• No results found

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.4 Fauna

2.3.4.4 Libellen

De soortenlijst van de libellen is gemaakt op basis van de gegevens van de databank van de Libellenwerkgroep Gomphus (geraadpleegd in april 2008), de inventarisatiegegevens van de leden van de afdeling ‘Meeuwen-Gruitrode en Peer’ van Natuurpunt vzw (Freddy Janssens, Marleen Massonnet, Robert Van Dingenen e.a.) en op basis van eigen inventarisatiegegevens. Op het schietveld werden 40 soorten waargenomen, waarvan 1 soort

‘met uitsterven bedreigd’ is, 3 soorten ‘bedreigd’, 3 soorten ‘zeldzaam’ en 4 soorten

‘kwetsbaar’ (De Knijf et al., 2006). Ecologische gegevens zijn afkomstig uit De Knijf et al.

(2006). Een overzicht van de gekende vindplaatsen van enkele belangrijke soorten wordt gegeven in kaart 2.14. Dit overzicht geeft enkel een indicatie naar de zones die voor libellen belangrijk zijn, en is zeker niet volledig.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode Lijst (Vlaanderen) Azuurwaterjuffer Coenagrion puella Momenteel niet bedreigd Beekoeverlibel Orthetrum coerulescens Kwetsbaar

Blauwe glazenmaker Aeshna cyanea Momenteel niet bedreigd Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum Momenteel niet bedreigd Breedscheenjuffer Platycnemis pennipes Momenteel niet bedreigd Bruine glazenmaker Aeshna grandis Momenteel niet bedreigd

Bruine korenbout Libellula fulva Bedreigd

Bruine winterjuffer Sympecma fusca Momenteel niet bedreigd Bruinrode heidelibel Sympetrum striolatum Momenteel niet bedreigd Gaffelwaterjuffer Coenagrium scitulum Onvoldoende gekend Geelvlekheidelibel Sympetrum flaveolum Momenteel niet bedreigd Gevlekte witsnuitlibel Leucorrinhia pectoralis Met uitsterven bedreigd Gewone oeverlibel Orthetrum cancellatum Momenteel niet bedreigd Gewone pantserjuffer Lestes sponsa Momenteel niet bedreigd Grote keizerlibel Anax imperator Momenteel niet bedreigd Grote roodoogjuffer Erythromma najas Momenteel niet bedreigd Houtpantserjuffer Lestes viridis Momenteel niet bedreigd Kleine roodoogjuffer Erythromma viridulum Momenteel niet bedreigd

Koraaljuffer Ceriagrion tenellum Zeldzaam

Lantaarntje Ischnura elegans Momenteel niet bedreigd

Maanwaterjuffer Coenagrion lunulatum Bedreigd Noordse witsnuitlibel Leucorrhinia rubicunda Kwetsbaar

Paardenbijter Aeshna mixta Momenteel niet bedreigd

Plasrombout Gomphus pulchellus Momenteel niet bedreigd

Platbuik Libellula depressa Momenteel niet bedreigd

Smaragdlibel Cordulia aenea Momenteel niet bedreigd

Steenrode heidelibel Sympetrum vulgatum Momenteel niet bedreigd

Tangpantserjuffer Lestes dryas Kwetsbaar

Tengere grasjuffer Ischnura pumilio Momenteel niet bedreigd Tengere pantserjuffer Lestes virens Zeldzaam

Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum Bedreigd

Venglazenmaker Aeshna juncea Kwetsbaar

Venwitsnuitlibel Leucorrhinia dubia Zeldzaam

Viervlek Libellula quadrimaculata Momenteel niet bedreigd Vuurjuffer Pyrrhosoma nymphula Momenteel niet bedreigd Vuurlibel Crocothemis erythraea Momenteel niet bedreigd Watersnuffel Enallagma cyathigerum Momenteel niet bedreigd Zwarte heidelibel Sympetrum danae Momenteel niet bedreigd Zwervende heidelibel Sympetrum fonscolombii Momenteel niet bedreigd Zwervende pantserjuffer Lestes barbarus Momenteel niet bedreigd

Tabel 2.30: Lijst van libellensoorten die voorkomen op het militaire domein

100 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

De Gevlekte witsnuitlibel is een met uitsterven bedreigde soort die opgenomen is in Bijlage 2 van de Habitatrichtlijn. Ze verkiest mesotrofe tot licht eutrofe plassen, laagveenmoerassen en heidevennen en vliegt op al deze plaatsen bijna steeds bij verlandingsvegetaties. Het water is meestal vrij helder, ondiep en gezien de onmiddellijke nabijheid van bos ook vrij beschut. De oevervegetaties zijn steeds goed ontwikkeld en bestaan uit ondermeer riet, lisdodde en zeggen. Op het schietveld werden 3 exemplaren (3 mannetjes) van deze soort waargenomen in juni 2008 in de Laambeekvallei, een biotoop die overeenkomt met de voorgaande beschrijving. Twee exemplaren werden waargenomen aan het Laambeekven zelf, een derde werd waargenomen aan een vennetje in het noorden van de Laambeekvallei.

Het is belangrijk dat in functie van deze soort een gericht beheer wordt gevoerd.

Drie soorten zijn bedreigd.

* De Bruine korenbout komt zowel aan stilstaande plassen als aan stromend water voor, de aanwezigheid van een goede oevervegetatie blijkt van belang te zijn. Er zijn 2 exemplaren waargenomen in 2003 aan de Monnikswijer. Waarschijnlijk is hier geen sprake van een populatie (persoonlijke mededeling Geert De Knijf).

* De Maanwaterjuffer komt voor bij voedselarme, eerder zure vennen, die niet uitdrogen, met een smalle oevervegetatie bestaande uit Pijpenstootje, Veenpluis, Blaaszegge en Holpijp. Op het schietveld is ze slechts 2 maal waargenomen aan ‘In den Damp’, 3 vijvers die deel uitmaken van de Abeekvallei. Deze dieren maken mogelijk deel uit van een zeer kleine populatie of zijn zwervers (persoonlijke mededeling Geert De Knijf).

* De voornaamste biotoop van de Variabele waterjuffer bestaat uit zowel mesotrofe als eutrofe laagveenplassen, gekenmerkt door een goed ontwikkelde en structuurrijke water- en oeverplantenvegetatie. In oligotrofe en zure plassen als vennen kan de soort eveneens voorkomen, maar dan steeds in (heel) kleine populaties. Van deze soort werden 2 exemplaren op het schietveld waargenomen aan ‘In den Damp’, die ofwel deel uitmaken van een zeer kleine populatie ofwel zwervers zijn (persoonlijke mededeling Geert De Knijf).

Vier soorten zijn kwetsbaar.

* De Venglazenmaker komt in de Kempen voor aan oligotrofe en oligo-mesotrofe vennen. Op het militair domein werd deze soort waargenomen aan ‘In den Damp’ en aan de vennen op de Sonnisheide.

* De Beekoeverlibel komt voor aan kleine, langzaam stromende beekjes, meestal in heidegebieden. De beekjes hebben slechts weinig tot geen oevervegetatie. Ook de omgeving heeft vaak een lage, structuurrijke vegetatie zodat de biotoop de volledige dag in de zon ligt.

Van deze soort werden in juni 2008 meerdere exemplaren waargenomen aan ‘In den Damp’.

* De biotoop van de Noordse witsnuitlibel bestaat uit vennen die (matig) voedselarm zijn.

* De voortplantingsbiotoop van de Tangpantserjuffer bestaat uit voedselarme tot matig voedselrijke vennen en plassen. De biotopen worden gekenmerkt door een goed ontwikkelde vegetatie van drijvende water- en oeverplanten en vertonen vaak al verlandingsvegetatie.

De watertafel vertoont er duidelijke schommelingen zodat de plassen in de zomer kunnen droogvallen. De Sonnisheide, in het noordwesten van het militair domein, is gekend voor Tangpantserjuffer. Deze soort werd in juni 2008 aan de meeste vennen op het schietveld waargenomen.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 101

Drie soorten zijn zeldzaam.

* De Tengere pantserjuffer is gebonden aan oligo- en mesotrofe plassen met een lage zuurtegraad en een goed ontwikkelde verlandingsvegetatie. Ze prefereert zonnige en beschutte plaatsen en verwijdert zich meestal niet ver van het water. De Knijf et al. (2006) vermeldt het militair domein van Helchteren als één van de vindplaatsen met grote populaties. Deze soort werd tijdens de inventarisatieperiode inderdaad zeer talrijk waargenomen over het volledige schietveld.

* De Venwitsnuitlibel plant zich voort in biotopen die bestaan uit voedselarm en zuur water zoals vennen en veenplassen, gekarakteriseerd door de aanwezigheid van drijvende tapijten veenmos. Deze biotopen zijn meestal zonnig gelegen, zelfs indien er veel boomopslag aanwezig is. De soort werd waargenomen aan de vennen op de Sonnisheide; aan de Monnikswijer werden larvenhuiden gevonden van deze soort. Ook aan de vennen centraal in het schietveld komt deze soort voor.

* De Koraaljuffer komt voor aan ondiep, oligomesotroof water in heide- en veengebieden.

Een lichte stroming van het water, een fijnkorrelige bodem en een veenmostapijt (Spaghnum) vormen de ideale voortplantingsbiotoop, die zelden verlaten wordt. Deze soort komt aan de meeste vennen in het schietveld voor.

In het ontwerp-beheerplan uit 2001 worden nog twee aanvullende soorten vermeld, die soms als zwerver opduiken in het Schietveld : Weidebeekjuffer (RL Zeldzaam) en Speerwaterjuffer (RL Bedreigd). De Weidebeekjuffer komt soms voor in het gebied. Dit zijn exemplaren afkomstig uit de bovenloop van de Abeekvallei. De Speerwaterjuffer komt soms voor in het uiterste westen van het gebied. Dit zijn exemplaren afkomstig uit de bovenloop van de Mangelbeekvallei.

Conclusies naar beheer

Al deze Rode Lijstsoorten zijn typisch voor heide- en veengebieden met vennen. Voor het behoud van deze soorten is het bijgevolg noodzakelijk dat de heidegebieden met de vennen behouden blijven. Voor een aantal soorten (waaronder de Gevlekte witsnuitlibel) is de aanwezigheid van verlandingsvegetaties met ondermeer Draadzegge belangrijk.

Het Mangelbeekven werd recent hersteld (2006). Aan dit ven komen momenteel voornamelijk pionierssoorten voor, zoals Tengere grasjuffer, Watersnuffel en Lantaarntje.

Indien verdere successiestadia voorkomen, zullen soorten die minder algemeen zijn op het schietveld, zoals de witsnuitlibellen, waarschijnlijk ook voorkomen.

Algemeen kan gesteld worden dat het voor deze soortengroep belangrijk is dat de vennen behouden blijven en hersteld worden indien nodig. Watervervuiling en verdroging zijn de belangrijkste bedreigingen. De belangrijkste beheermaatregel in functie van de libellen en waterjuffers is dan ook het ecohydrologische herstel.

102 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be Kaart 2.14: Voorkomen van belangrijke libellen en juffers

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 103