• No results found

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.4 Fauna

2.3.4.7 Sprinkhanen & krekels

De soortenlijst van de sprinkhanen en krekels is gebaseerd op de gegevens van Saltabel, de databank van de sprinkhanenwerkgroep van de Benelux (geraadpleegd in april 2008), inventarisatiegegevens van de leden van de afdeling ‘Meeuwen-Gruitrode en Peer’ van Natuurpunt vzw (Freddy Janssens, Marleen Massonnet, Robert Van Dingenen e.a.) en bodemvalgegevens van de werkgroep Ongewervelden van de Limburgse Koepel voor Natuurstudie LIKONA. Op het schietveld werden 21 sprinkhanen en 2 krekels teruggevonden.

Beide krekels worden in de voorlopige Rode lijst van Vlaanderen (Decleer et al., 2000) aangeduid als zeldzaam. Bij de sprinkhanen zijn er 4 soorten aangeduid als zeldzaam en 6 soorten als kwetsbaar. Twee soorten met de status zeldzaam komen voor net buiten het schietveld. Het is mogelijk dat deze soorten ook voorkomen op het schietveld zelf, maar tot nu toe zijn er nog geen waarnemingen die dit bevestigen. Ecologische informatie over sprinkhanen en krekels is afkomstig uit Decleer et al. (2000) en Kleukers & Krekels (2004).

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 111

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Lijst Vlaanderen Blauwvleugelsprinkhaan Oedipoda caerulescens Kwetsbaar

Boomsprinkhaan Meconema thalassinum Momenteel niet bedreigd Bruine sprinkhaan Chorthippus brunneus Momenteel niet bedreigd

Gewoon doorntje Tetrix undulata Momenteel niet bedreigd

Gewoon spitskopje Conocephalus dorsalis Momenteel niet bedreigd Grote groene sabelsprinkhaan Tettigonia viridissima Momenteel niet bedreigd Heidesabelsprinkhaan Metrioptera brachyptera Zeldzaam

Knopsprietje Myrmeleotettix maculatus Momenteel niet bedreigd

Krasser Chorthippus parallelus Momenteel niet bedreigd

Kustprinkhaan Chorthippus albomarginatus Zeldzaam

Moerassprinkhaan Stethophyma grossum Kwetsbaar

Negertje Omocestus rufipes Zeldzaam

Ratelaar Chorthippus biguttulus Momenteel niet bedreigd

Sikkelsprinkhaan Phaneroptera falcata Momenteel niet bedreigd

Snortikker Chorthippus mollis Kwetsbaar

Struiksprinkhaan Leptophyes punctatissima Zeldzaam

Wekkertje Omocestus viridulus Kwetsbaar

Zanddoorntje Tetrix ceperoi Kwetsbaar

Zeggedoorntje Tetrix subulata Momenteel niet bedreigd

Zompsprinkhaan Chortippus montanus Kwetsbaar

Zuidelijk spitskopje Conocephalus discolor Momenteel niet bedreigd

Boskrekel Nemobius sylvestris Zeldzaam

Veldkrekel Gryllus campestris Zeldzaam

Tabel 2.34: Lijst van sprinkhanen- en krekelsoorten die voorkomen op het militair domein

De 2 krekelsoorten die voorkomen op het schietveld zijn zeldzaam.

* De Boskrekel is een typische soort van warme, zonnige bosranden. Ze kan hierbij in vele verschillende biotopen worden aangetroffen: vooral in kalkgraslanden, steengroeven en heidevelden, maar ook langs bospaden, in open plekken in het bos, langs wegen, spoorwegbermen en in tuinen. Ze komt vooral voor in de strooisellaag van droog, vrij oud loofbos op plekken met zon en schaduw. Deze soort werd in kader van het Actieplan Limburgse soorten aangeduid als adoptiesoort voor Meeuwen-Gruitrode (Baert, 2007). De boskrekel komt algemeen voor in de loofbossen van Masy en wordt eveneens waargenomen in de bossen langs de westzijde van het domein.

* Veldkrekels leven doorgaans in kleine populaties in warme en droge biotopen op zandige bodems, zoals schrale graslanden, wegbermen, heideterreinen, kapvlakten, stuifzanden en schrale onkruidakkertjes. Bij verstoring trekken ze zich terug in een holletje. De veldkrekel komt algemeen voor op het grootste gedeelte van het schietveld, meestal langs de brandwegen.

6 soorten sprinkhanen zijn aangeduid als kwetsbaar.

* De Blauwvleugelsprinkhaan komt vooral voor op zandige terreinen en bewoont zeer droge plaatsen met lage, open vegetatie: duinen, heide, schraal grasland, kalkgrasland en rotsen, maar ook spoorwegbermen, mijnterrils en grindrijke rivierstranden. Deze soort werd voorlopig alleen waargenomen in 1999 in 2 kilometerhokken, een eerste in de verboden zone, het andere in de noordoostelijke punt van het bos van Masy.

* De Moerassprinkhaan komt voor in natte hooilanden, open zeggenmoerassen en licht begraasde, natte graslanden (vaak met pitrusruigten). In de zomer kunnen sommige van

112 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

deze graslanden er eerder droog uitzien, maar in het winterhalfjaar zijn ze kletsnat. Ook in vochtige heiden en hoogveen met pijpenstrootje wordt de moerassprinkhaan aangetroffen.

De soort werd waargenomen nabij de Mangelbeekvallei in 1999, 2004 en 2006.

* De Snortikker komt vooral voor in droge heideterreinen. Beschutte, grazige plaatsen vormen de meest typische vindplaatsen. Ook langs wegbermen op zandgrond komt de soort voor. In de Kempen is deze soort algemeen in de heideterreinen. De soort werd algemeen waargenomen over het volledige terrein tijdens de inventarisatieperiode in 2008.

* Het Wekkertje heeft een voorkeur voor vrij vochtige tot natte, hoge en grazige vegetatie.

Dikwijls is de soort aan te treffen in Pijpenstrootje- of Pitrusbulten. Ook is ze algemeen in hoogveen, in open plekken in het bos of langs slootkanten. Ze mijden lage, droge vegetaties (Decleer et al., 2000; Kleukers & Krekels, 2004; Baert, 2007). De soort werd reeds waargenomen in de Mangelbeekvallei en op de Sonnisheide en de andere nattere vegetaties, verspreid over het gehele terrein. Op het militair domein is ze als algemeen te beschouwen.

Deze soort werd in kader van het Actieplan Limburgse soorten aangeduid als adoptiesoort voor Houthalen-Helchteren (Baert, 2007). De gemeente Houthalen-Helchteren wil deze soort koppelen aan de opmaak van een bermbeheerplan (Baert, 2007).

* De Zompsprinkhaan bewoont mesotrofe, natte tot vochtige graslanden, doorgaans op venige bodem met een open en lage tot halfhoge vegetatie. De meeste vindplaatsen hebben een extensief beheer en bevinden zich in de Kempen en in en om de Hoge Venen. Deze soort werd in 2006 waargenomen op de Sonnisheide aan de noordrand van het militair domein tijdens een sprinkhanenexcursie georganiseerd door Natuurpunt vzw.

* Het Zanddoorntje bewoont natte pioniersvegetaties zoals vochtige duinpannen, oevers van plassen en kale plekken in moerassen. Het is een pioniersoort die onverwacht kan opduiken op allerlei natte plaatsen. Op het schietveld werd ze één maal waargenomen, net op de rand, in de Abeekvallei, aan In den Damp.

Vier soorten sprinkhanen zijn aangeduid als zeldzaam.

* De Heidesabelsprinkhaan leeft hoofdzakelijk in heidevelden. Zowel natte als droge heide komen in aanmerking, maar ook in dichte monotone vegetaties van Pijpenstrootje en hoogveengebieden komt deze soort voor. De Heidesabelsprinkhaan wordt waargenomen verspreid over het militair domein.

* Het Negertje houdt van droge, goed geëxponeerde biotopen en houdt zich daar gewoonlijk niet ver van de bosrand op. Deze soort heeft een duidelijke voorkeur voor kalk, heidevelden, weg- en spoorwegbermen, warme open plekken in het bos of langs brede boswegen. Het Negertje werd waargenomen op het volledige schietveld, uitgezonderd in Masy en de westelijk gelegen bossen komt ze niet voor.

* De Struiksprinkhaan komt voor in allerlei biotopen met verspreid staande struiken of bomen zoals bosranden, heidevelden, hagen, struwelen, parken en tuinen. Ook midden in bos en in ruigtekruidenvegetaties kan ze voorkomen. De Struiksprinkhaan komt algemeen verspreid over het terrein voor.

* De Kustsprinkhaan komt vooral voor in dichte, lage tot halfhoge grazige vegetaties, zoals (duin)graslanden en bermen. In het binnenland worden vochtige milieus geprefereerd. Deze sprinkhaan werd in 2008 waargenomen op de rand van het schietveld in de Abeekvallei, ook net buiten het schietveld in de Abeek- en Mangelbeekvallei komt deze soort voor. De soort komt vrij algemeen voor in de Vlakte van Bocholt en de A-beekvallei, en was op het militair domein zéér algemeen (periode 1991 – 2000), vooral de omgeving van Wauberg.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 113

* De Zadelsprinkhaan bewoont droge, warme heidevelden met verspreid staande struiken (eik, berk, den, jeneverbes, spork of braam). Op het schietveld zelf komt op behoorlijk wat locaties voor op militair domein. In periode 1991 – 2000 was de soort er althans vrij algemeen volgens Frans Verstraeten. In een aanliggend gebied dat beheerd wordt door Natuurpunt vzw. komt de soort zeker nu nog voor, dus wellicht ook op het schietveld zelf.

Conclusies naar beheer

Veel soorten zijn gebonden aan heideterreinen. Het behoud van deze biotopen is bijgevolg absoluut noodzakelijk voor het behoud van deze soorten.

De Boskrekel is gebaat bij gemengde inheemse bestanden waar eik een belangrijk aandeel in heeft. Ook geleidelijke overgangen zijn gunstig voor de Boskrekel. In kader van het behoud van bijzondere avifauna en reptielen wordt reeds gestreefd naar geleidelijke overgangen.