• No results found

Deel II Empirische analyse

6.4 Samenstelling van de commissie

De Commissie Besluitvorming Stemmachines heeft een beperkte omvang en kent twee leden. De heer L.M.L.H.A. Hermans en de heer M.J.W. van Twist. Loek Hermans was eerder onder meer minister van onderwijs. Hij zat verschillende commissies voor, waarvan de Commissie Paspoortaffaire en de Commissie Betuweroute welmogelijk de bekendste zijn. Zijn politiek-bestuurlijke gevoel en zijn ervaring met het voorzitten van commissies maken hem tot een geschikte kandidaat voor deze commissie. Hermans is bovendien lid van de VVD en staat op het moment dat de commissie wordt ingesteld op een verkiesbare plaats voor de Eerste Kamer. Hij is daarmee partijgenoot van minister Nicolaï die de commissie heeft ingesteld. Ook met het werk van Loek Hermans hebben medewerkers van het ministerie van BZK goede ervaringen. Zijn werkzaamheden als commissie-voorzitter tijdens de paspoortzaak in de jaren tachtig zijn nog niet vergeten. Mark van Twist is onder andere hoogleraar in Nijmegen, decaan van de Nederlandse School voor het Openbaar Bestuur (NSOB) en lid in buitengewone dienst van de Algemene Rekenkamer. Op het moment van zijn benoeming in de commissie is hij

137 al van vele commissies lid geweest. Verantwoordelijken hebben ook met het werk dat Van Twist voor het Programma Andere Overheid heeft gedaan goede ervaring-en opgedaan.93

Bij de instelling van de commissie hebben de ambtenaren van het departement van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een belangrijke rol gespeeld. Het idee om twee commissies in te stellen kwam van hen en ook bij de keuze van de leden hebben zij een belangrijke rol gespeeld. SG Holtslag, DG Van der Ham en de latere secretaris Hans Cornelissen hebben over de kwestie veel overleg gevoerd. Het is de SG die, na afstemming met en keuze door de ministers Remkes en Nicolaï, de beide leden benadert en hen vraagt zitting te nemen in de commissie. De minister is in deze periode veel op de Antillen.

Bij de keuze voor Loek Hermans zijn vooral ervaring (met het voorzitten van commissies in ingewikkeld politiek-bestuurlijke context) en gezag (als oud-bewindspersoon) als belangrijk criteria aan te merken. Mark van Twist wordt op dezelfde gronden gekozen als Loek Hermans, alleen met een andere redenering. Van Twist heeft ervaring met het werken in commissies en als onderzoeker van het openbaar bestuur. De beide leden worden niet op basis van hun inhoudelijke deskundigheid op het onderwerp gekozen. Weliswaar zijn beide (meer dan eens) voorzitter van een stembureau geweest, het beleid omtrent stemmachines is nieuw voor hen.

Dat is het ook voor secretaris Hans Cornelissen, als hem het secretariaat van de commissie wordt toebedeeld. Hans Cornelissen werkt op dat moment nog bij het Programma Andere Overheid (PAO). PAO is door minister Thom de Graaf opgezet en door zijn ambtsopvolger Alexander Pechtold gecontinueerd. Minister Nicolaï rondt PAO netjes af, maar zijn speelruimte in het interimkabinet-Balkenende-III is niet groot. Niettemin worden de rapporten over de Hervorming van de Rijksdienst en over een ministerie voor Veiligheid door de ministerraad geleid en aan de Tweede Kamer gezonden. Voor Hans Cornelissen lopen de dagelijkse werkzaam-heden bij het Programma Andere Overheid (PAO) af. Van der Ham, die nog geen half jaar eerder door Holtslag is aangewezen als coördinator voor problematiek rondom stemmachine, draagt Hans Cornelissen voor als secretaris voor de commissie.

Cornelissen voorziet al aan het begin van de werkzaamheden van de commissie, dat er veel onderzoek gedaan zal moeten worden. Dossiers moeten worden bestudeerd en vele betrokkenen moeten worden gesproken. Er is budget voor het inhuren van een externe onderzoeker en ik word eveneens secretaris van de commissie. Nog

138

voordat de werkzaamheden van de commissie van start gaan hebben Hans Cornelissen en ik een telefonische kennismaking. Tijdens deze kennismaking worden afspraken gemaakt over hetgeen ik zal bijdragen aan het onderzoek van de commissie. Concreet zal ik de analyse van de berichtgeving in de media voor mijn rekening nemen. Ook een quick scan, naar de besluitvorming rondom stem-machines in het buitenland, valt mij toe. Bovendien zal ik, al dan niet samen met mijn collegasecretaris, gesprekken voeren met betrokken partijen. Nog voordat de commissie goed en wel bijeen is gekomen, zijn de werkzaamheden verdeeld.

6.5 Werkwijze van de commissie

De eerste vergadering

De werkzaamheden van de commissie gaan officieel van start op donderdag 18 januari 2006. De agenda’s van Hermans en Van Twist laten alleen een vergadering toe om 7.45 uur ’s ochtends in het Forumgebouw aan de Kalvermarkt 53 te Den Haag. Op de vijfde verdieping van dit gebouw is PAO gevestigd en DG Van der Ham stelt voor de vergadering zijn kamer beschikbaar aan de commissie.

Mark van Twist zit vast in de file rond Rotterdam, waardoor de vergadering iets later begint. Dat geeft Hans Cornelissen, Loek Hermans en mij de gelegenheid nog even in ontspannen sfeer met elkaar kennis te maken. Loek Hermans ken ik nog van de tijd dat hij voorzitter en ik secretaris was van de Verificatiecommissie Evaluatie Raad voor de Wadden slechts een paar maanden eerder. Op dit moment vertelt hij voor het eerst dat de kwestie rondom de stemmachines hem doet denken aan de ophef rondom paspoorten eind jaren tachtig van de vorige eeuw. Hermans was van 1988 tot 1990 voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie die het paspoort-project onderzocht. Ook toen was er discussie over veiligheidseisen net als nu bij de stemmachines. Bij de paspoorten leek het soms wel een wedloop te worden. Bleek het paspoort bestand tegen het overrijden met een wals, kwam er weer iemand op het idee het boekje in een vat met zoutzuur te gooien, waarna het plastic alsnog losliet. Zo vertelt de overlevering.

Met de komst van Mark van Twist begint de vergadering. Het instellingsbesluit benoemt geen voorzitter en afspraken hierover worden tussen de beide leden ook nooit gemaakt. Op een natuurlijke wijze neemt Loek Hermans deze rol vanaf het eerste moment op zich. Deze eerste vergadering staat vooral in het teken van het onderzoeken wat nu eigenlijk het probleem is. Daarbij speelt Hans Cornelissen een centrale rol. Hij kent het dossier inmiddels binnenste buiten en kan precies vertellen hoe klok en klepel met elkaar verbonden zijn. Hij heeft een zeer uitgebreid dossier

139 van beleidsdocumenten aangelegd dat vele duizenden pagina’s telt. Dit dossier is voor de leden van de commissie ook steeds beschikbaar geweest. Over de feiten heeft dan ook vanaf het begin van het onderzoeksproces weinig twijfel bestaan. Vragen over hoe deze feiten in hun tijdsgeest te begrijpen waren, waren er meer. In het rapport legt de commissie middels een uitgebreid notenapparaat verantwoor-ding af over de bevinverantwoor-dingen uit dit dossier. Tijdens deze eerste vergadering vertelt Hans Cornelissen voluit over de actuele stand van zaken, de gebeurtenissen in het (recente) verleden en over de wijze waarop het departement in de afgelopen jaren met het ‘dossier stemmachines’ is omgegaan. Zijn inhoudelijke kennis is indruk-wekkend. Pas achteraf valt mij op hoe goed hij op dat moment al weet waar de angels in het dossier zitten en welke politieke risico’s er voorliggen.

Tijdens de vergadering wordt ook de opzet van het rapport besproken. Een gedegen ‘tijdlijn’ een onderbouwing van het juridisch kader en een analyse van de rol van de verschillende partijen zouden hiervan in ieder geval deel moeten uitmaken. Interessant is ook dat de leden al in deze fase van het onderzoek duidelijke afspraken maken over de terminologie in het onderzoek. ‘De Kamer verkeerd geïnformeerd’ of ‘de Kamer onvoldoende geïnformeerd’ is uit den boze. Dergelijke terminologie wordt in Haagse kringen als een ‘doodzonde’ ervaren en brengt de staatssecretaris in een zeer lastige situatie. Ook is reeds nu al duidelijk dat de Tweede Kamer niet helemaal vrijuit gaat bij wat later het ‘verweesde’ dossier genoemd zal worden. Om te voorkomen dat de Kamer straks haar eigen rol uit het oog verliest zal ook deze in het rapport kort worden aangestipt. Kort, omdat het nooit een goede zaak is de Kamer rechtstreeks aan te vallen. Dan trekken de Kamerleden een gezamenlijk front op, zo is de algemene overtuiging in de commissie. De commissie neemt hier dan ook duidelijk stelling ten opzichte van haar eigen taak. Het is zaak om het lastige dossier van de stemmachines te onderzoeken en af te rekenen met het verleden. Dit verleden hoeft echter in de tegenwoordige tijd geen slachtoffers te maken. Hans Cornelissen geeft aan dat het rapport voordat het openbaar wordt ook door de Landsadvocaat wordt gelezen. Afrekenen met het verleden is immers belangrijk, maar zou uit het rapport blijken dat de Staat in gebreke is gebleven, kan dat zomaar een aantal miljoenen euro’s aan schadevergoedingen gaan kosten. De commissie stemt hiermee in. De vergadering eindigt met de afspraak dat het secretariaat een tijdlijn gaat uitwerken van de gebeurtenissen die het beleid in de afgelopen jaren hebben bepaald. Daarbij is het van belang ook de communicatie met en informatie aan de Tweede Kamer mee te nemen.

140

De tweede vergadering

De tweede vergadering van de commissie heeft plaats op 6 februari 2006 vanaf 15.45 uur te Delft in het kantoor van MKB Nederland. Loek Hermans heeft een buitengewoon drukke dag. Af en aan wordt hij gebeld door journalisten die een reactie van MKB Nederland op het regeerakkoord van CDA, PvdA en CU willen hebben. De vergadering staat voor een belangrijk deel in het teken van dit nieuwe regeerakkoord. Loek Hermans en Mark van Twist filosoferen vrijuit over de betekenis van het nieuwe regeerakkoord voor Nederland in de komende jaren. Wanneer het gesprek de wending richting de stemmachines maakt, is het tijd voor een college van Hans Cornelissen. Hij legt met stift en flap-over uitgebreid uit hoe een stemmachine precies werkt. Wat er van die stemmachine wel en niet door TNO wordt getest en wat een dergelijke test dan precies inhoudt. De leden overleggen vooral over wat nu precies de kritische factoren in het proces van de afgelopen jaren zijn geweest. De tijdlijn, die Hans Cornelissen voor deze gelegenheid heeft opgesteld, is daarbij van grote waarde. Met name aan de kwestie Ierland wordt veel tijd besteed. In 2004 neemt Ierland de beslissing de uit Nederland afkomstige Nedap stemmachine af te keuren en niet bij de verkiezingen te gebruiken. Hierover is de Kamer geïnformeerd, stappen in eigen land zijn echter uitgebleven. Toenmalig minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties De Graaf vond dat de situatie teveel verschilde van de Nederlandse. Dit is voor de commissie een belangrijke gebeurtenis, omdat een van de vragen die zij moet beantwoorden te maken heeft met signalen van buiten. Met andere woorden, heeft het departement geweten dat stemmachines manipuleerbaar en afluisterbaar zijn en zijn toen de juiste stappen genomen?

Verder wordt uitgebreid stilgestaan bij de gesprekken die gevoerd dienen te worden. Daarbij maken we een duidelijke verdeling naar gesprekken die door de commissie zelf worden gevoerd en gesprekken die door het secretariaat worden gehouden. Hermans en Van Twist vinden het van belang om zelf zoveel mogelijk van de gesprekken te voeren. Partijen die een centrale rol spelen in gebeurtenissen rondom stemmachines, zoals fabrikanten Nedap en Sdu, de AIVD die op verzoek van het departement stralingsmetingen heeft uitgevoerd, stichting ‘wij vertrouwen stemcomputers niet’ en de verschillende bewindspersonen die in de afgelopen jaren verantwoordelijk waren voor stemmachines, mogen aan tafel plaatsnemen bij de commissie. De minder centrale, maar voor de gebeurtenissen niet minder belang-rijke spelers worden door de secretarissen bezocht. Daarbij kan worden gedacht aan wetenschappers en journalisten, vertegenwoordigers van gemeenten die gebruik maken van stemmachines en oud-leden van de Kiesraad. Ook spreken we af dat er

141 een gesprek (c.q. overdrachtsmoment) met de commissie-Korthals Altes komt. Daartoe neemt Hans Cornelissen contact op met de projectleider van de verkie-zingen in 2006, die secretaris is van de Commissie Inrichting Verkiezingsproces. Tijdens deze vergadering kondigt Hans Cornelissen reeds aan dat de opdracht van de commissie waarschijnlijk wordt uitgebreid om ook te kijken naar de besluitvorming rondom stemmachines in aanloop naar de verkiezingen van provinciale staten, die een maand later plaats zullen hebben. Interessant is het gegeven dat het algemeen overleg waarin de minister deze toezegging aan de Kamer doet, pas twee dagen na deze vergadering van de commissie plaats zal hebben.

De gesprekken van de commissie

De gesprekken die door de commissie worden gevoerd hebben plaats op 13 maart 2006 vanaf 8.30 uur en op 16 maart vanaf 13.00 uur. Op beide dagen resideert de commissie in de kamer van DG Van der Ham op de vijfde verdieping van het Forumgebouw aan de Kalvermarkt 53 te Den Haag. De Commissie Inrichting Verkiezingsproces (commissie-Korthals Altes) vergadert, zo wordt tijdens de voorbespreking op 13 maart duidelijk, in tegenstelling tot de Commissie Besluit-vorming Stemmachines op de ministersgang van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Zowel Loek Hermans als Mark van Twist vinden dat verder van triviale betekenis, zij willen gewoon hun taak goed uitvoeren, meer is niet nodig. Op beide dagen komen we een half uur voor aanvang van het eerste gesprek gezamenlijk bijeen om de gesprekken van deze dag voor te bespreken.

Ieder gesprek is door de voorzitter in overleg met Hans Cornelissen tot in detail voorbereid. Voor ieder gesprek ligt een aparte vragenlijst voor, die Loek Hermans tijdens de gesprekken als leidraad gebruikt. De gesprekken helpen het beeld van de commissie aan te scherpen en als ik achteraf terugkijk hebben de gesprekken vooral bijgedragen aan het vinden van de juiste formuleringen en nuances in het oordeel van de commissie. Het is opvallend te zien hoe verschillend Loek Hermans en Mark van Twist in de gesprekken opereren. Hermans is steeds bedachtzaam, uiterst vriendelijk en toont zich zeer sensitief. Hij heeft gevoel voor hetgeen er in het gesprek gebeurt, vraagt door en houdt gelijktijdig in de gaten dat alle punten van de interviewleidraad in het gesprek aan bod komen. Van Twist kiest een vrijere rol. Hij wil nog wel eens kritische vragen stellen, voor gesprekspartners ongemakkelijke stiltes laten vallen en confronterende reacties op ontwijkende antwoorden geven. Aldus hebben de beide leden elkaar aanvullende stijlen gekomen. Hermans kiest voor een meer bemiddelende stijl van gespreksvoering. Waar belangen in het spel

142

zijn laat hij duidelijk merken die te kennen. Als Holtslag (SG bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) aan tafel bij de commissie verschijnt, deelt Hermans een groot compliment uit aan Hans Cornelissen voor al het werk dat deze heeft verricht en als de directeur van Nedap aan tafel zit eindigt hij het gesprek toch meer in de rol van MKB voorzitter dan commissielid. Ook collega commissielid Van Twist krijgt alle ruimte zijn vragen te stellen.

Een gesprek met de commissie-Korthals Altes

Loek Hermans is verhinderd. Hij moet een lezing verzorgen in Zeist voor een publiek van ruim 1.000 mensen en kan daar onmogelijk onderuit komen. Het gesprek heeft plaats op 23 maart 2007 vanaf 10.30 uur in de Thorbeckezaal op de ministersgang van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De Thorbeckezaal heeft een dubbele deur, die volledig geluidsdicht is. De vertegenwoordigers van de Commissie Inrichting Verkiezingsproces zijn reeds aanwezig. Korthals Altes zit op de plaats van de minister, vergezeld door twee leden van de commissie en zijn secretaris. Hij heeft de Commissie Besluitvorming Stemmachines welkom en geeft te kennen dat hij begrepen heeft dat de commissie-Hermans graag een aantal punten onder de aandacht van zijn commissie wil brengen.

Het gesprek dat hierop volgt is in alle opzichten vriendelijk en de leden van de commissie-Korthals Altes stellen zo nu en dan een vraag. Van Twist brengt de conclusies van de commissie over volgens een vooraf op papier gezet stramien. Het gesprek eindigt met de toezegging van Korthals Altes dat hij zijn voordeel met het werk van de commissie zal doen. Dan verlaat de Commissie Inrichting Verkiezings-proces de vergaderzaal, waar wij nog een gesprek met oud-minister Peper op het programma hebben. Voorzitter Korthals Altes staat vervolgens nog geruime tijd na te praten met zijn commissie. Wat de beste interpretatie en omgang met de resultaten van de Commissie Besluitvorming Stemmachines is, is dan overigens al door Hans Cornelissen en de secretaris van de Commissie Inrichting Verkiezings-proces voorafgaand aan dit overdrachtsgesprek doorgenomen.

De derde vergadering

Op maandag 2 april 2007 komt de commissie ’s ochtends om 11.00 uur bijeen in de kamer van DG Van der Ham. Op de agenda staat de bespreking van het rapport. Hans Cornelissen heeft ondanks zijn griep in de week ervoor het rapport nog af weten te schrijven. De commissie heeft weinig tijd gehad om het rapport te lezen. Detailcommentaar op het rapport wordt door de leden later per e-mail gewisseld. De discussie gaat vooral over de conclusies en aanbevelingen en natuurlijk over de te verwachten aandacht van de media. Het zijn deze onderwerpen waarover in de

143 commissie overeenstemming bereikt dient te worden. Loek Hermans geeft aan dat hij vindt dat één enkel interview volstaat. Daarna is het aan de staatssecretaris om de spotlights op te eisen en iets met het rapport te doen. Hoewel Van Twist Hermans alle ruimte wil geven om het podium te claimen bij een dergelijk interview is Hermans zelf van mening dat een gezamenlijk interview gepaster zou zijn. Tijdens de vergaderingen besteden zij gezamenlijk een kwartier aan het door-nemen van mogelijk lastige vragen van journalisten. Voor de vervelendste daarvan ‘kunt u garanderen dat de verkiezingen van de afgelopen jaren eerlijk zijn verlopen’, bedenken zij gezamenlijk het te geven antwoord. Hermans oefent dit antwoord vervolgens zeker drie keer, voordat de vergadering verder zijn beloop neemt.

Besloten wordt om het rapport ook nog even door Secretaris-Generaal Holtslag te laten lezen, zodat ook deze op de hoogte is van het oordeel van de commissie gaat vellen. Aangezien Hans Cornelissen hem gedurende de uitvoering van de opdracht bijna wekelijks op de hoogte heeft gehouden, mag dit geen verrassingen opleveren. Holtslag geeft schriftelijk alleen commentaar op de soms wat vrije schrijfstijl. Hij onthoudt zich van inhoudelijk commentaar. Mondeling laat hij Cornelissen weten dat hij het oordeel over de directie CZW (Constitutionele Zaken en Wetgeving), waar stemmachines de afgelopen jaren waren ondergebracht, aan de harde kant vindt.94 Dit leidt overigens niet tot aanpassingen in het rapport. Ook de leden van de commissie onthouden zich van verder commentaar op de inhoud van het rapport. Per e-mail zijn in de week hieraan voorafgaand door Loek Hermans, Mark van Twist en Hans Cornelissen uitgebreide afspraken ten aanzien van de redactie gemaakt.

Het rapport aanbieden aan de staatssecretaris

Het rapport is klaar en wordt door de huisdrukkerij van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingebonden. Bijzonder daarbij is het gegeven dat de kaft van het rapport aanvankelijk een relatief donkere kleur heeft.