ... echode Schuit g laten... Ik oogenblik kan urn vrouw" terugkomen ...

Het is een g k geval.

- Nee, vi 1 Van der Kooy nijdig uit, het is heel máálg en gek geval ... 't is schoonmaak... chte petiterige krenterige Hollandsche schoonmaak, anders niks, anders niks ...

- Nee anders niks, viel Schuit snugger bij, zette een g noeg lijk gezicht en liet zich in een stoel in de voor- galerij neer ...

- We zullen der maar bij gaan zitten ... we kunnen der nu eenmaal niet in ...

Maar de berusting van Schuit, het joviale van Nitt I, werkte op Van der Kooy irriteerend. Hij voelde zich

(15)

eenigszins schuldig, omdat het zijn vrouw was ...

Driftig herhaalde hij:

- We kunnen der nu eenmaal niet in 1... Dat zegt-ie daar met een gelatenheid ... Zou je zoo'n deur nou niet intrappen?

Schuit schrok. Zijn naïeve geest nam de gedachte voor de daad en kwam tegen zulk een vernieling in op- stand... Ernstig zei hij:

- Dan moet je hem weer laten repareeren ook.

- Kom .... kalm er .... wees bedaard, man .... begon nu Nitt I joviaal.. .... wacht nu rustig af.. .... Zoo dadelijk is ze thuis. Als je je vrouw uit Holland laat komen ...

dan weet je van te voren, dat ze nog Hollandsche begrippen heeft.. .... Hier... n llij drukte Van d r Kooy in een stoel, ga nou zitten, man.

Maar Van der Kooy ging niet zitten ... de Tropen hadd n hem opvlieg nd gemaakt ... de situatie waarin hij zich bevond, vooral tegenover Nittel, maakte bern kriegel... En hij viel uit:

- Ik haar laten uitkomen? Ze he ft zichzelf laten uitkomen ... Ik ben er onschuldig aan, als een pas- geboren kind ... .

Schuit, eensdeels om hem bij te vallen, anderdeels om zijn vri nd te troosten, knikte bevestigend ...

- Ja, als een pasgeboren kind ...

- Maar je zei toch, dat je je vrouw ...

Van der Kooy wenkte aL. .... - Ja, dat zei ik .... ..

ied r n zeil we) eens wat om g en flater te slaan ... . om zijn figuur te r dden ... Maar nou loopt het de spuigat nuit. Zèlf laten uitkomen?... Zal je over- komen ... Het g ft nou niks meer om r t g nover jou do kj s om te wind n, Niltel. ... maar de zaak is anders ... Ik zit kalm in den Oost ... ik we t van niks,

waar of Hiet, Schuit ...

- Ja, hij w t van ni ts, hij zit kalm in den Oost. '"

- Ik doe mijn werk en mijn vrouw zit kalm in Hol- land ... vijftien jaar lang ... .

- En nooit geen ruzie ook ... viel S huit nuchter bij, als zei hij iets verstandigs.

- Nittel, ik zal je nu e rlijk zeggen hoe de zaken staan ... bij mijn rste verlof heb ik haar ontmoet ...

zestien jaar geleden... ... lieve goeie vrouw... ni t piepjong meer... mijn igen lef tijd, to n aanvang dertig zoowat.. .... een paar maanden samen gegaan ... . Toen maar getrouwd. Waarom ook niet. Bij zoo'n verlof denk je ni t di P na. We harmonieerden best. ... Jij weet wat het leven van vrijgez I in Indië is.

- Ik voel me der best bij, man, zei Nittel droog.

En na e n aarzeling voegde hij rbij: - Tenminste nu nog.

- Nou ja, maar ik vo Ide m er ni t best bij ... . het zat me tot hi r ... Mijn huishoudster Marijem was gestorven ... de moeder van Trude, we t j , dat zat me nog dwars ... Ik denk zGo'n vrouw bij je, een echte Hollandsche vrouw, zoo heel maal een Hollandsch huis- houden in Indië, is toch maar beter... Maar ho het kwam... w et ik ni t... tegen den tijd, dat mijn verlof opraakte, zat ik toch weet ov I' onze Trude te piekeren. Met haar verstard-degelijk Hollandsche be- gripp n ... je we t hoe klein z daar soms zijn ... zou misschien de kleine Trude een struik lblok worden ... . En het kind ontkennell ?.. ... In de kampong lat n opgroeien nee, ... '" kon ik ook niet. Op enkeer maakt iemand haar Indiê tegen... Mijn vrouw meen ik.

Ze begon te aarzelen ... wilde nu eens wIm e, dan weer niet... ze had zelf een zaak, die goed ging, die ze liever niet verkocht ... Ze zegt iets van ook wel hier blijven kunnen en pas mcegaan na volgend verlof.. ....

Om het kort te maken ... ik ging alleen terug ... En dacht ... het is eigenlijk beter zoo.

- Ja eigenlijk veel beter zoo, zei Schuit overtuigd.

Maar kromp dan metecn in zijn schulp, geschrokken van eigen t openhartige eerlijkheid.

- Nou I Trude wordt grooter ... ik hecht me meer en meer aan het kind ... wil je wel gelooven, dat ik

(16)

- ,

soms vergat in Holland getrouwd te zijn. Het scheen me zoo dwaas. En zoo vcr.

Nittel knikte, stak met gezicht van aandachtig luisteraar een sigaret op.

De oude Sarina bracht het theeblad, schonk in, zette als vanouds, toen er nog geen vrouw d s huizes was, e n kop neer voor elk der heeren.

Als ze heen was, vervolgde Van der Kooy:

- Toen kwam de tijd dat Trude hier niet kon blijven.

Wat was dat voor opvoeding ... Ik zond haar naar de kloosterschool in Soerabaja... Een heel gemis zoo'n vroolijk kind om je heen ... ze was het zonnetje in huis ...

- Ja h t zonnetje, glimlachte Schuit, met iets afwezigs in de oogen, als herinnerde hij zich die vroegere jaren, dat Trude nog kind was, en thuis.

- En dan ineens die leegte ... Ik hi ld het niet uil.

En waar het mijn tijd voor verlof was, ging ik nog ens naar Holland. Het is moeilijk om het te zeggen, ik m en er niets kwaads mee tegenover mijn vrouw, maar jon- gen... ruim zes j aar weg zij n... zes Indische j ar n voor mij ... zes Holland che voor haar, in dat kJ in benepen milieu van burgerlijkheid, hetwelk je verg et, als je in Indië bent ... Nittel, ik schrok toen ik haar terug zag ... Had Indiê mij opgevoed? Was zij verburger- lijkt ? ... Ik weet het niet.. .... Maar ze scheen me ...

nou ja, het do t er niet toe, ik wende er na en paar w k n al w er aan. En we hadden geen ónprettig n tijd samen ....

Hart van goud heeft ze, Nittel. hart van goud, een vrouw gesned n uit één stuk. Ge n grein kwaad bij. Wil je wel gelooven dat ik heilig overtuigd ben, dat ze al die jaren, dat ik haar alleen in Holland liet, nooit naar een anderen man heeft getaald ... Bij haar was getróuwd zijn ...

nou dat was "getróuwd I"... En daarmee uit. Maar ik praatte niet meer van mee naar Indië gaan. Ook al om Trude, maar om nog veel méér niet. En zij praatte er ook niet over. Ze wou me graag in Holland houden.

Kijk, we schelden op Indië als we hier zitten ... maar als je dUr ben... in dat Hollandsche milieu .... ..

fatsoenlijk-degelijk, dat zeg ik erbij, maar toch .... ..

Verlegen keek hij Nitlel even aan ...

- Laat maar, ik begrijp je.

En Van der Kooy ging voort: - En dan dat klimaat, die wind, die koude. En het begint weer te sneeuwen !. ...

Man, dan krijg je zoo'n wild verlangen naar die zon, Haar een goeie rijsttafel, naar je kabaja, j mandi kamer ...

Ik was blij, dat ik weer op de boot zat. Ik ging over Brussel, Parijs en Mars ille ... ik haalde weer adem ... Ik voelde me pas weer senang, toen we I kk r warm in de Roode Zee waren. Ik erken ook graag, dat Indië me we r wat te warm op me dak vieL ... maar dóórbijt n, jong n. E n mensch kan het nu eenmaal niet zoo h bben, als hij het graag wiJ. Indië is toch een mooi en een heerlijk land ...

Ev n zat hij in gedachten uit te kijken naar de palmen, waarover reeds lat zonnestral n gleden ... naar een loodgrauwe lucht achter de fabriek met belofte tot onweer en verkoelende regenbuien ...

- Ga voort, zei Nitte!.

- Hoe het nu verd r gekomen is, hoorde ik hi r pas ...

voor eenige weken. Op een go ien, nee, laten we zeggen op een onzaligen dag, komt er i mand uit Indië bij een nicht van haar aanzeilen ... die vertelt ov rh t Indische 1 ven 1... En zooals dat gewoonlijk voorkomt ...

vertelt hij ook... dat alle mannen hier J\,tinas h bben ...

Nittel schoot in d n lach ...

- Kan ik me voorstellen 1 De gewone verhalen van t mpoe do-Ioe 1

- En ze schrijft me... Dirk, je bedriegt m ... alle mann n hebben Minas in Indië .... Jij dus ook. Ik schrijf terug ... ik heb alleen een huisjongen en en kokkie ...

- Ja, alleen een huisjongen n en kokkie, b aamde Schuit.

- Ik krijg een brief terug... Een kokkie is ook

- .-. ... ''1' ,

(17)

een vrouw, hoor ik, ik heb ernaar gevraagd. Die vrouwen in Indië weten niets van de zedelijkheid ... Ze dragen alleen maar een sarong ... je moest je schamen.

Weer lachte Nittel luid-schaterend op.

En Van der Kooy, als moest hij het nog bewijzen, betoogde ernstig en naief: - Nou kennen jullie de oude Sarina... en vogelverschrikster ...

- Ze kookt anders heel goed, zei Schuit, die goedig de oude Sarina m ende te moeten verdedigen.

- Ik schrijf... laat je toch niets wijs maken, dat geklets daar in Holland ... ik zend haar bovendien nog een kiekje van Sarina ... En denk, die is allang tevreden ... alles goed zoolang ze maar niets van Trude weet... want dat zou ze toch niet begrijpen... En daar schrijft ze me een pampieren brief.. .... lieve Dirk ...

dat ben ik ... Lieve Dirk ... ik heb me zaak verkocht, ik kom de volgende week toch maar naar Iudië. De boot heet de VondeL ... der gaat nog een kennis ook ...

dan ga ik meteen maar mee ... de vrouw moet den man volgen, waar hij gaat... Goeie god, ik ken het ding van buiten ... de doodstuipe joeg ze me ermee op mijn lijf.. ....

- De volgende week? vroeg Nittel.

- Ja juist ... de volgende week ... Het is waar- achtig of ze schreef: ik kom de vólgèndè wéék naar Utrecht.

Toen ik haar brief ontving ... zat zij al bij Sabang ...

En of ik haar nu maar in Batavia van de boot wou komen halen ... Stel je voor, net op het drukst van den maaltijd, dan kan de duivel nog geen verlof krijgen ...

- Het speet me werkelijk Van der Kooy, maar dat ging toch niet.

- Dat begreep ik ook... En bovendien ... ik denk, die alleen naar Indie komt, kan ook wel alleen van Batavia naar Toeloeng Baroe komen. En daar staat ze voor me ... goeie got nog precies zoo ... nee mis- schien nog erger, als ik haar eenmaal in Amsterdam terug zag... Ik dankte god dat Trude haar zoo niet

zag, daar was ik tenminste dankbaar voor... Die hoeft haar pas te zien, als ze tenminste wat verindischt is ...

- Dat gaat gauw genoeg, troostte Nittc!.

- Als ze maar eenmaal een pikol rijst ophe ft, dan is ze misschien al indischer dan je lief is ... vulde Schuit aan.

- Ja, maar nou eet ze die nog met boter en suiker.

Het klonk zoo hop loos, en tegelijk zoo komisch, in die indische voorgalerij, rijst met boter en suiker... dat ze alle drie in den lach schoten.

- Komt wel, troostte Nittel goedig. Het d ed hem zeer, den anders zoo ronden opgewekten man nu zoo terneer- gedrukt te zien. Hij doorvoelde zoo volkomen de situatie, de moeilijkheden waarin Van der Kooy zich bevond ...

En hij vond het noodig hem e n hart onder den riem te steken, in ieder geval de gêne weg te nemen, die Van der Kooy nu voor hem voelen zou. Goeie got, der waren wel andere gevallen in Indië.

- Kom k reL ... pleitte hij, zoo erg is het toch werke- lijk niet.. .... Ik vind dat jij overdrijft. Je ziet het zwaarder in, dan het werkelijk is ... Je vrouw is nu wel niet met je ... hoe zal ik het noemen, niet je méé-gegroeid in een Indische maatschappij ... ze is wel niet helemaal, wat jij hier wèrd, maar... honderden mannen is dat overkomen. Bij jou is het alleen iets moeilijker, omdal ze zoo laat in Indië kwam ... Zoover ik haar nu ken, is het werkelijk een vrouw met een gouden hart. E n pit met wat ruwen bolster. Maar een gàve pit. Ze is nu wat uit haar gewone doen geslagen. Geen kleinigheid om zoo vanuit een Amsterdamsche straat ineens midden in de Indische rimboe te staan ... Wat je nu het meest irriteert is die kwestie van Trude ... En dat is je eigen schuld.

- Kon ik anders?

- Zeker, je hadt anders gekund ... Toen je trouwde had je haar moeten zeggen, dat je een voorkind hadt, dan was het niets geweest.

- Maar jongen ik zag er niet dat in ... Je weet

(18)

hoe wij dat hier in Indië beschouwen ... En dan ...

ik wist ook niet, dat ik zóóveel van dat kind zou gaan houden ... Vaak dacht ik ... ik zal het haar toch maar vertellen ... maar je weet hoe je dan bent.. ....

voor je pI zi r met verlof.. .... En die bekrompenheid van opvattingen, vooral voor vijf ti n jaar ... Ik hoor haar nog vertellen van een buurmeisje, dat en kind had ... Die booze verontwaardiging in de enge Holland- sche straat. En dan al die Hollandsche principes, waar j hier in Indië nooit meer aan denkt. Ik probeerde het haar nO(J eens langs e n omweg t vertellen ... van een vriend van m , in Indië, die een voorkind had ... Ze zei, dat h t en schande was van dien man ... Ik mf'l::nde toen, ik vertel het haar wel aan boord ... Toen ze ni t meeging was het en opluchting ... Zoo heb ik h-t haar nóóit verteld. En nu ...

- Wil ik het haar zeggen? vroeg Nittel.

Van der Kooy sprong op ... - Nee, nee asjeblieft niet ... Nou ni t I Je ziet hoe Hollandsch ze nog is ...

Zelfs aan die kamers. Enk I omdat ze schoong maakt zijn word 11 ze afgesloten ... Wat is dat voor manier ...

- Neem haar nu voorloopig zooals ze is ... denk dat je ook schuld heb. Tracht haar làngzaam te ver- and ren ... Dat gaat gauw genoeg ... Vrouwen heb- ben een groot aanpassingsvermogen, alleen al uit instinct .. . En ze(J haar zoo gauw mogelijk dat van je dochter .... ..

- Ne eerst breeder van opvatting n zijn ...

- Dat b n je niet enkel aan haar, maar ook aan je dochter v rplicht.

Van d r Kooy schrok, vergoelijkte dan:

- Trude blijft voorloopig in Djokja... ik heb haar geschreven, dat we h t nu erg druk hebben m t de nieuw inrichting van het huis ... Dat ze bet r doet nog een maand bij haar vriendin te blijven ... Lat r komt dat allemaal wel terecht. Het zou haar nu verdriet doen. Gisteren heb ik nog eens geprobeerd het mijn vrouw langs een omweg te zeggen ... tenminste iets

dergelijks te vertellen... maar wat denk je dat ze zei ? ...

- Daar komt ze aan I

Het was Schuit, die met zijn gezicht naar den w g gekeerd, het wagentje herkende, dat in den vallenden schemer, vroeg door snel opkomend onweer over d n weg hotst.

- En vraag je haar dir ct de sleutels, Van der Kooy?

Ik wou me zoo graag v rkl d n.

- Natuurlijk I z i hij en rgiek... moest r nog bij komen ... .

Maar dan aarzelde hij. - Of, zei hij, zou h t ni t beter zijn, als jij erom Vl'O g ... Jij b ut n vre mde, jou (Jeeft ze ze misschi 11 eerder. Vreemde oogen dwingen, zie je I

- Nee, zei Schuit beslist, jij b nt de man ... En jij wou de deur intrappen.

Reeds zwenkt h t wagentj het erf op.

IV

M t bijna bazig sprongetj stond mevrouw Van der Kooy naast het wagentje, knikte in ronde hart lijkh id naar de heeren, die haar uit de voorgalerij tegcmo t kwam n.

- Ziezoo, daar zijn w we r. Maar dan keerde zij zi h boos tot den toegeschoten koetsier ...

- Zoo, most jij ... er is na je kampong, wist je we l'

nit:t, dat ik most rije?

- Apa Njonja?

- Da'k na de pass r most? Zeg, Van der Kooy, nou wou ik vanmiddag uit ~n de ko ssier was r natuur- lijk weer niet.. .... to n heb ik 0 ssin late aanspanne.

Maar die jongen ken-nie rije ... h t enige wat-tie deed was het beest m t de zw ep op zijn bast komme. Tot ik hem ten laatste de zweep eenvoudig h b afg nomen.

(19)

Zoo'n dierenbeul. En noem je dat een paard, het lijkt wel een sik ... en bij elk bossie gras blijft-ie staan ... . om zijn maal te do n, wat geve jullie hem te eten?

En naar het paard gaande, begon ze hem over den kop te streelen en zei met zachte goedigheid in haar stem ...

- Arm beessie, je krijgt havertje hoor, van de vrouw ...

zeI zorreg dat jij tenminste voldo nde ete binnen krijgt ....

kijk dat b esL ris hijgen ...

Het paard wendde den kop om. Mevrouw Van der Kooy sprong achteruit.. ....

- Zaa je dat? Hij wou bijte, 't kreng I

Alle drie schoten in den lach... zelfs de jongens lachten m e.

- Welnee, hij wou je een zoen geven I zei Van der Kooy, die zich hevig stond te ergeren, over de echo's uit Amsterdamsche straat die nu luid klonken over zijn Indische erf. - En is dat een weer om uit te gaan?

Maar de Amsterdamsche liet zich door enkele woorden volstrekt niet uit het veld slaan ... zij had haar ant- woord klaar ... .

- Hij is niet zoo soenerig aan sen hart als jij ...

zeg. En dan keerde zij zich meteen naar de anderen, als had Van der Kooy niet voor haar bestaan ...

- Toe helpe jullie effe een handj ... en waar blijft die jonge nou weer ... Net stond ie nog hier ... nee, die neem ik wèèr mee, vanwege de geselligheid, zeit den heelen weg geen boe of ba, en assie wat zeit, zeitie

"Ehl f t tegen het paard .... Toe neme jullie effe an ....

da's seep, meneer Nittel, nee u zal der geen fuile handen fan krijgen .... zit in een blik en Schuit neem jij die boen- ders effe ... Zoo. Maar da's eens en nooit weer ...

het is niks gedaan bij zulk een hitte ... wat een land, wat een lànd I

En de boosheid om zijn opmerking van zooeven alweer vergeten, keerde zij zich tot Van der Kooy.

- Gelijk hê-je toch eigenlijk wel, dat is geen weer voor een fesoenlijk Europeesch minsch om smiddags over straat

te gaan ... Och ik zal 't welleeren, ouwe ... hierzoo daar lijt nog een pakkie met zemel er lappe en sponse ...

Neem jij dat effies .... Ik mot segge, h t is me 't equipage- tje wel, die kussens benne zoo hard as steene, ik heb er pijn in me... rug van. En dan ... zeg, Van der Kooy, k n jij mal isch?

- Of ik Maleisch ken ... Of ik Maleisch ken?

- Ja ... ik stong daar in de toko van di gele Chinees en ik z g tegen 'm Sahoen 1. .. sahoen 1. .. Ze stopp me van alles in m hande, maar ge n z ep. En toe kijk ik zelf de winkel door ... en daar stond een hele stapel blikke.

En weeL je wat erop stong ?.... Jij met je sahoen ....

Gro ne zeep, stond erop, h el gewoon, crroene ze p.

- Maar ik heb sabo n geschreven, sabo n .... ..

- Dat is ook niet go d, der stong zeep op ... niks anders als ze p. En dan boenders ... siekàt ... siekàt I

- Sfkat, mevrouw, verbeterde Nittel.

- Nou dat zeg ik toch, sikat of sikàt ... zal wel h tzelfde w se. Of ik nou bÓ1'st I seg of borslèl.. ....

Dat v rstane se n t zoo goed. Maar die gele hin es ver Long me weer niet ... en z

i

ti dà-aadàa... dat bete kent zoove I a "Hebbe-we niet ," Dat weet ik al.

Jij m t j siekàt. Ze hinge der bij bosse ... ze be r pe me direct, toen ik ze aanwees ... ne ik heb j bri Hes ni t meer van nood , ik zeI mezelf wel h lpe, as 't mot.

En dan keerde zij zich weer naar Dessin, die kwam aanloopen ...

- Zoo ben je daar eind lijk... I 'clijk ro tmop, hier pakk s an van m n er Nittcl.. .... ne v r la j me w 'r niet, hi r die blik m t z cp ... aáann 'é me ... . van m n er NiUel... Die zet je in de kast. ... ..

- Njonja maoe apa?

- Njonja mouwapaa ... 't is me e n taa1.. .... ik h b ge n ape in me mouw ... In de kàst, jong n, kàààst en op de bófenste plank zelte ...

De jong n keek van de zeep naar zijn mesteres, met vrag ndc uitdrukking op h t onnoozelste gezicht.

(20)

En Nittel sprong bij. - Didalem lemari. ... diatas, ja I - Diedalèm lemarie ... op die jàtas, ja? Zie je, ik leer het wel. .. als ik maar tijd van leve heb ... maar wat een taal...

mo t je ook maar wete, dat n plank hier ja/as heet. Je r inste HoUentotsch ... Indertijd op de tentoonstelHng in Amsterdam in negentig, toe had je der ook zwarte, uit de duisternisse van Afrika ... nog v el grieze1ig r mensche as deze, m t zulke dikke lippe ... om van te droom '" maar dat's waar ook ... wat zijne die Chineeze hier een afzetters, d zeep kost twaalf stuivers duurd r dan bij Van Wagenin- gen op de Oostenburgeraracht ... en weet je wat ze me voor m boendersfroege ... goeie got waar benne me boen- d rs nou weer .... ..

- De jongen heeft ze al mee naar achteren gen om D,

zei Van der Kooy, maar ik wou je vragen ... waarom heb je die kamers ...

- Och, soo, ik schrik me dood ... docht da'k ze bij die Chinees had laten ligge ... Dan kon ik w er gaan ...

We kenne toch niet in die fuBe bende blijv n zitten.

Stel je voor, in al die jaren dc vloeren nooit opgeschrobd ...

enkel met carbol g dweild... Ik heb en gevoel of ik overal aan blijf fastkleve, je zou der e n besmettelijke ziekte fan krijgen... He-je gezi n ho di kamers benn opgeknapt... een heel andere kl ur gekrege ...

Van der Kooy, die driftig heen n weer was gaan loopen, had slechts die gelegenheid gewacht om den woord 11-

stroom te onderbreken, welke nog altijd plaats had op de trappen van de voorgalerij ... viel kort uit:

- N e, ik heb niets gezien, die zijn op slot.

- Ja, ja, die zijn op slot, vulde Schuit aan.

- God da's waar ook... had je dat ni terder kenne z gge?

- Nee, met geen mogelijkheid ... jij sprak' Zij begon dadelijk in een tasch te zoeken ... Hier zijn ze ... ja weet u, meneer Nittel, die heb ik geslote fanwege de bediendes, dat loopt zoo maar met hun zwarte voete over me pas geschrobde vloeren, en nou

denk ik, sluit ik me deuren maar af... Ik docht dat ik v el vroeger thuis zou weze als jullie ... maar zeg as je der in gaat, doe je dan je schoenen

re

uit? Je

vindt toch sellef prettig as de boel zoo lekker opg schrobd is, niet? Moet j der heusch in wese?

- Ja natuurlijk om ons te verkl eden.

- 0 ja, alweer verkleeden ... dat verkl edt zich hier zoowat d n heel n dag, smorg ns in f'en kebaja, dàn n toetoepie ... dan w 'r een k baja ... 't is of d was h geen geld kost. En het goed lijdt r soo van ... Wacht, nu mo t ik j toch effies late sien, hoe schoon het er geworde is ...

Druk stak ze de sleut 1 in de d ur n ... ging z voor de kamer in ...

- Nou wat zeg je. Dat's de oorspronkelijke kleur, en kijk eens hier hoe je waschtaf I is opgeknapt ...

en nou mo t je je sch rgerei altijd daar 1 (Joe, Van der Kooy. anders g f-het zoo'n rommel. ... Wacht ik zal een lichtje make. Wat is h t nou al donker ...

Een hevige dond rslag slo g kn tter nd om het huis n brak haar woord nstroom af.

Hulp loos van schrik bI f ze staan, dan zo ht n haar oog n angstig naar Van der Kooy, str kt nog verblind van licht de handen zoekend naar hem uit ...

- 0 God, z i z zacht.. .... da's raak, da's ingeslage.

Ik h b ni t eens ken ne telle.

Maar als ze h n lachen zag... h rademd ze.

- Elk onwe r is hier raak... z i Van d r

Kooy ... Maar inslaan doet het zelden ... Hoor, daar b gint het al te r gen n ...

- Nou, g lukkig net voor de bui thui-uis 1. ...

Een f I alles doordringend licht... een ratelende donderslag deden haar opnieuw zwijgen, en in ens pakte ze Van der Kooy's handen, trok hem tegen zich aan.

Het scheen of ze hem, als een kloek haar jongen, be- schermen wilde ·tegen een gevaar, dat donderend om hem was ...

(21)

Nittel schoof Schuit, die met half open mond van den een naar de andere keek ... de deur uit, naar zijn kamer en gaf hem daar jolig een duw, dat hij tot bij het bed terecht kwam ... .

- Zeg ouwe snoeper ... wou jij het jonge paartje in hun zoet minn koozen staan begluren en met wijd open mond staan afloeren... je moest je schamen. En kijk eens hoe netjes je vloer is opgeschrobd... ga gauw man- diën ... en kom dan bij mij een borrel drinken. Wij hooren hier ni t.

Lachend onder een plasregen wipte hij naar zijn pavil- joen, legde zich in de krossimalas ... zat even glim- lachend na te denken over dien armen Van der Kooy ...

- Djongos, kassi pait I

En terwijl hij wachtte op den jongen, nam hij stil uit zijn zak een portefeuill , waarin een kiekje Jag van twee jonge menschen, die samen tennisten, en bleef er lang en innig naar zien, als een remedie van hetgeen hij daareven meegemaakt had.

v

- Toewan ... poeko I anam!

- Saja!

Dadelijk stond Nittel voor zijn bed, hij hi ld van de Indis h morgens... zij schenen het leven te ad men.

lij h rin nerd n aan d Europ esche stemmingen van ocht nden in b lof te van zwoelheeten Augustusdag.

Wat lal r op d n dag stierf in zonnegloed en stof, lag nu nog in vol leven over de aarde. De onw ersreg n en dauw bestoven rvell rondom... d palmen... n in d verte de k bon glansd n in millioen n flonkeringen als zuiv r juweel.

D aarde ademd nu g ur. Geuren opgezogen door den morg n, en den nog koelen bergwind.

Dat was het mooiste oog nblik van den Indischen

dag, h t maar even gerezen zijn van de zon bov n de tuinen, het nog weifelende licht, vaag brekende door uit vochte aarde damp nde misten ...

Het gesluierd licht van blonden zomermorgen in het goede lieve moederland, dat hem hi r even de illusie liet, verwezelijking van een heimwee-droom, en dan straks door tropenzon zou worden weggeschroeid.

Blij trok hij de tuinen in, het leven te gemoet. Even op zich latende inwerken ... de illusie ...

Van Holland, van het noordelijk leven. Waarnaar hij verlangde, maar nog niet wilde gaan. Recht op vel- lof had hij reeds lang ... Maar een verlof zette achter- uit ... In dien tijd namen anderen je plaats in ... die zich weer moeilijk verdringen lieten. In Indië moest je in het zad I blijven zitten ... tot je er was ... dan kon je je genoegens veroorloven.

En waarom met verlof. Alleen gaan? Wat trok hem nu in Holland? Niets.

De tanden fel op elkaar, beet hij een verlangen weg ...

iets, wat hij zich had voorgestel~ ... peinzend bIe f hij even zi n ... in twee groote donkere oogen ... die meer dan Holland voor hem de wereld waren.

Dan zette hij het paardje in galop.. .... Niet me r denken... nu alleen maar doen, handelen, werken.

Al was de maaltijd nu voorbij, er was nog zooveel te doen... igenlijk allemaal werk dat feitelijk het zijne niet was, maar dat hij deed, omdat het zonder hem niet gedaan zou worden... omdat de administrateur alles aan hèm overliet... Nu vlak na maaltijd weer veert i n dagen weggeweest... gisteravond laat terug- gekomen.

Rijdende maakte hij notities ... Wat zagen die wegen eruit ... tot poed r of modder gemalen door de zware rietkarren. Dat mo st alles hersteld worden op kosten van de onderneming.

Toch eigenlijk niet zijn werk ... en toch weer goed, dat het zijn werk geworden was.

Van Wermeskerktn. Suikerfreule.

I

(22)

Kijk, nu begon de zon het te winnen van de nevelen ...

daar ginds over de jonge aanplant dreven de laatste dampflarden weg ...

Langs de rivier ke rde hij terug ... daar bij de kam- pong dartelden kleine kat jongs en meisjes door h t donkere water... poedelnaakt de kleinsten... De ouderen het saronkje al kuisch om de slanke lijfjes.

E n klein meisje zag hem daar hoog op den oever staan ... .

Zij wuifde kinderlijk het handje ... . - Tabeh. t'wan 1. .... .

- Tab h Mina!. .... .

Hij kende ze allen bij naam, de kleine kleuters waar- over de ouders zoo ontroerend teer konden sprek n.

Nu wuifd n ze allen... flonkerende bruine lijfj s in het glanzende water ... leuk goed, zoo gezien, als

bronzen kaboutertjes.

- Ahi.. .... ahi.. .... ja ja ja dat dacht ik wel.. ....

staat te kijken naar de meiskes ... dacht ik wel.

Nittel wendde langzaam zijn paard om, lichtte d n helmhoed.

- Morgen meneer Van Wielandt ... .

Hij had de hooge stem, die nu en dan scheen over te slaan, dadelijk herkend. Zooals Van Wielandt daar voor hem stond, deed die hem onwillekeurig denken aan een operette-planter, of een zooals afgebeeld op de Java- songs. Een nauwsluitend jachtpak om het tengere lichaam, rijbroek, lichtbruine schoenen ... een gewe 1"

over den schouder, en een zware helmhoed op de altijd welgesoigneerde haren. Alleen verving een donkere geslepen bril de anders gedragen lorgnet.

- Hoe stèt-ie mij, vroeg van Wielandt op zijn Haagsch toontje, prectisch he, zoo in de zon.

- Staat u schitterend, meneer... ik zou zeggen kranig ... zei Nittel, half ironisch, omdit dit het eerste was, waar Van Wielandt naar vroeg.

Van Wielandt voelde het ironische in d n toon ... ging daarom dad lijk tot and r chapit r ov r ...

- Euverigens alles in urde? ...

- Volkom n in orde, meneer.

Van Wielandt haatte Nitt l. Hij haatte hem om zijn jeugd, om zijn stoere wez n, maar om zijn houding t g n- over hem, den administrateur, haatte hij h m h t m st.

Di houdin J van koele beleefdhcid, die een ironie inhield, bijna alsof hij zich sup deur voelde. En toch kon hij hem ni ct missen, hij was n krach t zooals hij er zelden een g k nd had... ging geheel in h t w rk op, zag er niet tegen op in d n maaltijd vijftien, zestien uur in touw te blijven ... En aan wie mo st hij and rs den boel overlaten, als zijn gezondheid hem dwong er weer eens uit te breken. Uit dat eentonige leven van onderneming.

Als er nu nog maar ens één jaar go de tantièmes konden worden ui tb ta aId, dan 1i t hij den bo I zóó zitten.

Enfin volgend jaar misschien ...

- En is die molen nu ook weer in eurd ? - Kant en klaar, meneer.

- Sigar tje?

- Dank u meneer, ik rook 's morgens niet.

- 0 ja, d t-5 waer ... soliede jong n ben jij, zàg.

Heb jij die mol n nagezien? 'Vat mank erde raan?

- Nee, van der Kooy d ed h t.

- Brouwers nog ziek?

- Ja malaria, hij komt r niet af, ik geloof dat hij met verlof wil gaan, de man gaat raan ten grond .

- Gezàllig ... en wie moel n we dan nemen, altijd dat v rdemde wiss len an person 1.

- Van der Kooy. Eenvoudig I

- Heur eens, ik kan toch Van der Kooy nieL als eerste machinist aanstellen op een fabriek als deze ... . det gèt niet, det gèt niet, daar moeten we in i der geval iemand voor nemen, die theoretisch onderlegd is.

- Van der Kooy is iemand van de practijk, een kerel waarop je kan bouwen ... .

(23)

Terwijl hij het z ide speet het Nittel. ... Van Wielandt verbeeldde zich dat hij een oroot talent had in h t kiezen van zijn m nschen ... door h t zoo fel voor Van der Kooy op te n m n, b di rf hij diens kans n.

Zij reden nu naast elkaar door de tuin n, die. ofschoon nog geen acht uur. r eds lanen te tintelen van gloed. En omdat Nittel bleef zwijgen, n niet naar zijn reis vroeg, b gon hij r zelf van te vertellen ...

- Patente reis gehad. zàg. gisteravond pas terug .... ..

Verdraèide gezellige dagen in de Soerabaj che soos, .... ..

doodgelachen om die mak laar Van der Hoff. Der was nog zoo'n jong employétjc van een Besoekische onder- neming. die zat te geuren met v rhèlell over konings- tijgers ... Twee aangeschoten. drie g legd ... En hij wou net wèèr een verhaal beginnen ... toen zegt dic Van der HoU ... hij zat vroeger op Medan ... mene r zeit-ie. w vinden het heel gezàllig. dat je al die verhèlen doet, maar 1aet ze waarschijnlijk blijv n. To n ik nog op Medan zat, kwam daar ook iemand. net als u, pas een blauwe Maandag in Indië. en die doet ons een verha:;l van een koningstijger die vlak voor zijn d ur in dc voor- galerij zat.. .... Hij heeft geen geweer thuis ... gooit de deur toe, en wil vluchten door de achtergalerij ...

Maar met dat hij de deur opendoet ... ziet hij daar ook een koningstijger zitten. die zich wascht als een poes ... Hij weer terug, gaat op zij van het huis naar het raam... Toen zei een oude planter ineens ...

Wees voorzichtig. meneer ... als daar toevallig ook nog een koningstijger mocht zitten, dan donder ik u de soos uit ... Hoe vind je die mop? Hihihihihihi.

- Kon ik al. meneer.

- Kon je 'm? Nou ik kon 'm nog niet. geestig he?

Hihihihihi. Nou je begrijpt. die jonge blaaskaak vertelde geen enkel verhaal over zijn koningstijgcrs meer. Apropos ... apropos ... daar weet ik nog niets van ... is dat vrouwtfe al gekomen. dat Van der Kooy heeft laten uitkomen?

- Jawel meneer, al tien dagen.

Van Wi landt zw cg even. als wachtte hij nad re explicaties... en toen di ni t kwam n. vroeg hij:

- Enne?

- Z is cr. Go d aang komen I

Nitt 1 wist wel wat Van Wi landt bedo lde. maar hij zweeg mo dwillig, d ed or hij r v'rder ni t aan dacht.

En Van Wielandt die ni 1 dad lijk wilde vrag n, b gon wc I' over d ris ... - 0 ja, waar was dat ook weer. in Tosari. sàg... Dat geheugen in Indië ...

Nog een weekje in de b rg n gcwe st z g, ... all r- doddigste vrouwtjes waren er... snoepj s... m t beel dwaz echtgenooten. di allemaal rustig op hun kantoren in Soerabaja zaèt n. terwijl hun vrouwtj s ...

ahi.. .... ahi.. .... tje tje tje tje tje ... nou maar der zijn ezels onder, heur ... Enne ... apropos ... dat vrouw- tje van die Van der Kooy ... is det wat?

- Jazeker, men er.

Nittel zei het kort. maar er blonk even een twinkeling in zjjn oogen ... .

- Ik bedoeL... aèrdig? Jong?

En toen Nittcl g heimzinnig bIe f zwijgen ... - Sàg, die Van der Kooy schijnt nog een oude snoeper t zijn ook, op zijn laten dag, zó6 ma er een jong vrouwtje uit te latcn komen ... gevaèrlijk ... sàg. g vaerlijk I En dan zoo'n Don Juan als jij in huis ... jij bart. sàg. jij boft geweldig ...

- Heb w I wat and rs aan m hoofd ... en Van d r Kooy moet zelf weten wat hij do l. Dat is zjjn zaak.

_ Jawel, zeg maar zijn zaèk ... maère als j d r niet op past. dan wordt zooiets wel e ns het za kje van n and r, he ... ik ga strekjes toch ns ven kij- ken ... even het pa rtje gelukw nschen ...

We r kwam er e n twinkeling in Nittcl's oogen. n Van Wi landt. die dit me ude t zi Il, maar verkeerd uitlegde z i. .. - Ja ja ... ahi. ik houd an de vrouwtjes ... ik zie graag wat jongs om me heen ... bet leven is hi ral saei ge- noeg ... apropos ... wat wou ik ook weer zegg n ... det gehèu- gen in Indië! Is m weer ontschot u ... H t was toch

.'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te

De hooghartige moeder zag wel, dat het jonge echtpaar zeer gelukkig was, maar zij kon toch haar woede niet verkroppen , dat de heer en mevrouw V an Waarde

't Was veilig! Nog nooit was er een ongeluk mee gebeurd en al zou 't kunnen gebeuren, John wist dat zijn Moeder ver- trouwen had in 't werk van haar man en dat stelde hem gerust.

karweitjes op te knappen. Zoo goed hij kon, ruimde hij op, wat er op te ruimen viel. En dat was héél wat. Zoo af en toe kwam er wel eens een van de bemanning naar beneden en zette

_ ... 0, wat dat betreft, daarvoor behoefde zij geen angst te hebben, want in de laatste dagen was el' niets ernstigs gebeurd, en als er dooden waren, dan zou dit al dadelijk naar

witkoppen, rondom de boot, dic het duidelijkste bewijs wa- ren, dat zij het land naderden. Een zeeooijevaar is ongeveer zoo groot als een eend, een witkop heeft

blies Jacob door zijn tanden, wien deze tirade te kras werd, en mevrouw haastig, om te voorkomen, at hij iets zeggen zou, want zij zàg den spottenden hoon

Nu het uit zijn isolement (loor Be tuurs-beschaving en Zending is uitgedreven.. Hun mooi gezond land wordt door velen bezocht. Landskinderen worden in