Zomercursus Wiskunde A
Week 2, les 3
Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Universiteit van Amsterdam
21 juli 2011
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312
=
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3
3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1
= 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13
3−13 = 1 313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13
= 1 313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3
323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323
= 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2
= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13
= 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32 =√3
9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√ 32
=√3 9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√
32 =√3 9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√
32 =√3 9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√
32 =√3 9
112
= 112
= 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
1/a √
Rekenen met machten
Schrijf zonder gebroken of negatieve machten
312 =
√ 3 3−1 = 13 3−13 = 1
313
= 1
√3
3 323 = 313·2= 3132
= √3 32
= 32·13 = 3213
= 3
√
32 =√3 9
1 3
12
= 112 312 = 1
√3
Regels voor machtsverheffen
ga+b= gagb g0 = 1 g−a= g1a
gb−a= ggba
gab
= gab (gh)a= gaha
g1/a=√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb
, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb
= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2
= 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√ 3
=3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312
= 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2
=4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√ 4
=4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412
= 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49
=7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49
=7log 72= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√ g
Rekenen met logaritmes
Herinner: glog a is de oplossing x van gx = a.
In het bijzonder isglog gb de oplossing van de vergelijking gx = gb, dusglog gb= b.
2log 2 = 1
3log√
3 =3log 312 = 12
4log 2 =4log
√
4 =4log 412 = 12
7log 49 =7log 72
= 2
5log (5
√
5) =5log 5 · 512 =5log 532 = 32
3log 19 =3log312 =3log 3−2= −2
Regels voor machtsverheffen
ga+b = gagb g0 = 1 g−a = g1a
gb−a = ggba
gab
= gab (gh)a = gaha
g1/a =√a g
Zomercursus Wiskunde A