• No results found

109 rmo advies

In document Europa als sociale ruimte (pagina 109-111)

Eu ro peani seri ng van he t maatsc happe lijk mi dden vel d in Nederl a nd Bij lag e 3

Burgers kunnen rechtstreeks lid worden van de EVP. Het belang hiervan voor de supranationale aard van de EVP is echter beperkt omdat aan het lidmaatschap geen formele bevoegdheden zijn verbonden. Leden kunnen het congres van de partij bijwonen maar hebben geen stemrecht. Bovendien telt de EVP maar zeer weinig directe leden die niet ook van een nationale partij lid zijn. En het lidmaatschap kan mensen alleen worden toegekend wanneer de nationale partij daarmee heeft ingestemd (Ten Napel 1996: 238, Hanley 1994:187-188).

De conclusie die uit bovenstaande getrokken kan worden is dat aansluiting bij de EVP geen belangrijke inperking betekende van de soevereiniteit van nationale christen-democratische partijen, en het CDA in het bijzonder. Nationale partijen hebben het grootste deel van hun onafhankelijkheid en gewicht behouden.

In het verlengde van deze bevinding ligt de opvatting van Raunio (2000: 211) dat nationale partijen, ondanks de opkomst van Europese partijen, de belangrijkste schakel zijn gebleven tussen de publieke opinie en beleidsvorming in de Europese Unie.10 In de volgende paragraaf zal worden belicht op welke wijze het CDA de betrokkenheid bij Europa stimuleert onder haar leden en het algemene publiek.

Vergroten betrokkenheid bij Europa

11

11

In het Program van uitgangspunten stelt het CDA zich ten doel te bevorderen dat burgers betrokken worden bij het Europees beleid (CDA 1993: 15). Ook in een inleiding over de toekomst van Europa erkende de toenmalige fractievoorzitter van het CDA, Balkenende, dat het ‘versterken van de verbondenheid van burgers van de EU met de idealen van de oprichters van de EU’, een van de uitdagingen van Europa is (Balkenende 2002: 28.) In het CDA Verkiezingsprogram 2002-2006 komt de doel- stelling echter niet terug (CDA 2002).

Naast het bevorderen van de betrokkenheid van burgers bij Europa door het CDA, vindt ook een beweging in omgekeerde richting plaats: de achterban van het CDA die betrokkenheid opeist. Zo heeft de agrarische achterban van het CDA zich regelmatig geroerd op Europese thema’s. Naar aanleiding van bijvoorbeeld de invoering van de Euro en de aanstaande uit- breiding van de Europese Unie heeft deze groep van onderaf druk uitgeoefend op de partij om rekening te houden met de consequenties voor de boerenstand. Dat is een beweging die uiteindelijk leidt tot een CDA doelstelling dat het gemeen- schappelijk landbouwbeleid moet worden herzien voordat de uitbreiding van de Unie een feit wordt. Tevens leidt het tot het organiseren van debatten en het beschikbaar maken van informatieve brochures over de toetreders. Op zulke momenten merkt het CDA als partij dat er hard aan moet worden gewerkt om mensen mee te krijgen door duidelijk te maken wat er gebeurt in Europa.12

10. Het feit dat nationale partijen nog altijd een prominente rol spelen wil echter niet zeggen dat leden van het Europees Parlement onder

voogdij staan van de nationale partijen. Op basis van een survey onder nationale partijen die zijn vertegenwoordigd in het Europees Parlement, liet Raunio zien dat leden van het Europees Parlement relatief onafhankelijk opereren van nationale partijen. Op de vraag of nationale partijen instructies voor stemgedrag opleggen aan ‘hun’ leden van het Europees Parlement, antwoordden Nederlandse par- tijen, inclusief het CDA, dat zij dat nooit deden (Raunio 2000: 216-217).

11. Veel van de hieronder gepresenteerde informatie is afkomstig uit vraaggesprekken met vertegenwoordigers van maatschappelijke

organisaties, zie de bijlage.

12. Het CDA heeft vanaf begin 2003 debatten georganiseerd over de uitbreiding. Daar komen 300 à 400 mensen op af, wat voor een partij-

debat fors wordt genoemd. De informatieve brochures over de toetreders hebben een eerste oplage van 2.000 tot 5.000 stuks en ken- nen altijd nadrukken. Ze worden ook door scholen opgevraagd.

rmo advies 28

110

raad voo r m aa tsch app e lij k e o ntwi kke lin g

Hét moment voor een politieke partij als het CDA om achterban en het grote publiek te benaderen en de visie op Europa uit te dragen zijn campagnes naar aanleiding van verkiezingen voor het nationaal parlement en natuurlijk het Europees Parle- ment. Tijdens de laatste twee verkiezingen van het nationaal parlement speelde Europa echter, zoals ook in vorige edities, een marginale rol. Hoewel inmiddels ruim de helft van de regels in Nederland voortkomt uit Europese besluiten, en er belangrijke ontwikkelingen binnen de Europese Unie op til waren (zoals de uitbreiding van de EU en de formulering van een Europese grondwet), bleven politici in de verkiezingscampagnes zich vooral uiten op nationale thema’s zonder uitgebreid stil te staan bij de Europese dimensie. En dat zou je kunnen zien als een gemiste kans omdat er, ondanks de traditioneel pro- Europa consensus onder de grote Nederlandse politieke partijen, wel degelijk verschil van mening was over de toekomst van Europa. Het ideaal van een federaal Europa, onder andere omarmd door het CDA, vond bij de VVD, de partij die traditioneel meer nadruk legt op het nationaal belang, geen gehoor.

De verkiezingen voor het Europees Parlement in juni van dit jaar worden door het CDA aangegrepen om Europa binnen de eigen geledingen op lokaal en regionaal niveau onder de aandacht te brengen. Het door het partijbestuur ingestelde Europa- team heeft na raadpleging van experts en leden vastgesteld welke onderwerpen centraal moeten staan binnen het CDA in de aanloop naar de verkiezingen.13 Tevens is het binnen het CDA duidelijk geworden dat de leden veel behoefte hebben aan informatie over Europa. Het Europa-team van het CDA stimuleert en assisteert bij het organiseren van openbare activiteiten zoals spreekbeurten in het land. Bijna elke zichzelf respecterende plaatselijke afdeling heeft inmiddels een debat op stapel staan in de verkiezingstijd. Deze activiteiten hebben een breder bereik dan alleen de CDA leden. Ook een scholentour waarin jongeren met elkaar in discussie gaan over Europa, maakt deel uit van de Europa campagne.

Bij de vaststelling van het verkiezingsprogramma voor de Europese Verkiezingen zijn de leden achteraf betrokken. Idealiter kunnen de leden van het CDA zich uitspreken over het verkiezingsprogramma van de EVP. Dat is voor deze Europese verkie- zingen echter niet gebeurd omdat de resultaten van de Intergouvernementele Conferentie van december 2003 op zich lieten wachten. Het concept verkiezingsprogramma is daardoor te laat naar de lidpartijen gegaan. Het globale programma is na vaststelling besproken met de leden.

Naast de inzet van het CDA in verkiezingscampagnes, dragen politici en bestuurders van het CDA hun visie op Europa uit in debatten in het parlement en via de media. Hiermee worden achterban en het brede publiek blootgesteld aan informatie over Europese aangelegenheden. De eigen achterban wordt geïnformeerd over politieke kwesties via een van de vele partij- organen en partijmedia. In hoeverre langs deze kanalen ook Europa aan bod komt verschilt per orgaan en per moment.

Allereerst kent het CDA een eigen scholingsinstituut: het Steenkampinstituut. Binnen het cursusaanbod van het Instituut is ruimte voor Europa. Jaarlijks wordt een Europa Seminar aangeboden voor de leden van het CDA. Daar wordt aandacht geschonken aan thema’s zoals de bestuursstructuur van de Europese Unie en de relatie tussen Europa en haar burgers.14 Een ander jaarlijks terugkerend scholingsprogramma is de Kaderschool voor leden en (kandidaat-)politici. Europa is een van

13. De onderwerpen die centraal staan in de Europacampagne van het CDA: een sociaal en solide Europa, een vitaal platteland in Europa,

toekomst voor jongeren in Europa (CDA 2003b: 5).

14. Meestal schrijven zich meer mensen in voor de cursus dan er kunnen deelnemen. Er zijn tussen de 20 à 30 deelnemers per cursus. Vaak

111

In document Europa als sociale ruimte (pagina 109-111)