Analyse: van R naar R hoorcollege
Metrische ruimten (11)
Gerrit Oomens
G.Oomens@uva.nl
Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Universiteit van Amsterdam
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r )
:= {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0 ∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦.
Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r )
:= {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0 ∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E .
Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0 ∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦.
Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E .
Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦. Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦.
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦. Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦. Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦. Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
2 De vereniging van een willekeurige collectie open verzamelingen is weer open.
3 De doorsnede van eindig veel open verzamelingen is weer open.
Open verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte en s0 ∈ S.
De open bol met straal r > 0 om s0 is B(s0, r ) := {s ∈ S : d (s0, s) < r }.
Als E ⊆ S en s0∈ E , dan noemen we s0 eeninwendig punt van E als er een r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We schrijven E◦ voor de verzameling van inwendige punten in E : hetinwendige.
We noemen E openin S als elk punt van E inwendig is, dus als E = E◦. Eigenschappen van open verzamelingen:
1 S en ∅ zijn open in S.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U. We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F .
De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F .
verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F .
De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F .
verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦.
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
3 De vereniging van eindig veel gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Gesloten verzamelingen
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
We noemen U ⊆ S open als voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
De rand ∂E van E is de verzameling E−\ E◦. Eigenschappen van gesloten verzamelingen:
1 S en ∅ zijn gesloten in S.
2 De doorsnede van elke collectie gesloten verzamelingen is weer gesloten.
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1)
open (0, 1) [0, 1]
[0, 1]
gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R
open en gesloten R R
∅
open en gesloten ∅ ∅
[0, 1) ∪ (1, 2]
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r )
het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) [0, 1]
gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R
open en gesloten R R
∅
open en gesloten ∅ ∅
[0, 1) ∪ (1, 2]
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ).
Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1)
open (0, 1) [0, 1]
[0, 1]
gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R
open en gesloten R R
∅
open en gesloten ∅ ∅
[0, 1) ∪ (1, 2]
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) [0, 1]
gesloten (0, 1) [0, 1]
(0, 1) [0, 1]
open en gesloten R R
open en gesloten ∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open
(0, 1) [0, 1]
[0, 1]
gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R
open en gesloten R R
open en gesloten ∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open
[0, 1] gesloten
(0, 1) [0, 1] (0, 1) [0, 1]
open en gesloten R R
open en gesloten ∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open
(0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten
(0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R open en gesloten
R R
open en gesloten ∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open
[0, 1] gesloten
(0, 1) [0, 1] (0, 1) [0, 1]
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1)
[0, 1]
[0, 1] gesloten
(0, 1) [0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R open en gesloten
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten
(0, 1) [0, 1]
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1)
[0, 1]
[0, 1)
(0, 1) [0, 1]
R open en gesloten
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1) (0, 1) [0, 1]
R open en gesloten
R R
∅ ∅
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1) (0, 1) [0, 1]
R open en gesloten R R
(0, 1) ∪ (1, 2) [0, 2]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
Voorbeelden
Zij (S , d ) een metrische ruimte.
Als E ⊆ S dan is hetinwendigeE◦ de verzameling van alle s0 ∈ E waarvoor er r > 0 bestaat zodat B(s0, r ) ⊆ E .
We noemen U ⊆ S openals voor elke s0 ∈ U er een r > 0 is zodat B(s0, r ) ⊆ U.
We noemen F ⊆ S gesloten als het complement S \ F open is.
Voor een willekeurige E ⊆ S defini¨eren we de afsluitingE− van E als de
doorsnede van alle gesloten F zodat E ⊆ F . De afsluiting is “de kleinste gesloten verzameling die E bevat”.
Merk op: in R is B(s0, r ) het interval (s0− r , s0+ r ). Bekijk
E type E◦ E−
(0, 1) open (0, 1) [0, 1]
[0, 1] gesloten (0, 1) [0, 1]
[0, 1) (0, 1) [0, 1]
R open en gesloten R R
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )− We bewijzen 2,
“⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )− We bewijzen 2, “⇒”:
Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s0 6∈ E
, dus s0
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E .
Stel dat s0 6∈ E
, dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E
, dus s0∈ S \ E . S \ E is open
0
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open
, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
n 0
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E .
Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E
, dus d (xn, s0) > r voor alle n. Tegenspraak
: xn 0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak
: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0
B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak: xn→ s0
, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0
B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”:
Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0
B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!
Gesloten en afsluiting
Propositie 13.9
Zij E een deelverzameling van een metrische ruimte (S , d ). Dan
1 E is gesloten desda E = E−
2 E is gesloten desda voor elke rij in E die convergeert, de limiet in E ligt
3 s ∈ E− desda er een rij (sn) in E is met sn→ s
4 s ∈ ∂E desda s ∈ E− en s ∈ (S \ E )−
We bewijzen 2, “⇒”: Zij E gesloten en laat xn → s0 een convergente rij in E . Stel dat s06∈ E , dus s0∈ S \ E .
S \ E is open, dus er is r > 0 zodat B(s0, r ) ⊂ S \ E . Dan d (y , s0) > r voor y ∈ E , dus d (xn, s0) > r voor alle n.
Tegenspraak: xn→ s0, dus d (xn, s0) → 0.
“⇐”: Stel E bevat de limiet van iedere convergente rij in E . Stel S \ E is niet open.
Dan is er s0 ∈ S \ E zodat voor alle r > 0 geldt B(s0, r ) 6⊂ S \ E , oftewel B(s0, r ) ∩ E 6= ∅.
Voor n ∈ N, neem xn∈ B(s0, 1/n) ∩ E . d (xn, s0) → 0
⇒ xn→ s0 ⇒ s0 ∈ E . Tegenspraak!