• No results found

Deel II Empirische analyse

5.6 Commissietypen: perspectieven en beleidscyclus .1 Commissietypen en perspectieven

6.2.1 Er was eens, heel lang geleden …

Volgens de overlevering is de eerste mechanische stemmachine in 1896 in Rochester in de staat New York (Verenigde Staten) geïntroduceerd. In die tijd staan de lokale verkiezingen bekend om frauduleuze praktijken, omkoping, prostitutie, geweld en intimidatie. In Rochester wordt in deze periode overigens niet met potlood en papier gestemd, maar middels het opsteken van handen. Met de komst van de stemmachine is het uitbrengen van de stem geheim en beïnvloeding lastiger geworden. Al in deze vroege beginperiode bestaat bij velen de vraag of de stem-machine de stem wel eerlijk registreert. Behoefte bestaat dan ook aan een papieren bewijs van de uitgebrachte stem.

In de jaren dertig van de vorige eeuw wordt voor het eerst gebruik gemaakt van een stemmachine in een wereldstad. Thompson, voormalig zakenpartner van Al Capone en destijds burgemeester van Chicago (Illinois), haalt de apparaten naar zijn stad om eerlijker verkiezingen te garanderen en zijn herverkiezing veilig te stellen.75 In Nederland worden stemmachines geïntroduceerd in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het gebruik van stemmachines in de Verenigde Staten fascineert de secretaris van de Kiesraad, Van Ommen Kloeke, al blijken de machines van de Automatic Voting Machine Corporation (AVM) niet geschikt voor de Nederlandse situatie. In Nederland komen weinig meervoudige verkiezingen voor en zijn de lijsten met kandidaten een stuk langer. TNO ontwikkelt in samenwerking met Samson Kantoorefficiency de eerste stemmachine. De Nederlandse Apparaten Fabriek (Nedap) produceert deze. De markt voor stemmachines ontwikkelt zich nadien gestaag, maar blijft altijd beperkt tot slechts een klein aantal spelers. Uiteindelijk gaat Nedap een samenwerking aan met Groenendaal B.V. Nedap maakt de machines en Groenendaal levert de programmatuur voor uitslagberekening.

In de beginjaren waarin stemmachines worden ingezet worden nog nauwelijks technische, functionele of veiligheidseisen aan de inzet van stemmachines gesteld. Het Kiesbesluit uit 1967 laat nagenoeg alles open. De enige aan stemmachines gewijde regel stelt dat ‘het moet doen wat het potlood, het stembiljet en de stembus doen’. De Kieswet en het Kiesbesluit geven geen nadere invulling aan de eisen die de Kieswet stelt aan stemmachines. Op 23 oktober 1989 vaardigt de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, De Graaff-Nauta, een ministeriële Regeling voor de goedkeuring van stemmachines uit.76 Ook deze nieuwe regeling bevat geen concrete uitwerking van de eisen waaraan stemmachines zouden moeten voldoen, het is vooral een procedureel stuk. De Kiesraad en het ministerie van Binnenlandse Zaken

131 beseffen vanaf 1990 dat hierin verandering dient te komen. In de daarop volgende zeven jaren wordt gewerkt aan de nieuwe regeling. In 1997 wordt het Kiesbesluit aangepast en wordt de Regeling Goedkeuring Stemmachines van kracht. 77

Niets lijkt de voorspoedige inzet van stemmachines meer in de weg te staan. Het stemgeheim is geborgd en hertelling van stemmen is met stemmachines niet nodig, dat zegt althans staatssecretaris Kohnstamm.78 Over manipuleerbaarheid van stem-machines en beïnvloeding van de verkiezingsuitslag denkt op de moment nog niemand na.

6.2.2 … een probleem dat iedereen kende maar waar niemand echt iets aan deed …

Het denken over techniek en technische toepassingen ontwikkelt zich in de jaren negentig van de vorige eeuw in hoog tempo. Waar het gaat om de beveiliging van technische toepassingen wordt naast ‘safety’ (beveiliging voor spatwater, omvallen, stroomuitval, en dergelijke) ook ‘security’ (beveiliging voor moedwillige manipu-latieve aanvallen van buiten) een belangrijk thema. Dit denken richt zich vooral op het internet en de toepassing van computers op allerlei gebieden. De stemmachine, die doorgaans als machine of apparaat wordt gezien en niet als computer, blijft heel lang buiten deze discussie. Echte veiligheidseisen (security eisen) worden nooit aan stemmachines gesteld. De Regeling Goedkeuring Stemmachines uit 1997 bevat uitsluitend bepalingen ter toetsing van de ‘safety’ eisen bij stemmachines. Een keuring van deze eisen wordt uitgevoerd door TNO ITSEF, later Brightsight. Tussen 1998 en 2001 ontstaan de eerste problemen met de inzet van stemmachines. De gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998 verlopen bepaald niet vlekkeloos en verschillende media besteden uitgebreid aandacht aan de verschillende incidenten.79 Daarnaast blijkt dat de programmatuur voor uitslagberekening niet aan een toets wordt onderworpen. En op basis van deze berekening wordt de zetelverdeling bepaald. Enkele dagen na de Tweede Kamer verkiezingen van 6 mei 1998 barst de discussie over de hertelbaarheid van stemmen los. De Kiesraad laat in NRC Handelsblad weten dat hertellen feitelijk niet mogelijk is. Ook de intrans-parantie van het verkiezingsproces wordt, met name in ‘de Volkskrant’, breed uitgemeten.80

Minister Peper (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) kondigt in zijn notitie ‘Ontwikkelingen in het Kiesrecht’, die hij op 1 september 1999 aan de Tweede Kamer stuurt, aan dat er reparaties uit te voeren zijn in het verkiezingsproces.81 In het algemeen overleg van 24 november 1999 met de Vaste Commissie voor

132

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krijgt de minister steun voor zijn plannen. Deze worden echter nooit uitgevoerd.82

6.2.3 … totdat de kwestie escaleerde.

Op dinsdag 7 maart 2006 loopt Rob Gonggrijp in Amsterdam het stembureau binnen om zijn stem uit te brengen bij de gemeenteraadsverkiezingen. Gonggrijp, die eerder internetprovider ‘xs4all’ oprichtte, is bekend met de beveiliging van technische toepassingen. Tijdens het stemmen hoort hij dat de stemmachine geluid maakt. Is de stemmachine dan afluisterbaar? En wat betekent dit voor het stemgeheim? Naar aanleiding van deze ervaring richt Gonggrijp in het voorjaar van 2006 de stichting ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’ op.83

De stichting zet zich in voor transparantere verkiezingen. Middels publicaties op een website en een veelheid aan Wob-verzoeken tracht de stichting inzicht te geven in de daadwerkelijke betrouwbaarheid van stemmachines. Samen met televisie-programma EénVandaag maakt de stichting een bijdrage waarin duidelijk wordt dat stemmachines eenvoudig te manipuleren zijn. De actiegroep bemachtigt een stemcomputer (van Nedap) en haalt deze volledig uit elkaar. Op 4 oktober 2006 is heel Nederland getuige van het feit dat met het verwisselen van een chip in de machine de verkiezingen eenvoudig te manipuleren zijn.84 Tijdens een persbij-eenkomst in Nieuwspoort laat de stichting bovendien zien dat stemmachines eenvoudig zijn af te luisteren; weg stemgeheim. In de daarop volgende dagen besteden vele dag- en weekbladen uitgebreid aandacht aan de uitzending en aan de gevolgen die dit heeft voor het democratische proces in ons land.

Het hek is van de dam. De betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag staat ter discussie en met het oog op de komende Tweede Kamer verkiezingen (22 novem-ber 2007) komt het democratische gehalte van de Nederlandse rechtstaat onder druk te staan. Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Atzo Nicolaï (VVD), die op dat moment de stemmachines in portefeuille heeft, ziet zich genoodzaakt om verschillende maatregelen te nemen. Stemmachines worden beter beveiligd. Zo worden opslagfaciliteiten beter bewaakt en wordt van alle stem-machines gecontroleerd of het geheugen leeg is. Daarna worden de stem-machines verzegeld om eventuele pogingen tot manipulatie direct te kunnen waarnemen. Stemmachines van Nedap en Sdu (de twee merken die op dat moment in Nederland worden gebruikt) worden door de AIVD getest op straling. Uiteindelijk besluit de minister om de goedkeuring van de Sdu NewVote en een bepaald type stemmachine van Nedap te schorsen.85 Hierdoor stemt Nederlands grootste gemeente (hoofdstad Amsterdam) tijdens de verkiezingen met het potlood, voor de meeste overige

133 gemeenten worden vervangende machines van Nedap (uiteraard van een nog steeds goedgekeurd type) uit het buitenland gehaald.

Na de verkiezingen van 22 november is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nog geen rust gegund. Op 7 maart 2007 staan de verkiezingen voor provinciale staten op het programma. Dan dient overal opnieuw gestemd te worden en dan toch liefst middels stemmachines. Gesprekken tussen Sdu en het ministerie leiden weliswaar tot herkeuring van de Sdu NewVote, maar uiteindelijk niet tot goedkeuring van het apparaat bij de verkiezingen van 7 maart. Dit tot ongenoegen van Sdu dat de Staat in januari 2007 voor de rechter had gedaagd om nog een nieuwe herkeuring van het apparaat gedaan te krijgen.

Beide verkiezingen zijn zonder noemenswaardige problemen of incidenten verlopen en de gemeenten die gebruik hebben gemaakt van stemmachines waarderen de dienstverlening door Nedap/Groenendaal gemiddeld met een rapportcijfer 8.86 Het kwaad is dan echter al geschied, het vertrouwen in de democratie al gedaald en de beslissing om deze heikele kwestie eens goed te laten onderzoeken al genomen.