• No results found

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.4 Fauna

2.3.4.11 Overige kevers

De overige kevers (verschillend van de loopkevers, de zandloopkevers en de lieveheersbeestjes) zijn soortengroepen die nog niet intensief geïnventariseerd werden op het schietveld. Enkel in de Abeekvallei werden raam- en bodemvallen geplaatst en werden de kevers verzameld en gedetermineerd. Deze gegevens zijn afkomstig van Luc Crevecoeur en Jaak Evens. Op het schietveld werden tot nu toe 167 soorten, afkomstig van 46 families.

Hiervan worden 9 soorten vermeld op de Rode Lijst van Duitsland. Van deze 9 soorten zijn er 5 doodhoutkevers. De soortenlijst wordt weergegeven in tabel 11 van bijlage 4.

Doodhoutkevers

* Allonix quadrimaculata is met uitsterven bedreigd in Duitsland. Deze doodhoutkever verkiest open en zonnige structuren. Hij leeft in de boomschors in naaldhoutbossen en is een zoöfage kever. Het is een bewoner van vers hout.

* Enicmus testaceus is een doodhoutkever die sterk bedreigd is in Duitsland. Deze soort verkiest bossen en struwelen. Hij leeft in paddenstoelen in loofhoutbossen en voedt zich met paddenstoelen en schimmels.

* Hylis olexai, Melandrya caraboides, en Bolitophagus reticulatus zijn alle drie doodhoutkevers die bedreigd zijn in Duitsland en typisch voorkomen in loofhout. Hylis olexai en Bolitophagus reticulatus komen allebei voor in bossen en struwelen, terwijl Melandrya caraboides eerder open en zonnige structuren verkiest. Alle drie zijn ze gebonden aan paddenstoelen of aan hout dat aangetast is door paddenstoelen of schimmels.

* Platyrhinus resinosus heeft geen categorie toegewezen gekregen in Duitsland, maar is wel een interessante soort voor Limburg. Deze doodhoutkever is namelijk niet algemeen in Limburg. Deze loofhoutsoort verkiest bossen en struwelen en leeft van hout dat reeds aangetast is door paddenstoelen.

Niet-doodhoutkevers

* Cerapheles terminatus is sterk bedreigd, Megatoma undata, Hydroporus pubescens, een waterkever, en Kissister minimus zijn bedreigd. Over deze soorten wordt weinig tot geen informatie gevonden.

118 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

Conclusies naar beheer

Ondanks het ontbreken van een inventarisatie van het volledige militaire domein worden toch al een heel aantal interessante soorten gevonden. Dit doet vermoeden dat het schietveld nog een zeer grote rijkdom aan kevers bevat.

Voor alle kevers is het belangrijk dat hun biotopen kwantitatief en kwalitatief behouden worden. Kleinschalige werken zijn aangewezen in kwetsbare biotopen. Voor de doodhoutkevers is uiteraard de aanwezigheid van dood hout in verschillende afbraakstadia belangrijk. Een aantal doodhoutkevers is eveneens gebonden aan paddenstoelen. Hier ontbreekt echter eveneens een grondige inventarisatie. Voor kevers is het belangrijk dat er voldoende zuidelijk georiënteerde, rafelige bosranden zijn, waar veel licht en warmte is.

Deze beide beheermaatregelen (rafelige bosranden en dood hout) worden al nagestreefd in het kader van andere soortengroepen.

2.3.5 Conclusie

Uit de inventarisatiefase blijkt dat het schietveld voor alle onderzochte soortengroepen zeer belangrijk is, zowel voor fauna als voor flora. Door zijn uitgestrektheid en door de zeldzaamheid van de habitats die er over grote oppervlakte voorkomen heeft het volledige gebied een uitzonderlijke natuurwaarde. Behoud, eventueel herstel en verdere ontwikkeling van de natuurwaarden zijn absoluut noodzakelijk.

Een verdere differentiatie van deze natuurwaarden is echter mogelijk : we maken onderscheid enerzijds in de grote centrale heidekern, en enkele hotspots voor veeleisende soorten, die een aangepast beheer vereisen in de randzones van het gebied.

De grote centrale heidekernzone is voor heel wat habitats en soorten uiterst belangrijk. Het biedt de mogelijkheid aan allerlei soorten van heiden en vennen om er grote stabiele populaties te hebben (Nachtzwaluw, Boomleeuwerik, Boompieper, Gladde slang, Heikikker, Poelkikker, Rugstreeppad, typische heidevlinders, …), en kan zelfs Richtlijnsoorten herbergen die zeer kritische oppervlakte-eisen stellen (Grauwe kiekendief, Velduil). Dit grote open heigebied van meer dan 1000 ha vormt één van de kernkwaliteiten van dit gebied.

In de randzones rondom deze heidekern vinden we nog een aantal zeer waardevolle zones, waar belangrijke concentraties voorkomen van zeldzame soorten, die vaak een aangepast (patroon)beheer vereisen. Deze zones zijn te beschouwen als echte hotspots voor fauna, flora, habitats en structuren. In de eerste plaats zijn dit de 3 beekvalleien: de Mangelbeekvallei, de Laambeekvallei en de Abeekvallei met de Monnikswijer en het vijversysteem In den Damp. Daarnaast is het bos van Masy een structuurrijk loofbos met de bijhorende biodiversiteit. Ten slotte is ook de Sonnisheide zeer waardevol. Deze hotspots zijn aangeduid op kaart 2.16 en tabel 2.36 geeft een overzicht van het voorkomen van zeldzame natuurwaarden in de centrale heidekern en de hotspots.

Zeldzame soorten die algemeen voorkomen op het schietveld, zoals ondermeer Rugstreeppad, Heikikker, Veenpluis en Bruine snavelbies, werden niet opgenomen in tabel 2.36.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 119 Kaart 2.16: Locatie van de centrale heidekern en de floristische en faunistische hotspots die patroonbeheer vereisen in

de randzones van het schietveld van Helchteren

Habitats Flora Fauna

Centrale 2310 Klein warkruid Grauwe kiekendief

Heidekern 4010 Veenpluis Velduil

4030 Liggende Vleugeltjesbloem Gladde slang Graspieper Veldleeuwerik Heikikker Nachtzwaluw Heidevlindersoorten

Abeek 2310 Beenbreek Nachtzwaluw

4010 Draadzegge Beekoeverlibel

7140 Eenarig wollegras Maanwaterjuffer 7150 Klein blaasjeskruid Bruine korenbout 91E0 Kleine veenbes Variabele waterjuffer

Klokjesgentiaan Venglazenmaker Lavendelheide Noordse witsnuitlibel Liggende vleugeltjesbloem Venwitsnuitlibel Ronde zonnedauw

Witte snavelbies

Laambeek 2310 Beenbreek Gevlekte witsnuitlibel 4010 Draadzegge

7140 Gewone vleugeltjesbloem Sonnisheide

Mangelbeek

Laambeek

Masy

A b e e k Centrale heidekern

120 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

91E0 Heidekartelblad Klokjesgentiaan Witte snavelbies Klein blaasjeskruid

Liggende vleugeltjesbloem Ronde zonnedauw

Mangelbeek 2310 Heidekartelblad 4010 Klokjesgentiaan

Liggende vleugeltjesbloem Witte snavelbies

Ronde zonnedauw Beenbreek

Sonnisheide 2310 Heidekartelblad Geoorde fuut 2330 Klokjesgentiaan Gentiaanblauwtje 4010 Witte snavelbies Venglazenmaker

Liggende vleugeltjesbloem Noordse witsnuitlibel Rode dophei Venwitsnuitlibel Masy 9190 Grote wolfsklauw † Mycoflora

91E0 Doodhoutkevers

Bosmieren Fluiter

Gekraagde roodstaart Matkop

Middelste bonte specht Nachtzwaluw

Tabel 2.36: Overzicht van aangemelde habitats aanwezig in de centrale heidekern en de hotspots en de bijzondere soorten met een lokale of beperkte verspreiding op het schietveld per hotspot (†: wellicht nog in de zaadbank aanwezig)

Uit bovenstaande blijkt dat de hotspots die een aangepast patroonbeheer vereisen allemaal in de randzone van het gebied liggen. De belangrijke natuurwaarden die voorkomen op het centrale gedeelte van het schietveld kunnen behouden blijven en ontwikkeld worden via procesbeheer en behoud of, waar nodig, herstel van de abiotische omstandigheden. Voor de meeste soorten die hier voorkomen volstaat een behoud van hun biotopen en leefgebieden, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit vereist geen specifiek patroonbeheer dat arbeidsintensief is en storend kan zijn voor de militaire functie.

De natuurwaarden in de hotspots echter, hebben zeer gerichte beheermaatregelen nodig.

Doordat deze hotspots zich aan de randen van het gebied bevinden en naar militair gebruik toe enkel een bufferfunctie vervullen, is het mogelijk om in deze hotspots een specifiek en intensief soortbeheer te voeren.

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 121