• No results found

Interview met Alina haar woongroep in een gekraakte school, Nijmegen, 26-04-2012

T: 'Zo. Nou, let the party begin. Eerst even wat korte vraagjes, makkelijke vraagjes, denk ik. Hoe heet je?' A: 'Alina.'

5

T: 'Hoe oud ben je A: '27.'

T: 'Waar woon je?'

A: 'Ik woon hier? Het adres, wil je dat weten? Ik woon in een gekraakte school.'

10

T: 'Even kijken, de plek is Nijmegen.'

A: 'Nijmegen, in Heseveld, dat is op de Kaaplaan. Kaaplaan.'

T: 'En de gekraakte school, kun je daar iets over vertellen?'

15

A: 'Ja, het is een oude basisschool, waar ik samen met een aantal mensen vijf en half jaar geleden gekraakt heb. Sindsdien zitten we hier.'

T: 'En waar ben je geboren, waar kom je vandaan?'

A: 'Ik kom uit Duitsland. Ik ben opgegroeid tot mijn achtiendste in Halle, dat is vlak bij Leipzig, in het oosten van Duitsland.'

20

T: 'Kwam je hier dan om te studeren?' A: 'Ja, precies.'

T: 'En wat heb je gestudeerd?'

A: 'Antropologie en ontwikkelingsstudies heette dat toen. Dat was een bachelor in Nijmegen en nu ben ik bezig met klimaatwetenschappen in Wageningen, een master.'

25

T: 'Werk je ook?'

A: 'Ja. Ik zit bij Plurijn, dat is een organisatie voor gehandicapten. Dat doe ik sinds twee jaar en dan sta ik op groepen waar ze begeleiders nodig hebben, waar ik mensen bij alledaagse dingen help, wakker worden, douchen.'

T: 'Verstandelijk?'

A: 'Allebei. De groep waar ik sta is vooral verstandelijk gehandicapt. Een heel laag niveau, een ontwikkelingsniveau van één

30

of twee jaar. Daarom heb je vaak ook lichamelijke beperkingen omdat ze heel veel dingen niet snappen.' T: 'Dat is wel zwaar werk.'

A: 'Ja, maar wel heel leuk. Ik vind het heel leuk werk. Ik leer er heel veel bij, de hele zorgkant. Ik vind het een heel leuke baan.'

T: 'Nou gaan we het anderhalf uur hebben over duurzaamheid, maar wat is duurzaamheid eigenlijk?'

35

A: 'Het is voor mij op dit moment echt zo'n hip begrip. Ik heb er veel over na zitten denken over wat het nu is en voor mij is het een manier van leven waardoor ik anderen niet lastig val. Anderen is zeg maar nu, op andere plekken, of anderen later, op andere tijdstippen, dat ik daar rekening mee hou of wil houden.'

T: 'Wat bedoel je met lastig vallen?'

A: 'Lastig vallen is als je je behoeftes niet meer kunt bevredigen, als je geen voedsel meer hebt of te veel regen omdat het

40

klimaat gek doet. Dan vind ik dat lastig vallen.'

T: 'Zou jij van jezelf zeggen dat duurzaamheid belangrijk voor je is?'

A: 'Ja, het is wel een belangrijk onderwerp. Ik kwam daar via ontwikkelingsstudies op, dat ik dacht; 'Ik moet iets aan de armoede in de wereld doen' en daardoor ging ik ontwikkelingsstudies doen, maar als je dat een paar jaar studeert kom je erachter; 'Wacht eens, het heeft heel veel te maken met onze leefstijl hier. Als die niet duurzaam is, dan hoef ik niet te

45

beginnen in ontwikkelingslanden.'

T; 'En wat is er niet duurzaam aan onze leefstijl?'

A: 'Ik vind dat we te veel grondstoffen, te veel dingen gebruiken, op te grote voet eigenlijk bezig zijn wat betreft weggooien en energieverbruik. Het gemiddelde gezin heeft meer dan één auto, dat soort dingen. Dat stoot bijvoorbeeld CO2 uit of ander broeikasgassen en dan krijg je klimaatverandering. Ergens val ik daar iemand mee lastig.'

50

T: 'Nou verschilt het begrip duurzaamheid heel erg per persoon. Bijvoorbeeld het begrip fair trade, legt heel erg de nadruk op het sociale aspect. Heeft dat bij jou ook nog een rol of is het toch vooral milieu?'

A: 'Even nadenken. Ergens bij duurzaamheid gaat het bij mij over mensen en natuur en hoe die samen kunnen gaan. Voor mij, als ik al zeg, ik heb een ananas nodig en die is misschien biologisch geteeld, ik weet niet, in Afrika, dan is het voor mij ook belangrijk dat die mensen iets hebben via Fair Trade. Als je ze toch nog onderbetaalt voor het biologische product wat ze

55

maken, dan kunnen ze ook weer geen kant op en gaan ze ook misschien weer het milieu vervuilen of te veel bos kappen. Ik zie het heel erg in samenhang, dat je allebei mee moet nemen.'

T: 'Nou volgt een hele brede vraag, we gaan hem later nog specificeren, maar hoe geef jij duurzaamheid vorm in je leven?' A: 'Wat ik heel belangrijk vind sinds een aantal jaren is dat ik probeer mijn eigen groenten te verbouwen. Dat doen we hierachter. Sinds dat we hier wonen zijn we begonnen met tuintjes aanleggen en toen ik daarmee begon dacht ik; 'Hé, mijzelf

60

geeft dit heel veel en ik kan gewoon mijn eigen groenten kweken en een aantal maanden daarvan eten en dat is een beetje mijn bijdrage aan dat ik ook groenten uit het seizoen eet. Dat vind ik heel fijn. Ik vind het laten zien dat dat kan in de regio, met moestuinen bezig zijn, vind ik ook een belangrijk iets, dat buren zien; 'Hé, je kunt eigenlijk ook in je tuintje een paar courgettes zetten, of moet je die bij de COOP halen?'

T: 'Zeggen de buren dat ook?'

65

99

A: 'Ik heb er niet echt feedback over gekregen en daar praten ze ook niet over. Het is meer dat de mensen zien dat we bezig zijn of dat er kippen rond lopen, maar het doet mij vooral ook heel goed, dat ik daar een goed gevoel over heb, om daar een gewicht tegenover te zetten, dat ik weet; 'Hé, ik heb niet alles nodig uit de winkel.' Dat is duurzaam. Verder, het is meer academisch, maar ik heb mijn scriptie geschreven over klimaatverandering en hoe je dat goed kunt communiceren. Dat was één gedeelte, over hoe breng je klimaatverandering over op jongeren. Ergens had ik gehoopt dat je met zo'n scriptie wel iets

70

duurzaams doet. Klimaatverandering speelt en heel vaak worden projecten ergens neergezet maar die werken niet of die werken slecht en dat wilde ik een beetje onderzoeken. Dat is meer een beetje theoretische duurzaamheid. Het is denk ik vooral de tuin, wat ik echt als duurzaam zou beschrijven.'

T: 'Zou je dan ook met je scriptie later werk willen hebben in duurzaamheid?'

A: 'Ja, ik begin in mei bij het IVN in Gelderland, begin ik een stage. Mijn taken daar zijn, zoals het er nu uitziet, zijn ook het

75

projecten op gang brengen, dat heet 'Scholen voor duurzaamheid', om dat weer op gang te brengen. Dat zijn wel activiteiten waarvan ik denk; 'Hé, dat is wel duurzaam, om een manier te vinden om met kinderen over klimaatverandering te praten of hun een manier te laten vinden om daarover te praten. Daarvan denk ik ook dat dat duurzaam is.'

T: 'Nou ligt het bij klimaatwetenschappen voor de hand, maar heeft duurzaamheid ook nog een rol gespeeld met je studiekeuze?'

80

A: 'Nee, toen niet. Ik heb heel veel gereisd voordat ik begon met studeren en ik woonde een jaar in Argentinië bij een vrij arm gezin en sindsdien boeit het mij eigenlijk dat er mensen zijn die minder hebben. Dat was de trigger om hier

ontwikkelingsstudies te doen. Ik kwam pas tijdens de studie erop dat dat hele armoedeverhaal veel meer ligt aan onze manier van leven. Sindsdien ben ik meer met duurzaamheid bezig.'

T: 'Hoe lang is dat geleden ongeveer?'

85

A: 'Ik begon hier in 2005 met studeren. Ik zou zeggen, 2008 eind van de bachelor. Daarna was ik een jaar vrij en toen begon ik met een clubje in Nijmegen klimaatacties op te zetten om meer bewustwordingscampagnes. Dat was met een actiegroep rondom klimaatverandering. Dat was rond Kopenhagen, toen Kopenhagen zo speelde, toen zijn we met andere mensen begonnen hier acties op te zetten.'

T: 'Wat voor acties?'

90

A: 'Bijvoorbeeld met gemeenteraadsleden praten over het beleid rond klimaatverandering. Of als pinguïns door de stad lopen of verkleed als ijsbeer en pinguïn en toen zijn we naar kroegen toegegaan en hebben tegen de terrasverwarmers actie

gevoerd.'

T: 'Hoe werd daar op gereageerd?'

A: 'De meeste kroegen of cafés ware wel positief. We mochten bij heel veel een sticker plakken. Daar stond op; 'Onze

95

klanten zijn geen watjes'. Dat was zeg maar het verhaal daarachter van gebruik dan een deken of ga binnen zitten. Je hoeft echt niet om elf uur 's avonds het terras te verwarmen.'

T: 'De lucht te verwarmen.'

A: 'Ja. Door die gesprekken met die kroeg of met die eigenaren kwamen we er ook achter; 'Dat is wat de klanten willen en dan doen zij dat'. Zij willen gewoon dat die kroeg werkt en klanten hebben het graag om buiten te zitten met die

100

terrasverwarming en dan is het heel moeilijk om daar tussen te komen.' T: 'En de klanten zelf, hebben die nog gereageerd?'

A: 'Nee, we hadden wel geflyerd, maar we zijn niet echt gesprekken aangegaan.'

T: 'En je noemde net de moestuin hier, maar heb je nog meer voorbeelden van hoe jullie thuis bezig zijn met duurzaamheid?' A: 'Ja, wat ik net in de keuken al zei. Ik vind het gebouw niet duurzaam, maar als je het uit een energiekant bekijkt, een

105

aantal huisgenootjes hebben dan gezegd: 'We doen geen verwarming, maar houtkachel. Daar heb ik te weinig verstand van om te zeggen; 'Dat is nou echt duurzamer, of dat nou minder energie vraagt of niet. Dat kan ik niet inschatten. Nee, verder zie ik het meer als een experiment van hoe je samen kunt leven. Je bent hier zelf toch verantwoordelijk dat het pand draait. Je belt niet de eigenaar als iets stuk is. Dat is een manier van sociaal organiseren. Ik weet niet of ik dat duurzaamheid zou noemen.'

110

T: 'Als dat voor jou wel zo is.'

A: 'Nee, ik zou niet in eerste instantie zeggen; 'dat is nou heel duurzaam wat wij hier doen', maar wij koken wel samen en dan kook je meteen voor acht. Of we kopen bij de Voko in, dat is een voedselcoöperatie, waar we dan onze voedsel in jerrycans halen. Dat is dan zonder verpakking en biologisch.'

T: 'Je vertelde net dat je veel hebt gereisd, speelt duurzaamheid daar ook nog een rol, bijvoorbeeld het vliegen?'

115

A: 'Nou, ik heb heel veel gereisd, tot drie jaar geleden, toen gingen mijn ouders naar Peru. Ik mocht mee naar Peru. Ik was net klaar met de studie. Ik dacht; 'Shit, ik kan helemaal niet van die reis genieten. Het gaat allemaal veel te snel. Toen had ik plotseling zo'n besef van die manier van reizen, van zomaar de hele wereld door vliegen. Sindsdien ben ik een experiment begonnen om niet meer te vliegen. Ik houd het tot nu toe goed vol. Dat is nu drie jaar dat ik tegen mijzelf heb gezegd; 'Ik vlieg gewoon niet meer. Ik ga gewoon op reis en dan met de trein. Ik zeg niet 'nooit'. Als ik nou voor mijn werk een

120

superopdracht in Uganda, nou dan ga ik daar ook heen vliegen.' T: 'En hoe bevalt dat experiment?'

A: 'Ik heb er geen last van. Ik merk daar af en toe als, toen een vriend op de Canarische Eilanden en toen gingen vrienden daarheen en die zeiden; 'Hé, ga je mee?' Het is super simpel, hè. Je kunt voor vijftig euro een vliegkaartje krijgen. Ik zeg dan gewoon: 'Nee'. Het bevalt heel goed. Ik heb er geen last van. Mijn ouders vroegen gisteren nog: 'Kom je mee naar Turkije?'

125

Toen zei ik; 'Mama, je weet toch dat ik niet vlieg. Hou er mee op.' T: 'Is daar wel begrip voor?'

A: 'Ja, mijn zus doet het nu ook. Ik heb wel dat mijn oma bijvoorbeeld, die wil dat ik met haar naar Thailand ga, die zegt; 'Daar doe je toch niets mee, iedereen gaat toch vliegen.' Dat is een beetje van dat als ik niet begin, dat verhaal. Het heeft toch geen nut, die ene druppel op de hete plaat.'

130

T: 'Ben je het daarmee eens?'

100

gaan, dat je ziet gewoon treinreizen is veel duurder dan met het vliegtuig gaan. Ik vind het niet kunnen, maar ik kan de overheid niet dwingen om andere regels te maken en dat is een beetje mijn enige poort om voor mijzelf dat vol te houden, dus dan zeg ik; dan vlieg ik gewoon niet meer. Ik ga echt niet iedere keer de discussie aan met mensen, van; 'Je mag niet

135

vliegen', maar ik doe het niet meer en als dat op mensen afstraalt, is dat alleen maar goed.'

T: 'Je zei net; 'je kunt de overheid niet dwingen'. Voelt dat zo? Is het uit een soort machteloosheid?' A: 'Ja, tegenover het systeem en de structuren wel.'

T: 'En wat is het systeem en de structuren?'

A: 'De politieke of economische regels zoals ze nu bestaan. Er is nog heel veel geloof in vooruitgang en groei. En alles moet

140

maar groeien. Wat mij betreft gaat die crisis maar door en gaat hij vooral nog heel lang door tot op een dieptepunt. Ik wil niet dat het met mensen slecht gaat, maar ik merk dat heel veel waardes die wij nastreven, van wat ik in de kranten lees, dat werkt gewoon niet, dat is niet duurzaam.'

T: 'Welke waardes zijn dat?'

A: 'Het idee van het moet altijd meer. Ook dat huisje, boompje beestje verhaal. Ik moet mijn eigen auto hebben.'

145

T: 'Denk je dat dat gaat veranderen door de crisis?'

A: 'Nou, ik zie bijvoorbeeld bij Transition Towns, daar had ik gisteren nog iemand gesproken in Nijmegen over het Repair Café. Dat gaat heel goed. Ik kan mij voorstellen dat dat met de economische crisis te maken heeft, dat je toch even kijkt of je de fiets kan repareren. Ik kan mij voorstellen dat dat op gang komt. De staat trekt zich ook van veel sociale dingen terug, uitkering en weet ik veel, dat mensen toch meer daarop aangewezen zijn, maar dat je via stemmen of politieke acties kan

150

ondernemen, dat heb ik ook niet zo geprobeerd en daar geloof ik ook niet zo in.' T: 'En duurzaamheid binnen je eigen consumptie, in je eigen aankopen die je doet?'

A: 'Wat ik zei, bij de Voko, daar ben ik een beetje degene die aan de touwtjes trekt, die dat doet voor het huis. Ik wil gewoon die producten kopen bij de Voko. Dat vind ik belangrijk. Mijn eigen spullen, nou ik probeer het met de biologische winkel, maar als ik 's avonds thuis kom en ik moet snel iets kopen dan ga ik ook naar de COOP, waar je lang niet alles biologisch

155

hebt. In die zin is het niet heel erg consequent. Ik koop ook gewone producten die niet biologisch zijn of niet Fair Trade. Dan de tuin, dan heb ik daar vanaf nu toch een beetje eigen oogst. Ik koop heel weinig producten, kleren nauwelijks. Ik krijg veel uit de weggeefwinkel die we hier hebben of ik krijg van mijn zus cadeau.'

T: 'Jullie hebben een weggeefwinkel?' A: 'Oja, die had ik nog niet genoemd.'

160

T: 'Is dat alleen voor het huis, de weggeefwinkel?'

A: 'Nee, dat is gewoon openbaar, als jij komt de volgende keer met een bak kleren, dan hangen we die daar op, of andere spullen. En je kunt ook straks doorkijken en iets meenemen als je dat wilt. En het loopt best goed. Er komen meer dingen binnen dan eruit gaan. Af en toe wordt het te veel.'

T: 'Komen er ook mensen uit de buurt?'

165

A: 'Nee, ik weet niet of zij het weten. Het zijn meer vrienden, vrienden van vrienden en via, via, op bezoek. Laatst bij het feestje, dat dan veel mensen dingen meenemen.'

T: 'O, ja. Dat had ik ook hier het vorige feestje. En je noemde net al het vliegen, maar kun je nog meer dingen bedenken die je bewust laat uit duurzaamheidsoverwegingen?'

A: 'Wij eten hier vegetarisch. Dat is denk ik ook iets duurzaams, dat we gewoon hebben gekozen; de keuken is vegetarisch.

170

Ik eet vlees bij mijn ouders, maar zeg inmiddels wel; dan biologisch. Ik eet zeg nooit 'nooit', maar negentig procent van het vlees dat ik eet is biologisch. Dat is één, twee keer in de maand. Verder is het hier, wat we thuis eten is geen vlees en geen vis.'

T: 'Merk je ook welke factoren je stimuleren om duurzaam te leven. Dat kan in de breedste zin van het woord, personen, evenementen, activiteiten, gedachtes.'

175

A: 'Die mij stimuleren? Goede vraag. Ik heb laatst op de uni een film gezien. Die heette White Snow. Er was een antropoloog die heeft een film gedraaid op Antarctica. Dat maakte veel impact. Dat ging over al de pesticiden wat in ons voedsel zit. Toen dacht ik; 'Ik ga echt niet meer naar de COOP om daar spullen te halen, dat is gewoon rotzooi. Dat motiveert mij wel, alleen trek ik het niet altijd consequent door. Je hebt ook nog een praktische kant in het leven en dat is gewoon dat ik 's avonds laat thuis kom en dat ik naar de COOP ga. Dan is het toch wel stimulerend dat je denkt; 'Ik kan ook even tien minuten langer om

180

fietsen naar de biowinkel'. Dat is het laatste en ik heb bij mij dat het echt van binnenuit komt. Ik heb constant een beetje het gevoel alsof ik een slecht geweten moet hebben en dat heb ik ook echt. Ik zit ook in het witte Westen en ik doe er evengoed aan mee, dat dat een beetje de motivatie bij mij is. Om mijzelf niet dubbel te voelen, alsof ik constant een

schuldigheidsgevoel heb. Ik weet niet waar het vandaan komt. Heel veel mensen hebben dat niet. Ik denk dat dat de motivatie is. Dat vind ik wel heel stimulerend om nu groenten te verbouwen. Dat is meer dat ik denk; 'Wat kan ik hier nou doen om dat

185

rotte gevoel niet meer te hebben, dat ik in de COOP sta en denk die courgette komt uit Egypte. Dat is helemaal niet duurzaam.'

T: 'En de kiwi komt uit Australië. Heb je, hoe zou ik het noemen, hulp van buitenaf. Heb je veel mensen om je heen die bezig zijn met duurzaamheid?'

A: 'Het is heel erg gescheiden in het huis bijvoorbeeld. Er zijn heel veel dingen. Mijn huisgenoot die doet het Zappatista-

190

koffie initiatief, dus die koopt voor half Nijmegen koffie.' T: 'Oh, ja die hebben wij ook.'

A: 'Iedereen is zo op zijn vlak bezig. Mensen die bouwen heel veel uit afval, dat ze er iets moois van maken. Die groep,