• No results found

2.3 Beschrijving van het biotisch milieu

2.3.4 Fauna

2.3.4.2 Amfibieën en reptielen

De soortenlijst van de amfibieën en reptielen is gebaseerd op gegevens van de Hyladatabank Natuur.Studie, inventarisatiegegevens van de afdeling Meeuwen-Gruitrode en Peer van Natuurpunt vzw (Freddy Janssens, Marleen Massonnet, Robert Van Dingenen e.a.) en op eigen waarnemingen tijdens de inventarisatieperiode. Ook de jaarlijkse overzetacties van Natuurpunt vzw, afdeling Meeuwen-Gruitrode en Peer, leveren gegevens. Deze overzetacties zijn begonnen in 1996 en vinden elk jaar plaats in de Abeekvallei aan de noordoostelijke grens van het militair domein.

Op het schietveld werden 10 soorten amfibieën en reptielen waargenomen. Van deze 10 soorten zijn er 4 zeldzaam volgens de Rode lijst van Vlaanderen (Bauwens & Claus, 1996) en is 1 soort kwetsbaar. Aanliggend aan het schietveld wordt een als bedreigd aangeduide soort waargenomen, de Knoflookpad. Ecologische informatie is afkomstig uit Bauwens & Claus (1996) en Schops (1999).

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Rode lijst

Alpenwatersalamander Triturus alpestris Momenteel niet bedreigd Kleine watersalamander Triturus vulgaris Momenteel niet bedreigd Vinpootsalamander Triturus helveticus Zeldzaam

Bruine kikker Rana temporaria Momenteel niet bedreigd Groene kikker synklepton Rana esculenta synklepton Momenteel niet bedreigd

Heikikker Rana arvalis Zeldzaam

Gewone pad Bufo bufo Momenteel niet bedreigd

Rugstreeppad Bufo calamita Zeldzaam

Gladde slang Coronella austriaca Kwetsbaar

Levendbarende hagedis Lacerta vivipara Zeldzaam

Tabel 2.29: lijst van amfibieën en reptielen die voorkomen op het militaire domein

* De Vinpootsalamander gebruikt een grote verscheidenheid van plassen met stilstaand water als voortplantingsplaatsen. Ze verkiest grote (<5000 m²), matig voedselrijke tot voedselarme, visrijke en schaduwarme wateren met een lage pH (<6). Bij een te lage pH (<4,2) zou een succesvolle reproductie echter niet meer mogelijk zijn. In de provincie Limburg liggen de meeste vindplaatsen op vochtige plaatsen in of nabij heideterreinen en loof- en naaldbossen op zandige en vlakke bodem in de nabijheid van water. De soort verschuilt zich onder vlakke stenen, grindhopen, houtstapels, planken, liggende takken, stukken schor, boomstammen,… Op het schietveld werd deze Rode lijstsoort verspreid

86 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be

waargenomen. Tijdens de overzetacties van de plaatselijke Natuurpuntafdeling worden jaarlijks Vinpootsalamanders gevonden.

* De Heikikker wordt in Vlaanderen enkel teruggevonden in de provincies Antwerpen en Limburg en is hier strikt gebonden aan voedselarme milieus zoals vochtige heidevelden, laagveengebieden en voedselarme moerassen. Als voortplantingsplaatsen worden veelal vennen, sloten en kleine vijvers met oligotroof of mesotroof water in heideterreinen gebruikt.

De eiklompjes worden veelal afgezet op ondiepe plaatsen (10-25 cm) met weinig schaduw.

Ondanks de schijnbare voorkeur voor relatief voedselarme, zure milieus, beschimmelen de eieren indien ze zich in té zuur (pH<4) water bevinden. De landbiotoop van de Heikikker zijn vochtige heiden, schrale graslanden en bossen. In Limburg wordt ze vooral waargenomen in vennen en veenplassen, in voedselarme tot matig voedselrijke vijvers en in de brongebieden van enkele beken. Op het schietveld komt deze soort rond de meeste vennen voor. Ook tijdens de overzetactie van de Natuurpuntafdeling wordt deze soort jaarlijks overgezet.

* De Rugstreeppad is een warmteminnende soort met een gravende levenswijze en is vooral gebonden aan terreinen met droge, losgrondige bodems die snel opwarmen. In Vlaanderen komt deze pionierssoort vooral voor in open duin- en heidegebieden met een schrale begroeiing van korstmossen, grassen en heide. De soort komt eveneens voor in geaccidenteerde terreinen die sterk door menselijke activiteiten beïnvloed zijn. Opvallend is dat de rugstreeppad verdwijnt wanneer de vegetatie dichter en stabieler wordt door natuurlijke successie. In heidegebieden worden de ondiepe, zonbeschenen oeverzones en uitlopers van grote vennen als voortplantingsplaatsen gebruikt. In geaccidenteerde terreinen geven ze de voorkeur aan ondiepe plassen met weinig of geen vegetatie. In Vlaanderen komt de Rugstreeppad in alle provincies voor, maar is haar verspreiding beperkt tot slechts enkele plaatsen. In Limburg ligt het kerngebied van de verspreiding van de Rugstreeppad op de zandgronden van het Kempisch plateau (Bauwens & Claus, 1996, Schops, 1999). Op het schietveld komt de soort in grote aantallen voor en wordt ze waargenomen rond de meeste vennen en op vele brandwegen. De soort komt onder andere voor in de drie vijvers van de A-beek, Monniksweyer, Steenven en Sonnisheideven.

* Voor de Levendbarende hagedis zijn vochtige heide- en veenvelden met boomopslag onmiskenbaar de voorkeursbiotoop. Binnen deze biotopen houden de hagedissen zich vooral op nabij struiken en kleine bomen. Ook in de randzones van vochtige heidevelden naar bossen komt deze soort voor. In drogere biotopen wordt de Levendbarende hagedis eveneens voor, wel in merkbaar lagere aantallen. Het is een soort die gefragmenteerd voorkomt in volledig Vlaanderen. In Limburg komt ze vooral voor op de zandgronden van het Kempisch plateau en de Noordoostkempen, waar ze heiden, laagveenmoerassen, bosranden, heischrale graslanden en heiderelicten verkiest. Op het militair domein komt ze verspreid voor.

* De Gladde slang vertoont in onze streken een uitgesproken voorkeur voor droge, zonbeschenen terreinen. Ze wordt aangetroffen in droge heiden, langs bosranden, in droge graslanden, in open plekken in loofbossen en op stenige of grazige hellingen. Ze verkiest biotopen die een kleinschalige afwisseling bieden van zonbeschenen en schaduwrijke plekjes.

Daarom is de aanwezigheid van een dichte bodembegroeiing van dwergstruiken of grassen, samen met verspreid staande struiken of bomen belangrijk. De soort werd de afgelopen 20 jaar waargenomen op 3 locaties in de provincie Antwerpen, 4 vindplaatsen in Vlaams-Brabant en op de grote heideterreinen in Limburg. Op het schietveld komt een zeer belangrijke populatie Gladde slang voor. Gladde slang werd tijdens de inventarisatieperiode (juni 2008) waargenomen over het volledige terrein, met uitzondering van het domein van Masy.

De Knoflookpad (een bedreigde soort, die opgenomen is op bijlage II van de habitatrichtlijn) bewoont gebieden waar ionenrijke plassen met een hogere pH (pH>6) in de nabijheid liggen van terreinen met een mulle, korrelige zandbodem, waar ze zich eenvoudig kan ingraven. Als paaiplaatsen komen weidepoelen, oude meanders en kleine vijvers en vennen met (matig) voedselrijk water in aanmerking. De van oorsprong voedselarme heidevennen worden slechts geschikt wanneer ze voedselrijker worden. Zure vennen vormen geen geschikt

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 87

habitat. De Knoflookpad heeft een erg beperkte verspreiding in Vlaanderen, aangezien ze zich hier op de rand van haar areaal bevindt. Daarnaast is ook de specifieke combinatie van zandige landbiotopen en voedselrijke paaiplaatsen een eerder zeldzame combinatie. De meeste vindplaatsen liggen in het centrum van de provincie Limburg. Op het Schietveld zelf zijn geen recente waarnemingen meer van deze soort. wel zijn er sporadische waarnemingen net ten westen van het Militair domein (domein van Kelchterhoef) en net ten noorden van het domein.

Bij Groene kikker bestaan populaties tegenwoordig vaak uit tussenvormen tussen Poelkikker en Meerkikker, door vermenging van beide types. Enkel in geïsoleerde vennencomplexen, zoals op het Schietveld vindt men nog zuivere populaties van Poelkikker. Poelkikker is een bijlage-II soort van de Habitatrichtlijn waarvoor doelen in het kader van G-IHD zijn opgemaakt (zie verder).

Een overzicht van de waarnemingen van de Hyladatabank van Natuurpunt en deze van de plaatselijke Natuurpuntafdeling wordt gegeven in kaart 2.8. Dit overzicht is onvolledig, maar geeft reeds een goede indicatie.

Conclusies naar beheer

De meeste bijzondere amfibieën en reptielen van het schietveld komen voor in gezonde populaties. De belangrijkste bedreigingen zijn biotoopverlies, verdroging en verzuring.

Open heide en ijl bos zijn belangrijk voor Gladde slang en Levendbarende hagedis. Ook de geleidelijke overgang van open terrein over ijl naar gesloten bos mag niet ontbreken. De microvariatie die aanwezig is in de overgang tussen de open en gesloten sfeer, is zeer gunstig voor de bestaande populaties. Deze biotoopstructuren kunnen bekomen worden door een geschikt bosrand- en open plekkenbeheer of door het creëren en behouden van halfopen zones. Voor Gladde slang vormt de isolatie van deelpopulaties een probleem. Hier zijn corridors naar de aangrenzende heidegebieden van de Klaverberg en verder naar De Teut-Tenhaagdoornheide en het Kamp van Beverlo wenselijk.

Heikikker en Rugstreeppad vertonen gezonde en grote populaties op het schietveld. Voor het behoud van deze populaties is het hydrologische herstel noodzakelijk, zodat de bestaande waterpartijen behouden kunnen worden.

Er zijn geen recente vondsten van Knoflookpad op het Schietveld; wel zouden relictpopulaties aanwezig zijn net ten westen van het Militair domein (domein van Kelchterhoef) en net ten noorden van het domein. Verbinding van deze relictpopulaties is wenselijk en ook voorzien in het soortenbeschermingsplan voor Knoflookpad. Gezien de vereisten naar vrij ionenrijk water bevinden deze verbindingspotenties zich echter vooral in de actuele landbouwconcessies (zie hoofdstuk ‘uitwendig beheer’). Er is ook één locatie in de uiterste ZW-hoek van het militair domein (niet in concessie) die in aanmerking komt voor inrichtingsmaatregelen voor de soort (zie soortgericht beheer).

88 Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren www.inbo.be Kaart 2.8: Gekende vindplaatsen van de amfibieën en reptielen van de Rode Lijst (Bauwens & Claus, 1996) die voorkomen op het schietveld (indicatief en net exhaustief).

www.inbo.be Geïntegreerd bos- en natuurbeheerplan voor het Schietveld Helchteren 89