Analyse: van R naar R
nhoorcollege
Machtreeksen (3)
Gerrit Oomens
G.Oomens@uva.nl
Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica
Universiteit van Amsterdam
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn
= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn
= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert
, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Polynomen en machtreeksen
Depolynomenvormen een klasse functies van de vorm
f (x ) =
N
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · + aN−1xN−1+ aNxN.
We kunnen dit uitbreiden naar zogenaamdemachtreeksen:
f (x ) =
∞
X
n=0
anxn= a0+ a1x + a2x2+ · · · .
Als een dergelijke machtreeks convergeert, definieert f een functie op (een deelverzameling) van R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn.
Voor welke x convergeert deze? We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar
α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n. De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n. De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe
en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n. De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n
= |x | lim sup
n→∞
|an|1/n. De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1
, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n
=: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks.
Voor |x | > R
convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet
, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet.
We hebben bewezen: Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentie van machtreeksen
Bekijk een machtreeksP anxn. Voor welke x convergeert deze?
We passen het wortelkenmerk toe en kijken naar α = lim sup
n→∞
|anxn|1/n = |x | lim sup
n→∞
|an|1/n.
De reeks convergeert als α < 1, dus als
|x| < 1
lim supn→∞|an|1/n =: R.
We noemen dit getal R deconvergentiestraalvan de machtreeks. Voor |x | > R convergeert de reeks zeker niet, voor x = ±R weten we het niet. We hebben bewezen:
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R als boven. Dan convergeert de reeks voor
|x| < R en divergeert hij voor |x| > R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn.
Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n
= 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1.
De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1).
Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: het interval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert
: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat
, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n.
Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn.
Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an
= n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an = n!
(n + 1)!
= 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an = n!
(n + 1)! = 1 n + 1
→ 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an = n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an = n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0, dus R = ∞.
De reeks convergeert dus op heel R.
Convergentiestraal
Stelling 23.1
ZijP anxn een machtreeks en definieer R = lim sup |a1
n|1/n. Dan convergeert de reeks voor |x | < R en divergeert voor |x | > R.
Voorbeeld: P xn. Er geldt R = lim sup 11 1/n = 1. De reeks convergeert dus zeker op (−1, 1). Merk op dat de reeks in x = ±1 niet convergeert: hetinterval van convergentieis (−1, 1).
Herinner: als lim an+1
an
bestaat, dan is deze limiet gelijk aan lim sup |an|1/n. Dit is soms makkelijker, bijvoorbeeld bijP 1
n!xn. Hier is an+1
an = n!
(n + 1)! = 1
n + 1 → 0,
dus R = ∞. De reeks convergeert dus op heel R.
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I .
Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x )
=
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ).
De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen
, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar.
Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben
met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval.
Is f dan continu op dat interval?
Machtreeksen en convergentie van functies
Een machtreeks definieert een functie f (x ) =P∞
n=0anxn op het interval van convergentie I . Deze functie is de limiet van de functies
sn(x ) =
n
X
k=0
akxk :
voor elke x ∈ I geldt limn→∞sn(x ) = f (x ). De sn zijn polynomen, dus continu en differentieerbaar. Betekent dit dat f dat ook is?
Meer algemeen: stel dat we een rij continue functies fn hebben met fn(x ) → f (x ) voor elke x in een zeker interval. Is f dan continu op dat interval?