• No results found

Onregelmatige broedvogels en verdwenen soorten

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.4 Fauna

2.3.4.3 Vogels (m.m.v. Jan Gabriëls)

2.3.4.3.3 Onregelmatige broedvogels en verdwenen soorten

* Grauwe klauwier (met uitsterven bedreigd) is een soort van halfopen en open landschappen met structuurrijke vegetaties van doornstruwelen en afwisseling van hoge met korte grazige vegetatie, een rijke flora en een fauna met een ruim aanbod van grote insecten

92 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

en kleine zoogdieren. In 2008 was er voor het eerst sinds lang één succesvol broedgeval van deze soort op het schietveld aan Toren 1.

* Grauwe kiekendief (met uitsterven bedreigd) is traditioneel een broedvogel van open heidegebieden. Recent komt deze soort echter vooral voor in grote en uitgestrekte graangebieden. Deze soort komt op het schietveld voor als onregelmatige broedvogel (1 koppel); o.a. in 2009 was er één territorium.

In 2008 werd in het broedseizoen een koppel Velduilen waargenomen op het schietveld, het is niet zeker of er ook sprake is van een geslaagd broedgeval. Van Kleinst waterhoen zijn zekere broedgevallen bekend uit het verleden; is te beschouwen als zeer onregelmatige broedvogel.

Watersnip is een onregelmatige broedvogel (1 koppel in 2008 aan het Stijnven). Hop werd in Masy pleisterend waargenomen en gehoord in het broedseizoen 2008.

Roerdomp broedde in de jaren 60 op de vijvers van In den Damp. Door de recente ingrepen voor vijverherstel is het mogelijk dat de rietkragen weer uitbreiden en de soort misschien

Duinpieper (laatste broedgeval omstreeks 1980) wordt jaarlijks waargenomen tijdens de trek, net als Tapuit, Tureluur en Klapekster.

Conclusies naar beheer

Het schietveld heeft een zeer volledige en soortenrijke vogelgemeenschap, zowel voor de bossen, de heide als de overgangsgebieden tussen beiden. Voor de bos- en bosrandsoorten is vooral het structuurrijke bos van Masy belangrijk, en de daarop aansluitende ijle en halfopen verbossingen. Voor de heidesoorten is uiteraard het gehele centrale gedeelte belangrijk.

Voor de typische bossoorten is het belangrijk dat de structuur van het bos van Masy wordt behouden en versterkt. Hoe ouder en gevarieerder (in termen van boomsoortensamenstelling en leeftijdsopbouw) een bos, hoe rijker aan soorten en aantallen van bosvogels het bos zal zijn. De huidige soortensamenstelling en het recente verschijnen van Middelste bonte specht indiceren reeds een goede bosstructuur en het belang van dit boscomplex.. Voor onder andere Houtsnip is het belangrijk dat de verdroging wordt tegengegaan. In de bossen langs de westkant van het domein wordt eveneens gestreefd naar structuurrijk gemengd bos zodat deze bossen ook geschikt worden voor de typische bosvogels. Naast structuurrijke eerder open bossen zijn ook ijle bossen zeer waardevol.

Ondermeer Bonte Vliegenvanger en Gekraagde roodstaart prefereren duidelijk dergelijke situaties.

Geelgors is het meest gebaat bij een ecologisch akkerbeheer van de omliggende landbouwgronden, maar ook de aanwezigheid van open plekken en geleidelijke overgangen kan bijdragen tot het behoud en de eventuele uitbreiding van deze soort.

Voor de typische heidesoorten is het Schietveld één van de toplocaties in Vlaanderen. Hier vinden we niet alleen zeer hoge broeddichtheden van Veldleeuwerik en Graspieper, en belangrijke broedpopulaties van Boompieper, Boomleeuwerik en Roodborsttapuit, we vinden er ook regelmatig de zeer kritische soorten die gebonden zijn aan uitgestrekte heidegebieden zoals Grauwe kiekendief. Ook Velduil komt regelmatig voor en is mogelijke broedvogel in het gebied. Voor deze kritische heidesoorten is het open houden van de grote centrale heidevlakte essentieel. Een aantal solitaire bomen en boomgroepjes kunnen wel behouden blijven, die dienst doen als zangpost voor ondermeer Boomleeuwerik.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 93

Ook Veldleeuwerik en Graspieper zijn belangrijke doelsoorten. Deze komen vooral voor in vergraste open heide.

De bosranden en geleidelijke overgangen van ijl naar gesloten bos zijn eveneens zeer belangrijk. Ze vormen de preferentiële broedbiotoop voor ondermeer Nachtzwaluw, die hier één van zijn belangrijkste broedpopulaties in Vlaanderen bereikt.

Relatie tot de Instandhoudingsdoelen voor vogelrichtlijnsoorten : voor de zeer kritische doelsoorten als Velduil, Grauwe kiekendief is er nood aan een grootschalig groot open heidelandschap en moet het centrale open heidecomplex best zo groot mogelijk zijn.

De heide moet hierbij een zekere basiskwaliteit hebben, maar mag voor soorten als Grauwe kiekendief ook een deel vergrast zijn. Iets voedselrijkere heide met grotere structuurvariatie is belangrijk voor deze soort als foerageergebied.

Voor soorten van overgang bos-heide (zoals nachtzwaluw, boomleeuwerik) is het behoud van belangrijke open heideterreinen met verspreide zones met open zand, in combinatie met open ijle bossen en halfopen gradiënten zeer belangrijk. Ruim 90% van de broedgevallen van Nachtzwaluw situeert zich in de overgangszones tussen bos en open heide. Behoud en optimalisatie van de structuur van dergelijke halfopen zones (heide met verspreide bomen) is voor deze soort gewenst.

Ook voor de typische moeras- en rietvogels is het gebied van belang. Zo waren er van Bruine kiekendief in de zeventiger jaren tot 3 broedparen. In de negentiger jaren was de soort enkele malen broedvogel op het Steenven). Van Blauwborst zijn er in sommige jaren minstens 12 broedparen. Porseleinhoen is een onregelmatige broedvogel aan de

Monnikswijer en het Brandven. Voor deze soorten zijn vooral het vijversysteem van Den Damp en de vennen in de periferie van het gebied (die een weelderige oeverbegroeiing kennen) van belang. Behoud en ontwikkeling van rietkragen en dichte oevervegetaties met plaatselijk opslag van struweel is voor deze soorten noodzakelijk.

Voor Middelste bonte specht en Zwarte specht zijn structuurrijke bossen met voldoende oude bomen en dood hout belangrijk. Een verderzetting van het huidige bosbeheer (minimale ingrepen in de goed ontwikkelde loofbossen, omvorming van homogene en uitheemse soorten) volstaat voor deze soorten.

Zwartkopmeeuw is een vrij recente broedvogel in het gebied, die zich vestigt in de

bestaande kokmeeuwenkolonies. Gezien deze kolonies een probleem vormen voor birdstrikes en naar eutrofiëring van de vennen zijn deze zeker centraal in het gebied niet gewenst. Via beheeringrepen (zie verder) kan men proberen deze kolonies te verhuizen naar de

wateroppervlaktes in de periferie van het domein.

Voor alle broedvogels is het belangrijk dat er geen beheer gebeurt in de buurt van de broedplaatsen tijdens het broedseizoen. Dat stelt echter praktische problemen aangezien 3 van de 5 mogelijke werkweken op het Schietveld in het broedseizoen vallen. Er zullen dus wellicht ook noodzakelijkerwijze werken in het broedseizoen moeten gebeuren. Daarbij worden best volgende richtlijnen gehanteerd, teneinde de schade aan broedgevallen te beperken :

• Voor vogels die op verschillende locaties op het schietveld broeden, zoals bv nachtzwaluw: werken steeds concentreren in bepaalde werkzone zodat je de verstoring steeds tot die bepaalde zone beperkt. Daar is de toestand dan verstoord maar het volgende jaar weer beschikbaar en de populatie kan op gebiedsniveau standhouden.

• Voor zeldzame soorten die slechts op één plek broeden , stel bv 1 koppel grauwe kiekendief: indien de broedlocatie gekend hier geen werken tijdens het

broedseizoen.

94 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be Kaart 2.9: Verspreiding van de belangrijkste vogelsoorten van de heide volgens de Vlaamse broedvogelatlas (Vermeersch et al., 2004)

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 95 Kaart 2.10: Verspreiding van de belangrijkste vogelsoorten van bossen en bosranden volgens de Vlaamse broedvogelatlas (Vermeersch et al., 2004)

96 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be Kaart 2.11: Verspreiding van de belangrijkste vogelsoorten van de heide volgens de Provinciale vogelwerkgroep van LIKONA, werkgroep militaire domeinen

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 97 Kaart 2.12: Verspreiding van de belangrijkste vogelsoorten van bossen en bosranden volgens de Provinciale vogelwerkgroep van LIKONA, werkgroep militaire domeinen

98 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be Kaart 2.13: Verspreiding van Nachtzwaluw volgens de Provinciale Vogelwerkgroep van LIKONA, werkgroep militaire domeinen

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 99