• No results found

A: 'Kleding, gewoon een beetje frutselen, maar ook reizen, nieuwe dingen zien, met vrienden afspreken.' T: 'En in je werk en opleidingkeuze, is daar ook nog duurzaamheid... heeft dat daar ook nog een rol gespeeld?'

60

A: 'Niet heel bewust, hoewel het wel, nou ja, de keuze bij antropologie speelt duurzaamheid niet direct een rol, maar zijn het wel, over het algemeen is het nog steeds wel een bepaalde groep mensen die de opleiding kiest die allemaal duurzaamheid wel belangrijk vinden. Niet als regel, maar dat is toch gewoon wel een apart slag volk. En mijn latere keuze, beeldende kunst speelt het geen rol eigenlijk.'

T: 'En je werk in de biowinkel?'

65

A: 'Ja, dat is in alles van duurzaamheid doordrongen.'

T: 'En kun je ook dingen bedenken die je bewust niet doet, laat uit duurzaamheidoverwegingen?'

A: 'Ja. Ik denk dat ik het meeste al genoemd heb. Dus ja, geen vlees eten, geen auto rijden, niet zomaar ergens naar toe vliegen, voornamelijk biologisch eten.'

T: 'En heb je ook bepaalde winkels waar je bewust wel of niet koopt?'

70

A: 'Ja. Bewust wel op de markt en de natuurwinkel. Het liefst ook lokale producten. Bewust niet in een andere supermarkt, geen McDonald’s. Ik probeer ook zo min mogelijk, met hier en daar een uitschieter natuurlijk, nieuwe dingen te kopen of kleding, tweedehands. Ik krijg het of ruil het met vrienden. Euhm, ik koop niet echt vaak make-up, maar als ik het koop dan wil ik dat het het liefst dat ze niet op dieren getest zijn. Ja, ik vind het fijner om in kleinere winkels te kopen dan in grote concerns of liever iets uit een eenmanszaak dan uit een grote coöperatie, ofzo.'

75

T: 'En merk je ook nog dat er bij het kopen bepaalde duurzame producten zijn waar je behoefte aan hebt, die er niet zijn?' A: 'Die er niet zijn, die ik wel zou willen? Nou ja, soms, als het gewoon om groente en fruit gaat, dan koop ik het liefst seizoensproducten en dan kan ik mij soms wel irriteren aan het feit dat de winkel waarin ik werk dat het assortiment niet heel groot is en dat ze toch nog eigenlijk aan de behoefte van de klant proberen te voldoen door ook allerlei groenten uit landen te halen waarin dat in het seizoen op zich niet noodzakelijk is. Die producten zijn meer voorhanden op de markt. Dan koop ik

80

liever op de markt dan uit de winkel waarin ik werk. En dan zou ik liever willen dat er, dat het assortiment groter is in die winkel. En meer winkels. Of ook, niet perse voor mijzelf maar meer voor, ook voor anderen en voor bewustzijn van anderen. Maar het is, ik weet niet, ik kan niets meer bedenken.'

T: 'En merk je ook dat je in bepaalde dingen niet duurzaam bent?'

A: 'Op zich koop ik, koop of heb of krijg ik wel meer kleren dan dat ik nodig heb. Ik vind het ook leuk om een zesde,

85

zevende paar schoenen te hebben. Ik hoef er eigenlijk maar één, twee of drie, te hebben. Daarin houd ik me te weinig in. Ik heb wel veel meer materialistische dingen omdat, dan dat ik op zich nodig heb.'

T: 'Alleen maar schoenen?'

A: 'Nee, kleding ook en boeken ook. Of het is ook niet dat ik thuis qua eten alleen maar de hoogst noodzakelijke dingen heb. Daarin vind ik het ook fijn om, euh, ook extra lekkere dingen te hebben. Ofzo. Euhm, wat was de vraag precies?'

90

T: 'Of je ook in bepaalde dingen niet duurzaam bent.'

A: 'Ja ongetwijfeld. De een heeft daar weer andere definities voor, denk ik, dan de ander. Ik heb ook een keer een appel in giethars gegoten daarbij had ik ook mijn bedenkingen omdat dat van dat gemeen spul is, maar heb ik het toch gedaan.' T: 'En merk je ook welke factoren om je heen je stimuleren om duurzaam te leven?'

A: 'Ja. Door de manier waardoor ik andere mensen ook zie leven. Of door documentaires te kijken.'

95

T: 'Welke mensen zie je om je heen leven? Hoe bedoel je dat?' A: 'Nou, mijn vrienden, de mensen waarmee ik in huis woon.'

T: 'Merk je ook factoren die je belemmeren om het duurzaam leven vol te houden?'

A: 'Ja. Ik denk dat de huidige maatschappij bijna alleen maar factoren heeft, omdat het zo makkelijk is om er van af te wijken door de overdaad aan spullen of juist de goedkope prijzen om ergens naartoe te vliegen of eigenlijk hoe gewoon het eigenlijk

100

is voor mensen om een auto te rijden. Dat het eigenlijk zo vanzelfsprekend is om een auto te rijden. Het is eigenlijk raar, om daar een andere keuze in te maken. Hoewel, de afgelopen vijf jaar is het ook wel een soort van bijna een hype geworden om een soort van duurzaam te denken en te leven. Maar ja, is het makkelijker om bepaalde dingen niet te doen, ofzo. Ik denk dat in het gros van het restaurant als je daar gaat eten, dan is er nog steeds maar één of twee keuzemenu's voor een vegetariër.' T: 'Zie je het als een opoffering?'

105

A: 'Soms misschien een beetje, maar ik voel me er wel beter bij om sommige dingen op te offeren dan dat ik het wel zou doen. Dan heb ik daar dubbele gevoelens bij. Dan voel ik alsof ik iets niet goed doe. Je kan wel bedenken dat het nodig is om te investeren in je omgeving en misschien vooral in de toekomst, maar daarnaast is het ook iets bijna om jezelf beter te voelen. Om jezelf een goed gevoel te geven omdat het zo anders niet direct een bepaald effect heeft. Het is niet bepaald duidelijk merkbaar dat je door je opoffering iets goeds doet. Het is niet meteen de volgende dag te merken dat je de fiets of

110

de bus hebt genomen in plaats van alleen in een auto. Of wel het vliegtuig, want dat vliegtuig vliegt toch we. Je merkt daar niet direct iets van. Dus eigenlijk als investering in iets of misschien wel alleen maar om het niet te doen zodat je een soort van statement maakt naar je directe omgeving en hopelijk bereik je daarmee dat andere mensen dat ook niet doen of daar beter over nadenken of er überhaupt een keer over na te denken doordat jij iets wel of niet doet.'

T: 'Kun je nog herinneren hoe het is begonnen, jouw zorgen over duurzaamheid?'

115

A: 'Ja, ik denk door geen vlees te eten, dat dat mijn eerst stap was waardoor ik ging nadenken over wat ik eigenlijk at en dat dat een dier was en dat ik mij daarin ging verdiepen. Dat dat wel een aanleiding was om daarover en over andere dingen na te denken en bewuste keuzes te maken.'

T: 'En al die dingen die je duurzaam doet, die je net hebt genoemd, bijvoorbeeld het vervoer, bijvoorbeeld het wonen, kun je iets vertellen over welke verbanden je dat doet? Of dat vooral is bijvoorbeeld met vrienden of individueel of zoiets.'

120

A: 'Nou ja, het wonen is samen met vier andere mensen en dieren. Het vervoer dat gaat meestal alleen per fiets of in een bus. Of ik rij mee met huisgenoten die wel een auto hebben en dan ook samen om spullen mee te vervoeren. Op zich, zoals wat ik in mijn vrije tijd doe, zoals kleren maken, dat doe ik wel zelf, omdat ik het leuk vind, maar ik vind het wel leuk en interessant om dat zelf te kunnen. Om niet alleen maar kleding te kopen uit een winkel, maar ja, zoals vroeger iedereen zelf kleding

117

maakte. Dat je dat dan ook weet, hoe dingen in elkaar zitten. Daarom vind ik het ook leuk dat ons hele huis samen op naailes

125

zit en dat iedereen denk ik een beetje vanuit dat idee daar een beetje zit aan te klooien.' T: 'Vanuit welk idee?'

A: 'Naast gezamenlijk iets doen en gezelligheid, dat het ook is om, niet perse, het is niet zelfvoorzienend zijn, maar wel iets maken. Daarin ook je eigen kleding te maken en vaak ook van gerecyclede stoffen of van iets ouds of gebruikts weer iets nieuws maken.'

130

T: 'Dus jij hebt wel, bijvoorbeeld bij naailes en bij het wonen, verbanden waarbij je juist die dingen samen doet.' A: 'Ja.'

T: 'En zou je nog meer behoefte hebben aan contact met gelijkgezinden, aan organisatie?'

A: ‘Ik heb zelf niet echt behoefte om mij ergens bij aan te sluiten of met een groep ergens voor te gaan of iets, maar andere dingen, wat ook wel gebeurt dat zijn, thuis dan, in de zomer, een week dan, dat vrienden en aanverwanten bij ons thuis

135

komen klussen en dat we met z'n allen ook met materialen die voorhanden zijn of die we gevonden hebben om weer iets nieuws mee te maken of iets te bouwen, om iets te repareren, of nieuwe dingen mee te maken. Dan vind ik het wel leuk dat er ook ander mensen zijn, behalve het huis, die daar ook in willen investeren. Dat je ook zo je ervaringen, je gedachten deelt. Dat is door mensen die ook veel van tuinieren of groente verbouwen weten en daarin je ervaring deelt of dat het is doordat er ook mensen zijn die technisch wat meer weten en zo een windmolentje of een zonneboiler proberen te bouwen.'

140

T: 'En dat zijn allemaal vrienden?'

A: 'Ja vrienden, of vrienden van vrienden, of familie.'

T: 'En je zei zonet dat je geen behoefte had om je ergens bij aan te sluiten? Waarom is dat?'

A: 'Tja, ik weet niet. Mijn interesses en behoeftes liggen op verschillende gebieden en een idealistische woonvorm of

leefwijze vind ik gewoon fijn om thuis kleinschalig te beoefenen en ik hoef niet per se me te verenigen ofzo in organisaties of

145

op een demonstratieve wijze bij elkaar komen. Ik geloof niet dat ik per se een activistische kant op hoef.'

T: 'En dan zou ik hier iets dieper op in willen gaan. Eigenlijk nogmaals de vraag; Waarom niet? Waarom niet de activistische kant op gaan? Waarom niet het demonstratieve?'

A: 'Ja, ik weet niet. Ik heb het idee dat het vaak toch niet zo vaak heel veel zin heeft en ik denk dat mijn prioriteiten op dit moment ergens anders liggen.'

150

T: 'Oké. Welke rol zie jij voor het individu weggelegd in de verduurzaming van de maatschappij?'

A: ‘Ik denk dat het goed zal zijn als ieder individu voor zichzelf in ieder geval bewust nadenkt en keuzes maakt dat je wel of niet iets doet of iets koopt of iets eet. Dat hij niet alleen maar moet gaan voor het makkelijke maar ook daarbij nadenkt wat dat voor consequenties heeft. Ik denk wel dat het zinvol zou zijn als individuen wel samenkomen in kleine groepen om samen wel tot andere of betere dingen te komen. Al is het dat als je in de stad woont en je hebt geen tuin dat je dan met z'n

155

allen een volkstuintje neemt. Om daar mee bezig te zijn. Ja, ik denk dat het individu de ander op zich ook wel nodig heeft om tot iets anders te komen. Dat kan ook van A naar B zijn. Dat hoeft niet ieder in zijn eigen auto te zijn, maar dat kan ook samen rijden zijn.'

T: 'En je hebt het nu over samenkomen in kleine groepen. Waarom in kleine groepen en niet in grote groepen?'

A: 'Dat kan ook in grote groepen, maar ik denk vanuit mijzelf. Het is meer dat ik daar zelf niet per se behoefte aan heb, maar

160

het is niet dat het een beter is dan het ander.'

T: 'En vindt je dat dat nu voldoende gebeurt, die rol van het individu, in de verduurzaming van de maatschappij?'

A: 'Nee, dat kan altijd meer en beter. Maar op zich zie ik het in mijn directe omgeving wel gebeuren. Maar dat is ook dat ik waarschijnlijk op één of andere manier toch wel bewust mijn vrienden kies en dat zijn toch mensen die enigszins toch hetzelfde leven en denken. Daarin gebeuren die dingen ook wel op die manier of soortgelijk, zeg maar, staat een andere

165

leefwijze dan die van mij wat verder van mij af.' T: 'Even kijken, ben je lid van een politieke partij?' A: 'Nee.'

T: 'Waarom niet?' A: 'Geen behoefte aan.'

170

T: 'En waarom geen behoefte aan?'

A: 'Omdat ik vaak zo moe wordt van politiek.'

T: 'Je weet wat de volgende vraag wordt, hè: Waarom wordt je zo moe van de politiek?'

A: 'Tja, omdat dat van dat geneuzel is. Nee, ik weet niet. Die mensen die het voor het zeggen hebben dat zijn meestal niet de mensen waar ik achter sta en politieke partijen moeten toch vaak water bij de wijn doen, dus als een politieke partij waar ik

175

achter sta het voor het zeggen zou hebben dan komen ze waarschijnlijk nog hun dingen niet waar. Dus ja, ik weet niet. T: 'En stem je?'

A: 'Ja.'

T: 'Op welke partij?' A: 'GroenLinks.'

180

T: 'En waarom?'

A: 'Omdat die naar mijn idee het meeste voor het milieu doen en daarbij ook naar andere facetten gaan, naar de sociale kant, kijken.'

T: 'Volg je de actualiteiten?' A: 'Niet echt.'

185

T: 'Waarom niet?'

A: 'Omdat ik geen tv en krant heb. Ik word er vaak ook zo moe van. Het is altijd zo negatief. Daar wordt je altijd zo depressief van.’

T: 'En welke rol zie je voor de politiek weggelegd in de verduurzaming van de maatschappij?'

A: 'Dat vind ik een beetje een moeilijke vraag, want ja, ik vind gewoon dat de politiek daar veel meer voor moet gaan. Dat ze

190

118

nadenken over wat nou belangrijk is en die prioriteiten van hun liggen op een heel ander vlak dan waar ik mijn prioriteiten heb liggen. Dat is niet bij het milieu of andere dingen die ik belangrijk vindt, daarbij maken ze vaak andere keuzes.' T: 'Welke dingen vindt je nog meer belangrijk?'

A: 'Het migratiebeleid. Ontwikkelingssamenwerking.'

195

T: 'En zou je heel globaal kunnen vertellen wat je daar dan belangrijk aan vindt of hoe je zou willen dat het migratiebeleid en ontwikkelingssamenwerking eruit zouden zien?'

A: 'Menselijker. Ik heb geen oplossing. Het blijven moeilijke gevallen, maar ik heb naast antropologie ook een jaar ontwikkelingsstudies gevolgd een daarin vond ik het ook heel lastig. Een lastig onderwerp om vanuit hier te bedenken hoe het daar, of waar dan ook, beter zou moeten kunnen. Daarbij kan ik mij ook irriteren aan de manieren waarop ze het dan wel

200

organiseren. Mensen vanuit hier gaan zeggen hoe het moet en vervolgens daar in grote auto's van de VN rondrijden en in dure hotels gaan zitten om daar even te laten zien dat het veel beter en westerser kan. Daarom ben ik die studie ook niet verder gaan voltooien, omdat ik niet goed wist wat mijn aandeel daarin zou moeten zijn of wat dan wel de goede manier zou zijn. En het migratiebeleid, we wonen met heel veel mensen op een klein stukje aarde en Nederland raakt misschien vol, maar dat hoeft niet te betekenen dat we mensen in hun eigen stront moeten laten zitten. Terugsturen naar het land waar ze

205

vermoordt worden of wat dan ook.'

T: 'Zonet zei je, de politiek houdt zich te veel bezig met wissewasjes. Kun je een voorbeeld noemen van wat jij een wissewasje noemt?'

A: 'Soms kan er zoveel tijd uitgetrokken worden over, dan wordt er gediscussieerd over daar waar ze het geld naar stoppen in plaats van daar waar ze naar mij idee het geld zouden moeten instoppen. Als je het hebt over politiebeleid of waar de politie

210

nou mee bezig is, dan vraag ik mij af; ‘Zijn dat nou de belangrijke dingen waar zij dan voor staan of waar zij iets aan willen doen?’ Moeten ze hun geld halen uit zoveel parkeerbonnen per maand nog uit te delen?'

T: 'Ben je lid van een maatschappelijke organisatie?'

A: 'Nee, ik geloof het niet. Nee, volgens mij ben ik helemaal nergens lid van behalve van de bibliotheek.'

T: 'En geloof je dat organisatie zou helpen om de politieke sfeer te veranderen, dus minder wissewasjes en meer van jouw

215

prioriteiten?'

A: 'Ja vast, ik weet niet zo goed. Ik heb niet per se antwoorden van hoe het wel moet, want ik denk dat het heel moeilijk is om voor een land dingen te moeten beslissen. Daarin denk ik dat ik me ook niet verenig in een politieke partij of in een organisatie. Het is niet per se dat ik weet hoe het wel moet op grootschalig gebied. Daarom dat je kleinschalig als individu meer kan bereiken.'

220

T: 'Binnen je kleinschaligheid?'

A: 'Ja. Ik bedoel natuurlijk moet een land wel aangestuurd worden, maar dat is voor mij te groots en te moeilijk.' T: 'En welke rol zie je voor de markt, het bedrijfsleven in de verduurzaming van de maatschappij?'

A: 'Ik zou het liefst willen dat zij minder economisch handelen en nadenken en meer duurzamer en groener en menselijker, maar ik geloof dat bij het gros de prioriteit op het economisch vlak ligt dan bij die ander punten.'

225

T: 'Zou dat kunnen; de markt meer vriendelijker en groener en menselijker?'

A: 'Ja ik denk het wel maar dat moeten heel veel mensen andere prioriteiten hebben en ook landelijk en op wereldniveau andere beslissingen maken.'

T: 'Welk wereldniveau?'

A: 'Als de milieuproblematiek op wereldniveau meer aandacht krijgt en belangrijker gevonden wordt en dat daar meer geld

230

naar toe gaat om daarin te investeren dan in oorlog voeren of in de economie of in handel. Dan kun je andere dingen creëren denk ik.'

T: 'Maar hoe zie je dan het wereldniveau van de markt voor je? Multinationals? Wat is het wereldniveau van de markt?' A: 'Wat is het wereldniveau van de markt?'

T: 'Ik bedoel, hoe moet ik dat begrijpen?'

235

A: 'Nou, dan kan ik het ook weer terug koppelen naar kleinschaligheid. Als je kijkt naar enorme grote bedrijven of concerns, die gewoon heel veel bepalen op wereldniveau en daarin de kleinschalige bedrijven en boeren daarmee onderdrukken of beslissingen nemen waardoor zij eigenlijk geen rechten meer hebben. Als dat wordt aangepakt en daar over nagedacht wordt en een oplossing voor bedacht wordt, dan zijn er veel meer mogelijkheden, denk ik, om tot een arbeidsvriendelijker en milieuvriendelijker beleid te komen.'

240

T: 'En vindt je dat dit nu voldoende gebeurt?'

A: 'Ik denk het niet. Ik weet er ook niet alles van. Ik vind het wel zorgelijk als ik een documentaire zie over Monsanto die de