• No results found

Omvorming van bos en boomopslag naar open en halfopen vegetaties

4.1 Inrichtingsmaatregelen

4.1.2 Omvorming van bos en boomopslag naar open en halfopen vegetaties

4.1.2.1 Omvorming van bos naar open beekvallei (97 ha)

In functie van het herstel van de Abeekvallei zullen een aantal bestanden die anno 2008 verbost zijn ontbost worden. Ook in Landschapseenheid Laambeek wordt een deel van de bosbestanden omgevormd naar open beekvallei. Belangrijk is dat de omvormingen pas gebeuren indien alle zaaddragende exemplaren van Amerikaanse vogelkers in de nabije omgeving verwijderd zijn. In de Abeekvallei staat de bestrijding van Amerikaanse vogelkers al verder dan in de Laambeekvallei (zie eerder). Eens de Amerikaanse vogelkers bestreden is, wordt zo snel mogelijk gestart met de omvorming.

De bestanden worden gefaseerd ingericht. Jaarlijks wordt ongeveer 20 tot 25 ha gekapt. Een aantal individuele vliegdennen, Zomereiken, berken en eventueel Lijsterbes en Sporkehout blijft behouden. Plaatselijk kunnen kleine boomgroepjes behouden blijven. Broek- en valleibossen blijven altijd behouden. Waar nodig wordt geplagd en ontstronkt, eventueel gespreid over 2 jaar, naargelang de beschikbare tijd en middelen. In de eerste 5 jaar volgend op de inrichtingsmaatregelen, zal nabeheer hoogstwaarschijnlijk nodig zijn. Daarna wordt voor deze bestanden een regulier heidebeheer voorzien.

Een overzicht van de te ontbossen bestanden wordt gegeven in tabel 4.1. Niet alle bestanden worden volledig omgevormd naar open beekvallei, het beheer van de oppervlakte die niet wordt omgevormd naar open beekvallei, wordt besproken in de volgende paragrafen (zie tabel 4.1)

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 137

Landschapseenheid Bestand Opp bestand (ha)

Om te vormen opp (ha)

Abeek 2a 2,7 1,0

3a 19,0 9,0

3b 5,6 3,2

3e 5,9 5,0

4a 2,6 2,6

5a 55,7 43,3

6a 33,3 24,4

Laambeek 1a 36,4 7,6

1b 10,7 0,5

Tabel 4.1: Overzicht van de bestanden om te vormen naar open beekvallei

4.1.2.2 Omvorming naar heide (43 ha)

Het bestaande centrale open heidegebied wordt beperkt uitgebreid door in de aangrenzende zones de boomopslag terug om te vormen naar open heide. Deze zones worden gefaseerd opengekapt en geplagd, waarbij plaatselijk een aantal boomgroepjes of individuele waardevolle bomen behouden blijven (zie foto 4.1).

Foto 4.1: Behoud van bomengroepjes en individuele bomen in de heide (Foto’s: Kris Vandekerkhove)

Bestand 2f van Landschapseenheid Mangelbeek is een kleine aanplant van Grove den op landduin. Dit wordt volledig gekapt en geplagd in kader van het herstel van stuifduinen.

Bestand 2c van Dovo en bestanden 1a en 1b van Landschapseenheid Laambeek bevatten plaatselijk nog belangrijke heiderestanten en sluiten aan bij het open heidecomplex centraal in het gebied. Een gedeelte van deze bestanden (zoals aangegeven op de visiekaart) zal, in overeenstemming met de gebiedsvisie, worden omgevormd naar open heide. De omvorming zal hier gebeuren door een kaalkap gevolgd door een combinatie van stootbegrazing en plaggen. Plaggen gebeurt daar waar geen heiderestanten meer aanwezig zijn. In de eerste 5 jaar volgend op de inrichtingsmaatregelen, zal nabeheer hoogstwaarschijnlijk nodig zijn (stootbegrazing, maaien). Daarna wordt voor deze bestanden een regulier heidebeheer voorzien.

Een overzicht van de om te vormen oppervlaktes per bestand wordt gegeven in tabel 4.2.

Het beheer en/of omvorming van de resterende oppervlakte wordt besproken in de volgende paragrafen.

138 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

Landschapseenheid Bestand Opp bestand (ha)

Om te vormen opp (ha)

Dovo 2c 80,2 15,8

Laambeek 1a 36,4 15,5

1b 10,7 2,8

Mangelbeek 2f 2,8 2,8

Sonnisheide 1e 5,8 2,3

Tabel 4.2: Overzicht van de bestanden om te vormen naar heide

4.1.2.3 Omvorming naar heide met verspreide bomen (130 ha)

In functie van heideherstel en – uitbreiding wordt over een belangrijke oppervlakte de aanwezige boomopslag teruggedrongen. In tegenstelling tot het doeltype ‘open heide’ wordt hier toch nog een belangrijk aandeel boomopslag getolereerd tussen de heidevegetaties.

Als richtcijfer wordt vooropgesteld dat de totale overschermingsgraad van alle boomopslag, gemiddeld over de gehele zone met dit beheerdoel, niet groter mag zijn dan 30%.

Belangrijk hierbij is het aan te geven dat de dichtheid van deze boomopslag zeer variabel kan zijn, en varieert van vrijwel boomloze heides tot vlekken en zones met zeer gesloten bosgordels.

(zie foto 4.2).

Foto 4.2: Voorbeelden van zones met heide met een actuele gemiddelde overschermingsgraad van 30%, en op de achtergrond een gesloten bosscherm (Foto’s: Kris Vandekerkhove)

We vinden dit doeltype in twee zones :

- Een zone van ca 85 ha in het zuidwesten van het Schietveld (in de bestanden 1a en 1b van Landschapseenheid Laambeek en bestand 2c van Landschapseenheid Dovo.

- Een zone van ca 40 ha op de oostflank van de Abeek-vallei (oostkant van het gebied), met name bestand 1b en de resterende oppervlakte van bestanden 5a en 6a van Landschapseenheid Abeek).

Bij de omvorming van de bestanden 5a en 6a van Landschapseenheid Abeek wordt een graduele overgang gecreëerd van de open beekvallei naar het omliggende gebied, waarbij aan de buitenzijde een gesloten groenscherm van enkele tientallen meter breed wordt behouden. Deze gesloten bosgordel voorkomt de inkijk en zorgt voor een fysieke barrière die niet uitnodigt om het terrein te betreden.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 139

De inrichtingsmaatregelen bestaan hier uit een éénmalige sterke kapping, waarbij de globale gemiddelde overschermingsgraad van 30% wordt nagestreefd. Boomgroepjes en individuele exemplaren van berk, Zomereik, Lijsterbes en Grove den blijven behouden en komen gradueel frequenter voor in de richting van de buitengrens van het domein. De buitenste bosgordel blijft gesloten. Hier worden enkel de uitheemse soorten verwijderd, waarbij steeds wordt toegezien dat de inkijk voorkomen blijft. Desnoods wordt de exotenbestrijding hier gefaseerd uitgevoerd om voldoende sluiting te garanderen.

Het jaar na de inrichtingsmaatregelen wordt over de gehele zone (met uitzondering van de bosgordel) een stootbegrazing met schapen ingesteld om de dominante vegetaties van Pijpenstrootje en Bochtige smele te doorbreken. Eens de grassen teruggedrongen wordt een regulier begrazingsbeheer met schapen ingesteld (zie verder). Het vierde jaar na de inrichtingsmaatregelen wordt eventuele opslag teruggezet. Daarna worden deze bestanden elke omlooptijd doorlopen, waarbij het teveel aan opslag verwijderd wordt en selectief wordt gekapt in de behouden bomen, teneinde het streefcijfer van gemiddeld 30% overscherming te garanderen.

Ook in de gesloten bosgordel wordt periodiek selectief gekapt zodat continu voldoende lage begroeiing en opslag aanwezig is, de het scherm onderaan gesloten houdt.

Bestand 1b van Landschapseenheid Abeek en deeloppervlaktes van bestand 2c van Landschapseenheid Dovo en bestanden 1a en 1b van Landschapseenheid Laambeek worden op een gelijkaardige manier beheerd en ingericht. De inrichting gebeurt gefaseerd, in functie van uitvoerbaarheid. Telkens wordt ongeveer 30 ha behandeld.

Ook hier wordt éénmalig sterk gekapt in de boomopslag in functie van de doelvegetatie gevolgd door stootbegrazing, en een regulier beheer achteraf met schapenbegrazing en periodieke kappingen (elke 8 jaar) zodat de gemiddelde overschermingsgraad van de boomlaag niet hoger wordt dan 30%.

Ook hier wordt de buitenste gordel van enkele tientallen meter behouden als gesloten bos, zodat de inkijk in het gebied beperkt blijft. In deze gordel worden enkel exoten verwijderd, voornamelijk Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik en Robinia. Als dusdanig wordt de inkijk beperkt en wordt toch gestreefd naar heidevegetaties.

Bovendien wordt in het bestand DOVO 2c een extra groenscherm voorzien dat optimale afscherming biedt tegen geluids- en luchtdrukgolven afkomstig van de ontploffingszone.

Door Defensie zal een aanvullende akoestische studie gebeuren om na te gaan wat de optimale architectuur en opbouw is van dit vegetatiescherm, bij voorkeur met minimaal ruimtebeslag. Op basis van de modellering voor maximale druk- en geluiddemping zal voor de Landschapseenheid DOVO een gedetailleerd vegetatiestreefbeeld opgemaakt worden om gevoegd te worden bij dit beheerplan. Zo kunnen de doelstellingen naar heideherstel worden gerealiseerd en worden tegelijk de vereiste schermfuncties gegarandeerd.

Een overzicht van de om te vormen oppervlaktes per bestand wordt gegeven in tabel 4.3.

Landschapseenhei d

Bestand Opp bestand (ha) Opp om te vormen naar heide met boomopslag

Tabel 4.3: Overzicht van de bestanden om te vormen naar heide met een gemiddelde overschermingsgraad van 30%

140 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

4.1.2.4 Omvorming naar halfopen bos/heide (73 ha)

Geleidelijke overgangen tussen gesloten bos en open heide, en halfopen ijle bossen met daaronder een heidevegetatie hebben een zeer hoge ecologische waarde, en zijn bijzonder zeldzaam. Heel wat bijzondere soorten vinden hier een belangrijk en uniek biotoop, zoals Nachtzwaluw, Gladde slang, heel wat bijzondere paddenstoelen en tal van warmteminnende houtbewonende insekten (persoonlijke mededeling Luc Crevecoeur).

Foto 4.3: Halfopen vegetatie met verbossingsgraad tussen 30 en 70% (Foto: Kris Vandekerkhove)

Over een belangrijke oppervlakte van het Schietveld wordt daarom een dergelijk vegetatietype nagestreefd. Dit type omvat vegetatiebeelden met een typische kruidlaag van heide en heischrale vegetaties met daarboven een gemengde boomlaag met een overschermingsgraad die kan lokaal variëren tussen 30 en 70% (zie foto 4.3), met een gemiddelde overschermingsgraad over de gehele zone van 50%.

Dit beeld wordt op het schietveld van Helchteren vooropgesteld voor bestand 13b van Landschapseenheid Donderslagse heide en voor deeloppervlaktes van de bestanden 2a, 2c, 3a, 3b, 3d en 3e van Landschapseenheid Abeek. Met uitzondering van bestand 3e, hebben al deze bestanden nu reeds dit halfopen karakter na de verwijdering van Amerikaanse vogelkers. Bestand 3e is een bosbestand van Grove den en Corsicaanse den.

Eénmalige sterke kappingen zullen dus enkel in dit bosbestand nodig zijn om de halfopen uitgangssituatie te creëren.

Via een combinatie van cyclisch kapbeheer en extensieve begrazing wordt het streefcijfer van 50% overscherming in stand gehouden. De begrazing zorgt ervoor dat de kruidvegetatie niet gaat vergrassen, en onderdrukt de spontane boomopslag. Het cyclisch kapbeheer zal eruit bestaan om elke 8 jaar het bestand te doorlopen en overtallige bomen en opslag te kappen, teneinde de gemiddelde overscherming van 50% te garanderen. Hierdoor ontstaat op termijn een landschapsbeeld met verspreide solitaire oude bomen en boomgroepen. In de voorziene bestanden (vooral in bestand 13b van Landschapseenheid Donderslagse heide en bestand 2a van Landschapseenheid Abeek) zijn nu reeds vrij veel ‘oudere’ eiken, dennen en berken aanwezig (50-60 jaar oud) die voor dit type beheer reeds het ideale uitgangsmateriaal vormen. In die bomen wordt zo weinig mogelijk gekapt, tenzij de overscherming (door kruinontwikkeling) te groot wordt.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 141

In zones waar momenteel geen oudere bomen voorkomen kan ook gekozen worden voor een cyclische kaalkap met heropslag. In deze variant zullen open stukken en stukken met vrij gesloten jonge boomopslag elkaar afwisselen, met eenzelfde gemiddelde totale overscherming van 50%.

Een absolute voorwaarde voor een goede structuur en ecologische waarde van deze bestanden, is een intensieve opvolging van de bestrijding van Amerikaanse vogelkers.

De om te vormen bestanden worden gegeven in tabel 4.4.

Landschapseenheid Bestand Opp bestand (ha) Opp. te beheren als halfopen vegetatie (ha)

Donderslagse heide 13b 48,7 48,7

Abeek 2a 2,7 1,6

Abeek 2c 1,8 1,8

Abeek 3a 19,0 10,0

Abeek 3b 5,6 2,4

Abeek 3d 0,6 0,6

Abeek 3e 5,9 0,9

Tabel 4.4: Overzicht van de bestanden om te vormen naar halfopen vegetaties van bos en heide

Ook bestand 1c van Landschapseenheid Mangelbeek staat op de visiekaart aangeduid als een halfopen ecosysteem. In de jonge opslag van berk kunnen open plekken gecreëerd worden. Met een omlooptijd van 8 jaar wordt gekapt in de opslag. Alle oude bomen in dit bestand worden behouden. De rest van het bestand wordt niet beheerd.